De Peueraar 11/12, juli/augustus 1991

Auteur: Eric Krebbers


Alledaags kapitalisme

Het Leidse universiteitsblad "Mare" van 13 juni maakt melding van de uitspraken van Ir. P van Drunen, een studie-adviseur in Eindhoven. Op het symposium "beheersing van de studieduur" zei hij dat hij zijn studenten vanaf de eerste dag als "managers" aanspreekt. "Zij zijn directeur, en enige aandeelhouder, maar ook de belangrijkste werknemer en tevens product van hun eenmansbedrijf. De studie-adviseur stelt de directeuren regelmatig op de hoogte van de bedrijfsresultaten van henzelf en de concurrenten", aldus De Mare. Met die laatsten worden waarschijnlijk de medestudenten bedoeld.

Een woordgebruik waar de rillingen van over je rug lopen. Zijn de sociale verbanden tussen mensen, gebaseerd op wederzijds hulpbetoon en sympathie de laatste paar eeuwen allengs vervangen door financiële, zakelijke relaties, nu is blijkbaar ook de "relatie" met jezelf aan een kapitalistische herwaardering toe. De student moet zichzelf als ding, als product gaan zien. Als iets dat op de markt te verkopen is. In feite niets nieuws onder de zon. Wel nieuw is het, lijkt me, dat dit soort dingen zo duidelijk gezegd worden.

Blijft de vraag waarom? Waartoe spreekt de enge ingenieur zijn studenten op deze manier toe? Ze op hun "bedrijfsresultaten" aanspreken is volgens de Mare nodig omdat er problemen zijn zo "als lang studeren". "De vraag waar de universiteiten voor staan is hoe de studenten van de noodzaak van snel studeren te doordringen." Daartoe moet volgens minister Ritzen een "cultuuromslag" plaatsvinden. En dat betekent blijkbaar dat we naar een kapitalistische herwaardering van studenten toe moeten. Maar waarom hebben de universiteiten dan zo'n haast? Waarom spreekt de Mare van een "massale studievertraging"?

Het gebruiken van woorden als "studievertraging" is een poging het probleem bij de studenten te leggen. Feitelijk klopt het verhaal natuurlijk voor geen meter, sinds de twee-fasenstructuur mogen studenten hooguit 6 jaar studeren. Feiten interesseren de bestuurders echter niet. Het gaat hen veeleer om macht en geld. De controle over de studenten moet behouden blijven en dat kan bereikt worden door "streng optreden tegen studenten." Ze mogen niet de tijd meer krijgen op zelfstandige wijze na te denken en worden nu dus op extreme wijze van de juistheid van het kapitalistische systeem overtuigd. Ze worden immers voortdurend als kapitalisten aangesproken.

En wat het geld betreft: de bestuurders willen dat de door de overheid in de studenten geïnvesteerde centjes zo snel mogelijk winst opleveren. Hiertoe dienen de studenten zo snel mogelijk het bedrijfsleven ingejaagd te worden. Die kunnen met de kennis die ze meebrengen winst maken. Beheersing plus geld maakt haast, is dus de eenvoudige rekensom. Oftewel, de angst voor de studenten zit er sinds de zestiger jaren goed in.

Terug