De Peueraar 5, januari 1991

Auteur: Eric Krebbers


Hulpverlening is niet bevrijdend

Het onderstaand stuk is een reactie op de bijdrage van het Anti-Discriminatiebureau in Nieuwsbrief 4. Het Bureau formuleert in hun bijdrage een strategie "op ideologisch niveau" voor de lange termijn. Dat is iets wat mijns inziens veel te weinig gebeurt, en ik vind deze expliciete politieke plaatsbepaling dan ook erg de moeite waard om op te reageren, en enige kanttekeningen bij te plaatsen.

Het bureau redeneert ongeveer als volgt. Na de fase van bewustwording van het racisme in Nederland en de symptoombestrijding in de vorm van individuele belangenbehartiging zal er gewerkt moeten worden aan de organisatie van de slachtoffers van deze discriminatie. Slechts door organisatie en machtsvorming zal een minderheid een politieke elite kunnen dwingen tot consessies. Het bureau trekt een parallel met de emancipatie van socialisten en katholieken in het begin van deze eeuw. Dat waren ook minderheden, die nu echter delen in de macht. Op deze manier kunnen migranten ook gaan delen in de macht. Dit is in het kort de visie van het bureau.

De organisatie van verdrukten, en machtsvorming om een vuist te kunnen maken tegen de heersende politieke elite lijkt me een prima strategie. Het is duidelijk dat een stelletje individuen niets kan bereiken. Samenwerking en organisatie is in het leven en dus de politiek onontbeerlijk. De vraag is natuurlijk op welke wijze je jezelf organiseert. En met welke middelen, en wat is precies het doel?

Geld

Het bureau hoopt, meen ik, op niet al te lange termijn gesubsidieerd te gaan worden door de gemeente of een andere overheid. Hier doet zich een paradox voor. Een organisatie die macht van de overheid wil gaan afsnoepen gaat betaald worden door diezelfde overheid. Het lijkt me echter voor de hand liggend dat elke geldschieter, en zeker onze overheid, bepaalde eisen zal stellen. Zo is het bijvoorbeeld bekend dat de overheid voornamelijk geld geeft aan organisaties die individuele belangen behartigen. Denk aan de gezondheidszorg. Met het geld worden dan individuen geholpen zich aan te passen aan de samenleving. De samenleving, met overheid en andere elites, wordt niet ter discussie gesteld.

Het bureau zal ongetwijfeld betaald gaan worden. Individuele belangenbehartiging en symptoombestrijding blijven belangrijk om de maatschappij soepel te laten draaien. De grote vraag is echter of op het moment dat deze fase zoals het bureau het stelt voorbij is, en het organiseren en de machtsvorming aan de orde is, of de overheid daar dan aan mee wil betalen. Het is vanuit de overheid gezien logisch dat ze dat niet doet. Je komt dan ook zelden een actiegroep of belangengroep tegen die de macht van de overheid ter discussie stelt en die ook nog eens door diezelfde overheid betaald wordt. Ik heb dan ook mijn twijfels of die fase van organisatie en machtsvorming ooit zal kunnen aanbreken.

Inkapseling

Daarnaast kan de overheid er voor kiezen om de gegroeide zelf-organisaties van migranten te gaan gebruiken tegen migranten. Dan wordt het voor de overheid juist heel nuttig deze organisaties te gaan sponsoren, bijvoorbeeld door migrantenwerkers betaald te gaan laten werken in deze organisaties. Er ontstaat dan vanzelf een hiërarchische organisatie want betaalde krachten moeten verantwoording afleggen. Het werk wordt dan beperkt tot welzijnswerk, dat wil zeggen individuele belangenbehartiging in plaats van machtsvorming. Op deze manier maakt de overheid dit soort organisaties onschadelijk.

Geschiedenis

De geschiedenis van de door het bureau genoemde minderheidsgroep "de socialisten" rond het begin van deze eeuw laat dit proces heel mooi zien. Toen de socialistische arbeidersbeweging sterk in opkomst was stelde hoogleraar Hofstede de Groot (al in 1848!) "teneinde den oorlog die dreigt uit te barsten van de armen tegen de rijken te verhoeden" voor een soort welzijnswerk op te richten. Hij ziet de oplossing in de "menslievende verenigingen", die "beogen hoe langer zoo meer door persoonlijke werkzaamheid harer leden op de personen der hulpbehoevenden (de arbeiders, red.) invloed uit te oefenen". Andragogie (welzijnswerk) nu wordt nog steeds gedefinieerd als "een niet-wederkerige beïnvloeding van één of meer personen door één of meer personen."

De socialistische beweging was sterk gekant tegen deze "menslievende verenigingen", dit welzijnswerk. Het geld en de hulp van de elite, te weten de overheid of rijke particulieren, wilde men niet. "De rijksdaalders van de heer Jansen kunnen zegevierende het hoofd bieden aan de centen der arbeiders, maar deze moeten niet vergeten dat niet hetgeen vóór maar wat dóór hen gedaan wordt, het meest moet worden op prijs gesteld". (Recht voor allen, 1892)

Maar mede doordat welzijnswerk steeds maar weer als hulp gepresenteerd werd ging de arbeidersbeweging overstag, onder leiding van de sociaal-democraten. Zelforganisaties van arbeiders werden deels betaald en daarmee ingekapseld door de overheid. Denk daarbij aan de ziekenfondsen en woningbouwverenigingen.

Delen in de macht

Bepaalde groepen socialisten, met name de intellectuelen die vaak toch al afkomstig waren uit de hogere kringen, gingen daadwerkelijk delen in de macht. Ze moesten dan wel de vooronderstellingen die bij die posities horen accepteren. De idealen van gelijkwaardigheid werden afgezworen. De beweging werd in feite gesplitst. Het deel dat ging meedoen in het machtscircus ging het deel dat even onmachtig bleef 'vertegenwoordigen', en wat wellicht nog erger was: helpen. De sociaal-democraten werkten enthousiast mee aan het opzetten van de welvaartsstaat die er voor moest zorgen dat hun achterban tevreden en vooral rustig bleef. Maar of dat emancipatie is?

De overheid heeft in het verleden dus gereageerd op het vormen van macht door de socialisten door:

(1) het aanbieden van hulp, waardoor de socialisten meer als individuen aangesproken werden en de fundamentele problemen weggemoffeld werden. Het waren de hulpverleners (welzijnswerkers) die de arbeiders overtuigden dat hun leven niet te verbeteren was door de klassenstrijd maar door hulp, aangeboden door de elite.

(2) Door het geven van een klein beetje nacht aan de top van de socialistische beweging. Via deze top kon de overheid de rest van de beweging in bedwang houden. De beweging werd verdeeld en beheerst. Op deze manier is de linkse politiek geworden tot wat zij nu is: een kleine elite- die borrelt met het bedrijfsleven terwijl de situatie van de achterban, kwa macht, niet veranderd is.

Een nieuwe poging

Ik vraag me dus af hoe een hernieuwde poging tot emancipatie, dit maal van de migranten (nieuwe arbeidersklasse?), gedaan moet worden wil die enigzins kans van slagen hebben, en niet uitlopen op inkapseling. Drie voorwaarden zijn:

(1) Het is van belang dat een eventuele beweging van migranten niet hiërarchisch georganiseerd wordt. Zou de overheid niet dankbaar gebruik maken van een eventuele centrale rol van een anti-discriminatiebureau? Niet-hiërarchisch zijn moet dus de kern zijn van de ideologie van een onafhankelijk bureau.

(2) Daarnaast dient elke 'hulp' en zeker het welzijnswerk van de overheid afgewezen te worden. Het leidt immers af van de fundamentele oorzaken (namelijk de machtsongelijkheid) van de problemen en het zorgt ervoor dat de migranten hun problemen als individueel gaan zien. Migrantenwerkers doorbreken de onderlinge solidariteit, en hen moet dus de deur gewezen worden. Want "socialisatie van het bewustzijn, maar dan op een manier die de maatschappelijke orde het beste uitkomt, en kwalificatie voor de 'veranderingen'(bijv. verlaging van de uitkeringen, red.), zijn de twee vaak nauwelijks verzwegen doeleinden van het welzijnswerk", zoals de ook door het bureau aangehaalde Reckman zegt. Reckman stelt wel dat een welzijnswerker door zich bewust te zijn van haar maatschappelijke rol van sociale politie de belangen van de minderheden wel degelijk kan verdedigen.

Achterhuis vergelijkt zo iemand echter met "een arts die openlijk erkent dat hij als functionaris ten behoeve van de ziekmaking van de bevolking aangesteld en betaald wordt, maar dat hij soms tegen zijn opdracht in er in slaagt een klein beetje aan gezondheidsverbetering te doen."

(3) Tenslotte moet het voor ogen staan niet alleen de eigen groep te emanciperen, maar alle groepen, waardoor het niet mogelijk is voor de overheid groepen tegen elkaar uit te spelen. En daarmee moet het ook uitgesloten zijn dat één groep een deel van de macht krijgt om vervolgens samen met de elite de rest van de maatschappij te beheersen.

Conclusie

Het blijft belangrijk de geschiedenis te kennen om op zijn minst te proberen de fouten uit het verleden niet opnieuw te maken. Het blijft daarom heel goed om telkens expliciet de doelstellingen en ideeën die aan onze strijd ten grondslag liggen te formuleren. Daarin is het Anti-Discriminatiebureau volgens mij goed geslaagd, hetgeen tot kan leiden tot een groter inzicht in de voors en tegens van bepaalde keuzes.

Alle citaten zijn uit "Hans Achterhuis, De markt van welzijn en geluk", en waar aangegeven uit "Piet Reckman, Sociale actie".

Terug