De Peueraar 8, april 1991

Auteur: Merijn


(ingezonden)

Veganisme en vrijblijvendheid, deel 2

Dit is een vervolg op het ingezonden stuk "Veganisme en vrijblijvendheid" uit Peueraar nr. 7. Ik heb het idee dat niet iedereen de precieze bedoeling, die ik met dat stuk heb, goed heeft begrepen.

Het is in de eerste plaats bedoeld als confrontatie met de werkelijkheid, als wakker schudden ten aanzien van wat het nou eigenlijk betekent als je dieren gebruikt. Hiervoor heb ik niets overdreven, niets extremer gesteld dan het (volgens mij) is. Dus als het stuk misschien wat agressief overkomt ligt dat aan de ernst van het onderwerp.

Het is zeker niet bedoeld om mensen een bepaald label op te plakken, of ze in een hoekje te drukken, zo van: drink jij melk, eet jij kaas? Fascist! Ik heb niks tegen de personen zelf, maar wel tegen hun daden.

Ik wil met het stuk het taboe over het schijnonderscheid tussen mensen en dieren doorbreken. Kippen, mensen, koeien, struisvogels en lama's, we zijn allemaal dieren. Dat mensen wellicht, over het algemeen, slimmer zijn en zich meer van hun benauwende driften en instincten bevrijd hebben, maakt ze nog niet meer waard dan andere dieren. En dat ze op basis daarvan het recht zouden hebben om andere dieren op te sluiten, uit te buiten, te martelen en te vermoorden is gewoon totaal belachelijk.

Verder is het stuk gericht tegen al het oppervlakkige en sentimentele gedoe rond dierenleed. Het gaat er niet om dat die dieren schattig en zielig zijn, het gaat erom dat fundamentele rechten op verschrikkelijk grove manier geschonden worden.

Kortom: ik wil met dit en het vorige stuk het vrijblijvende stilzwijgen rond veganisme doorbreken. Ik hoop dan ook, dat wie het er niet mee eens is dat niet voor zich houdt, maar erover wil praten of discussieren. Als je het er wel mee eens bent hoop ik dat je er consequenties uit trekt. Volgens mij is dat namelijk het grootste probleem in de houding van veel mensen tegenover veganisme.

De manier waarop meestal over veganisme wordt gepraat is in de trant van: "Het zou wel beter zijn, maar het lijkt me verschrikkelijk moeilijk om het vol te houden."

Maar volgens mij heeft het niet zoveel met "moeilijk" of "volhouden" te maken. Waar het wel mee te maken heeft, is hoe diep je de betekenis van jouw houding ten opzichte van dieren op je in laat werken. Of je jezelf de vraag stelt wat nou eigenlijk belangrijker is: het volhouden van jouw aangewende gewoonte of de dieren die daar het slachtoffer van zijn.

Je moet er wat dat betreft voor jezelf een breekpunt van maken, zo van: dit wil ik niet meer! In het begin is dat altijd min of meer geforceerd. Maar als je het eenmaal als vaststaand uitgangspunt hebt genomen waaraan niet te tornen valt wordt het al snel een vanzelfsprekendheid.

Het is een verkeerde benaderingswijze om te denken, dat je je bij het veganist worden een bepaald (eet-)regime oplegt, waardoor je bepaalde dingen niet meer kan eten. Het begint er juist mee dat je die bepaalde dingen niet meer wil eten. Vanaf het moment dat je je dat aangewend hebt ben je veganist.

Ik zelf verlang op geen enkele manier meer naar dierlijke producten. Ik heb totaal niet het gevoel dat ik iets mis. Wat smaak betreft is veganistisch eten zeker geen "afzien'"of iets dergelijks. Daarbij komt nog, dat het feit dat je veganistisch eet (bij mij althans) een grote geestelijke voldoening geeft. Het geeft een gevoel van opluchting en bevrijding van voortdurende morele druk en schuldgevoel en dergelijke.


Een reactie van Michèl

Terug