De Peueraar 13, september 1991

Auteur:


Naar een strijdbare kraakbeweging?!

Het hieronder staande artikel is een discussiestuk over kraken of "de Leidse kraakbeweging". Geïnspireerd door de beroeringen van de laatste tijd rond kraken in Leiden, de grote aandacht van de pers, het artikel "City-marketing, en het perspectief van de kraakbeweging" uit het nulnummer van Konfrontatie, en natuurlijk door onze eigen betrokkenheid, hebben we geprobeerd ons een beeld te vormen van wat er op dit moment gaande is en hebben we dit kritisch bekeken. We hopen met dit stuk vooral de discussie aan te wakkeren over waar het met de kraakbeweging naar toe zou moeten, en we geven onze eigen mening hierover.

Voordat we in de pen klommen, hebben we een aantal interviews gedaan met mensen uit de verschillende kraakpanden die Leiden rijk is en ook wat interviews, in ons aller winkelstraat de Haarlemmerstraat, waar "het" Leidse publiek zou rondlopen. Verder hebben we alles wat er de laatste tijd in de Leidse kranten over kraken is verschenen doorgelezen.

We beginnen dit artikel met een overzicht van de ons bekende kraakpanden waarbij kort wordt ingegaan op de toekomst van deze panden, vervolgens krijg je een samenvatting te lezen van het al eerder genoemde artikel "Citymarketing, en het perspectief van de kraakbeweging". In het laatste gedeelte proberen we te kijken in hoeverre dit verband houdt met Leiden. Nu eerst een overzicht van Leidse kraakpanden.

De Lammermarkt

Begin juni 1989 is dit pand door Ico Atibu BV verkocht aan het Katwijkse bouwbedrijf Van de Plas welke meteen plannen begon te maken voor luxe appartementen, parkeergarage en horeca-voorzieningen. Dat betekende dus dat het laatste complete fabriekspand met monumentale waarde tegen de vlakte zou moeten. De buurt kwam hiertegen in opstand, tot nog toe echter vergeefs. Argument van de gemeente is dat restauratie te duur zou zijn. In werkelijkheid heeft de gemeente het pand al jaren geleden beloofd aan een projectontwikkelaar. Doordat de buurt bezwaar aantekende tegen de bouwplannen, heeft men nog niet met de sloop kunnen beginnen. Na een al eerder mislukte poging, werd begin februari 1991 het pand gekraakt en biedt het woonruimte aan ongeveer 12 mensen, en sinds kort aan een kraakcafé, De Angel genaamd. De toekomst van het pand is nog onzeker omdat er nog steeds processen lopen tegen de bouwplannen.

Hoge Rijndijk

Hoewel dit pand inmiddels weer ontruimd is willen we het nog wel in dit artikel opnemen. Ook dit pand, het voormalige militaire invalidenhuis, is eigendom van Van der Plas (evenals de Lammermarkt). En evenals op de Lammermarkt heeft Van der Plas grootschalige plannen voor luxe-appartementen en nieuwbouwflats. Het pand werd in mei 1991 gekraakt maar na een belachelijk proces lag er al snel een ontruimingsbevel op grond van bouwplannen die nog niet eens waren goedgekeurd. Op 14 augustus verliet de laatste kraker na de klok geluid te hebben het pand. Ondertussen gaat het verzet van de buurt nog wel door. Zij willen de situatie behouden zoals die nu is.

Witte Singel

Dit pand is inmiddels al ruim 5 jaar gekraakt tot grote frustratie van Damiate Holding, eigenaar van het Leidsch Dagblad. In de loop der jaren heeft Damiate Holding het hele rijtje huizen in handen gekregen waarmee ze over een behoorlijke lap grond beschikken op economisch "interessant" gebied. Hun plannen zijn dan ook niet mis: kantoren, parkeergarage, en luxe appartementen. Het zal nog ongeveer een half jaar duren voordat ze dit allemaal in uitgewerkte plannen bij de gemeente hebben liggen. Vanuit de buurt zijn vrijwel geen reacties op de plannen gekomen, men wacht nog af tot de uitgewerkte plannen klaar zijn. Vanaf maart 1991 laat Damiate Holding de andere drie panden in het rijtje maar vast leeg staan. Om kraken te voorkomen hebben ze, zonder vergunning overigens, deze 3 panden van binnen volledig gesloopt.

Morsweg

Al lange tijd geleden heeft de gemeente bepaald dat het laatste gedeelte van de Morsweg bestemd moet worden voor industrie-terrein en uitbreiding van de spoorwegen. Dat betekende dat bestaande huizenrijen moesten verdwijnen. Inmiddels is de ene kant van de straat gesloopt, en de grond verkocht aan de Nederlandse Spoorwegen die begonnen zijn met de werkzaamheden voor een extra rail.

Met de grond van de andere kant van de straat heeft de gemeente echter wat meer moeite om een koper te vinden die ook nog bouwplannen wil maken naar wens van de gemeente. Desondanks begon de gemeente vast met het opkopen van de huizen, wat ze op dit moment op een huis na gelukt is. De huizen die leeg kwamen liet de gemeente voorlopig verhuren door de stichting studentenhuisvesting voor 900 gulden per huis. De overeenkomsten met de huurders werden steeds weer verlengd omdat de plannen van de gemeente niet rond kwamen.

Hoewel de plannen nog steeds niet rond zijn, werden de overeenkomsten per 1 juli 1991 door de gemeente beëindigd. De panden die hierdoor leeg kwamen te staan werden alvast dichtgetimmerd en onbewoonbaar gemaakt door een sloopbedrijf. Hiervoor was geen vergunning verleend. Drie huizen waren in oktober 1990 al gekraakt en opnieuw bewoonbaar gemaakt. De laatste maanden zijn daar nog 5 huizen bijgekomen: de acht panden bieden nu aan ruim 30 mensen woonruimte.

Haarlemmerstraat

Eind 1990 werden er twee winkelpanden aan de Haarlemmerstraat gekraakt. De eigenaar, Immo-select, die meer panden in die buurt heeft, wil de panden slopen op de monumentale voorgevel na. De panden maken onderdeel uit van een grootschalig project dat zowel het hele rijtje huizen omvat als het Vrouwenkerkplein. Ze moeten plaats maken voor het zoveelste grote warenhuis en luxe appartementen. Tot het zover is, zouden de panden leeg blijven staan. Tegen het project kwam veel verzet uit de buurt. Via bezwaarschriften en alternatieve plannen proberen ze de plannen te dwarsbomen. Inmiddels zijn twee panden dus gekraakt. De krakers hebben de eigenaar aangeboden een huurprijs te gaan betalen maar daar wilde hij niet aan, huren betekent immers rechten voor de huurders. Ook de plannen die de krakers hadden om bijvoorbeeld een eetcafé en een tweede hands zaak te beginnen in de winkelruimtes zijn door de eigenaar tegengewerkt.

Middelweg

Aan de Middelweg staat een oud weeshuis dat bij de Lutherse kerk hoort en beheerd wordt door de koster die erachter woont. Na nog enkele jaren door het Rode Kruis gebruikt te zijn kwam het pand leeg te staan en werd het afgelopen voorjaar gekraakt door ongeveer 10 mensen. Vanaf het moment dat ze in het pand trokken zijn ze gelijk gaan onderhandelen met de Lutherse kerk en de gemeente. Belangrijkste doel dat ze daarbij hebben is in het pand te blijven wonen tegen redelijke voorwaarden. Hoe dat gaat aflopen is nog onduidelijk, mede doordat het pand voor de gemeente een "bijzondere bestemming" heeft, waarmee de bestemming dus volstrekt onduidelijk is.

Citymarketing

In de grote steden van Europa is een grote ontruimingsgolf gaande als gevolg van de herstructurering van die steden, ook wel city-vorming of city-marketing genoemd. De binnensteden moeten aangepast worden aan de wensen van het bedrijfsleven, en kraakpanden vallen hierbij niet in de smaak." De oorzaken hiervan liggen in de economische crisis en de economische herstructurering die daarop volgde en sinds de jaren 70 aan de gang is. Deze herstructurering heeft een aantal gevolgen die leiden tot een zich verscherpende maatschappelijke tweedeling. De grondprijzen in de steden worden steeds hoger, evenals huur- en koop-prijzen van huizen en gebouwen.

De grote bedrijven en rijke mensen kunnen het permitteren om zich in het centrum te vestigen, waar grote groepen oorspronkelijke bewoners het geld niet meer op kunnen brengen en naar de buitenwijken moeten verhuizen.

Die tweedeling uit zich ook in de consumptiemogelijkheden van verschillende maatschappelijke groepen. Massa-artikelen tegenover peperdure luxe-artikelen, warenhuizen tegenover boetieks. De herstructurering van de economie vereist ook een verandering in de productie- en arbeidsverhoudingen. Vaste banen verdwijnen en flexibel onregelmatig werk zonder sociale zekerheden komt er voor in de plaats. Hier worden vooral de onderste klassen van de maatschappij getroffen en de inkomensverschillen nemen toe. Een ander punt is dat het multinationale bedrijfsleven de afgelopen twintig jaar haar productie in steeds grotere mate naar de Derde Wereld heeft verplaatst vanwege de goedkope arbeid daar. Dit had tot gevolg dat in het westen de werkeloosheid steeds groter werd, en de koopkracht steeds lager. De steden verliezen hierdoor inkomsten en gaan de meest vreemde toeren uithalen om het bedrijfsleven weer terug te lokken. Er wordt gewerkt aan de infrastructuur, bedrijvenparken, subsidies en lage belastingen. Op deze manier proberen ze arbeidsplaatsen te scheppen om de crisis op te vangen. Gevolg hiervan is dat de kosten van de crisis op de bevolking wordt afgewenteld. Een ander gevolg is dat er een gigantische concurrentiestrijd tussen de verschillende steden is ontstaan. De steden worden afhankelijk van het externe kapitaal en zijn op zoek naar allure en stedelijk elan. Precies wat de projectontwikkelaars ook willen. Stadsbesturen en projectontwikkelaars zijn dan ook meer en meer twee handen op een buik. Voor inspraak vanuit de bevolking is geen plaats in dit verband. De yuppie-klasse past hier wel in. De belastinggelden nemen toe en deze groep mensen neemt nieuwe luxe winkels en bedrijven met zich mee om in hun consumptie-behoeften te voorzien.

Hoe zullen de steden er in de toekomst dan uit gaan zien? In 1989 heeft de commissie Montijn, die gevraagd was plannen te maken voor de steden, een rapport uitgebracht. Het stadsbeeld van de toekomst volgens deze commissie moet worden een internationaal centrum voor zakenmensen, met hotels, luxe woningen, bedrijven bedrijven en nog eens bedrijven. Daaromheen wijken voor de middenklasse met luxe koopwoningen, en daaromheen de meer gemarginaliseerde buurten voor randgroepen: de flatgebouwen waar mensen steeds meer aan hun lot worden overgelaten en elkaar te lijf gaan door aangewakkerd racisme en seksisme. Deze plannen worden voor een deel al hier en daar uitgevoerd en ze lijken niet meer te stoppen. De verenigingen van boze buurten en de kraakbeweging verliezen steeds meer aan kracht.

De kraakbeweging

Tien jaar geleden was de kraakbeweging een massabeweging, strijdvaardig en met brede steun en solidariteit onder de bevolking. Iets dat nu bijna niet meer voor te stellen is. Voor deze verandering zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Een ervan is de toename van de repressie. Allerlei wetten en maatregelen om de kraakbeweging onder controle te krijgen werden doorgevoerd zoals de leegstandswet, aanpassingen van de Algemene Politie Verordeningen, harder optreden van de politie, speciale arrestatie-teams, hoogwerkers, scherpschutters, tanks, invoering van de voordeurdelerskorting, hogere straffen, artikel 140, et cetera. Dit maakte kraken moeilijker, en door de hetzes in de media heeft de kraakbeweging veel aan solidariteit onder de bevolking verloren.

Een andere reden is de radicalisering van de kraakbeweging en het geweld dat bij ontruimingen gebruikt werd, wat door de pers gebruikt werd om de beweging te criminaliseren, wat door de bevolking als negatief werd gezien. Een andere reden ligt meer in de beweging zelf. Gekenmerkt door spontaniteit en losse of afwezige organisatievormen is de kraakbeweging nooit in staat geweest de verkregen solidariteit lang vast te houden. Verder heeft de kraakbeweging nooit een gelijke ideologie gekend maar verschillende uitgangspunten. Enerzijds de strijd voor eigen ruimtes en een zelfbepaald leven. Anderzijds de politieke strijd tegen leegstand, woningnood, speculatie en cityvorming. Daarnaast heeft de kraakbeweging zich ook veel met andere thema's bezig gehouden die elkaar vaak in groot tempo afwisselden. Deze veelzijdigheid zorgde aan de ene kant voor een wervelende aantrekkingskracht, maar in de loop der jaren toch vooral voor veel conflicten tussen panden, individuen of groepjes waardoor een groot aantal tegenstellingen naar boven kwamen zoals theorie/praktijk, geweldloos/niet-geweldloos, man/vrouw, en persoonlijk/politiek. Dit veroorzaakte, evenals de toegenomen repressie, dat de kraakbeweging zich steeds meer in zichzelf terugtrok, dat veel mensen afhaakten, en dat kraken steeds meer een full-time job is geworden met het perspectief nooit iets anders te zijn dan een radicale minderheid. De kraakbeweging is sterk in grootte afgenomen en wat er over is trekt zich terug in eigen panden en kroegen, en sluit zich hermetisch af van de buitenwereld.

Tot zover de samenvatting van het stuk over city-marketing. In hoeverre is deze analyse overplaatsbaar naar een stadje als Leiden, met zo'n 120.000 inwoners en een kraakbeweging die zeker de afgelopen jaren weinig van zich heeft laten horen. Van een beweging kon je eigenlijk al lang niet meer spreken. Enkele kleine groepjes mensen die kraakten, that's all. Het afgelopen jaar lijkt er echter weer meer te bewegen. Een aantal grote panden werden gekraakt, het aantal mensen die kraken is behoorlijk toegenomen, en Leiden kent sinds kort weer een heuse kraakkroeg. Van enige politieke kracht lijkt echter nog geen sprake.

"Op het moment lopen er veel mensen rond in de beweging die alleen op zoek zijn naar goedkoop wonen en gezelligheid. Echte wereldverbeteraars zijn er nog maar weinig", aldus een kraker. Veel mensen zeiden ons te kraken vanwege de absurde huren die je voor een kamer of etage moet betalen. "De belangrijkste reden is dat de huren zo belachelijk hoog zijn, voor een kamertje van 3 bij 4 meter betaal je al snel 400 gulden." Vooral jongeren zijn de dupe hiervan. De hoge huren en de afbraak van de sociale voorzieningen hebben ertoe geleid dat zij het wel kunnen vergeten het ouderlijk huis te verlaten voordat er een vet inkomen wordt verdiend. Andere redenen die gegeven werden waren dat je zelf kunt bepalen met wie en hoe je woont, de grote woningnood, en als verzet tegen het woningbouwbeleid van de gemeente. "Kraken is ook een manier van leven. Met meerdere mensen in een woongroep wonen waarin je sociaal met elkaar om moet leren gaan. Bovendien is samen koken en allerlei zaken aanschaffen, goedkoper en daardoor kun je milieuvriendelijker leven."

Hoewel de meeste mensen die teloorgang van de kraakbeweging waarschijnlijk niet hebben meegemaakt, hebben ze wel met de huidige situatie te maken. De toegenomen repressie, agressie vanuit de bevolking, en de sensatiebeluste pers. Of bijvoorbeeld huiseigenaren, als de gemeente Leiden die in leegstaande panden de vloeren, trap en het dak maar vast sloopt om kraken te verhinderen. Dit is zowel op de Morsweg als op de Witte Singel gebeurd. Of bijvoorbeeld de politie die tot onrechtmatige ontruimingen overgaat, wat zowel op de Morsweg als op de Lammermarkt is gebeurd.

Maar in plaats van uit het verleden lering te trekken lijkt het er sterk op dat het kraakgebeuren zich nog verder in zijn schulp terugtrekt. Mensen kraken vrij individualistisch, organiseren zich niet, bemoeien zich niet met wijkcomité's en buurtverenigingen, sommige panden wisten niet eens van elkaars bestaan, en van enig naar buiten gericht verzet tegen bijvoorbeeld hoge huren, afbraak van sociale voorzieningen, en dergelijke lijkt geen sprake. Terwijl kantoren, luxe appartementen, een parkeergarage en een groot winkelcentrum opdoemen op de plekken van de nu gekraakte panden, lijkt de term city-marketing niet meer dan een versiersel dat ook nog bij kraken hoort. En uit de interviews die we hielden op de Haarlemmerstraat bleek nog eens dat mensen bij God niet meer weten waarom en met welke beweegredenen en doelstellingen er gekraakt wordt. Mensen weten ondertussen niet beter dan dat krakers relschoppers zijn, panden uitwonen en slopen. Een vrouw vertelde ons bijvoorbeeld dat ze het zo zonde vond dat krakers al die monumenten slopen. Toen we uitlegden dat het juist de gemeente was die dat deed, stond ze hier wel van te kijken. Anderen konden wel begrijpen dat mensen kraken vanwege de hoge huren, maar "ze maken er vaak zo'n zooitje van". Uiteraard kregen we ook nog reacties als "afschieten die handel", "laat ze maar gaan werken", en een aantal positievere geluiden. Aan informatievoorziening bleek in elk geval een hoop te schorten.

Dit artikel, dat hopelijk het een en ander zal losmaken in "de Leidse kraakbeweging", ronden we af met het laatste deel van het artikel "City-marketing".

Bij het ontwikkelen van nieuwe perspectieven voor de kraakbeweging, het opbouwen en aangaan van contacten met andere groepen, zullen de in dit artikel geschetste ontwikkelingen in de steden van de toekomst centraal moeten staan; het moet om meer gaan dan om het behoud van vrijplaatsen, hoe nuttig die ook in de toekomst zullen zijn. Niet alleen omdat het daar gaat om terreinen die diep ingrijpen in het dagelijks leven van vele mensen, maar ook omdat er nog veel open ligt.

Het moet er daarbij in de eerste plaats om gaan, dat we begrijpen dat de stad een gebied is waar de uitbuiting plaatsvindt in een eigen vorm, dat wij ons niet moeten terugtrekken in een zelf gecreëerd getto en dat we ons moeten organiseren samen met andere groepen.

De strijd tegen de ontruiming van je eigen pand moet meer zijn dan een probleem of het probleem van een scene die weer een ruimte dreigt te verliezen. Het moet tegelijkertijd een deel zijn van de strijd in de stadswijken en van d strijd tegen het kapitalistische systeem. Er moet daarbij samenwerking worden gezocht met andere groepen. Niet vanuit een eigen belang, maar vanuit een gemeenschappelijk belang.

De richting van de ontwikkelingen in de steden staat weliswaar vast en daar zal ook niet zo een-twee-drie wat aan te veranderen zijn; de preciese uitkomst zal het resultaat zijn van de gezamenlijke strijd die op die terreinen plaatsvindt.

Ondanks de luidruchtige en enthousiaste verhalen van de stadsbesturen staat niet vast of de spiegelkantoren ook gevuld zullen worden, of er geld zal binnenkomen (het zou niet de eerste keer zijn dat een stad failliet gaat). Net zo min staat vast of bewoners zich weg laten saneren, of mensen zich in ongeregeld en garantieloos werk laten wegdrukken. Het wegvallen van de verzorgingsstaat kan ook ruimte bieden voor initiatieven van onderaf. Het doel van een bevrijdende stadspolitiek zou dan ook moeten zijn dat mensen zelf deze problemen aangaan, autonoom en onder zelfbestuur. Want alleen zo kan een nieuw concept voor het leven in de stad worden ontwikkeld, een leven waarin de mens centraal staat.

De kraakbeweging heeft binnen de strijd tegen city-marketing een eigen rol. We zijn belanghebbenden in deze strijd en we hebben onze politieke ervaringen en analyses, waarmee we een stimulerende rol kunnen hebben. Die verantwoordelijkheid moet genomen worden. Uit het isolement, de wijken in!


Twee reacties op dit stuk: "Verbeter de wereld, begin met de buurt" en "Bij de konijnen af".

Terug