‘Dwangarbeid light’ met de Leidse SP en PvdA?

De glazen gevels van biotech bedrijven wassen.
De dwangarbeid voor Leidse werklozen ligt al een tijdje onder vuur. Doorbraak voert er actie tegen, en ook de lokale SP en PvdA leveren kritiek. Morgen bespreekt de raadscommissie Werk en Financiën een discussienota van de beide partijen over het reïntegratiebeleid. Daar staat een aantal positieve voorstellen in, helaas nogal vrijblijvend geformuleerd. De beide sociaal-democratische partijen lijken overigens geen definitief afscheid te willen nemen van de dwangarbeid.

De PvdA en de SP willen via hun op 3 september verschenen nota “voorstellen doen om het gemeentelijk beleid voor reïntegratie te verbeteren” en formuleren daartoe een aantal uitgangspunten. Sommigen daarvan klinken in eerste instantie best positief, zoals: “De tijd en energie van de gemeente moet geïnvesteerd worden in de cliënten met de meeste motivatie.” Maar dan is wel de vraag: wie bepaalt welke werklozen gemotiveerd zijn? En wat gebeurt er met degenen die als onvoldoende gemotiveerd worden bestempeld? Krijgen die straks nog wel een uitkering? Daarbij is motivatie natuurlijk geen vastliggende karaktereigenschap, maar afhankelijk van wat er aangeboden wordt. Het is over het algemeen moeilijk om enthousiast te raken over de ontelbare slecht betaalde deeltijdbaantjes waarin werklozen meer en meer gedwongen worden. En het is moeilijk om motivatie te tonen in een dwangarbeidcentrum waar werklozen continu wordt ingepeperd dat hun werkloosheid hun eigen schuld is en niet die van de crisis.

Iets vergelijkbaars geldt bij het uitgangspunt: “Als de gemeente niks zinnigs te bieden heeft, kan de gemeente niet de cliënt verplichten tot onbetaalde arbeid.” Een positief stapje in de richting van minder dwangarbeid, dat echter volledig hangt op de vraag wat “zinnig” is. Wie gaat dat bepalen? Van de directeur tot de bewakers op de werkvloer in het dwangarbeidcentrum DZB: allemaal roepen ze nu dagelijks tegen werklozen dat het werken in hun centrum “zinnig” is. Voor het overgrote deel zijn de werklozen het daar vanzelfsprekend niet mee eens.

Macht

Het grote probleem met sociaal-democratische politici is dat ze sterk top-down denken, en zich vaak moeilijk een voorstelling kunnen maken van de immense druk die de staat uitoefent op de mensen aan de onderkant, de mensen die geen kant meer op kunnen. Zo schreven de partijen onlangs dat werklozen door de gemeente worden “uitgenodigd in het participatiecentrum werkzaamheden te verrichten”. Ze leken de pure dwang die aan die “uitnodiging” ten grondslag ligt niet te kunnen waarnemen: wie er niet op ingaat, krijgt immers geen uitkering en kan onder een brug gaan liggen verhongeren.

Veel werklozen worden momenteel gedwongen om langer dan de vastgestelde zes weken gratis in het centrum te werken. Om daar paal en perk aan te stellen willen de twee partijen dat er per werkloze een “reïntegratieplan” wordt opgesteld. “Dit plan bevat een helder tijdspad én een duidelijk omschreven doel; en wordt in samenspraak met de cliënt gemaakt”, aldus de nota. Iedere werkloze weet uit eigen ervaring dat dit soort plannen hoe dan ook uiteindelijk eenzijdig door de medewerkers van Sociale Zaken zullen worden bepaald, want gebrek aan instemming levert simpelweg een korting op, of helemaal geen uitkering meer.

Misbruik

De bestuurspartijen mogen de institutionele macht, de aan hun systeem inherente machtsverhoudingen, dan nauwelijks weten te herkennen, individueel machtsmisbruik zien ze wel en daaraan willen ze – terecht – zoveel mogelijk een einde maken. “Al het reïntegratiewerk wordt gedaan in een goede werkomgeving vrij van intimidatie en dwang”, zo luidt een van hun andere uitgangspunten. Zo keren ze zich tegen misstanden in het dwangarbeidcentrum, zoals bijvoorbeeld het racisme en billenknijpen dat er volgens hun eigen onderzoek regelmatig voorkomt. Ze realiseren zich dat werklozen met huid en haar overgeleverd zijn aan de hen toegewezen Sociale Dienst-medewerkers, en dat die daar vrij eenvoudig misbruik van kunnen maken. Daarom willen de partijen “een onafhankelijk vertrouwenspersoon” instellen “voor cliënten die desondanks problemen ervaren. Er komt meer aandacht voor de afhankelijkheidsrelatie tussen de werkloze en de gemeente.” Waarbij de vraag is of de partijen met “meer aandacht” doelen op het geven van meer rechten aan de uitkeringsgerechtigde. Dat zou werkelijk vooruitgang betekenen.

Het individuele machtsmisbruik van Sociale Dienst-medewerkers helpt natuurlijk om de afschrikwekkende sfeer te creëren die meer en meer werklozen ervan moet weerhouden om überhaupt nog een uitkering aan te vragen, en is in die zin – cynisch bezien – nuttig voor de gemeente. De wethouder toonde zich onlangs al trots hoeveel werklozen hij met zijn beleid zo bang had gemaakt dat ze maar liever geen uitkering meer aanvroegen. Aan de andere kant kan de situatie in het centrum door zulke ‘misstanden’ escaleren en onbeheersbaar worden, en dat ondermijnt het disciplineringsproces waaraan de werklozen via de dwangarbeid onderworpen worden – toch een van de belangrijkste bestaansredenen van het centrum. Het is voor de beleidsmakers wat dat betreft een voortdurend aftasten hoever ze kunnen gaan. De tekenen van onvrede onder de werklozen en de activiteiten van Doorbraak worden waarschijnlijk bezien als een soort thermometer, en de sociaal-democratische dokters nemen als de temperatuur te hoog oploopt, hun historische verantwoordelijkheid om de boosheid binnen de perken te houden.

Werkatelier

Als het aan de twee partijen ligt, worden werklozen voortaan binnen twee dagen naar “Reïntegratie Leiden” doorgestuurd. “Daar wordt een assessment (hooguit 2 weken) gedaan van de capaciteiten van de werkloze.” Waar die assessment dan wat hen betreft uit zal bestaan, laten ze helaas ook weer in het midden. Misschien is het wel meer van hetzelfde: dwangarbeid. Want die wordt nu ook aan de honderden werklozen die er inmiddels aan zijn begonnen, verkocht als assessment, “om te kijken of je kan werken en arbeidsritme hebt”. Of zouden de partijen meer denken aan zoiets als “Het Werkatelier”, de jarenlange voorloper en proeftuin van het dwangarbeidcentrum. Daar werden werklozen vijf weken onderworpen aan infantiele rollenspellen en tests met onder meer “smart-doelen”, “kernkwadranten”, “valkuilen” en “baanberen” van “PCN advies en opleiding”, om vervolgens nog eens drie weken dwangarbeid te verrichten in de hoop uiteindelijk in aanmerking te komen voor een uitkering. Over de vernederingen en dwangarbeid die in dat werkatelier plaatsvonden hebben de twee partijen zich overigens nooit beklaagd.

Dat dwangarbeid ook in de plannen van de twee partijen blijft bestaan, minimaal voor een beperkt aantal werklozen, blijkt uit dit uitgangspunt: “De Startwerklocatie (simpel productiewerk) wordt alleen ingezet voor mensen waarvoor na de assessment blijkt dat zij wat meer discipline en arbeidsritme kunnen gebruiken.” Dwangarbeid komt hierbij meer naar voren als strafmaatregel voor werklozen die zich onvoldoende gedisciplineerd tonen, voor wie onvoldoende ja en amen zegt of wil zeggen. Zo blijkt ook voor deze kritische partijen “reïntegratie” uiteindelijk in essentie dwang, toegepast door Sociale Dienst-medewerkers die werklozen bekijken, beoordelen en een richting op duwen. Voor de oogappels van die beoordelaars ziet het er daarentegen in de toekomst beter uit, als het aan de twee partijen ligt. Die kunnen een opstapbaan of participatiebaan krijgen “onder reguliere arbeidsvoorwaarden voor minimaal het minimumloon”. Iets waar iedereen recht op heeft, wat Doorbraak betreft.

Cluster

“De gemeente gaat in het Participatiecentrum scholingen, trainingen, ontmoetingen met medewerklozen en werkgevers etc. organiseren. Specifieke trajecten met een hoge kans op succes (zoals De Stal, de beveiliging, andere leerwerktrajecten, het Oriëntatiejaar) krijgen de prioriteit, ook financieel”, schrijven de twee partijen verder in hun nota. “De Stal”? Dat is het voormalige onderkomen van de in de jaren 90 zeer bekende genetisch gemanipuleerde stier Herman. Als het om het reïntegratiebeleid gaat, dan komt de SP steevast op de proppen met De Stal als succesverhaal.

De Stal ligt midden in het Bioscience Park. Na het vertrek van veel van de Leidse industrie in de jaren 60 en 70, zette het gemeentebestuur begin jaren 80 volop in op de ontwikkeling van een Bioscience Park, een economische cluster die groei en werkgelegenheid in de regio moest creëren. Hoogtechnologische bedrijven worden sindsdien naar Leiden gelokt met financiële voordeeltjes, en door te schermen met de aanwezigheid van een universiteit, een academisch ziekenhuis en een goedkoop inzetbaar arbeidsreserveleger. Ook GroenLinks, dat vanaf begin jaren 90 in het stadsbestuur zat, toonde zich altijd een groot voorstander van het park, ondanks de enorme kritiek op genetische manipulatie vanwege onder meer het milieu en de ellende die het veroorzaakt in de arm gemaakte landen. Het park zou volgens het gemeentebestuur immers werkgelegenheid opleveren in sectoren als de horeca, beveiliging en schoonmaak. Kortom: de onderklasse mocht de commerciële wetenschappers bedienen, en hun bedrijven schoonmaken en beveiligen. Inmiddels heeft de SP met het pluche ook de inzet van GroenLinks overgenomen door werklozen enthousiast te verwijzen naar precies die sectoren waar ze de biotechnologen en hun bedrijven van dienst kunnen zijn.

Bestuurlijk links

De sociaal-democratie heeft het ook niet makkelijk. Nooit eens kunnen zeggen: en nu is het genoeg! Nooit eens principieel stelling kunnen nemen en gewoon zeggen: geen dwangarbeid in onze stad! Altijd willen meebesturen, altijd willen bijdragen aan de versterking van de BV Leiden in de kapitalistische strijd van allen tegen allen. Nooit eens simpelweg de kant kiezen van de mensen aan de onderkant, maar hen altijd ‘voor het eigen bestwil’ tot iets dwingen. Vroeger spraken sociaal-democraten van “verheffing van het volk” en “beschaving brengen”, tegenwoordig van “reïntegratieplan maken” en “leertrajecten”, maar altijd komt het neer op bevoogding en disciplinering van de arbeidersklasse. Steevast nemen sociaal-democraten de rol op zich van personeelschef van de BV Leiden, of landelijk de BV Nederland.

Een kleine twintig jaar geleden speelde er een vergelijkbare discussie met GroenLinks, dat zich toen dus in dezelfde positie bevond als de SP nu. “Natuurlijk is er arbeidsdwang”, schreef een actief partijlid toen, “daar is de GroenLinks-wethouder verantwoordelijk voor en dat is de prijs die betaald wordt voor B&W deelname.” Hij suggereerde zo dat GroenLinks die prijs betaalde, maar dat was natuurlijk onzin. “Wij, de werklozen, betalen die prijs, en niet de bestuurders van GroenLinks”, reageerde De Invalshoek daarop, een Leidse actiegroep met veel werklozen in de gelederen. “Wij vragen ons af: hoe kan je voor druk op mensen pleiten als je weet dat je zelf niet voldoende macht hebt om die druk te beperken en als je weet dat rechts je argumenten deelt? Maar voor een partij waarin iedereen aan de top vast en zeker een goede baan heeft, en niet gedwongen zal worden klotebaantjes te accepteren, is hier vast en zeker geen sprake van een probleem… Wat ons betreft betalen de rijken en de bestuurders de prijs. Vanuit onze positie zien we arbeidsdwang liever uitgeoefend op de elite. Pleit daar liever voor en werk eraan om hen gedwongen een flink deel van hun tijd gehandicapten te laten verzorgen, auto’s van anderen in garages te parkeren, te kopiëren, post te sorteren, plees schoon te maken, bollen te pellen, enzovoorts.”

Eric Krebbers