Campagne “Tetary moet opstaan” vervangt hulde aan koloniale machthebber door eerbetoon voor Hindostaanse vrijheidsstrijdster

Pravini Baboeram.
Pravini Baboeram.

Overal in Nederland wordt de openbare ruimte ontsierd door de aanwezigheid van standbeelden en monumenten die het kolonialisme verheerlijken. Hoe dominant die koloniale beeldvorming is, valt des te meer op als we het volslagen gebrek aan publiekelijk anti-koloniaal eerbetoon tot ons laten doordringen. Alleen door de strijd van nazaten van tot slaaf gemaakten zijn er sinds 2002 in een paar steden monumenten ter herdenking van de slavernij opgericht. En in Amsterdam staat een beeld van de Surinaamse activist Anton de Kom. Recentelijk is vanuit Hindostaanse kringen het initiatief genomen om in Suriname en liefst ook in Nederland de strijdbare contractarbeidster Janey Tetary met een beeld te eren. Een gesprek met Pravini Baboeram, een van de kartrekkers van de campagne “Tetary moet opstaan”. Die campagne heeft inmiddels succes geboekt: er komt een beeld van Tetary in Paramaribo.

“We willen Tetary onderdeel laten worden van het collectieve geheugen”, aldus Baboeram. Het in 2011 verschenen boek “Tetary – de koppige” van Radjinder Bhagwanbali vormde de aanleiding voor de campagne, zo legt ze uit. In dat boek, een vervolg op zijn eerdere onderzoek “De nieuwe awatar van slavernij”, beschrijft Bhagwanbali het verzet van Hindostaanse contractarbeiders tegen de uitbuiting en onderdrukking door de Nederlandse kolonisator in Suriname. In dat verzet speelden Tetary en andere Hindostaanse vrouwen een belangrijke rol. In geen enkel ander land waar Hindostaanse arbeidsmigranten voor een hongerloon moesten ploeteren, waren zoveel opstanden tegen de schandalige praktijk van de koloniale contractarbeid als in Suriname, laat Bhagwanbali in zijn boek weten.

Het beeld van Janey Tetary.
Het beeld van Janey Tetary.

Solidariteit

Met de titel van zijn boek brengt Bhagwanbali hulde aan Tetary, een sterke en sociaal bewogen contractarbeidster. Ze nam het op voor vrouwen die werden mishandeld door hun bazen of hun mannen. Ze spoorde de mannen van zwangere arbeidsters aan om ook huishoudelijke taken op zich te nemen. Als moslima adopteerde ze de baby van een inmiddels overleden hindoevrouw die als prostituee bekend had gestaan. Zo liet ze zien dat ze streefde naar solidariteit tussen moslims en hindoes op de plantagewerkkampen. Toen de contractarbeider Ramjanee, een van de leiders van een opstand in 1884, zijn vrouwelijke collega’s opriep om ook mee te strijden tegen de koloniale machthebbers, gaf Tetary daar meteen gehoor aan. Ze mobiliseerde andere vrouwen om zich samen te verdedigen tegen de militairen, die de opstand wilden neerslaan. Het lukte de vrouwen om de eerste slag te winnen en de militairen terug te drijven, maar uiteindelijk werd Tetary wreed en verraderlijk geliquideerd. Na haar dood werd ze onder de Hindostaanse contractarbeiders het symbool van de strijd tegen koloniaal onrecht. Aan het eind van zijn boek pleit Bhagwanbali ervoor om in Den Haag een standbeeld voor Tetary te plaatsen op het Paul Krugerplein, dat hij wil omdopen tot Tetaryplein. Inmiddels ondersteunt Bhagwanbali de campagne “Tetary moet opstaan” met lezingen en wetenschappelijke onderbouwing.

Het idee van een standbeeld voor Tetary sprak de initiatiefnemers van de campagne erg aan. Ze putten bovendien inspiratie uit de campagne “Rhodes must fall” van overwegend zwarte activisten in Zuid-Afrika. Die campagne begon in maart 2015 en was gericht tegen het standbeeld van de koloniale overheerser Cecil Rhodes op het terrein van de universiteit van Kaapstad. Al na één maand boekten de activisten succes: het standbeeld werd verwijderd. Dat leidde tot het speerpunt van de campagne “Tetary moet opstaan”: de verwijdering van het borstbeeld van George Henry Barnet Lyon, dat staat bij de ingang van de Palmentuin aan de Grote Combéweg in Paramaribo in Suriname, en de vervanging van dat beeld door een borstbeeld van Tetary.

Borstbeeld van Barnet Lyon op de hoek van de Grote Combéweg en het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo, Suriname (foto: Mark Berman).
Borstbeeld van Barnet Lyon op de hoek van de Grote Combéweg en het Onafhankelijkheidsplein in Paramaribo, Suriname (foto: Mark Berman).

Verdeel en heers-methoden

Barnet Lyon was een Nederlandse jurist die aan het eind van de negentiende eeuw deel uitmaakte van het koloniale bestuur in Suriname. Na zijn studie rechten aan de Leidse universiteit vertrok hij naar Suriname. De eerste tijd hield hij zich daar bezig met het beheer van de grote plantagewerkkampen van zijn vader, waar Hindostaanse contractarbeiders te werk waren gesteld. Dankzij hun gezwoeg kon Barnet Lyon zich flink verrijken. Hij had er daarom een persoonlijk belang bij dat de Hindostanen onder de duim werden gehouden door het koloniale bewind. Van 1883 tot 1886 was hij waarnemend procureur-generaal en daarmee verantwoordelijk voor het vervolgingsbeleid en dus ook voor het neerslaan van de opstand van de Hindostaanse contractarbeiders in 1884. Hij liet weten dat de oorzaak van die opstand gezocht moest worden bij de arbeidsmigranten zelf. Zij zouden zich namelijk gemakkelijk laten ophitsen door enkele “belhamels”, zoals Ramjanee. Deze “belhamels” zouden obstructie willen plegen tegen de bestaande plantagediscipline door voor minder werk meer geld te eisen. Volgens Barnet Lyon was het van groot belang om de veronderstelde opruiers onder de contractarbeiders zo snel mogelijk uit te schakelen, desnoods met geweld. Dat kostte Tetary dus haar leven. Ze werd vermoord onder verantwoordelijkheid van Barnet Lyon. Ook hedendaagse machthebbers maken vaak gebruik van dergelijke verdeel en heers-methoden, waarmee in geval van verzet aan de onderkant van de samenleving “belhamels” en “relschoppers” tot zondebokken worden bestempeld. Door de leiders van opstanden te stigmatiseren, te criminaliseren en uiteindelijk soms zelfs te liquideren probeert men de strijd tegen onrecht de kop in te drukken.

In 1891 werd Barnet Lyon agent-generaal voor de immigratie. Hij kreeg de leiding over het immigratiedepartment en was daarmee verantwoordelijk voor het algemeen toezicht op en de controle over Hindostaanse contractarbeiders. Daarbij maakte hij gebruik van de Hindostaanse tolk Sital Persad, die in 1882 als veertienjarige jongen vanuit het toenmalige Brits-Indië naar Suriname was gemigreerd en sindsdien door Barnet Lyon als zijn pleegzoon werd opgevoed. Uit dankbaarheid daarvoor nam Persad het initiatief om een standbeeld voor Barnet Lyon op te richten, mede omdat hij zoveel goeds voor de Hindostaanse contractarbeiders zou hebben gedaan. Dat borstbeeld werd in 1908 onthuld. “Het beeld van Barnet Lyon was geen initiatief van de vele Hindostanen die in de loop der tijd in opstand zijn gekomen tegen de Nederlandse kolonisator”, aldus Baboeram. “Onder de slachtoffers van het koloniale systeem zien we altijd twee groepen: zij die tegen wil en dank volgzaam zijn, die zich aanpassen aan de eisen van de kolonisator, in de hoop een eigen plekje in dat systeem te verwerven, en zij die zich verzetten tegen dat systeem en het uiteindelijk willen afschaffen. Zo ook in dit geval.” De vervanging van een beeld van Barnet Lyon door een beeld voor Tetary heeft een veelbetekenende symboliek. In plaats van een koloniale machthebber te eren die verantwoordelijk is voor de uitbuiting en de dood van contractarbeiders wordt voortaan een contractarbeidster herdacht die heeft gestreden tegen koloniale uitbuiting en onderdrukking. “We moeten kleur bekennen”, aldus Baboeram. “Met deze campagne maken we letterlijk en figuurlijk ruimte voor dekoloniale beeldvorming.”

Columbus

Met haar eind 2016 verschenen column “Barnet Lyon moet vallen, Tetary moet opstaan” gaf Baboeram een eerste publiekelijke aanzet tot de campagne. “Een onderdeel van kolonisatie was dat geschiedenis werd geschreven door de kolonisator”, schrijft ze. “In die geschiedschrijving heeft er een omkering plaats gevonden, waarbij onze helden en heldinnen tot misdadigers werden verklaard en misdadigers tot helden. Tetary werd vermoord, omdat haar protest als een misdaad werd gezien. En degene die opdracht heeft gegeven voor die moord, Barnet Lyon, wordt gezien als de held. Dit is niet uniek voor Hindostanen. Overal in de wereld waar kolonisatie heeft plaats gevonden, vindt deze omkering plaats. Columbus wordt in de westerse geschiedschrijving gezien als de ontdekker van Amerika. Maar voor de inheemsen die al in Amerika woonden, was hij niets meer dan een rover. Een crimineel op zoek naar goud die met grof geweld hun land afpakte. Vandaag de dag zijn er bijna zeshonderd standbeelden van Columbus in Amerika en wordt jaarlijks Columbus Day gevierd. In Zuid-Afrika zijn er standbeelden te vinden van Cecil Rhodes, ook wel bekend als de architect van apartheid. Voor witte Zuid-Afrikanen was hij een held, maar voor zwarte Zuid-Afrikanen is hij verantwoordelijk voor hun onderdrukking. Ook in Nederland zijn dergelijke voorbeelden te vinden. In Hoorn wordt Jan Pieterszoon Coen geëerd met een standbeeld vanwege zijn bijdrage aan de VOC en het oprichten van de stad Batavia, het huidige Jakarta. Maar de oprichting van Batavia was alleen mogelijk door de bijna vijftienduizend inwoners op de Banda-eilanden te vermoorden. Voor Nederland een held, voor Indonesië een massamoordenaar.”

Op haar column kwam een opvallend negatieve reactie van professor Chan Choenni, die Baboeram nogal persoonlijk aanviel. Weliswaar vindt ook Choenni Tetary een heldin, maar hij wil tegelijkertijd dat het standbeeld van Barnet Lyon blijft staan waar het staat. Daarbij verwijst hij naar de noodzaak om “het Surinaamse erfgoed te bewaken en te beschermen”. Maar een beroep doen op “erfgoed” en “tradities”, zonder de inhoud ervan te benoemen, is altijd een zwaktebod. Dat blijkt ook bij de strijd rond de Zwarte Piet-figuur. Uiteindelijk moet het draaien om de vraag of dat “erfgoed” en die “tradities” racisme en kolonialisme verheerlijken of juist bestrijden. Baboeram diende hem met een nieuw artikel uitstekend van repliek.

Crowdfunding

Om het borstbeeld van Tetary te financieren hebben Baboeram en anderen een crowfundingsactie opgezet. Inhoudelijk wordt de campagne begeleid door een documentaire, een muziekvideo, steunbetuigingen en allerlei bijeenkomsten. Binnenkort, op 24 september, gaat het beeld van Tetary worden onthuld, op de plek in Paramaribo waar het beeld van Barnet Lyon meer dan een eeuw heeft gestaan. Het meeste geld voor het beeld is inmiddels binnen, maar ook het evenement van de onthulling moet nog worden bekostigd. Baboeram is bij de onthulling aanwezig. Het beeld van Barnet Lyon wordt niet vernietigd, maar krijgt een museale functie.

Voor Baboeram vormt de campagne “Tetary moet opstaan” een onderdeel van een brede en wereldwijde anti-koloniale strijd. Ze zou het toejuichen als er in Nederland meer standbeelden en monumenten zouden komen die Hindostaanse en andere strijders tegen kolonialisme zouden eren. “Het zou mooi zijn om bijvoorbeeld ook in Den Haag een standbeeld van Tetary te hebben staan.” Verder is ze betrokken bij een project in Utrecht om de straatnamen van koloniale zeeschurken te vervangen door die van anti-koloniale vrijheidsstrijders.

Harry Westerink