De Peueraar 13, september 1991

Auteur: Ellen de Waard


(boekrecensie)

Houden van Afrikanen

"Heen en weer geslingerd tussen het verlangen naar ongecompliceerde exotica en het besef dat westers toerisme in arme landen niet in de haak is, reist Agnes Sommer af naar het hart van Afrika", zo is te lezen op de achterflap van het boek. Nieuwsgierig naar haar bevindingen en hopelijk kritische conclusies begon ik aan het boek.

In het boek worden een aantal landstreken en gebeurtenissen beschreven die Sommer alleen of met een groep westerse toeristen bezoekt en meemaakt. Wat opvalt is haar wat afstandelijke toeschouwersblik waarmee ze de gebeurtenissen en het leven in de diverse Afrikaanse landen beschrijft. Ze constateert (uiteraard) verschillen in de Nederlandse en Afrikaanse cultuur, zonder daar echt op in te gaan. Zo valt haar op dat Afrikaanse paren zich alleen samen op straat en het openbare leven begeven als ze van de hogere klasse zijn en volgens haar westerse gebruiken overgenomen hebben. Waarom dit zo zou zijn wordt niet verder onderzocht.

Altijd en overal klinkt er keiharde discomuziek uit cassetterecorders en gettoblasters, in de bus, in de truck, op de boot, in de trein. Sommige popgroepen zijn razend populair in grote delen van het Afrikaanse continent, ondanks de verschillen in taal en cultuur. Als vrouw alleen wordt Sommer op reis constant aangesproken met de vragen "waar kom je vandaan; waar ga je naar toe; en ben je getrouwd?" Hierop volgt in de regel een uitnodiging om iets te gaan eten of drinken, vrienden of familie te bezoeken of om te komen logeren. De vergoeding voor deze Afrikaanse gastvrijheid is nogal eens de vraag (of zelfs morele dwang) of ze het bed met haar gastheer wil delen. Maar andersom reageert Sommer een enkele keer wat teleurgesteld als een vriend geen bijbedoelingen heeft. Wat er echt door haar heen gaat bij dit soort zaken blijft helaas onbekend.

In vele landstreken wemelt het van de militairen en de corruptie is groot. De vergane glorie van oude koloniale gebouwen heeft zo haar eigen charme. De enige passages in het boek die mij enigszins raakten gaan over Zaïre. De dictatuur van Mobutu is daar zeer voelbaar. De mensen wantrouwen elkaar heel erg, het hele land verkeert in een naargeestige sfeer, de honger is groot. De paar overgebleven blanken weten niks anders uit te kramen dan racistische praat en de vraag wat ze in zo'n godvergeten achterlijk land doen.

Al met al geeft het boek geen nieuwe inzichten over Afrika. Sommer laat slechts heel af en toe tussen de regels doorschemeren dat ze iets voelt, dat dingen haar raken. Als op een gegeven moment een kind op haar schoot in slaap valt kan ze alleen maar in clichés denken, zoals ze zelf constateert: ze zou wel kleine schattige zwartjes willen adopteren. Het is jammer dat ze niet voortborduurt op deze constatering en andere noemenswaardige observaties.

Het boek is wel aardig zolang het duurt, maar diept geen interessante kwesties uit. Daardoor is aan het eind van het boek nog steeds niet duidelijk wat een rijke westerse toerist in Afrika aantrekt en schijnt Sommer haar eigen aanvankelijke afkeer van blank toerisme in de zogenaamde Derde Wereld te zijn vergeten. En daarmee onderscheidt zij zich in nies van elke andere alternatieve Derde Wereldtoerist.

Houden van Afrikanen, Agnes Sommer. Uitgeverij: An Bakker, ƒ 29,90.

Terug