Het duistere verleden van de commando’s in Indië

Vandaag wordt het gehele Korps Commandotroepen gedecoreerd met de Militaire Willemsorde, de hoogste militaire dapperheidsonderscheiding. Het Korps ontvangt die onderscheiding voor betoonde moed in Afghanistan. Ze wordt uitgereikt door Koning Willem-Alexander (…) Het Korps Commandotroepen neemt op zijn website nergens afstand van zijn duistere verleden. Sterker nog: het Korps meldt ’trots” te zijn op zijn “geschiedenis, tradities en daden”. Niet alleen het bloedbad van Rengat blijft onvermeld, maar ook de moord op duizenden Indonesiërs op Zuid-Celebes in 1946-1947 onder aanvoering van de beruchte kapitein Raymond Westerling is weggelaten. Voor alle duidelijkheid: het optreden op Zuid-Celebes is inmiddels als een misdrijf door de Nederlandse rechtbank erkend en berecht. Het niet eerst benoemen en bespreken van zo’n beladen verleden door het korps en door de autoriteiten, strookt slecht met de waarden van waar een hoge militaire onderscheiding voor staat. Sociologen Hendrix en Van Doorn maakten al in 1970 duidelijk dat buitensporig geweld van de speciale troepen structureel was en dat er op de vele klachten over hun gewelddadige optreden geen actie werd ondernomen. Militair historicus Jaap de Moor publiceerde in 1999 Westerlings Oorlog, waarin hij een zelfde beeld naar voren bracht van een korps dat een spoor van dood en vernieling door de Indonesische archipel trok. “Standrechtelijke executie en liquidatie van gevangenen” behoorden “tot het standaardoptreden” van het Korps Speciale Troepen schrijft De Moor. Maar behalve de slachtingen op Zuid-Celebes, zijn de precieze activiteiten van dit korps en de implicaties daarvan voor Indonesiërs, nooit goed doorgelicht. De term “oorlogsmisdaden” of “misdaden tegen de menselijkheid” durfden de historici niet aan het optreden te verbinden.

Anne-Lot Hoek in Het duistere verleden van de commando’s in Indië (Javapost)