Baanlozen worden door het bijstandsbeleid massaal ziek gemaakt

Jim Faas.
Jim Faas.
Jim Faas, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG), protesteerde afgelopen vrijdag in dagblad Trouw tegen het verschijnsel dat de geneeskunde oplossingen moet zoeken voor politieke problemen. Zo vat ik de strekking samen van het artikel “Keuringsartsen: te snel stempel ‘ziek’”. Faas stelt aan de orde dat steeds meer mensen onterecht ziek worden verklaard. Hij vreest dat “het systeem” daardoor vastloopt. Binnenkort dreigen miljoenen mensen in een of andere arbeidsongeschiktheidsregeling terecht te komen, waar ze op basis van allerlei uitsluitingsmechanismen meer of minder geïsoleerd van de rest van de samenleving hun leven moeten slijten.

Al decennialang heerst er een chronische massawerkloosheid, waarvoor de politiek geen oplossing heeft. De overheid zet baanlozen onder druk, terwijl ze door de rest van de samenleving met de nek worden aangekeken, wat op zichzelf al ziekmakend is. De baanlozen komen bij het UWV en vooral bij de gemeentelijke sociale diensten op grond van de nieuwe Participatiewet terecht in een soort sociaal panopticum. Dat houdt in dat door middel van een ingewikkeld stelsel van regels en een uitgebreide uitkeringsbureaucratie baanlozen worden gecontroleerd op van alles en nog wat, via onverwachte huisbezoeken, het inleveren van privégegevens, enzovoorts. Wanneer een bijstandsgerechtigde eventueel wat kosten van levensonderhoud bespaart, dan gaat zijn uitkering omlaag. Verdient hij wat bij, dan wordt dat ingehouden op zijn uitkering. Op Facebook en ook elders klagen bijstandsgerechtigden al lang hun nood over dit onrechtvaardige systeem, dat steeds verder wordt uitgebreid. Daarnaast wordt een deel van de baanlozen onder druk gezet met trajecten waarbij ze voor hun uitkering onbetaald moeten gaan werken, zonder uitzicht op een betaalde baan. Deze repressieve aanpak is bedoeld om baanlozen en degenen die nog wel een baan hebben te disciplineren, zodat ze zich gedwongen zien om elk rotbaantje te aanvaarden of te behouden, hoe beroerd de arbeidsomstandigheden ook zijn en hoe laag het loon ook is. Maar baanlozen leveren ook strijd. De beweging tegen dwangarbeid, die sinds een aantal jaar van de grond is gekomen, vormt een uiting van toenemend protest tegen dat verplicht onbetaald werken.

Schemergebied

Als jurist en arts is Faas deskundig op het gebied van de twee routes die naast collectieve strijd voor baanlozen openstaan om te proberen aan het sociaal panopticum te ontsnappen: juridisering en medicalisering van in wezen politieke problemen. Via juridische procedures kunnen baanlozen proberen om voor zichzelf enige bewegingsvrijheid te creëren, ook al omdat de uitkeringsbureaucratie veel fouten maakt en ondanks of misschien juist dankzij het woud aan regels het onderhandelingsproces tussen de klantmanager en de baanloze een vaag schemergebied is. In zo’n individuele situatie is het vaak onduidelijk op wat voor rechten de baanloze een beroep zou kunnen doen en hoe sterk zijn positie zou kunnen zijn in een rechtszaak. En via de weg van de medicalisering hopen baanlozen te kunnen ontsnappen aan de dwang en drang die op hen wordt uitgeoefend. Als ze ziek en arbeidsongeschikt worden verklaard, dan kunnen ze niet of minder worden gedwongen tot verplicht onbetaald werken.

Maar is het niet beter om een totaal andere richting in te slaan, bijvoorbeeld met basisinkomenachtige regelingen waarbij de vrijheid, de zelfbeschikking en de rechten van baanlozen worden vergroot? En met regelingen waarbij er meer wordt geluisterd naar de eigen voorstellen van baanlozen om werk te gaan doen? En is het niet beter om baanlozen vrij te stellen van de sollicitatieplicht? Er kan worden tegengeworpen dat dan vele duizenden baanlozen tot in lengte van dagen geen betaald werk zullen hebben en hun inkomen toch ook zal moeten worden gefinancierd. “We moeten hen niet in de steek laten”, roepen beleidsmakers en andere voorstanders van het huidige uitkeringssysteem. Faas brengt daar tegenin dat nu in feite precies hetzelfde gebeurt, via de medische weg namelijk. Voorstellen die een andere richting inslaan dan wat de beleidsmakers voor ogen staat, vormen vanzelfsprekend geen definitieve oplossing voor de massawerkloosheid. Daarvoor zijn andere en veel fundamentelere maatregelen nodig, zoals het drastisch herverdelen van betaalde arbeid, het scheppen van nieuwe vormen van betaalde arbeid en het omschakelen naar een heel andere visie op betaalde en onbetaalde arbeid.

Pacificeringsstrategie

Zal wat Faas aan de orde stelt, leiden tot een kentering? Ik ben somber. Ik denk dat de rechtse partijen zijn argumenten alleen zullen gebruiken om de arbeidsongeschiktheidsregelingen af te breken en het sociaal panopticum te verscherpen. De ideologische rechtvaardigingen om sociale voorzieningen nog verder de grond in te boren en de repressie tegen baanlozen nog meer op te voeren, dreigen ons de komende tijd weer eens om de oren te vliegen. Het debat dat Faas oproept, kan leiden tot nieuwe confrontaties tussen politiek links en rechts. Tot nu toe zijn de medicalisering en juridisering als mogelijke ontsnappingsroute nog niet echt afgesloten. Dat komt naar mijn mening ook omdat de overheid die routes nog steeds wenst te gebruiken als onderdeel van een pacificeringsstrategie die gezamenlijke opstand van onderop de kop wil indrukken door problemen van baanlozen zoveel mogelijk te individualiseren. Die strategie heeft vrij effectief gewerkt. De arbeidsongeschiktheidsregelingen zijn beperkt aangepakt en breed verzet tegen het kabinetsbeleid op het gebied van sociale zekerheid is uitgebleven. Wanneer gedeeltelijke en tijdelijke ontsnappingswegen steeds meer worden afgesloten, kan dat anders worden. Wat betreft de route van de juridisering, is het in elk geval duidelijk dat de overheid die weg alweer moeilijker begaanbaar heeft gemaakt door flink te bezuinigen op de rechtshulp. Daardoor is het voor baanlozen en andere armen heel wat lastiger gemaakt om goede juridische bijstand te krijgen en zo hun rechten op te eisen. Dat maakt collectief verzet van onderop des te noodzakelijker.

Piet van der Lende