Een vraag voor geheel radicaal-links (migratiebeheersing-discussie deel 3)

Luchtkooien van illegalengevangenis
In Doorbraak-krant 4 stond een samenvatting van ons stuk “De enige keuze: inzet voor open grenzen”. De bedoeling van dit stuk was vooral een kritiek op en ontmaskering van de 'goede bedoelingen' van een flink aantal vluchtelingenondersteuningsorganisaties en bezoekgroepen. Maar al te vaak worden die een schaamlap voor of verlengstuk van het overheidsbeleid op het vlak van migratie. Het was daarmee niet zozeer een strategiestuk, geen stuk over wat dan wel te doen. In de reactie van Doorbraak “Maar hoe die keuze vorm te geven?” ging de discussie wel over in de vraag hoe onze strijd zinvol vorm te geven. Graag leveren wij ook een bijdrage aan het debat over de beantwoording van deze vraag, die wat ons betreft niet alleen activisten tegen het migratiebeleid aangaat, maar van belang is voor heel radicaal-links.

Meer bijdragen aan dit debat vind je bij het thema “Discussie”.

Hoe verder?

Hoe zetten we een stap verder? Dat is de cruciale vraag die volgt op ons stuk en die door Doorbraak aan de orde gesteld wordt in de reactie daarop. Onze uitgangspositie stemt niet direct vrolijk. Radicaal activisme tegen het migratiebeleid is, zoals eigenlijk de hele strijd vanuit radicaal-linkse hoek, in de marge gedrukt. Dat heeft sterk te maken met de beeldvorming over het beleid waar je tegen vecht. Het beleid van voormalig minister Rita Verdonk riep, vooral door de verbale retoriek waarmee dat gepaard ging, veel meer en breder tegenstand op dan het beleid van, inmiddels ook voormalig, staatssecretaris Nebahat Albayrak, hoewel dat niet anders was dan een voortzetting van dezelfde koers en dus een steeds verdere aanscherping en verslechtering.
 
Waar een substantieel deel van de mensen die actief waren tegen het beleid van Verdonk zich tevreden stelden met het zogenaamde 'generaal pardon' van Albayrak, kwam de fundamentele tegenstand vanuit radicaal-linkse hoek steeds meer op zichzelf te staan. Zo’n positie leidt al snel tot een soort defaitisme en het zich neerleggen bij de bestaande orde. Daarmee verzet je zelf de marges al; een revolutionair perspectief en de totaalstrijd worden losgelaten en vervangen door pogingen de machthebbers te beïnvloeden en je in een soort cocon op één issue te richten. We moeten natuurlijk niet onrealistisch zijn in de beoordeling van de huidige situatie, maar voor onszelf wel altijd een radicaal perspectief en einddoel hoog houden.

Haken en ogen aan brede samenwerking

Het streven naar verbreding ligt vele activisten in de mond bestorven, maar wij willen daar wel enige kritische kanttekeningen bij plaatsen. Het is overigens de realiteit dat we met onze sterk anarchistisch gekleurde visie sowieso moeilijk aansluiting vinden bij anderen. We hebben op meerdere momenten gedurende ons bestaan als AAGU wel geprobeerd te verbreden. Zo hebben we direct na onze oprichting het initiatief genomen om een Van Harte Pardon-groep in Utrecht op te zetten. Deze is echter nooit van de grond gekomen omdat na een aantal ronden van gesprekken met diverse groepen de meningen te ver uiteen bleken te liggen.

Later werkten we samen met vooral enkele voormalige SP-leden in het Komitee Sluit Kamp Zeist, dat bedoeld was om mensen vanuit verschillende achtergronden te verenigen rond het concrete punt dat in de naam besloten ligt. Ook dit comité kwam, ondanks enkele goede activiteiten (zoals het uitbrengen van een brochure), nooit echt van de grond. De mensen die vanuit de AAGU-achtergrond in dit verband participeerden, kregen ondertussen steeds meer het gevoel hun ideologische verhaal en hun voorkeur voor directere vormen van actie niet kwijt te kunnen.
 
Uiteindelijk besloot AAGU weer op eigen voet verder te gaan en we zijn er nog steeds van overtuigd dat dit een juiste keuze geweest is. Met een ‘smallere’ groep actief zijn met een duidelijk verhaal bevalt ons veel beter dan met een bredere groep te werken, waarin constant discussie is over wat naar buiten te brengen, en hoe, resulterend in onduidelijke compromissen en veel inactiviteit.

Dat betekent niet dat we niet openstaan voor samenwerking in een breder verband of daar niet naar op zoek gaan, maar dat beperkt zich over het algemeen wel tot concrete acties. Structurelere samenwerking vinden we bijvoorbeeld wel binnen het kader van de Vrije Bond, waarbij we zijn aangesloten, en van daaruit met groepen als de Anarchistische Groep Amsterdam (AGA). Hieruit vloeien onder meer voort de regelmatig gehouden picketlines bij uitzendbureaus die detentietoezichthouders werven. Ook met andere groepen binnen het anarchistische of radicaal-linkse spectrum, zoals de Werkgroep Stop Deportaties en Doorbraak, voelen we ons verbonden.

We zullen er echter in ieder geval niet meer voor kiezen om met het oog op samenwerking met meer ‘gematigde’ organisaties of groepen een deel van ons eigen verhaal in te leveren. Tegelijkertijd proberen we er wel voor te waken niet in het isolement van ‘ons eigen gelijk’ vast te komen zitten. Een eigen gelijk dat weliswaar de basis voor ons (huidige) handelen is, maar sowieso betrekkelijk is en vooral gekleurd is door onze achtergrond en uitgangspositie, als blanke ‘legale’ Nederlanders.
   
Waar verbreding en samenwerking wel lukt, is dat overigens natuurlijk heel goed. Zo zijn we onder de indruk van de schoonmakersacties en de verbindingen die van daaruit gelegd worden. We hebben over het algemeen niet direct veel op met de FNV, maar vinden het positief dat zij zich in een van hun persberichten ook duidelijk uitspreken tegen de jacht op illegale werknemers door schoonmaakbedrijf CSU.

Eigen verantwoordelijkheid nemen

Doorbraak schrijft terecht dat samenwerking met de mensen voor wie je in de eerste plaats strijdt niet gemakkelijk is. Wij kunnen dit uit ervaring beamen, en de realiteit is ook dat wij een nagenoeg exclusief blanke, legaal in Nederland verblijvende groep vormen en dat dit lastig te doorbreken is. In theorie zouden wij graag daadwerkelijk samen met geïllegaliseerde mensen ten strijde trekken, maar zowel de actievormen die wij vaak kiezen als de positie van deze mensen staan dit ideaal helaas vaak in de weg.
 
Binnen onze groep lopen de meningen uiteen over de vraag of je deze realiteit dan maar moet accepteren en van daaruit actief moet zijn, of dat je er harder aan moet werken om met ‘illegale’ mensen binnen AAGU tot een gezamenlijke strijd te komen, nieuwe denkbeelden te ontwikkelen en na te denken over daarbij aansluitende actiemethodes, zonder overigens het pad van directe actie te verlaten.
 
In de praktijk komt het er nu vooral op neer dat we gezien onze geprivilegieerde positie onze eigen verantwoordelijkheid proberen te nemen. Juist vanwege die positie hebben we de mogelijkheid in onze strijd wegen te bewandelen, met name in het aangaan van de confrontatie met autoriteiten, die voor anderen moeilijker begaanbaar zijn. We zijn in die zin solidair, maar nadrukkelijk niet bevoogdend, actief.
 
Natuurlijk voelen we ons sowieso binnen een groter geheel verbonden met de strijd van anderen, zowel op het vlak van migratie als op vele andere terreinen, maar we kunnen ook zonder binnen één groep samen te werken naast elkaar en daarmee toch samen vechten. Uiteindelijk gaat het er om de verhalen uit de verschillende ‘deelstrijden’ bij elkaar te brengen en duidelijk te maken dat deze allemaal grotendeels voortvloeien uit het huidige systeem als zodanig.

Speerpunten kiezen in de praktijk

Je ontkomt er niet aan om met een beperkte groep mensen speerpunten te kiezen in je strijd. Voor ons is de keuze om ons vooral op Kamp Zeist te richten ingegeven door een aantal redenen: praktische overwegingen (de nabijheid), aanhaken bij de actualiteit (de komende nieuwbouw van dit detentiecentrum), het passen binnen ons ideologische kader, en het feit dat het een goed punt is om een groter verhaal aan op te hangen. We doen daarnaast ook andere dingen en blijven altijd het bredere perspectief naar voren brengen.

Juist ook bij bajessen is de link naar het kapitalisme als één van de ‘root causes’ wel degelijk te leggen, niet alleen door het grotere verhaal van migratie(beheersing), maar ook door te wijzen op de steeds bloeiendere bedrijfstak van de deportatie-industrie en de privatisering die zich ook binnen het gevangenwezen, met de vluchtelingengevangenissen voorop, voltrekt.

Vormen en middelen

Doorbraak stelt de terechte vraag of doorgaan op dezelfde weg zinvol is. Voor ons betekent doorgaan vooral dat onze uitgangspunten en doelen overeind blijven. Maar er is een constante zoektocht naar middelen en vormen om die uitgangspunten vorm te geven en op weg te gaan naar die doelen. We moeten ons steeds afvragen wat effectief en zinvol is (of kan zijn), maar de basis van waaruit we werken blijft wel een anarchistische visie, het direct in actie komen gekoppeld aan het naar voren brengen van ons verhaal en het niet willen sluiten van compromissen.

AAGU kiest over het algemeen voor twee sporen: informeren en directe actie. Het eerste gebeurt bijvoorbeeld door publicaties en info-avonden, maar ook door een lopende campagne van picketlines bij uitzendbureaus die bewakers voor vluchtelingengevangenissen werven. Directe actie krijgt vorm in bezettingen, burgerinspecties en dergelijke.
 
Zijn deze methoden zaligmakend? Nee, maar het zijn de actievormen waar wij goed in zijn en die volgens ons onontbeerlijk deel uitmaken van een breed scala aan activiteiten die allemaal gezamenlijk nodig zijn om tot veranderingen te komen. Iedereen moet daarin natuurlijk een eigen keus maken. Het is goed om hierover met elkaar te discussiëren – wat is effectief? hoe sluiten acties bij elkaar aan? – maar één grote strategie zien wij voorlopig niet van de grond komen. 

Breder debat nodig

De punten die Doorbraak aanroert, en waar wij hierboven op ingegaan zijn, beperken zich niet tot de strijd rond migratie. Het zijn vragen die het geheel van radicaal-links aangaan. Het is meer dan noodzakelijk dat dit debat breed gevoerd gaat worden, nu we steeds meer in de marge gedrukt worden.

We moeten uit de verdediging. Wat ons betreft moet ons activisme niet zozeer op beïnvloeding van de parlementaire besluitvorming gericht zijn als wel op een aanval op het systeem als zodanig. Alleen door dit systeem, dat steunt op de drieëenheid van kapitalisme, nationalisme en patriarchaat, te bevechten, is er enige hoop op werkelijke verandering mogelijk. Het is van het grootste belang dat we dat altijd voor ogen houden, ook al kiezen we er soms om praktische redenen voor om te strijden voor veranderingen binnen het systeem.

Anarchistische Anti-deportatie Groep Utrecht (AAGU)