De Peueraar 18, februari 1992

Auteur: Harry Westerink en Eric Krebbers


Tussen melkfles en winstbejag

Onderstaand stuk is een reactie op twee discussiebijdragen in Peueraar 17, van Aad Abbenbroek en van het Leidse Milieu-informatiecentrum (MIC-punt). Die bijdragen waren op hun beurt reacties op een artikel over de opening van het Leidse MIC-punt in Peueraar 16.

Lange tijd al is er binnen de linkse politiek, binnen linkse partijen, groepen en bewegingen een discussie aan de gang over "de" mensen en "het" kapitalistische systeem. Deze discussie duikt zo nu en dan op, wordt gevoerd, en gaat dan weer kopje onder, meestal zonder dat er ingrijpende conclusies of consequenties uit getrokken worden door degenen die erbij betrokken zijn. Wij willen de discussie graag voortzetten en meer diepgang geven.

Waar komt de discussie, het debat dat we op het oog hebben, in het kort op neer? Er zijn twee visies. Aan de ene kant is er de zienswijze dat we in een maatschappij leven waarin het merendeel van de mensen, de massa, geregeerd, verdeeld en beheerst wordt door een zeer kleine groep machthebbers, de elite. Hierbij gaat het volk als een kudde onschuldige en machteloze schapen gebukt onder het kapitalisme, en dendert de toplaag van de samenleving met veel kapitaal en macht over de massa heen. Aan de andere kant verkondigt men de visie dat de mens, het individu, de burger in het Westen, vaak alleen maar aan zichzelf denkt, hebzuchtig is ingesteld, en pas met anderen wil samenleven als hij of zij daarvan kan profiteren. De Westerse mens moet zich bevrijden van zijn of haar slechte kanten, en moet (opnieuw) leren omgaan met zijn of haar medemens en met de natuur. Dit zijn de twee meningen. Deze twee visies zijn een globale en geabstraheerde zwart-wit tekening van wat er in de politieke strijd aan discussies plaatsvindt. Tussen beide polen zijn nuances mogelijk; de essentie blijft niettemin de vraag of het door de mensen (ik, jij, wij, jullie) komt of door het systeem op zich (ongeacht de personele kant van de zaak) dat het zo slecht gaat met de aarde. Wij zijn zeker niet de eersten, en zullen ook niet de laatsten zijn, die hier wat over willen zeggen. Sommige debatten over "de" mens en "het" systeem lijken meer op pingpongspelletjes, op scheldpartijen, op verketterijen, op eindeloos en onnodig gezeur, dan dat ze een waardevolle bijdrage vormen om dichter bij de kern van de zaak te komen. Wij zijn wars van machtsspelletjes, we hoeven niet te winnen. Wel vinden we dat discussies niet ergens onderweg moeten blijven steken in halve waarheden of gemeenplaatsen. Ze moeten zonder zelfcensuur, open en eerlijk gevoerd worden. We willen dan ook graag opbouwende kritiek leveren om zodoende samen gesterkt en met meer inzicht onze politieke strijd te vervolgen. Het was en is nog steeds niet onze bedoeling om na te trappen of af te maken. De discussies die wij in gedachten hebben zullen soms hard zijn, en fel, diepgaand en boven de deelstrijd uitstijgend. Tegen deze achtergrond dient het nu volgende gelezen te worden.

Deelstrijd en consumentenstrijd

Als je beide discussiebijdragen doorleest, dan valt op dat de schrijvers ervan, zoals ze althans op ons overkomen, zichzelf plaatsen in het kamp van "de mensen moeten veranderen", terwijl ze ons in de hoek duwen van "het systeem moet veranderen". Wij proberen echter beide visies, beide polen in onze strijd te verenigen. We streven naar een synthese, een samengaan van beide standpunten. Volgens ons vormen en veroorzaken individu en systeem elkaar. Het systeem voedt kortzichtige burgers op (via tv, radio, kranten, school, arbeid, sport, en dergelijke), terwijl de burgers tot op zekere hoogte profiteren van het systeem en het in stand houden door eraan mee te werken en het te gehoorzamen. Wij stellen dat het initiatief om te veranderen bij het individu ligt. Bij de burger ligt de mogelijkheid om de wederzijdse samenhang en beïnvloeding van individu en systeem te doorbreken. Bij het individu ligt het initiatief om de schrijnende situatie op te heffen waarin de gekooide knechten de hand likken van de baas die hen te eten geeft. Dat initiatief is broodnodig, want de mensen die het systeem overeind houden, met name een kleine groep van rijke mensen, de elite, hebben er alle belang bij om de status quo te handhaven. Alles moet blijven zoals het is, omdat dat goed is voor ons, zo vinden ze. Van hen hoef je geen veranderingsgezindheid te verwachten! Dat betekent dat je verzet tegen het heersende systeem niet kan en mag overlaten aan "de" anderen, degenen die de gang van zaken in de maatschappij tot nu toe voor jou, als arme(re) burger, hebben bepaald, en door wie jij je op jouw beurt hebt laten bepalen. Je zult als betrokken burger zelf met verzet moeten beginnen, liefst samen met gelijkgezinde andere mensen. Dat is je verantwoordelijkheid in het kapitalistische systeem. Verderop in dit stuk gaan we nader in op het soort verantwoordelijkheid dat we daarbij voor ogen hebben.

In discussies tussen mensen die in principe strijden voor een betere wereld, vallen vaak verschillen van mening waar te nemen. Gelukkig, want dat geeft aan dat we als mensen geen eenheidsworst zijn. Mensen zoeken hierbij vaak de confrontatie op, ze gaan lijnrecht tegenover elkaar staan en wensen geen millimeter van hun standpunt af te wijken. Je kunt ook een andere, coöperatievere houding aannemen: juist benadrukken dat de beide discussiërende partijen ook (eventueel zeer weinig) overeenkomsten en gelijksoortige belangen hebben. Mensen..hebben soms veel meer gemeen dan je op grond van hun op voorhand ingenomen standpunten zou mogen verwachten. Zo valt ons op dat beide discussiebijdragen ervan uitgaan dat het initiatief voor het behoud van het milieu bij de burger ligt, althans zou moeten liggen, al dan niet in georganiseerd verband. Het zal de burger (moeten) zijn die strijdt voor een schone(re) aarde. De bijdragen lijken de stelling te onderschrijven dat er van de kant van het bedrijfsleven geen stimulans zal uitgaan. Dat is een belangrijke constatering; je moet in de milieustrijd niet gokken op bedrijven, maar vertrouwen op je eigen kracht. Als je, bijvoorbeeld als werknemer, binnen een bepaald bedrijf actie voor meer milieuvriendelijkheid in dat bedrijf gaat voeren, dan dien je te beseffen dat er veel menskracht, energie, tijd, geld en zin vrijgemaakt en ingezet zal moeten worden, voordat het bedrijf overstag gaat. De directies van bedrijven zijn alleen goedwillend als hun immense belangen niet geschaad worden en hun grote macht niet in gevaar komt.

Beide bijdragen spreken over de verantwoordelijkheid die de burger, het individu draagt ten opzichte van het milieu en de rest van de samenleving. Hij of zij is er verantwoordelijk voor wat er op aarde gebeurt en niet gebeurt). Alles wat gebeurt (en niet gebeurt) gaat hem of haar aan. Deze verantwoordelijkheid is uiteraard geen enorm zware en bijna niet te tillen last waaronder het individu bezwijkt, het is geen rugzak met het totale leed van de hele wereld erin, maar slechts een klein deel van de collectieve verantwoordelijkheid van de hele wereldgemeenschap. Wij zijn het zonder meer eens met de opvatting dat ieder mens verantwoordelijkheid draagt. Echter, hoe vul je die verantwoordelijkheid in, hoe ga je ermee om, welk soort verantwoordelijkheid bedoel je? Leidt verantwoordelijkheidsgevoel uitsluitend tot bewust en kritisch consumeren, of 'valt het individu ook op andere dingen aan te spreken?

In allerlei linkse kringen van met name de afgelopen 2, 3, 4 jaar kun je een tendens waarnemen om te wijzen op individuele verantwoordelijkheid in het individuele consumptiegedrag. Deze individualistische benadering van wereldproblemen zou best een reactie kunnen zijn op het meer collectieve, groepsgerichte actievoeren van zeg 10, 15 jaar geleden. Het is de laatste jaren traditie aan het worden dat in de eerste plaats de individuele burger, min of meer los van zijn of haar maatschappelijke positie en klasse, aangesproken wordt. Deze burger is een nogal mistige en grijzige figuur die "de" mens, "Jan Publiek", "Jan met de pet" of "Marie met de vaatdoek" zou moeten belichamen. Deze individualistische en consumentistische tendens valt erg op bij bijvoorbeeld de Wereldwinkels, bij de Novib, bij Unicef, en dergelijke. Het is de verantwoordelijkheid van het goede doel, het gironummer, de directe leefomgeving, de alternatieve consumptie. Ook de milieubeweging hanteert zo'n model van verantwoordelijkheid. "De" milieubeweging, dat wil zeggen de grote jongens en meisjes van Greenpeace, Vereniging Milieudefensie, Stichting Natuur en Milieu, en dergelijke. Er wordt weinig actie gevoerd, er wordt weinig gemobiliseerd, er wordt weinig de straat opgegaan. Het is een wat stille, verlegen verantwoordelijkheid: er wordt gedoneerd, er wordt veel overleg gepleegd met de boosdoeners, en hooguit een paar keer per jaar wordt er vooral vriendelijk en ludiek gedemonstreerd en gemanifesteerd. Voor de individuele consument lijkt het erop dat zijn of haar milieustrijd uitgevochten dient te worden in een overvolle supermarkt (of een goed gevulde natuurvoedingswinkel) waar hij of zij met een winkelwagentje (of een winkelmandje) in de hand eenzaam en geïsoleerd van de medemens op zoek gaat naar de milieuvriendelijkste producten. Het idee van bewust en kritisch consumeren treedt de laatste tijd meer en meer op de voorgrond als de oplossing van de wereldproblemen, althans deze schijn wordt gewekt.

Op zich is er niets mis mee om jezelf en anderen aan te spreken op individueel consumentengedrag. Wij letten ook op wat we consumeren. Het zit 'm volgens ons niet in het wegsnijden van een mogelijk alternatief (kritisch consumeren), maar juist in het aanvullen van dit alternatief met andere vormen van verzet (die er onlosmakelijk mee zijn verbonden). Uiteraard is kritisch consumeren goed, een begin, een goed begin, maar tegelijk ook een beginnetje, en niet meer dan dat. Als we bij het (goede) begin blijven steken, dan zullen we nooit verder komen. Als er voortdurend gehamerd blijft worden op het beginnetje van kritisch consumeren, dan zou dat wel eens het zicht kunnen ontnemen op de rest van de lange weg die wij allen, volgens ons, hebben te gaan: het bevechten van wezenlijke veranderingen in het Noorden van de wereld, het aanvallen van het kapitalistische systeem. Om een beeldspraak te gebruiken: wij willen niet alleen de (al dan niet biologische) cake, wij willen de hele bakkerij. Wij willen strijden voor een maatschappij waarin de productiemiddelen, gesymboliseerd in de bakkerij, niet meer in handen zijn van een rijke elite; waarin we gezamenlijk en zelfbepaald invulling aan het leven, gesymboliseerd in de cake, kunnen geven. Dit komt misschien allemaal nogal zwaar over, het is dan ook een hele mond vol. We verwachten niet dat we onze idealen morgen meteen kunnen verwerkelijken (maar je weet nooit...). Van wezenlijk belang is hierbij om die idealen uit te blijven dragen, jezelf niet te censureren, niet zogenaamd realistisch worden en dan maar het hoofd in de schoot leggen en je uitsluitend bezig gaan houden met het afvijlen van de scherpe kantjes van het kapitalisme. Neem eens een ander stuk gereedschap dan een vijl, een zaag bijvoorbeeld, of een klopboor!

Terwijl een deel van links Nederland overhelt naar het model van individuele verantwoordelijkheid rondom kritisch consumeren, zijn er ook groepen actief (waartoe wij ons ook rekenen) die zich met name richten op de maatschappelijke structuren die bepalen of, hoe, waar, wanneer, en hoeveel consumptiegoederen te koop zijn voor de individuele consument. De structuur van het kapitalisme dus, met zijn zogenaamde "vrije markt" en "het spel van vraag en aanbod". Dit zijn groepen voor wie de totaalvisie van waaruit je politiek bedrijft belangrijker is dan dat ene product, dat ene thema, die ene deelstrijd. Dat wil niet zeggen dat die groepen alleen maar rond de vergadertafel zitten te theoretiseren. Nee, de theorie is juist op de praktijk gericht, de totaalvisie bepaalt waar je specifieke acties, je speerpunten aan moeten voldoen. Zo vermijd je de willekeurigheid die nogal eens een smet werpt op actievoerend Nederland. Wie zich wel eens heeft afgevraagd waarom links Nederland zich nu speciaal bezig houdt met neo-Nazi's, vluchtelingen, milieu, en de BVD, en niet of in veel mindere mate met incest, bevolkingspolitiek, psychiatrie en ouderdom (om maar wat voorbeelden te noemen), die begrijpt hopelijk wat we bedoelen. Zo ga je ook uit de weg dat je van de ene naar de andere actie en trend holt, dat je heen en weer geslingerd wordt, bepaald wordt door wat er gaande is.

Hoe meer je je in campagnes en discussies, in heel je politieke strijd, richt op de mens als consument, hoe meer je de mens terugbrengt tot consumens, hoe minder tijd en aandacht er gereserveerd kam worden om te strijden tegen de fundamenten van de kapitalistische maatschappij. Hoe minder je de oorzaken benoemt van uitwassen als pvc-verpakking of melkpakken, hoe minder kennis en discussie er zal zijn over de aard en werking van een systeem waaraan we allemaal met handen en voeten zijn gebonden. .Door al dan niet bewust te zwijgen over onze verspillings- en wegwerpeconomie, onze door concurrentieverhoudingen bepaalde menselijke relaties, onze samenleving als een vorm van georganiseerde waanzin, wek je de indruk dat het, afgezien van een paar vervelende dingen als auto's en ietsje te veel afval, verder wel meevalt met wat we hier in het Noorden aan het doen zijn. Het zal best zo zijn dat (milieu)groepen handelen vanuit een anti-kapitalistische opstelling. Dat is bijzonder prettig. Maar zeg dat dan ook, praat over deze overtuiging, heb in de jaren negentig van het gelijk van rechts het lef, het zelfvertrouwen om de overtuiging uit te dragen dat het goed fout zit met dit systeem. Bouw de kracht op om van leer te trekken tegen de grote structuren, de macht van het grote geld. Maak juist naar "het" publiek duidelijk dat het kapitalisme als systeem uit elkaar spat, uit elkaar zal spatten, wanneer we blijven geloven dat we op deze manier rustig door kunnen gaan. Met een schoon milieu als aanknopingspunt valt de dolgedraaide overproductie, het permanente wegvreten van de aarde, goed uit te leggen, lijkt ons. Als "het" publiek voor deze onheilstijding nu nog niet rijp is, wanneer dan wel?

Ook het MIC-punt heeft een grote verantwoordelijkheid, vinden we, om een anti-kapitalistische visie uit te dragen. Het is dan ook jammer dat er in de publieksfolder van het MIC-punt, in het maar buiten treden tot nu toe, met geen woord wordt gerept over de oorzaken en structuren achter de melkpakken. Het is dan ook eigenaardig om een door het MIC-punt verwoordde afwijzing van het kapitalisme alleen in een blad met een kleine oplage als DePeueraar aan te treffen, en dan nog als reactie op ons, en niet in het folder- en ander informatiemateriaal bestemd voor "het grote publiek". Let wel: we willen niets of niemand afzeiken, maar we willen wel wijzen op verschijnselen die volgens ons de effectiviteit en het succes van links in de weg staan.

Naar een ander soort verantwoordelijkheid

Wij willen graag wijzen op een ander soort, een volgens ons completer, soort verantwoordelijkheid van het individu: de verantwoordelijkheid om in verzet te komen tegen het hele systeem, tegen het kapitalisme op zich, om over de hele linie, vanuit ieders positie en situatie te strijden en tegenmacht op te bouwen. Wij hebben hierbij een revolutionair perspectief voor ogen, we denken dat veranderingen binnen het systeem uiteindelijk onvoldoende en te marginaal zijn.'We strijden tegen het kapitalisme zoals het zich hier- en nu manifesteert, zoals het voortraast, zoals het functioneert, als systeem dat gaat van crisis naar opleving en van groei naar crisis en depressie en oorlog. Het kapitalisme heeft een motor die het systeem draaiende houdt: winsthonger, expansiedrang, en groeidwang. Daartegen willen we strijden.

Op zich vinden we het prima als er strijd wordt geleverd tegen de uitwassen van het systeem. Dat doen we zelf ook! Maar wij proberen deze strijd consequent in het kader van de al beschreven totaalvisie te plaatsen. Dat wordt binnen de milieubeweging zoals wij die kennen nogal eens nagelaten. Er zijn de laatste jaren ontzettend veel dingen gedaan rondom een item, een thema, een product. Dat geldt niet alleen voor de milieubeweging; dat is een eigenschap van de hele Nederlandse actiebeweging. Wat betreft de milieubeweging kun je denken aan Shell, pvc-verpakking, reclamedrukwerk, kernenergie, auto's, gescheiden afval, broeikaseffect, enzovoorts. In feite houden deze thema's direct en indirect verband met elkaar: het zijn uitingen van de werking van het kapitalisme, van de wijze waarop het geld en de macht is opeengehoopt bij een zeer kleine groep mensen in de samenleving. In deelstrijden worden soms kleine successen behaald. Die zijn belangrijk, maar ze moeten niet overschat worden. Het is verstandiger om ze te relativeren. Het zijn zeer kleine overwinningen op zeer kleine deelterreinen van de woestenij die het systeem al plunderend en platbrandend achter zich laat. Een recent-voorbeeld hierbij. De campagne tegen de PVC-verpakkingen wordt gepresenteerd als een groot succes. Inderdaad zijn als direct gevolg van de actie veel pvc-verpakkingen uit warenhuizen en supermarkten verwijderd. Toch is in dezelfde periode de productie van pvc fors gestegen. Pvc wordt namelijk vooral op industrieel niveau toegepast, en daaraan was de campagne geheel voorbijgegaan. Als er al van een "echt", zij het klein, succes kan worden gesproken, dan blijft niettemin de "gewone" gang van zaken in het kapitalisme gehandhaafd. Let wel: we merken dit niet op om milieu-acties belachelijk te maken, maar om aan te geven hoe zwaar onze politieke strijd zal zijn. Trouwens: moeilijk, maar niet onmogelijk. De "gewone" gang van zaken is het meest mens- en milieuvernietigend. Om een en ander te illustreren, citeren we Wouter van Eck, die regelmatig in het linkse discussie- en achtergrondblad Konfrontatie (erg goed blad, trouwens) schrijft. Wouter van Eck is actief in de Nijmeegse kerngroep van Vereniging Milieudefensie, is werkzaam bij de Milieu Actie Winkel ''De Broeikas", en houdt zich dus met vergelijkbare activiteiten bezig als de Milieudefensie-mensen van het Leidse MIC-punt. Het citaat is afkomstig uit zijn artikel "De schadelijke naïviteit van de milieubeweging" in Konfrontatie 0, bladzijde 18, middelste kolom:

"Natuurlijk is het belangrijk actie te voeren tegen pvc-verpakkingen, tegen het gebruik van tropisch hardhout, tegen auto rijden, tegen melkpakken en tegen gifbespoten bintjes. Maar er ontbreekt een inhoudelijke analyse die duidelijk maakt waarom wat anders zou moeten en er is al evenmin een perspectief op dat wat men bereiken wil. Dit gebrek aan visie op de milieu-problematiek leidt tot een soort actie-fetisjisme. Een onderwerp wordt voor een poosje "speerpunt". Alle energie richt zich zo op iets wat in feite een symptoom is. Daarbij wordt dan vaak ook nog de consument een schuldgevoel aangepraat terwijl de maatschappelijke oorzaken in het geheel niet aan de orde worden gesteld. Geen wonder dat de noodzaak tot fundamentele veranderingen ook bij dit soort acties enigszins onderbelicht blijft."

Ook wij pleitten, zoals al bleek, voor meer samenhang, meer visie, en een afrekening met de versplintering en verbrokkeling die milieu-strijd en andere deelstrijden nu kenmerkt. Een strategie die uitgaat van een totaal-visie zal uiteindelijk, denken we, completer, aanhoudender, grondiger, minder willekeurig en effectiever blijken te zijn.

Het kapitalistische systeem: berucht maar onbekend?

Wat is dat nu, dat kapitalisme waarover we zo vaak praten? Hoe kun je dat systeem beschouwen en analyseren? Bestaat het eigenlijk wel, is het meer dan een woord? We beginnen met een citaat uit het boek "Economie als wereldoorlog", geschreven door Herman Verbeek (lid van het Europese parlement voor de Europese Groenen):

"Vrije concurrentie houdt noodzakelijk in: elkaar passeren. De race. Er moet steeds sneller gelopen worden, winst gemaakt. Steeds nieuwe records gevestigd en weer gebroken. Groei is geen bijverschijnsel van het kapitalisme, het is er het wezen van. Als de groei wegvalt, valt het concurrentie-mechanisme weg, komt de wedren tot stilstand, stagneert het systeem. De kapitalist moet dus noodzakelijk groeien. Het kapitalisme moet altijd groeien. Winnen is groeien. Groeien is winnen. Dat is de dwang van de vrije markt. De vrije markt is de historische noodzaak van de groei. Niet omdat groei noodzakelijk moet. Maar omdat kapitalisme zo in elkaar steekt. Kapitalisme is groei. Kapitalisme is die vorm van agressie. Kapitalisme is oorlog."

Een kernachtig en veelzeggend citaat. Het laat een heel ander beeld van het kapitalisme zien, dan we heden ten dage via de massamedia voorgeschoteld krijgen. Kapitalisme is oorlog. Tsja, het is misschien even wennen aan het idee, maar als je een aantal feiten op een rijtje zet, dan is het eigenlijk een doodgewone gedachte. In het kapitalisme staat het kapitaal, het grote geld, in het middelpunt van de samenleving, en dus in het middelpunt van de belangstelling. Die interesse is meestal positief gekleurd. Veel mensen vinden het vanzelfsprekend dat je als burger veel geld wilt verdienen, veel wilt kopen, veel wilt sparen, en veel wilt lenen.

Het kapitaal wordt beheerd door de rijken, de kapitaalkrachtigen, de machtigen van het kapitaal. Als minder rijke of gewoon arme mensen iets willen ondernemen in de maatschappij, iets willen produceren, kopen, een of andere activiteit willen opzetten, dan moeten ze geld lenen van de rijken. Bijvoorbeeld bij een bank, dat is een gebouw in het centrum van de stad waar niets meer gebeurt dan dat er geld binnenkomt en weer uitgaat. Er wordt niets gemaakt, er komt niets tot stand. De enige handeling lijkt wel te zijn het letterlijk schuiven (of overschrijven) van geld. Als arme(re) mensen (meer) geld willen hebben, dan zijn ze op zo'n eigenaardige instelling aangewezen. Het ontvangen geld moeten ze vervolgens weer terugbetalen, over een tijdje, en wel inclusief rente. Rente is de vreemdste eend in de bijt: het is de prijs voor geld, net zoals brood een prijs heeft. Dat brood kun je opeten, het geld niet, en je moet het weer teruggeven. Eigenlijk kun je beter spreken over rente als de huurprijs van het geld. De arme(re)n moeten met het geleende geld ander geld maken, om het geleende geld over te dragen aan dat intrigerende gebouw dat zoveel macht schijnt te hebben. Omdat er ook rente moet worden betaald, worden de rijken steeds rijker, en de arme(re)n moeten zich een breuk werken om de lasten op te brengen. Dit verhaal is zowel voor het Westen als voor (met name!) de Derde Wereld van toepassing. Hoezeer het rentesysteem ingrijpt in het leven in de Derde Wereld, blijkt uit het volgende citaat van de Braziliaanse vakbondsleider en voormalig presidentskandidaat Lula:

"De Derde Wereldoorlog is al begonnen. Een stille oorlog, maar daarom niet minder sinister. In plaats van soldaten sterven nu kinderen; in plaats van miljoenen gewonden zijn er miljoenen werklozen; in plaats van bruggen worden fabrieken, scholen, ziekenhuizen en hele economieën verwoest. Het is een oorlog over de buitenlandse schuld. Het belangrijkste wapen daarbij is de rente, een wapen dodelijker dan de atoombom, en vernietigender dan een laserstraal."

Actie Strohalm, een radicale milieugroepering, maakt daarom het anti-rente standpunt, tot kern van haar visie op de Westerse economie. Zij pleit voor een ander geldstelsel met renteloos geld. Het zijn de ondernemers die het voor elkaar krijgen om grote sommen geld bij een bank te (mogen) lenen. Hoe groter het bedrijf, hoe hoger de winstverwachting, hoe omvangrijker de lening. Het geleende kapitaal moet winst gemaakt worden. Niet alleen om de lening en de rente te kunnen terugbetalen, maar ook omdat het maken van winst, het groeien van de onderneming, de enige overlevingsmethode vormt in de jungle van het systeem. Dat weet de bank, dat weet de ondernemer. Dat zijn de spelregels, zo wordt het spel gespeeld, liever gezegd: zo wordt de oorlog gevoerd.

In het kapitalisme gaat het de ondernemer, het bedrijfsleven, dus niet om de uitbuiting, maar om de winst. De ondernemer besteelt niet persoonlijk de arbeiders, vernietigt niet persoonlijk de natuur. Door de persoon van de ondernemer opzij te schuiven verander je niets aan het systeem. Nee, de productiewijze besteelt de arbeider en vernietigt het milieu. De productiemiddelen zijn in handen van enkele mensen die bepalen wat en hoe er wordt geproduceerd. De rest, het merendeel van de bevolking, heeft daarover niets te zeggen. Er kan bijvoorbeeld niet over gestemd worden. De individuele ondernemer zit in een structuur van concurrentie en groeidwang. Dat is geen complot van enkelen, maar de kapitalistische opbouw van de samenleving. De ondernemer moet daaraan deelnemen, wil hij overeind blijven. Het gaat niet om slechte of goede bedoelingen van mensen, maar om het systeem in de onderlinge, moordend concurrentie, de strijd tussen de kapitalisten, degenen die de productiemiddelen bezitten, moet de productie worden opgeschroefd, naar technisch niveau, kwaliteit, hoeveelheid, kostenbesparing, liefst alles tegelijk. Zo verslaat de ene kapitalist de andere. Zo verslaat hij ook de arbeiders van de verslagene. Want die worden ontslagen. Dit is geen oubollige negentiende-eeuwse marxistische retoriek, denk zoiets niet! Kijk maar eens naar de recente ontwikkelingen bij Philips, die de concurrentieslag met Japanse bedrijven niet langer meer kan bijbenen en daarom drastisch gaat snijden in banen. Het concurrentieproces stuwt noodzakelijk de groei op. Het slagveld van veel verliezers en weinig winnaars concentreert steeds meer het kapitaalbezit in handen van enkelen. Bedrijven fuseren, worden overgenomen. Opnieuw twee recente voorbeelden: de voltrokken fusie tussen twee grote Nederlandse banken, ABN en Amro, en de besprekingen tussen KLM en British Airways om te komen tot een fusie. Wat zijn zo, op een bepaald historisch moment, nu bijvoorbeeld, de gevolgen van dit systeem? We zetten eens wat gegevens op een rijtje. Nog altijd is 80 procent van alle vermogen in Nederland in handen van maar 5 procent van de bevolking. De particuliere rijken zijn enorm in aantal toegenomen, terwijl diezelfde rijken tot vervelens toe schreeuwen over bezuinigingen, afbraak van de verzorgingsstaat, en meer controle op "de" burger. Er zijn op dit moment ongeveer 28.000 miljonairs in Nederland. Mevrouw Brenninkmeijer van C&A is goed voor 9 miljard gulden. Meneer Philips wordt op 8 miljard geschat, samen met koningin Beatrix, de rijkste uitkeringsgerechtigde van Nederland. J. Loudon, van Shell, op 621 miljard. 22 Nederlanders zijn miljardair. Op de honderdste plaats van de rijksten van Nederland prijkt Ruudje Lubbers, met 90 miljoen.

Ook wereldwijd zien we zo'n extreem ongelijke verdeling van de rijkdom. Het Noorden, de rijke industrielanden, verbruiken 80 procent van alle aardse reserves. Zij herbergen 26 procent van de wereldbevolking. Ze produceren 78 procent van het totaal. Ze consumeren 81 procent van alle energie, gebruiken 70 procent van alle kunstmest, 85 procent van alle traktoren, 88 procent van alle ijzererts, 87 procent van alle wapens. De schuldenlast van de Derde Wereld, het Zuiden, bedraagt 2.500 miljard gulden. De Derde Wereld moet geld lenen om de rente van de oude leningen te kunnen betalen; de oude leningen aflossen lukt gewoonweg niet. De verspillings- en wegwerpeconomie in het Noorden draait op de onderbetaalde grondstoffen uit de Derde Wereld, op roofbouw op het wereldmilieu, en op interen op de reserves voor de toekomst. Als de Derde Wereld een zelfde levenspeil zou moeten hebben als het Noorden nu heeft, dan zouden daar opnieuw meerdere Derde Werelden voor nodig zijn. Als het Oostblok, dat nu bij de markteconomie van het Westen wordt ingelijfd, ook naar het consumptieniveau van het Westen zal groeien, dan zal dat een grotere, een gigantische druk, nog intenser dan nu al het geval is, op de Derde Wereld gaan leggen. De aarde kan dat niet dragen. Dit soort gegevens is helaas geen voorpaginanieuws. Er zijn dan ook weinig mensen in het Noorden die er wakker van liggen, eenvoudigweg omdat ze in slaap gesust worden door consumentisme en desinformatie.

Deze korte samenvatting van de toestand in de wereld heeft een hoop consequenties voor de politieke strijd die je voert. Ook met betrekking tot het milieu. De problemen van het milieu stapelen zich zo zichtbaar op, ze zijn zo overduidelijk de etter van het systeem, dat onderlinge verbanden nu meer dan ooit gelegd dienen te worden. De ontwikkelingen gaan zo razendsnel, de situatie loopt zo uit de klauwen, dat we de handen dringend ineen moeten slaan. Geen goedgelovigheid meer, geen gekick op acties, geen hobbyisme (traditionele onderdelen van een groot deel van links Nederland), maar een serieuze, frontale aanval op het kapitalisme, en wel op twee niveau's, op bewustzijns- en op praktisch niveau. We citeren onze hartversterker, onze ruggensteun Wouter van Eck nogmaals. Het citaat is te vinden in zijn artikel "Geheel vernieuwd!?", in Konfrontatie 5, blz. 29, derde kolom:

"Veel acties zijn tegenwoordig gericht op zogenaamde speerpunten. Zo hebben we de koffie en de piepers en zo wordt McDonald's opgeroepen om de Big Macs in andere doosjes te verpakken. Eerst proberen zij dit zo lang mogelijk uit te stellen. Als dat niet meer mogelijk is wordt er relatief eenvoudig overgeschakeld op een ander doosje. Een succes voor Milieudefensie. En een verbetering voor het milieu? Nee, McDonald's wordt in staat gesteld om na een relatief kleine verandering door te gaan met waar het mee bezig was: winst maken en een energieverslindende levensstijl propageren. De belangrijkste zaken blijven buiten schot en McDonald's gaat aan de haal met milieuvriendelijkheid en duurzame ontwikkeling. Dat is onaanvaardbaar. In acties van de tegenbeweging (of: de "Coalitie van vrije geesten", dat legt meer verantwoordelijkheid bij ieder individueel lid) moeten daarom eisen gesteld worden die meer omvattend zijn dan nu vaak het geval is. Dit zou kunnen door meerdere, strategisch gekozen, speerpunten vast te stellen. Voor McDonald's zijn dat onder meer de export van veevoeder door Derde Wereld-landen, de mestproblematiek in Nederland, de wegwerp- (en haast-) mentaliteit en de slechte arbeidsomstandigheden. Zo wordt McDonald's gekoppeld aan het ontwikkelingsmodel waar het op gefundeerd is en wat het propageert, niet aan een piepschuim doosje alleen. Zolang die koppeling niet bij alle acties gemaakt wordt, zullen de grootste boosdoeners de meeste garen spinnen bij de acties van de coalitie. En het mag gerust eens duidelijk gezegd worden. Duurzame ontwikkeling is een proces naar een samenleving waar een bedrijf zoals McDonald's niet meer kan, maar lekker eten wel."

Nog een lokaal voorbeeld van wat versplintering van denkbeelden teweeg kan brengen. Opnieuw ter illustratie, ter lering misschien, niet om te kankeren. In de strijd voor een autoluwe Leidse binnenstad lanceert iemand het idee om, in aansluiting op de Leidse Kerst-koopzondag van december 1991,de bussen die naar de Leidse binnenstad rijden, goedkoper of gratis te maken, bijvoorbeeld op zaterdagen, koopdag bij uitstek. De kosten hiervan zouden dan misschien, aldus de suggestie, verhaald kunnen worden op de middenstand, de winkeliers. Zo zou je bijvoorbeeld een consumeerstrippenkaart kunnen invoeren, en zo zouden er twee vliegen in een klap zijn gevangen: de consumenten laten de auto staan, en de winkeliers krijgen een koopbelust publiek, waarbij ze ook nog eens het milieu steunen. Evenals in het citaat hierboven wordt uit de hele kapitalistische ellende een speerpuntje geïsoleerd van de rest, en met alle mogelijke, en dus ook contraproductieve, middelen ondersteund, totdat er succes zal zijn geboekt. Er wordt in dit verband geheel aan voorbijgegaan dat ook de middenstand een deel van het probleem is, dat het merendeel van de consumptieproducten van die middenstand milieuvernietigend is. Hoe haal je het dan in je hoofd om het de middenstand gemakkelijker te maken, om voor hen oplossingen te bedenken! Evenals in het citaat dient ook hier gestreefd te worden naar een strategische aanpak van meerdere problemen tegelijk. In dit geval een gezamenlijke strijd tegen de auto en tegen de consumptieterreur, tegen de platte hebzucht en tegen de vervreemding die het resultaat is als tussen mensen dingen komen te staan.

Wanneer mensen meer en meer oog hebben voor consumptie, voor hebbedingen en hebbedingtjes, en steeds minder belangstelling voor elkaar, dan zal de aandacht voor en het contact tussen mensen steeds middelmatiger, onverschilliger en kwaadaardiger worden. Ook daartegen willen we in verzet gaan!

Gelukkig is er ook binnen Vereniging Milieudefensie ruimte voor zelfkritiek. Dat geeft ons hoop. In Milieudefensie 1, 1992, kun je het lezenswaardige artikel "Een reus op lemen voeten" aantreffen. Daarin wordt verslag gedaan van het advies dat drie wetenschappers hebben uitgebracht na een onderzoek van de milieubeweging in binnen- en buitenland. Hun conclusie luidt dat, natuur-, en milieu-organisaties een enorme achterban hebben en dus veel macht. Daarmee moeten overheid en bedrijfsleven onder druk gezet worden. Dat is precies wat wij ook bepleiten! Binnenkort verschijnt van de hand van de drie wetenschappers een boek: "Tussen verbeelding en macht, 25 jaar nieuwe sociale bewegingen in Nederland", waarin een en ander wordt uitgewerkt. We zijn benieuwd!

Een nadenkertje tot slot

Ter afsluiting citeren we zonder commentaar nog een keer (omdat we het niet kunnen laten) Wouter van Eck, opnieuw uit Konfrontatie 0, bladzijde 18, derde kolom:

"Hoewel er veel kritiek te leveren valt op de huidige koers van de milieubeweging worden er overigens ook heus goede dingen ondernomen. En natuurlijk worden er ook inhoudelijke discussies gevoerd. Van de activiteiten waar ik aan meegedaan heb weet ik dat er zoveel te doen is dat het bijna onmogelijk is om dan ook nog eens aan inhoudelijke bezinning te doen. Toch vind ik dat voor dat bredere perspectief ook tijd en energie moet worden vrijgemaakt. Al was het maar om de betrokkenheid en de acties van nu een degelijk kader te kunnen bieden. De ideologische naïviteit van de georganiseerde milieubeweging draagt namelijk het gevaar in zich dat ze de huidige situatie juist laat voortbestaan. De milieubeweging is zo een belangrijke legitimatie voor het huidige milieubeleid van de overheid. Dat is te omschrijven als technocratisch, als iets dat in naam van het milieu van bovenaf dwingend aan de samenleving wordt opgelegd en waarbij men denkt de problemen vooral met maatregelen op technisch niveau te kunnen oplossen. Naast voorlichtingscampagnes moeten technologische vernieuwingen, heffingen, normen en volumemaatregelen aan een "duurzame samenleving" bijdragen. Ecologen, bestuurskundigen en ingenieurs op de ministeries bepalen hoeveel bentazon in het drinkwater nog niet bedreigend is voor de volksgezondheid, bij welke concentratie ozon een alarmfase wordt afgekondigd (zonder excuses aan de wat vroegtijdig kortademige Cara-patiënten), dat we nu echt ons huisvuil netjes gaan scheiden en iedere auto een katalysator moet. Een en ander vergt natuurlijk beleidsnota's, metingen en strenge controles. Het is dit schrikbewind van deskundigen dat onze werkelijkheid van vandaag is. Al het mogelijke technisch vernuft wordt ingezet voor niets anders dan het wat autoritair organiseren van de vervuiling. Want ondanks alle maatregelen durft men met het Nationaal MilieubeleidsPlan trots te zijn op prognoses die aangeven dat we over tien jaar ongeveer evenveel vervuiling zullen produceren als nu. Prognoses overigens die inmiddels als te optimistisch beschouwd worden. En de milieubeweging reageert boos en verdrietig. Niet omdat ze tegen dit soort milieubeleid is, maar omdat het onvoldoende zou zijn. Ze heeft niet het lef zich een andere wereld voor te stellen. En geeft zich van de bestaande wereld verdomd weinig rekenschap. Helaas, de milieubeweging laat het na om de werkelijke pijnpunten in onze samenleving te benoemen. Daarmee maakt ze zich tot een zachte heelmeester, die nog menig stinkende wond zal veroorzaken."

Terug