Advocaten eisen vrijlating van opgepakte Somalische vluchtelingen

De daklozen in de tentenkampen leven deels van statiegeld.
Afgelopen maandag en dinsdag hebben twee advocaten aan de rechtbank van Utrecht en Groningen om vrijlating gevraagd van de Somalische vluchtelingen die twee weken geleden werden opgepakt toen ze met tenten voor de deur van het asielzoekerscentrum in Ter Apel bivakkeerden. Daar protesteerde de strijdbare zelforganisatie Vluchtelingen Op Straat (VOS) tegen het overheidsbeleid dat vluchtelingen afwijst, uitsluit en dakloos maakt. Hoezeer deze uithongeringspolitiek zich verscherpt, blijkt onder meer uit de minimaal twee tentenkampen van daklozen in de bossen rondom Utrecht.

Op 7 december had VOS al geprotesteerd tegen het oppakken van de Somaliërs. Ook de advocaten vonden de aanhouding van de vluchtelingen onrechtmatig, omdat “vreemdelingenbewaring niet is bedoeld om tentjes weg te krijgen”. Ook vroegen ze zich tijdens de rechtszitting af of er bij de aanhouding wel sprake was van “een redelijk vermoeden van illegaal verblijf”, dat wettelijk gezien nodig is om iemand te mogen oppakken. Volgens de IND-vertegenwoordiger bleek de verblijfsstatus “uit de eisen van de demonstranten: ‘opvang of een verblijfsvergunning’”. Maar een van de advocaten wees erop dat er ook Nederlandse demonstranten bij de protestactie aanwezig waren. Ze vond het opvallend dat er alleen mensen met een “getinte” huidskleur waren opgepakt. Een van de vluchtelingen verblijft zelfs rechtmatig in Nederland en had dus helemaal niet mogen worden aangehouden. Hij is door de IND inmiddels weer vrijgelaten. Twee andere vluchtelingen hadden eerder geprobeerd om “vrijwillig” terug te keren naar Somalië. Ze kregen echter geen toestemming om naar de hoofdstad Mogadishu te gaan, zaten een week gevangen in de Keniase hoofdstad Nairobi, en kwamen in november noodgedwongen weer terug naar Nederland. Daarop eiste de IND botweg dat ze toch weer zouden “meewerken aan hun vertrek”, naar een land dus waar ze net waren geweigerd. Het gesol met vluchtelingen door de Nederlandse staat kent werkelijk geen grenzen.

Tijdens de zitting op maandag bleek de IND-vertegenwoordiger het eens te zijn met de advocaten dat terugkeer naar Zuid-, Centraal- en Noord-Somalië niet mogelijk is. Maar tijdens de zitting van dinsdag liet een andere IND-er weten dat er wel degelijk sprake is van “zicht op uitzetting”, omdat Nederland “waarschijnlijk begin 2012” een gesprek over terugkeer zou gaan voeren met de niet erkende autoriteiten van Somaliland. Zelfs de regeringsgezinde Raad van State heeft in soortgelijke gevallen al beslist dat het voor “zicht op uitzetting” niet voldoende is dat er ooit een keer onderhandelingen gaan plaatsvinden met het land van herkomst van de vluchtelingen om zo te proberen om deportaties in de toekomst mogelijk te maken. De rechters komen uiterlijk 20 december met een uitspraak. Waarschijnlijk wordt tenminste een van de Somaliërs, een man in een rolstoel, vrijgelaten. Men had voor hem geen vervoer naar de rechtbank geregeld, waardoor hij volgens de regels niet binnen twee weken “gehoord” kan worden en daarom niet langer vastgehouden mag worden.

In Utrecht alleen al moeten honderden vluchtelingen en andere uitgesloten mensen op straat leven. Ze overnachten onder meer in tentenkampen in de bossen rond Utrecht, in verlaten fabriekshallen, in holle bomen langs grachten en in zelfgegraven kuilen. Het Utrechtse PvdA-raadslid Bouchra Dibi bezocht de tentenkampen en zag er psychiatrische patiënten, diabetici en andere ernstig zieken. “Er zijn zelfs daklozen die zich prostitueren bij andere andere daklozen, om bijvoorbeeld in dezelfde tent te mogen slapen”, aldus het raadslid. Overigens is haar partij sinds het begin van de jaren 90 de grondlegger geweest van het systeem van bestuurlijke en maatschappelijke apartheid. Daardoor worden dag in dag uit talloze migranten en vluchtelingen illegaal gemaakt, uitgesloten, opgejaagd, uitgehongerd, opgesloten en uitgezet.

Harry Westerink