Extreem-rechtse Turkse Federatie Nederland verheerlijkt antisemiet Hüseyin Nihal Atsız

Logo van HTF met motto "Voor toekomstige generaties"
Logo van HTF met motto “Voor toekomstige generaties”.

Al decennia wordt er overtuigend bewijs geleverd voor het gegeven dat de koepelorganisatie Turkse Federatie Nederland (TFN of in het Turks: HTF) en de hierbij aangesloten lokale verenigingen en stichtingen een bolwerk vormen van de extreem-rechtse Grijze Wolven. En dat de HTF bovendien is gelieerd aan de Turkse Partij van de Nationalistische Beweging (MHP) en achter de schermen andere doelstellingen nastreeft dan die zij presenteert richting Nederlandse bestuurders en beleidsmakers. Toch blijven de federatie en aangesloten organisaties welkom bij burgemeesters, ontvangen zij gemeentelijke subsidies en is de HTF formeel zelfs gesprekspartner van de rijksoverheid. Nog een poging om aan de hand van de antisemitische denkbeelden* van Hüseyin Nihal Atsız, een door de HTF verheerlijkte Turks-nationalistische ideoloog, de duistere ideologie van de HTF bloot te leggen en gemeenten en de rijksoverheid erop te wijzen met wie zij echt van doen hebben.

De in Istanbul geboren Hüseyin Nihal Atsız (1905-1975) studeerde af als literatuurwetenschapper, nadat hij eerder van de militaire academie was verwijderd omdat hij weigerde te salueren voor een officier van Arabische afkomst. Na zijn studie vond hij een betrekking als leraar literatuur in het voortgezet onderwijs. Maar daar maakte hij geen faam mee. Veel bekender werd hij door zijn enorme reeks politieke artikelen, romans en gedichten waarmee hij probeerde zijn radicaal-nationalistische, racistische en pan-Turkistische denkbeelden te verspreiden. Atsız sympathiseerde in de jaren dertig en veertig openlijk met het nazisme en het Italiaanse fascisme. In 1944 werd hij daarvoor gearresteerd door de kemalistische staat, die met zijn veroordeling een wit voetje probeerde te halen bij de oprukkende geallieerden. Uiteindelijk werd Atsız tot een gevangenisstraf van ruim zes jaar veroordeeld, waarvan hij er maar anderhalf jaar hoefde uit te zitten.

Atsız in zijn jonge jaren. Hij dacht niet alleen als Hitler, maar wilde kennelijk ook dolgraag op zijn voorbeeld lijken.
Atsız in zijn jonge jaren. Hij dacht niet alleen als Hitler, maar wilde kennelijk ook dolgraag op zijn voorbeeld lijken.

Onvervalste antisemiet

Wat minder bekend is, is dat Atsız een onvervalste antisemiet was. Hij zag Joden als een van de drie “vijanden van de Turkse natie”. De tweede categorie vijanden werd gevormd door communisten. Atsız genoot ervan dat die in nazi-Duitsland werden “verpletterd door de stalen vuist van de nationalisten”. De derde vijandige categorie bestond in de ogen van Atsız uit “hielenlikkers”, mensen zonder principes die met elke wind mee waaiden.

In het door Atsız zelf uitgegeven nationalistische tijdschrift “Orhun” ging hij met name in de jaren dertig als een razende tekeer tegen Joden. Hij beweerde dat niemand van Joden hield, behalve “de Jood” zelf en andere onbetrouwbare lieden. In Turkije, stelde Atsız, bestonden er twee soorten Joden. Diegenen die openlijk hun godsdienst beleden en de Joden die ogenschijnlijk tot de islam waren bekeerd, maar herkenbaar bleven door hun “uiterlijke kenmerken”.

Joden vormden in de ogen van Atsız een “laag” en “goor” volk dat de Turkse natie had bespioneerd tijdens de verloren Eerste Wereldoorlog. Zij zouden nooit “echte Turken” kunnen en mogen worden: “Zoals klei in een oven nooit in ijzer zal veranderen, kan een Jood nooit een Turk worden, hoezeer hij ook zijn best doet.” Ook speelde Atsız met klassieke antisemitische beelden over Joden en geld. Geld zou de God van de Jood zijn: “Hij is een eerloze woekeraar die, om een paar centen in zijn zak te kunnen steken, zonder aarzeling de vlag waaronder hij leeft verraadt. Maar hij verbergt zijn vijandigheid achter een glimlach en nederig gedrag. De Jood is als vloeistof. Hij vormt zich naar de bak waarin hij is gegoten.”

Atsız roemde nazi-Duitsland in de jaren dertig niet alleen vanwege de staatsterreur tegen communisten, maar ook vanwege het staatsoptreden tegen Joden: “Het eerste land dat het Joodse vraagstuk heeft opgelost is Duitsland. Andere naties zullen daar lessen uit trekken.” Atsız liet het niet bij deze grove, racistische en dehumaniserende beledigingen, maar uitte ook bedreigingen aan het adres van Joden. Zij moesten “hun grenzen kennen”, anders zou de Turkse natie nog heftiger tegen hen optreden dan de Duitsers. In dit kader was ook een van de uitspraken van Atsız: “De beste behandelmethode om het Turkse lichaam te ontdoen van bacteriën is een bloedbad.”

Het bleef niet alleen bij schrijftelijke bedreigingen. Atsız had met zijn antisemitische publicaties ten tijde van zijn leraarschap aan het jongenslyceum in Edirne het antisemitisme in en rond deze stad aan de grens met Bulgarije succesvol weten te verspreiden onder een behoorlijk deel van de bevolking. Deze haat culmineerde op 21 juni 1934 in een anti-Joodse pogrom die twee weken aanhield in de steden Edirne, Çanakkale, Tekirdağ en Kırklareli en omringende dorpen. Joden werden daarbij mishandeld, hun woningen en winkels geplunderd en Joodse vrouwen verkracht. Er viel één dode: een militair die tevergeefs probeerde een groep Joden te beschermen. 15.000 Joden verlieten daarop deze gebieden en trokken voornamelijk naar Istanbul.

Affiche van de Tielse HTF-afdeling, de Turkse Culturele Vereniging Tiel, voor een bijeenkomst op 11 februari over “het leven en de werken” van Atsız (links) en Gökalp.
Affiche van de Tielse HTF-afdeling, de Turkse Culturele Vereniging Tiel, voor een bijeenkomst op 11 februari over “het leven en de werken” van Atsız (links) en Gökalp.

Verheerlijking

Atsız is met zijn gitzwarte verleden niet bepaald een figuur om trots op te zijn. De Grijze Wolven in Nederland denken daar anders over. De HTF en aangesloten lokale organisaties verheerlijken Atsız tot op de dag van vandaag. Zo organiseerde Versaar, een HTF-lidorganisatie in Rotterdam, in december 2013 een herdenkingsbijeenkomst voor de antisemitische ultra-nationalist. Tijdens deze herdenking roemde een woordvoerder van de jongerentak van Versaar Atsız, die een “belangrijke overtuiging” zou hebben nagelaten aan de Turkse jeugd. HTF-voorzitter Murat Gedik deed hier een schepje bovenop door Atsız te prijzen om zijn onbaatzuchtigheid en te benadrukken dat de “fakkel” die Atsız heeft aangestoken “nog steeds hartstochtelijk” brandt.

Recent nog, in oktober 2017, betoogde Murat Gedik in een artikel gewijd aan Atsız in het tijdschrift “Yeni Düşünce” dat deze “patriot” na Ziya Gökalp (1876-1924) – een gematigdere Turkse nationalist – de belangrijkste ideoloog is van het Turkse nationalisme. Eén die “zelfvertrouwen” zou hebben geschonken aan nationalisten.

Een derde voorbeeld van de ophemeling van Atsiz is een bijeenkomst die de Tielse HTF-afdeling, de Turkse Culturele Vereniging Tiel, onlangs op 11 februari organiseerde over “het leven en de werken” van Atsız en Gökalp.

Screenshot van 4 januari. HTF heeft ons inmiddels geblocked op Twitter.
Screenshot van 4 januari. HTF heeft ons inmiddels geblocked op Twitter.

Hoeveel bewijs nog?

We weten dat de HTF haar uiterste best doet om een gematigd, salonfähig imago te creëren. Zo leggen federatiebestuurders al een tijd formele bezoeken af aan Nederlandse burgemeesters en worden ze daarbij met open armen en vrolijke gezichten ontvangen. De HTF startte haar charmetour in 2014 met wijlen Eberhard van der Laan (Amsterdam, PvdA). In maart 2016 was de beurt aan Ahmed Aboutaleb (Rotterdam, PvdA), gevolgd door Onno van Veldhuizen** (Enschede, D66) in november 2016, Achmed Marcouch (Arnhem, PvdA) in december 2017 en Wouter Kolff (Dordrecht, VVD) in februari van dit jaar. Deze burgemeesters werkten zo mee aan de branding-strategie en de legitimering en normalisering van de HTF en haar ideologie. De landelijke overheid is overigens ook niet brandschoon. Zo is de HTF lid van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), een samenwerkingsverband van islamitische organisaties, dat door de regering formeel is erkend als gesprekspartner.

De Dordse VVD-burgemeester Wouter Kolff poseert samen met een zestal Grijze Wolven, nadat ze gezellig samen thee gedronken hebben. Turks extreem-rechts doet er alles aan om salonfähig te worden.
De Dordse VVD-burgemeester Wouter Kolff poseert samen met een zestal Grijze Wolven, nadat ze gezellig samen thee gedronken hebben. Turks extreem-rechts doet er alles aan om salonfähig te worden.

Deze overheidsbestuurders moeten weten dat zij aan tafel zitten met een extreem-rechtse organisatie die niet vies is van het verheerlijken van een antisemiet. Dat is op zichzelf al een reden om de banden met de HTF door te snijden. En er zijn nog veel meer redenen. Deze zijn onder meer al in 1997 benoemd door wijlen Mehmet Ülger en Stella Braam in hun boek “Grijze wolven. Een zoektocht naar Turks extreem-rechts”. Burgemeesters, ministers en beleidsmakers: hoeveel signalen en bewijs hebben jullie nog nodig? “Wij wisten het niet” is al heel lang geen geldig antwoord meer.

Mehmet Kırmacı

Noten
* Deze denkbeelden heeft Atsız voornamelijk beschreven in twee artikelen uit 1934: “De communist, de Jood en de hielenlikker” en “De nobele (!) kinderen van Mozes moeten weten dat…”.
** Onno van Veldhuizen bracht anders dan de overige vier burgemeesters zelf een bezoek aan een lokale vereniging in Enschede die is verbonden aan de HTF.