Crisis en sociale afbraak

We zitten niet allemaal in hetzelfde schuitje. Hier het schuitje van de Russische miljardair Abramovich. Het duurste jacht ter wereld, met onder meer afweerraketten...
Begin januari organiseerde Doorbraak een besloten vrienden- en vriendinnenweekeinde. Voorafgaand aan een discussie over het beleid van het kabinet Bruin I werden er twee korte introducties gegeven. De eerste ging over de racistische en uitsluitende kern van het beleid van Bruin I. De tweede over crisis en sociale afbraak, en die publiceren we hieronder.

De economie heeft te maken met een van de ernstigste crisissen sinds tijden. Het kapitalistische systeem is vastgelopen en moet geherstructureerd worden om nog voldoende winst te kunnen maken. Voor die herstructurering halen de machthebbers oude plannen uit de kast, omdat ze geen nieuwe ideeën hebben over de aanpak van deze crisis. De verwarring onder beleids- en opiniemakers is groot. Wij hebben de kans om terug te vechten.

Het is duidelijk wat de gevolgen van de crisis zijn voor mensen aan de onderkant van de samenleving en van de arbeidsmarkt. We worden geconfronteerd met een verhevigde klassenstrijd van bovenaf, door het (her)verdeel- en heerskabinet Bruin I. Die aanval werkt nog extra door richting migranten en vrouwen. En ook de positie van middenklassegroepen dreigt te worden aangetast. Niets is nu zeker, alles is instabiel. Er zijn daardoor zeker ook kansen om terug te vechten, en stap voor stap te strijden voor ons alternatief, namelijk socialisme van onderop.

Doorbraak is tegen het kapitalisme, een systeem van onderdrukking en uitbuiting waarbij de productiemiddelen in handen zijn van de klasse van kapitaalbezitters. In dat systeem voeren de bazen een permanente oorlog tegen de arbeiders, vanwege hun streven naar een zo hoog mogelijke winst. De mens staat in dienst van de economie, in plaats van andersom. De onderklasse moet daarom worden gedisciplineerd en gecontroleerd. Crisissen vormen altijd een onvermijdelijk onderdeel van het kapitalisme. Er kunnen perioden van relatieve rust zijn en perioden waarin winst maken moeilijker wordt. Economische herstructurering wordt dan afgewenteld op de onderkant van de samenleving.

Het kapitalisme is geen abstract hersenspinsel, maar een concreet stelsel van heersende machtsverhoudingen. Het doel is om winst uit arbeiders te persen. En daarvoor is een strijd nodig van de kapitaalbezitters tegen de arbeiders, die op hun beurt weer terug (kunnen) vechten. Mensen gaan elkaar in het kapitalisme beschouwen en behandelen als concurrenten, als vijanden. Ze leren aan om met de ellebogen te werken. Het kapitalisme is dus geen natuurwet, maar wordt dag in dag uit gereproduceerd. Het systeem roept veel weerstand op en biedt daardoor mogelijkheden tot de uitbouw van collectief alledaags verzet, in allerlei soorten en maten.

De huidige crisis vormt een kans voor machthebbers. De bestaande verwarring kan aangegrepen worden om ervoor te pleiten om het roer om te gooien. “Het moet anders, we moeten de broekriem aanhalen.” Bruin I maakt de armen armer en de rijken rijker, via verdeel- en heerspolitiek en zondebokpolitiek. De regering legt de schuld bij mensen die niet verantwoordelijk zijn voor de crisis en die daarvoor dan ook niet zouden moeten opdraaien. Men maakt zondebokken van moslims, “niet-westerse allochtonen”, werklozen, jongeren, linksen, en meer in het algemeen iedereen die het niet eens is met de bezuinigingen. In 2008 zijn tientallen miljarden euro’s gepompt in de banken. De machthebbers streven naar een soort socialisme voor de rijken: de gemaakte winsten worden geprivatiseerd en komen dus niet ten goede aan de gemeenschap, maar de geleden verliezen worden gesocialiseerd en gecollectiviseerd, daarvoor moet dus de gemeenschap opdraaien.

Bruin I zegt 18 miljard te moeten bezuinigen. Het is belangrijk om dat soort cijfers altijd kritisch te bekijken. Die getallen zijn niet neutraal, maar ideologisch voorgekookt door allerlei adviesorganen en onderzoekscommissies. Hier zie je de inkomsten en uitgaven zoals Bruin I die in gedachten heeft.

Plannen Bruin I

Op een totaal van ruim 250 miljard aan uitgaven is een bezuiniging van 18 miljard best veel. De machthebbers beseffen donders goed dat dat niet zomaar door iedereen wordt geaccepteerd. Daarom gaan de plannen van Bruin I vergezeld van een ideologisch rookgordijn van leugens en mythen. Zoals: “Het is nu eenmaal zo, we kunnen niet anders”, en: “We moeten allemaal inleveren”, en: “We zitten allemaal in hetzelfde schuitje”. Maar dat klopt helemaal niet. De een zit namelijk op een luxe cruiseschip en ligt daar lekker te zonnen, terwijl het personeel hem een heerlijke cocktail aanreikt. En de ander zit in een reddingsbootje, verzuipt bijna en moet roeien met de riemen die hij heeft. Er is een groot verschil tussen beide “schuitjes”.

Onze leuze moet zijn: “Haal het geld waar het zit, bij de rijken en de superrijken, bij de grootste bedrijven”. Maar Bruin I haalt het geld weg bij de armen en de kwetsbaren. In deze grafiek zie je wie onder de groep van werkende tweeverdieners het meest wordt gepakt door Bruin I.

Op de horizontale lijn staat het brutoloon, op de verticale lijn het bezuinigingspercentage. De stippen staan voor de huishoudens.

Duidelijk zichtbaar in deze grafiek is dat de laagste inkomensgroepen onder de werkende tweeverdieners het meest moeten inleveren. De hogere inkomens moeten juist niet bezuinigen. Dat is wat Bruin I verstaat onder “we moeten allemaal bezuinigen”: de een, de armere, veel meer dan de ander, de rijkere. Wat hier geldt voor tweeverdieners geldt ook voor andere groepen in de samenleving: hoe armer, hoe meer risico je loopt om gepakt te worden.

Als je de groepen mensen op een rijtje zet die vooral het slachtoffer dreigen te worden van de bezuinigingswoede van Bruin I, dan krijg je een onthutsend beeld. Wie en wat krijgt te maken met de botte bijl van Rutte en co? Dat zijn arbeidsongeschikten, gehandicapten, mensen in de sociale werkvoorziening, gepensioneerden (AOW-ers), uitkeringsgerechtigden, werklozen die reïntegreren, zieken, huurders, inburgeringsplichtigen, studenten, kunstenaars en de cultuursector, kinderopvang, milieu, ontwikkelingshulp. Maar Bruin I bezuinigt niet op het repressie-apparaat, want de politie krijgt er duizenden agenten bij en de dure mensenjacht op illegalen gaat verhevigd door. Bruin I haalt geen geld weg bij de kapitaalbezitters, want men wil een belastingverlaging voor grote bedrijven (vennootschapsbelasting), en men lost het begrotingstekort ook niet op door die 18 miljard te pakken uit het gigantische vermogen van 300 miljard in Nederland. Bruin I laat verder de villasubsidie in stand (hypotheekrente-aftrek voor dure woning) en vindt het prima dat multinationals bijna geen belasting betalen.

Als je kijkt naar waar Bruin I het meeste geld weghaalt, dan zie je dat dat vooral in de sociale zekerheid is. Bij de sociale vangnetten, zoals de Wajong-regeling voor jonggehandicapten, de bijstand en de sociale werkvoorziening, en bij het vangnet voor zieken, bij de ziektekostentoeslag. Links heeft jarenlang gestreden voor maatschappelijke solidariteit, onder het motto “de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen”. Dat heeft onder meer geresulteerd in het stelsel van sociale zekerheid. Bruin I gaat in navolging van andere rechtse regeringen nog sterker door met sociale afbraak, met desolidariseren. De georganiseerde solidariteit neemt af, evenals de bestaanszekerheid. Een vechtmaatschappij van allen tegen allen krijgt steeds meer vorm. Racisme en haat vormen wapens waarmee de nog bestaande structuren van solidariteit en collectiviteit kunnen worden opengebroken en ontmanteld. De vraag is: “Laten we dit over ons heen komen?” Of gaan we bouwen aan een tegenmacht voor solidaire en menswaardige oplossingen, voor socialisme van onderop?

Harry Westerink