Dienst Terugkeer en Vertrek trakteert buitenlandse ambtenaren op snoepreisjes om deportatie van vluchtelingen mogelijk te maken

Stop deportatie.
Stop deportatie.
Bij zijn deportatiepraktijken sjoemelt de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV) met papieren en legt men buitenlandse delegaties in de watten om zo reisdocumenten, de zogenaamde laissez-passers (lp), te kunnen lospeuteren. Dat bleek een tijd geleden bijvoorbeeld in het geval van vluchtelingen uit Guinee. Reden voor vluchtelingensteunorganisatie INLIA om via de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) informatie op te vragen over de samenwerking met ambtenaren van andere staten. Op 6 mei reageerde de DTV op dat verzoek door een “Activiteitenbeschrijving en Checklist Taskforce Afdeling LP” te verstrekken, een draaiboek voor het bezoek van dit soort buitenlandse ambtenaren. Een kijkje in de smerige keuken van de DTV.

De uitzetdienst heeft er groot belang bij dat ambtenaren van staten waar de Nederlandse overheid afgewezen vluchtelingen wil dumpen, voldoende meewerken en dus ook toestemming geven voor die deportaties. Om hen daartoe te verleiden worden buitenlandse delegaties tijdens hun verblijf in Nederland getrakteerd op een “daggeldvergoeding”, mogen ze een toeristisch programma volgen en krijgen ze “afscheidscadeaus” uitgereikt. In ruil voor de snoepreisjes dienen de buitenlandse ambtenaren de deportaties van zoveel mogelijk eigen staatsonderdanen mogelijk te maken.

Overbagage

In de lange lijst richtlijnen van het protocol dat INLIA kreeg opgestuurd, staat over de daggeldvergoedingen onder punt 7: “Informeer per mail de kasbeheerder voor de aanvang van de taskforce over de geldbehoefte gedurende de taskforce, zodat de kas tijdig kan worden verhoogd. Het betreft hier onder meer de daggeldvergoedingen aan de delegatieleden, kosten van het sociaal programma en de geschatte kosten voor af te geven LP’s.” Onder punt 15 en 18 worden de DTV-ambtenaren opgeroepen om het verblijf voor de delegaties zo aangenaam mogelijk te maken door een activiteitenprogramma voor hen op te stellen: “Nagaan welk aanvullend programma de delegatie wil hebben (bv. bezoeken bezienswaardigheden, detentielocaties, voorlichting door BuiZa of IND)” en “Stel het activiteitenprogramma op (zowel de presentaties als het sociaal programma)”. Hoge ambtenaren moeten extra worden verwend, aldus punt 36: “Reserveer een Viproom op Schiphol. Een Viproom kan worden gereserveerd indien een hoge ambtenaar (vanaf niveau directeur) deel uitmaakt van de delegatie.”

De DTV blijkt de delegatieleden ook te willen overhalen en in feite omkopen door hen “afscheidscadeaus” te geven. Als de bagage voor de terugvlucht van de delegaties vanwege de ontvangen cadeaus of door eigen aankopen het toegestane gewicht overschrijdt, dan neemt de DTV de extra kosten daarvan doodleuk voor zijn rekening, zo blijkt uit de punten 98, 110, 111, 112 en 113: ”Regel cadeaus voor de delegatieleden als dank bij afscheid. Overleg met (…) om dubbele cadeaus te voorkomen en bekijk wat er tijdens een vorige taskforce als cadeaus zijn gegeven”, “Uitreiking van afscheidscadeaus aan de delegatieleden”, “Hou een overzicht bij van de afscheidscadeaus die aan de delegatieleden zijn uitgereikt”, “Achterhaal bij de delegatieleden of zij overbagage hebben” en “Indien van toepassing bagageticket voor delegatieleden regelen”. Wel maakt het protocol duidelijk dat de delegatieleden het niet in hun hoofd moeten halen om het op kosten van de DTV in hun hotelkamer op een zuipen te zetten, zo valt uit de punten 40 en 93 af te leiden: “Bevestig de afspraak met het hotel dat de DT&V alleen de overnachting en het ontbijt betaalt” en “Opmaken informatieblad dat bij het welkom heten van de delegatieleden wordt overhandigd, waarin is aangegeven dat de DT&V alleen de overnachtingen en het ontbijt betaalt”.

Straf

Het is frappant hoe minutieus de richtlijnen in het draaiboek zijn opgesteld. Er is de DTV zo te zien veel aan gelegen om de snoepreisjes voor de buitenlandse delegaties perfect te laten verlopen. Door hen “te fêteren” kan de deportatiemachine immers op voldoende toeren blijven draaien. Daarbij moet overigens worden bedacht dat deze vriendelijke behandeling van buitenlandse delegaties maar één kant van de medaille vormt. Als de buitenlandse ambtenaren ondanks de snoepreisjes zouden weigeren om toestemming voor de deportaties te geven, dan zouden ze wel eens een heel wat kwaardaardiger smoelwerk van de Nederlandse staat te zien kunnen krijgen. Nederlandse ambtenaren en bewindslieden zouden dan namelijk als straf kunnen gaan dreigen om de ontwikkelingsgelden aan de staten waar de vluchtelingen vandaan komen, stop te zetten of te verminderen. Ook op Europees niveau vinden dit soort slikken of stikken-onderhandelingen al jarenlang plaats. De EU handelt in vluchtelingen door met de geldbuidel te zwaaien om herkomstlanden zo te dwingen om hun onwelkome landgenoten terug te nemen.

Harry Westerink