De Peueraar 9, mei 1991

Auteur: Eric Krebbers


(filmrecensie)

Een nieuwe trend: film noirs

Er is een nieuwe trend in filmland. Een trend die wellicht het beste omschreven kan worden als de moderne film noir. Het was David Lynch die hiermee begonnen is. Hij heeft inmiddels 5 films gemaakt waaronder Eraserhead, Blue Velvet en Wild at heart. Daarnaast schijnt hij een tv-serie geproduceerd te hebben: Twin peaks. Een hele rits filmmakers volgt hem na, en die regisseren films die vrijwel identiek zijn in thema. The Hot Spot van Dennis Hopper, The Grifters van Stephen Frears (die van My Beautiful Laundrette en Sammy and Rosy get laid), Reflecting Skin van Philip Ridley, Misery van Rob Reiner, en The silence of the lambs van Jonathan Demme (je weet wel van Stop making sense, met de Talking heads). En daar schijnt het niet bij te blijven...

Van horror via musical naar pornografie

Wat is het dat Lynch zo bijzonder maakt? Op het eerste gezicht lijken zijn films gewoon nieuwe versies van de kitscherige B-films uit de jaren 40 en 50. Knappe vrouw, eenzame held, misdaad, kleine saaie stadjes in Amerika. Maar dan in een videoclip-stijl. Niets bijzonders, gewoon een verwijzing naar een al oud genre.

Wel nieuw is het dat er daarnaast zoveel stijlen bijeen gepropt worden in 1 film, en dan ook nog zo snel afgewisseld. Lynch doet onder andere in horror, misdaad, porno, komedie en musicals. Het geheel wordt nogal onsamenhangend doordat deze genres elkaar zo snel opvolgen dat je niet meer weet wat je ervan moet denken. Het ene moment zie je een horror-scène, het moment erna zit je in een musical, direct weer gevolgd door pornografische elementen. Hiermee doorbreekt hij allerlei filmconventies. Ook spint hij bijvoorbeeld overbodige scene's uit en suggereert daarbij van alles. In de scène erna ontkracht hij deze suggesties weer net zo makkelijk. Kortom, het lijkt allemaal een puinhoop, betekenisloze kitsch.

Films waarvan de stijl belangrijker is dan de inhoud, met als enige doel de toeschouwer eens flink door elkaar te rammelen, met name door het tonen van allerlei heftige beelden. Want al deze ongerijmdheden eindigen steeds weer in excessief geweld.

Roodborstjes tegen de enge torren

Toch is er meer over de inhoud van deze films te zeggen. Er is telkens een heel duidelijke scheiding tussen twee werelden: een goede en een duistere. In Blue Velvet zie je dat heel duidelijk in de vorm van een nette burgermanszoon die in een schemerig wereldje van sadisme, zinloos geweld en misdaad terecht komt, hetgeen Lynch nog eens benadrukt door af en toe de camera onder de grond te laten zakken om aldaar het luguber gekrioel van mieren, torren en spinnen te laten zien dat normaal voor ons verborgen blijft. De vriendin van de jongen daarentegen droomt belachelijk sentimentele dromen van roodborstjes: de cleane wereld van beschaafd Amerika. Ook in Wild at Heart, The hot spot en de andere films vind je deze tweedeling terug. Het betreden van de enge schemerwereld door de hoofdpersonen loopt telkens goed af, en de films eindigen op een kitscherige manier die ik het best kan typeren met het "One big happy American family'-gevoel. Het goede overwint.

Sadistische kijkers?

Maar voor het zover is gebeuren er eerst een aantal belangrijke politieke dingen, met de niet-kritische kijkers, die zich door dit alles laten meeslepen. En dat zijn er heel wat, zo merkte ik in de bios, en toen ik over de films in de kranten las. Het is overigens niet verwonderlijk dat veel mensen zich laten meeslepen. De regisseur filmt vaak vanuit het perspectief van de hoofdrolspeler en de kijker kijkt dan met hen mee. Met name in de sleutel scènes is dit het geval.

Het komt er op neer dat de hoofdpersonen en de zich met hen identificerende kijker in contact komen met die sadistische schemerwereld en dan ontdekken dat ze zelf ook deels zo zijn! In Blue Velvet wordt de eerder genoemde burgermanszoon zelf in een sadistische relatie met een vrouw meegesleept. Recensent Aydemir schrijft hierover in het tijdschrift Skrien: "De kijker zal ook zeker onwillekeurig gedacht hebben, 'sla haar dan, ze wil het toch zeker zelf', en misschien zelfs een soort voldoening gevoeld hebben toen hij haar vervolgens ook daadwerkelijk sloeg."

In Wild at heart wil Lula, de vrouwelijke hoofdpersoon, op een gegeven moment zelf verkracht worden. Ze geeft, na tegengesparteld te hebben, aan het prettig te vinden door een handgebaar te maken dat ze al eerder maakte tijdens een eerdere lievere vrijscène. "En de toeschouwer die zich met haar identificeert wil het ondertussen ook: 'verkracht haar/me dan, in godsnaam'", schrijft Aydemir.

Gewelddadige wereld? Eigen schuld, dikke...

Lynch speelt hier handig in op het inderdaad al bij de kijker aanwezige machtsdenken. De scènes waar ik van gruwelde waren voor de meeste mensen in de zaal aanleiding tot veel positievere emoties. Zij zagen geweld en macht als normaal en werden net als de hoofdrolspelers door Lynch meegesleept in het genot van het geweld. Lynch probeert op deze wijze aannemelijk te maken dat sadisme, het zinloze geweld dat je overal om je heen ziet en de neiging tot verkrachting van nature in elk mens zit, in de hoofdpersonen en in de zich daarmee identificerende kijkers. Daarmee lijkt hij te willen zeggen dat er geen ontkomen aan is. Iedereen is slecht, een betere wereld is een illusie.

Natuurlijk is dit alles onzin. Het denken in machtstermen is aangeleerd, en verkrachting heeft niets met driften te maken, maar alles met een patriarchale opvoeding. Lynch leunt echter zwaar op de wereld zoals die in de kranten staat: "Bankbediende slacht gezin af." Hij rechtvaardigt die wereld.

Het gevoel van onmacht dat de Amerikaanse (en Europese) burger in de jaren 80 steeds meer overvalt en dat veroorzaakt wordt door de toenemende arrogantie van de economische en staatsmacht wordt door Lynch op het conto van de mensen zelf bijgeschreven. Dat is een heel duidelijke politieke keuze. De engerd in het achteraf plaatsje, die is het gevaar, en je bent zelf niet veel beter, is zijn boodschap.

Leve de politie

Een tweede politieke keuze die Lynch maakt is dat hij de goede kant laat overwinnen. De overwinning wordt behaald doordat de burger zich weer netjes gaat gedragen en de overheid de orde weer weet te handhaven. Dit is in feite de klassenstrijd in haar uitgekooktste vorm. De mensen worden bang gemaakt met drugs, sadisme, zinloos geweld en andere criminaliteit, waarna een sterke overheid en politiemacht nodig is om de orde te herstellen.

Ver gezocht?

Nu lijkt dit alles wat vergezocht misschien. En ik denk ook niet dat Lynch door de CIA of de FBI is opgeleid ofzo. Maar tegelijk moeten we ook niet zo naïef zijn om te denken dat het toeval is dat veel regisseurs die deze rechtse ideologie willen verfilmen er het geld voor krijgen van de film-multinationals. De film Air America, bijvoorbeeld, diende een paar keer herschreven te worden wilde hij in aanmerking komen voor sponsoring door deze bedrijven. En niet voor niets: de film was gebaseerd op een boek over de geheime oorlog die de VS in Laos voerde gedurende de Vietnam-oorlog. Daarbij kwamen naar schatting 1 miljoen mensen om het leven. Slechts als avonturenfilm zonder enige politieke lading mocht die tenslotte worden uitgebracht.

Terug