De Peueraar 7, maart 1991

Auteur: Ellen de Waard


Internationale vrouwendag

Op 8 maart wordt over de hele wereld de internationale vrouwendag georganiseerd. Een dag om de wereld te laten zien waar de vrouwenstrijd voor staat. Een dag ook om terug te kijken op de dingen die bereikt zijn en solidariteit te delen.

Op 8 maart 1908 gingen in New York vrouwen uit de kleding- en textielindustrie in staking om te strijden voor een 8-urige werkdag, betere arbeidsomstandigheden en kiesrecht voor vrouwen. De beroemde anarchiste Emma Goldman geeft in haar autobiografie "Mijn leven" een goed beeld van de omstandigheden waarin de arbeidersklasse toen leefde. Emma Goldman kon het weten. Ze was immers niet alleen politiek activiste, maar ook naaister van beroep.

in 1909 werd er in Amerika voor het eerst een vrouwendag georganiseerd ter herinnering aan de opstand van het jaar ervoor. In 1910 werd er in Kopenhagen een internationale socialistische vrouwenconferentie gehouden met als belangrijkste thema's het vrouwenkiesrecht en de slechte arbeidsomstandigheden van werkneemsters. Tijdens deze conferentie werd ook besloten om 8 maart tot internationale vrouwendag uit te roepen.

In Nederland werd 8 maart voor het eerst in 1912 gevierd. Aangezien in Nederland het verkrijgen van kiesrecht voor vrouwen het belangrijkste strijdpunt was, bloedde de vrouwenstrijd na het verkrijgen van het actief (1917) en passief kiesrecht (1919) voor vrouwen langzaam dood.

In de zestiger jaren realiseerden vrouwen zich dat het hebben van kiesrecht niet veel uitmaakte voor de dagelijkse ervaringen van de meeste vrouwen. De zogenaamde tweede feministische golf kwam dan ook met nieuwe strijdpunten: herverdeling en herwaardering van betaald en onbetaald werk; het doorbreken van heteroseksualiteit als norm; gelijke rechten en kansen voor vrouwen; zelfbeschikkingsrecht; het opbouwen van een tegenmacht, enzovoorts.

De internationale vrouwendag werd weer met enthousiasme gevierd na jarenlang wat in het slop geraakt te zijn. Ieder jaar werd op 8 maart een van de strijdpunten van de vrouwenbeweging gebruikt voor discussies, lezingen, theater en publiciteit. Enkele thema's van 8 maart waren vrouwen en gezondheid en vrouwen en economische zelfstandigheid.

Wat gebeurt er nu?

Het lijkt er meer en meer op dat aan de tweede feministische golf een definitief einde is gekomen. Werden er de afgelopen jaren in Leiden in het Vrouwenhuis, het Volkshuis en buurthuis 't Spoortje nog pogingen gedaan om vrouwendag een inhoudelijk karakter te geven, de tendens lijkt nu om alleen nog maar een feestje te houden en het verder daarbij te laten. De paar activiteiten die georganiseerd worden hebben weinig strijdbaars meer in zich.

Moeten we hieruit concluderen dat de strijd wel gestreden is? En dat het feminisme haar doelen heeft bereikt? Of zijn we moe van het keer op keer misstanden aan de kaak stellen? Misschien hebben we het wel prima naar onze zin in ons eigen (vrouwen)subcultuurtje! Maar hebben we ons daarmee dan niet monddood laten maken? Initiatieven vanuit de vrouwenbeweging worden getolereerd, zelfs gestimuleerd, maar is daarmee werkelijk iets veranderd aan de machtsstructuren die het feminisme zo fel bevocht?

Oppervlakkig gezien lijkt het alsof het feminisme heel wat bereikt heeft. Van overheidswege wordt positieve discriminatie gestimuleerd; er wordt getracht steeds meer kinderopvangvoorzieningen te realiseren zodat vrouwen betaalde arbeid kunnen gaan verrichten; vrouwen en mannen krijgen gelijke rechten en plichten (onder andere de Wet gelijke behandeling); er worden subsidies gegeven voor meiden- en vrouwenprojecten; seksueel geweld is volop in de aandacht en min of meer bespreekbaar (incest, verkrachting, vrouwenmishandeling), enzovoorts. Prachtig toch, zou je denken! Zonder de tweede feministische golf was dit alles ondenkbaar geweest.

De keerzijde

Inderdaad ondenkbaar, maar dit was ook ondenkbaar geweest als de economie niet kon profiteren van het feminisme. Vrouwen zijn nodig op de arbeidsmarkt. Naarmate er meer aanbod van arbeidskrachten is, hoe lager de lonen. De vrouw die betaald werk heeft moet nog steeds voor het huishouden en de kinderen zorgen. En als vader en moeder genoeg verdienen dan kan het kind naar het kinderdagverblijf en een werkster doet het huishouden. Het feit dat de kinderen zien dat vrouwen ook andere capaciteiten hebben naast verzorgen en moederen wordt teniet gedaan door het feit dat de werkster een vrouw is en de peuterleidster ook. De mannen blijven buiten schot: ze doen nog precies hetzelfde als 25 jaar terug. Ze werken de hele week, doen l keer in de week1 boodschappen, pakken misschien eens een keer vaker de stofzuiger en "doen iets leuks" met de kids op zondag.

Werkende vrouwen verwachten blijkbaar dat andere (armere!) vrouwen in hun plaats het huishouden en de opvoeding doen voor een laag loon. En wat doen die werkende vrouwen dan? Ofwel zitten ze nog steeds in parttime, verzorgende en dienende, baantjes zoals typiste, verkoopster en doktersassistente, ofwel maken ze carrière en doen net als de mannen. Dit laatste is natuurlijk alleen weggelegd voor blanke, middenklasse vrouwen. Werkende vrouwen delen in de macht op voorwaarde dat het spel meegespeeld wordt: baantjes jagen, hogerop komen, 38 uur of meer werken, elkaar beconcurreren en zakelijke relaties boven menselijke relaties stellen.

Waar zijn die oorspronkelijke strijdpunten van de vrouwenbeweging gebleven? Herverdeling en herwaardering van onbetaalde arbeid: de tijd nemen om met je medemens om te gaan, kinderen opvoeden en op zien groeien, het huishouden delen...

Het mannelijke arbeidsethos verwacht een full-time beschikbaarheid van de werknemer en de huishoudelijke en zorgtaken worden buiten de economische orde geplaatst. Inderdaad, de mannen blijven buiten schot: zij zijn niet (veel) veranderd en de vrouwen zijn gelijker naarmate er een groei van het arbeidsleger gewenst is en blijven dubbel belast.

En waar zijn de tijden dat Vrouwen Tegen Seksueel Geweld in Leiden de straat op gingen om leuzen tegen pornografie te kalken en enge fietspaden overzichterlijker te maken door overtollig groen te snoeien? Tuurlijk, er zijn nu allerlei organisaties opgericht die slachtoffers van seksueel geweld opvangen, maar is er daarmee iets veranderd aan de maatschappelijke structuren die dit veroorzaken?

Hoe verder?

Het is natuurlijk makkelijk om kritiek te geven zonder alternatieven voor te stellen. Alternatieven geven is niet eenvoudig en bovendien hebben veranderingen tijd nodig. Een mentaliteitsverandering laat zich niet dwingen. Binnen het feminisme zijn er altijd veel verschillende stromingen geweest met verschillende doelen. Gezien het bovenstaande kan er gesteld worden dat in ieder geval het streven naar economische zelfstandigheid voor vrouwen geen structurele veranderingen teweeg heeft gebracht. Integendeel, vrouwen mogen meedelen in de macht op voorwaarde dat de economische en machtsstructuren gehandhaafd blijven. Onbetaalde arbeid blijft daarmee ondergeschikt aan betaalde arbeid.

De radicaal feministes die een meer algehele afbraak van de machtsstructuren in de maatschappij voorstonden lijken gelijk te krijgen. In de afgelopen jaren vielen hun doeleinden veelal samen met die van andere sociale bewegingen op het gebied van milieu, wonen (kraken, woongroepen), werken en persoonlijke relaties. Deze tegencultuur is niet hiërarchisch georganiseerd en mensen kiezen bewust voor onbetaald werk en het realiseren van aparte woon- en werkvormen waarin persoonlijke ontwikkeling, collectiviteit en zelfvoorziening een belangrijke plaats innemen. Dat deze tegencultuur ook z'n problemen kent en de neiging heeft een subcultuur te blijven mag duidelijk zijn, maar er leeft iets. Er wordt geëxperimenteerd met alternatieven op allerlei gebied. Alternatieven die soms niet, maar vaak wel werken. Het wordt ze echter niet makkelijk gemaakt. Kraken wordt steeds meer onmogelijk gemaakt terwijl betaalbare woonruimte moeilijk te vinden is. Het korten op uitkeringen of verplicht worden onaangenaam en zinloos werk te aanvaarden wordt meer en meer toegepast, waarbij jongeren het eerst de dupe zijn. Het wordt dus steeds moeilijker om een alternatieve leefwijze er op na te houden.

Hopelijk zullen steeds meer mensen gaan inzien dat een compleet anders ingerichte maatschappij meer kans van slagen heeft dan onze huidige samenleving gebaseerd op economische principes. Het feminisme zou hiertoe weer een aanzet kunnen geven zoals het dat ook deed halverwege de zestiger jaren. De laatste tijd beginnen sommige feministes weer wat tegen te sputteren omdat ze het met de huidige gang van zaken niet eens zijn. Hopelijk krijgt de vrouwendag volgend jaar op 8 maart weer een wat strijdbaarder karakter.

Een slimme meid kiest voor de vrouwenstrijd

Terug