Column: Pleur toch op met je tolerantie!

Sire-campagne.
Sire-campagne.

Het gaat weer hard met het racisme in Nederland. De reacties rondom de demonstraties tegen de racistische Zwarte Piet-karikatuur liegen er niet om. Wat wij vaak horen van sommige medestanders is dat het nu echt gedaan is met het oh zo “progressieve en tolerante” Nederland. Onze tegenstanders zeggen juist dat “zij” jarenlang zo “tolerant” zijn geweest naar “de allochtonen” en nu wordt als dank “hun cultuur afgepakt”. En daarmee leggen ze meteen bloot wat er mis is met de Nederlandse tolerantiemythe.

Laten we maar beginnen met het ontleden van het woord “tolerantie”. Tolerantie betekent het toestaan van gedrag of personen die afwijken van de norm, ondanks dat de aanwezigheid van zulk gedrag of die personen als negatief wordt ervaren. Er wordt dus uitgegaan van een heersende status quo die oordeelt of bepaalde elementen in de samenleving daar wel of niet thuishoren. Daarbij worden dan tegelijk scheidingslijnen gevormd tussen wel of niet te tolereren afwijkingen. In Nederland kloppen degenen die de tolerantiemythe propageren, zichzelf graag op de borst, alsof wij hen dankbaar zouden moeten zijn dat zij zichzelf het recht hebben toegeëigend om de heersende normen te bepalen en vervolgens een paar devianties van die normen oogluikend toe te staan.

This text in English

Hoe bepaal je van welke heersende normen wordt uitgegaan? Kijk dan maar naar wat er zoal “wordt getolereerd”. “Allochtonen”, mensen met een islamitische achtergrond, vrouwen die zichzelf niet schikken naar een patriarchale rolverdeling, mensen met een LGBT-achtergrond, zwarte Nederlanders van wie de familie hier al generaties wonen, en ga zo maar door. Alles dat afwijkt van het patriarchale, heteronormatieve, westers-christelijke, racistische en kapitalistische wereldbeeld van de witte mannelijke status quo.

Sire-campagne voor tolerantie.
Sire-campagne voor tolerantie.

Natuurlijk is er door “tolerantie” een bepaalde ruimte binnen samenlevingen die niet aanwezig is in minder “tolerante” samenlevingen. Soms komt dat voort door simpele praktische overwegingen. De aanwezigheid van “allochtone gastarbeiders” in de jaren zeventig werd “getolereerd” vanwege de behoefte van bazen aan makkelijk uit te buiten arbeiders, een rol die zij weggelegd zagen voor mensen uit minder welvarende landen binnen en net buiten Europa. Maar vaak genoeg is de maatschappelijke ruimte voor “afwijkenden” het resultaat van sociale strijd. Zo is de (nog altijd te beperkte) ruimte voor lesbo’s, homo’s, biseksuelen en transgenders binnen de samenleving het resultaat van jarenlang gevoerde strijd, via onder andere de bekende pride parades die volgden op de Stonewall-rellen in de VS. Door deze gewonnen ruimte te framen als het resultaat van geboden toleratie door de status quo, wordt de hele geschiedenis van die strijd weggeschreven. En daarmee worden het bloed, het zweet, de tranen en de opofferingen die vele moedige strijders hebben gebracht, onder het tapijt geveegd.

Door zelf mee te gaan in het “tolerantie”-frame bevestigen we de legitimiteit van de gevestigde orde die ons zijn normen oplegt. Daarmee bevestigen we de positie van de zogenaamd “getolereerden”. Een positie van tweederangs ‘burgers’ die voor hun bestaansrecht en uitingsvrijheid afhankelijk zijn van de “goedheid” van de “toleranten”. Het interesseert ons niet of Nederland vroeger nu wel of niet “toleranter” was. Tolerantie op zichzelf is een concept dat linea recta de prullenbak in mag verdwijnen. De tolerantiemythe is niets anders dan een drempel in onze strijd voor bevrijding.

Wij hoeven niet gedoogd te worden, niet toegelaten te worden en ook niet “getolereerd” te worden. En daarom roep ik dan ook: pleur op met je tolerantie! Vrijheid en gelijkheid, dat is het waar wij voor strijden!

Ilija Andrić