Calais: politiek en humanitair dilemma

Politie pakt vluchteling op in Calais
“Het is letterlijk tussen migranten en de politie in staan.” Aan het woord is Lotte, een lid van Calais Migrant Solidarity Nederland (CMS-NL) over haar rol in de stad waar duizenden vluchtelingen de oversteek proberen te maken naar Engeland. De Nederlandse tak van het netwerk werd opgericht na een internationale steunoproep om de repressie van de Franse overheid tegen migranten in Calais te stoppen. Sindsdien reizen Europese activisten regelmatig af naar de Franse havenstad. Maar door de schrijnende omstandigheden wordt er voornamelijk humanitaire hulp geboden. “Het is een leerproces: hoe gaan we hier in vredesnaam mee om.”

Na een No Border-actiekamp in 2008 besloot een aantal activisten in Calais te blijven vanwege de beroerde situatie daar. Voor 2002 werden vluchtelingen met duizenden tegelijk opgevangen in Sangatte, een Rode Kruis-kamp met zeer primitieve leefomstandigheden. Daarna is Sangatte ingeruild voor “een ontmoedigingsbeleid”. Dat betekent in de praktijk dat migranten volledig aan hun lot worden overgelaten. Ze worden voortdurend lastig gevallen, opgejaagd en opgepakt. In 2009 werden hun van afval gemaakte kampementen – “de jungles” – vernield, en sindsdien worden de kraakpanden waarin de migrantengroepen verblijven aan de lopende band binnengevallen en ontruimd. Daarbij worden alle persoonlijke spullen vernietigd. Zelfs kinderen slapen op straat. Particuliere hulporganisaties wordt toegestaan maaltijden en medische zorg te geven, maar verder is het verboden om de illegale migranten te helpen. Mensen die dat toch doen, worden door de politie thuis opgezocht. Een intensieve angstcampagne van de overheid stimuleert bovendien het verlinken van helpers en schuilplaatsen van migranten door Franse inwoners. “Het particuliere vangnet van hulporganisaties wordt net genoeg getolereerd om te voorkomen dat mensen doodgaan”, zegt CMS-activist Bauke cynisch.

Theedrinken

Activisten die langer in Calais verblijven, zijn veelal uitgeput van het harde werken, de ellende die ze om zich heen zien bij de migranten en de voortdurende overheidsrepressie die elk ontluikend initiatief de kop indrukt. Er is over het algemeen weinig tijd om acties te organiseren. Vrijwel iedereen wordt opgeslokt door humanitaire beslommeringen, bijvoorbeeld het helpen van migranten aan slaapplaatsen en spullen. CMS-NL heeft zich in 2010 vooral bezig gehouden met kraken en een enkel goederentransport. Daarnaast probeert men door aanwezig te zijn invallen te voorkomen of te vertragen, zodat de migranten de tijd hebben om te vluchten. CMS-NL zou het liefste zien dat de situatie in Calais “polariseert”, en dat de lokale bevolking “zich gaat uitspreken”. Maar hulp verlenen aan migranten zorgt er niet direct voor dat dat doel naderbij komt, zo geeft Lotte gelijk toe. Hoe het anders moet, weten de leden van CMS-NL ook niet precies. “We spreken geen Frans en we hebben ook de contacten niet.” In september hebben internationale activisten, waaronder die van CMS-NL, samen met de migranten een festival georganiseerd. “Met muziek, kunst, goed eten en solidariteit hebben we succesvol een plek vol ellende en repressie getransformeerd in een plek van leven en feest. Mensen zeiden: het was net alsof ik niet in Calais was”, aldus de website van het internationale CMS-netwerk.

Het contact tussen de activisten en de migranten is erg goed. “Het is veel theedrinken”, zegt Bauke lachend. Er ontstaan ook vriendschappen. Bauke: “Hun contact is oprecht. Ik ben bij hen te gast. De migranten hebben mij niet nodig om naar Engeland te komen.” Solidariteit kan daadwerkelijk gegeven worden. “Voor het eerst dat ze in Europa zijn, worden ze behandeld als mens.”

Maar echt iets opbouwen is erg moeilijk in Calais. Zeker voor CMS-NL, dat er niet structureel zit zoals de Engelse en Franse groepen. Bovendien zijn de migrantengroepen weliswaar vaak strak georganiseerd, ze bestaan wel uit telkens wisselende individuen. De migranten willen immers niet in Calais blijven, maar in Engeland hun leven opbouwen. Dat maakt het onderhouden van contacten moeilijk. Engelse activisten komen nog wel eens migranten tegen die de oversteek gehaald hebben, maar CMS-NL heeft dat voordeel niet. Een andere moeilijkheid in Calais is dat de migrantengroepen er meestal heel hiërarchisch zijn, en dat er onderling veel strijd en geweld is. “Als je de ene groep helpt, dan word je soms door de andere uitgescholden voor racist”, vertelt Lotte. “Een keer hadden we een groot pand gekraakt en nodigden we de Irakezen en Palestijnen uit. Toen gingen we naar de Afghaanse Pashtun, maar die riepen verontwaardigd uit: ‘Je denkt toch niet dat we met hen in één pand willen slapen?’.”

Tegenbeweging

Er zijn veel inwoners van Calais betrokken bij de particuliere hulporganisaties die voor eten en medische hulp zorgen. Het contact tussen hen en de activisten is echter veelal slecht. De hulporganisaties zijn bang dat de activisten voor nog meer staatsrepressie zorgen, waardoor ook het laatste beetje toegestane hulp zal verdwijnen. Om hun positie te kunnen behouden, zijn ze volgens de activisten soms zelfs “een soort agent naar de migranten” toe. De paternalistische organisaties laten migranten verder ook niet zelf koken of eten uitdelen, waardoor het dus allemaal “witten helpen zwarten” blijft.

Iets opbouwen in Calais is dus heel erg moeilijk. CMS-NL stelt zelf in haar oprichtingsverklaring dat ze zich wil richten op politieke strijd. Maar tegenmacht opbouwen wordt daarbij niet genoemd. Volgens Bauke is politieke strijd voor hen vooral “bewustwording, het confronteren van mensen met de werkelijkheid” en “het dwarszitten van de politie, geen concessies doen”. Maar is het zichtbaar maken van repressie en ellende genoeg om de status quo te veranderen? Mensen die weten hoe de realiteit in elkaar steekt, gaan niet automatisch iets doen. Vaak weten ze gewoonweg niet hoe, of hebben ze daar in hun eigen leven weinig mogelijkheden voor. Door bewustwording sluiten potentiële medestanders zich niet zomaar bij je aan. En zonder grote en krachtige tegenbeweging kunnen overheden straffeloos doorgaan met het vermorzelen van diegenen die hen in de weg zitten. Het is waar dat in Calais de situatie zo overduidelijk schrijnend is dat het onmogelijk lijkt de effecten van het keiharde EU-migratiebeleid daar te negeren. Het is dan ook begrijpelijk dat Bauke zegt: “We moeten daar zijn, we moeten daar iets doen”. Maar ook op andere plekken zorgt welbewust uitsluitingsbeleid voor het verwoesten van migrantenlevens. Hoe erg het ergens is, kan op zichzelf geen politieke overweging zijn om je keuze voor een strijd op te baseren.

In Nederland zijn veel actiegroepen solidair met groepen mensen zonder met hen samen te werken. Het grote gevaar daarvan is dat een politieke analyse niet alleen van buitenaf, maar uiteindelijk ook van bovenaf wordt gemaakt. CMS-activisten hebben gemerkt dat de contacten in Calais ook hun algemene visie heeft veranderd. “Het maakt alles wat ik buiten Calais doe realistischer”, vertelt Lotte. Migranten zijn geen mythische abstracte groep meer, maar mensen van vlees en bloed. Door samen te strijden met migranten kunnen niet alleen politieke analyses in de praktijk geslepen worden, maar kunnen ook de scheidslijnen in onze maatschappij daadwerkelijk geslecht worden. Alleen humanitaire hulp geven zorgt echter niet voor werkelijke verandering, ook niet als zij gestoeld is op een “anti-kapitalistische, anarchistische No Border-visie”. CMS-NL realiseert zich dit probleem terdege, maar het is in de praktijk moeilijk daarnaar te handelen. “Je krijgt een telefoontje van een migrant en je gaat het je persoonlijk aantrekken”, zegt Lotte daarover, “het zijn mensen.”

Mensen in de vuurlinie van het kapitalisme verdienen onze solidariteit omdat we een betere wereld willen waarin iedereen zijn eigen leven zelf kan bepalen. Menselijk leed verzachten is dus een lovenswaardig streven. Maar het is slechts het bijschaven van de scherpe kantjes van een onmenselijk en onderdrukkend systeem. Om de collectieve situatie te veranderen zijn lange termijn-doelen met bijbehorende strategie nodig. Humanitaire hulp is brandweerpolitiek, waarbij voortdurend ingesprongen wordt op de korte termijn-situatie. In Calais is de situatie zo erbarmelijk en veeleisend dat het moeilijk is om zelf niet op te branden. De schrijnendheid van de omstandigheden maakt het ook nog heel moeilijk om strategische in plaats van meer menselijke emotionele keuzen te maken. Het is helaas niet raar dat in de praktijk veel activiteiten uiteindelijk vooral een humanitair karakter hebben. Want wat doe je als je na veel tegenwerking eindelijk een eigen No Border-kantoorruimte hebt en er staan opeens tien Afghaanse kinderen zonder slaapplek op de stoep?
Lotte en Bauke zijn gefingeerde namen.

Mariët van Bommel