De Peueraar 19, maart 1992

Auteur: Eric Krebbers


(boekrecensie)

Honderd-en-een redenen tegen het automobilisme

Lam erger ik me aan het automobilisme. Totaal stompzinnig daast de kudde Nederlanders door in hun blik. Dat de aarde onleefbaar begint te worden interesseert hen geen reet. Het probleem voor de voeten geworpen, antwoorden ze hersenloos: "Ze vinden er wel wat op". Ik begin zo af en toe goed woest te worden. Het is ook mijn wereld waarover deze a-socialen menen te kunnen beschikken. Mijn wereld wordt vernietigd!

Vanuit een zelfde soort woede lijkt dit boekje te zijn geschreven. De schrijfster, Weia Reinboud, probeert echter beleefd te blijven. Tussen de regels door laat ze bewust haar ergernis doorschemeren. Het is een handzaam, leuk boekje, vol goede argumenten en ideeën tegen het automobilisme. Ideeën en argumenten die goed bruikbaar zouden kunnen zijn voor mensen die een binnenstad auto-luw willen maken. Maar natuurlijk kan iedereen er haar voordeel mee doen; het zijn immers "enige fatsoenlijke en onfatsoenlijke tirades om - bijvoorbeeld in de trein - voor te lezen", weet de achterzijde van het boekje ons te melden.

Wat mij betreft ontbreken er een paar belangrijke argumenten. Weia pretendeert absoluut niet volledig te zijn, maar het is wellicht niet toevallig dat bepaalde argumenten ontbreken. Neem nu het gegeven dat de helft van de vervuiling die met het automobilisme samenhangt veroorzaakt wordt tijdens het productieproces. Een belangrijk argument tegen de auto, me dunkt. Maar het is net alsof Weia haar verhaal beperkt wil houden tot een praatje over wat de individuele mens tegen het automobilisme zou kunnen doen. Zoals bijvoorbeeld de auto laten staan, of er helemaal geen nemen. Van collectieve strijd tegen de autofabrikanten, de pushers van de autodrug, rept ze niet.

Natuurlijk is individueel bewust handelen de basis van elk politiek verzet. Al jaren boycot ik de auto en verzamel ik min of meer bewust argumenten tegen de autogekte, en wat dat betreft zie ik dit boekje wel zitten. Maar wat ik mis is net dat stapje verder: hoe veranderen we dat hersenloze natuurvernietigende gedrag van de automobilisten? Welke vorm van strijd kan je het beste kiezen om samen die mensen te stoppen? Die mensen die willens en wetens onze omgeving onleefbaar maken en het op ons leven gemunt hebben? Argumenten zijn daarbij erg belangrijk, een begin, maar machtsvorming ook. Iedere Nederlander weet nu onderhand wel wat de gevolgen van het automobilisme zijn. Toch gaat men door, uit een (vermeend) eigenbelang, maar ook gestuurd door de industrie en de overheid, die weigert de alternatieve vervoermiddelen goedkoper te maken. Het wordt nu dus tijd om met elkaar macht te ontwikkelen. En om uit zelfverdediging af te dwingen dat de mensen stoppen met dat a-sociale gedrag. Tijd om de industrie en de overheid aan banden te leggen (liever: af te schaffen). Wie schrijft daarover nu eens een boekje? Want met argumenten alleen kom je nergens, dat blijkt uit de ontwikkelingen de afgelopen jaren.

Ondanks dit alles toch een leuk boekje, met zeer creatieve en anarchistische oplossingen van het autoprobleem: "Het schijnt dat geluidswallen nogal duur zijn, vooral als ze hoog moeten zijn. Maar er bestaan toch huizen? Laat de autobezitters pal langs de wegen wonen. Zo hoog mogelijke huizen en volledig aaneengesloten. Huizen met de uitgang van de garage op de vluchtstrook - dat scheelt ook weer in het aantal autokilometers." Prachtig citaat, maar hoe zorgen we er voor dat dit plan ook uitgevoerd wordt?

Honderd-en-een redenen tegen het automobilisme, Weia Reinboud. Uitgeverij: Atalanta, ƒ 2,50.


Een reactie van Weia en Rymke

Terug