De Peueraar 23/24, juli/augustus 1992

Auteur: Jesse Sarneel


(ingezonden reactie)

Over de muur

Een tijdje geleden stopte een mij zeer dierbare dame me "De Peueraar" in mijn handen. Ze had er maar een mee genomen, was toch gratis en zelf is ze ook niet bepaald "rechtserig". Goh! Een blad voor links-radicale discussie. Hoewel zelf geen links-radicaal, - ik moet weinig hebben van Leninisme, Maoïsme, Trotskisme, Anarchisme, enzovoorts - was mijn belangstelling direct gewekt. Zelf voel ik me socialist in hart en nieren en een van de uitwassen daarvan is mijn lidmaatschap van de Jonge Socialisten (nog altijd in de Partij van de Arbeid) en het actief bezig zijn binnen de afdeling Leiden (onder andere als redactielid van het afdelingsblad "De rode salon" en misschien volgend politiek jaar als bestuurslid) en daarvoor de afdeling Rijnmond (helaas spreek ik "peueraar" nog altijd met een oer-Rotterdamse "r" uit).

Strikt genomen mag men mij tot de dieprode linkervleugel van de Jonge Socialisten rekenen. Je weet wel, zo een die met weemoed terugdenkt aan Joop den Uyl, praat over spreiding van kennis, macht en inkomen, over nivellerende inkomenspolitiek, over meer democratische participatie van werknemers (bijvoorbeeld beslissingsbevoegdheid van de OR), straffe bezuinigingen op defensie, een sturende en leidende overheid in de economie, enzovoorts. Verder ben ik nogal idealistisch ingesteld, met een knipoog naar het Marxisme, maar toch ook nogal pragmatisch ingesteld (men zal mij niet horen over revolutie of klakkeloos nationaliseren van bedrijven). Ik neem aan dat gij lezers mij nu een beetje politiek kunt plaatsen.

Nietsvermoedend, maar, om eerlijk te zijn, ietwat bevooroordeeld, sloeg ik "De Peueraar" open en begon te lezen. Ik ben nogal wat tegengekomen waarover ik toch wel de behoefte voel mijn hart te luchten. Om maar geen tweehonderd A4-tjes vol te schrijven heb ik een selectie gemaakt uit onderwerpen. Allereerst is daar de door "De Peueraar" gepresenteerde beeldvorming over de media. Je zou haast gaan denken dat de redactie alleen "De Telegraaf" kent. De "gewone media" lullen met het grootkapitaal mee, schilderen de allochtonen als dieven en moordenaars af en laten de werkelijkheid niet zien zoals die beleefd wordt aan de onderkant van de samenleving. Er wordt min of meer afgeraden je ooit nog met die media bezig te houden, want ze laten toch alleen maar het goedkope nieuws zien die de machtige eigenaren van media-concerns bevestigt. Ik kan het daar niet helemaal mee eens zijn. Nu kent bijvoorbeeld "De Volkskrant" een "U-pagina" waarin de gewone mensen de kans krijgen hun zegje te doen. Evenals "Radio Rijnmond" iedere dag tussen zes en zeven de gewone mensen aan het woord laat. 0p het N0S-jourmaal zien we beelden van plat gebombardeerde Iraakse steden en in de puinhopen mensen die naar voedsel zoeken. En zo heb ik al meerdere malen in de verscheidene kranten kritiek kunnen lezen op saneringsplannen bij bedrijven die ten koste gaan van de werknemers of kritiek op de WA0-plannen, enzovoorts. Ik vind dat niet bepaald mee lullen met de "heerschende klassen". Niet dat ik hier de "gewone media" als heilig wil bestempelen,maar een genuanceerde kijk op de media was nooit weggeweest. Nu moet ik zeggen dat de lust om, als ik al tv kijk (ik heb geen tv op mijn kamer), naar RTL-4 te kijken bij mij zeer laag is vanwege de gepresenteerde Joop van Ellende-bagger die alleen naar bedoeld is om zijn zakken te vullen. Maar, om nog even door te gaan, denk verder toch eens aan de Nederlandse opinie-bladen, van "Elsevier" (ook niet mijn favoriet) via "HP/De Tijd" tot "Vrij Nederland". Ik kan me niet voorstellen dat "HP/De Tijd" naar de pijpen van de "heerschende klassen" danst met een artikel over Joop den Uyl, of een kritisch interview met Elco Brinkman. Zo ook "Vrij Nederland" met een zeer kritisch artikel over het reilen en zeilen van de BVD. Ik ben van mening dat zeker de schrijvende media in Nederland behoorlijk onafhankelijk zijn en dat moeten we dan ook niet gaan marginaliseren of ridiculiseren, maar juist koesteren!

Ten tweede is daar de kijk van "De Peueraar" op de man-vrouw-relatie. Na het stukje "Mannen seksisme & geweld" te hebben gelezen, fronste ik toch enigszins mijn wenkbrauwen. Mensen die schrijven dat"de mannen", ja, allemaal! (lekker generaliserend overigens) moeten gaan beseffen dat "onze opvoeding ons tot mannen heeft gemaakt die zich qua geldingsdrang niet onderscheiden van de rest" en dat "dat ook tot uiting komt in ons gedrag" hebben iet mijns inziens toch niet helemaal begrepen. Okee, in het beeld van de verkrachter herkennen ze zich niet zo en "Natuurlijk doen we ons best zo weinig mogelijk gewelddadig te doen en te denken. Toch zijn we daar zeker niet vrij van", maar ik vind dit allemaal erg overdreven en ongenuanceerd. Volgens "De Peueraar" zijn alle mannen door hun opvoeding en de samenleving misvormde schepsels, die gewelddadig zijn en zich profileren ten koste van andere mensen. Nagelt de man aan het kruis voor 10.000 jaar patriarchale samenleving!

Ik wil toch het een en ander inbrengen tegen deze beeldvorming. Ten eerste: er zijn veel mannen, wellicht de meerderheid, die nog teveel in klassieke rolpatronen denken, op straat vrouwen met hun ogen uitkleden en elkaar constant proberen te piepelen. Maar is dat reden om hen als misvormde en minderwaardige schepsels af te schilderen? Ten tweede: al zijn er nog zoveel mannen die zich vrouwonvriendelijk gedragen, niet alle mannen doen dat. Ten derde: ik denk dat interesse van de beide seksen voor elkaar heel natuurlijk is, buiten alleen vriendschap of voortplanting om. Dus als een man op straat naar een vrouw kijkt, of andersom, laten we dat niet vergeten, is dat niet verderfelijk, zondig vrouw-of man-onvriendelijk of wat dan ook. Alleen moet het niet de spuigaten uitlopen, zoals bijvoorbeeld verhitte, geile blikken op straat of ongewenste intimiteiten. Veel mannen moeten inderdaad nog leren dat je een vrouw altijd met respect voor haar persoonlijkheid en integriteit moet benaderen.

Ten vierde: wat is er fout aan geldingsdrang? Ieder mens heeft het recht ergens goed in te zijn en dat aan andere mensen te laten zien en er zelf en andere mensen van te laten profiteren; het is een onderdeel van zelfontplooiing, ergens goed in zijn. En geldingsdrang kun je zien als motor daarachter. Nietzsche riep al dat je moet worden die je bent. Jung, de bekende psychiater en psycholoog die baanbrekend werk verricht heeft, wees al op de noodzaak tot individuatie, oftewel, zelfontplooiing, zelfontwikkeling en zelfmanifestatie. Alleen moet die geldingsdrang niet de spuigaten uitlopen. Wanneer andere mensen last van jou krijgen, is het aan de samenleving jou te corrigeren. In dit verband is het dus aan de samenleving om ervoor te zorgen dat vrouwen gelijke kansen krijgen. Wat mensen gewoon nog moeten leren is ten alle tijde respectvol met elkaar om te gaan en elkaar in elkaars waarde te laten. Helaas ziet "De Peueraar" meer in boetedoening van het gehele mannelijke geslacht.

Ten derde is daar, of beter: zijn daar, de gedachten omtrent linkse samenwerking. Terecht wordt in "De Peueraar", opgemerkt dat linkse samenwerking vaak niet van de grond komt door verschillende politieke visies, maatschappelijke visies ,enzovoorts en dat men zich in een ideologische loopgravenoorlog verliest. Erg jammer dat "De Peueraar" daar echter aan meedoet. Op bladzijde 7 van "De Peueraar" (het gratis mei-nummer) vinden we de zin:"Een enorm probleem is op dit moment het geloof in de sociaal-democratie en daarmee samenhangend het gebrek aan zelfvertrouwen." Daarna komt een onverkort betoog voor anarchistische samenlevingsvormen. Jammer dat "De Peueraar" zich, synchroon aan het betoog voor linkse samenwerking, afzet tegen de grootste, belangrijkste, tot nu toe meest levensvatbare en meest tolerante exponent van de linkse beweging door de decennia heen: De sociaal democratie, het socialisme, of zoals links-radicalen het wel zullen noemen, de "verraders van de arbeidersklasse, de revisionisten". Elk links samenwerkingsverband dat het socialisme buiten haar poorten houdt is een doodgeboren kind, aangezien het socialisme de meest brede, meest gematigde en meest tolerante erfgenaam van het Marxisme is. Het socialisme biedt zowel onderdak voor sociaal-liberalen als niet-revolutionaire links-radicalen en is dus wel degelijk breed; binnen de Jonge Socialisten en de PVDA vindt men zowel "rechtse" sociaal-liberalen met een D66-achtige inslag zoals Felix Rottenberg, traditioneel-arbeideristische sociaal-democraten als Frans Moor en Ruud Vreeman, rode socialisten middenin de partij al dan niet wat radicaler (de SIP-werkgroep of ex-lid Piet de Visser) of minder radicaal (Johan Stekelenburg) als links-radicalen zoals de leninistische groepering "De rode morgen" in de FNV of de trotskistische groepering "Offensief" in de PVDA en de Jonge Socialisten. Het socialisme heeft afstand genomen van revolutie, klassenstrijd, klakkeloos nationaliseren en, het opofferen van de individuele vrijheid aan de collectieve vrijheid en spreekt daardoor nog altijd de meeste links-denkende mensen aan. Door haar gematigde standpunt-inname kon de sociaal-democratie een machtsfactor van betekenis worden en zo een verzorgingsstaat opbouwen, de levensstandaard van werknemers verhogen, enzovoorts. Maar voor ik mij verlies in een betoog voor het socialisme en me ook verlies in een totaal nietszeggende, irrelevante ideologische loopgravenoorlog, toch even verder. Een absolute voorwaarde voor linkse samenwerking is dus het openstaan voor het socialisme door links-radicalen. Helaas gaat hen dat niet zo makkelijk af, getuige de taal die "De Peueraar" uitslaat of de houding van bijvoorbeeld de SP (Socialistische Partij) ten opzichte van de PVDA; overal waar de PVDA is, is de SP er "principieel" niet; ach ja, volgens hen gaat maoïsme niet samen met socialisme, jammer hoor. Intussen is de PVDA-Leiden wel weer goed genoeg om "Peueraar"-foldertjes te verspreiden! Meet "De Peueraar" hier niet met twee maten, want in het artikel over linkse samenwerking in het mei-nummer kwam ik de namen van de PVDA, de Jonge Socialisten, of zelfs GroenLinks niet tegen. Wel werd er gezeurd over voedselcoöperaties en linkse boekhandels en daarmee beland ik bij mijn volgende punt van kritiek, buiten de dreigende ideologische loopgravenoorlog, op links-radicalen.

Links-radicalen staan zeer kritisch tegenover de samenleving, wat op zich prachtig is, ook de Jonge Socialisten staan zeer kritisch tegenover de samenleving, maar links-radicalen verliezen zich dan gauw in het opbouwen van autonome structuren en verklaren die dan heilig, waardoor ze zich buiten de samenleving gaan plaatsen en de discussie met anderen niet meer aan willen gaan: Die lopen toch allemaal aan de lei: band van het grootkapitaal. Autonome, alternatieve structuren zijn leuk en laten mensen zien dat het ook anders kan, maar verlies je in godsnaam niet binnen je eigen vier muren van jouw wereldbeeld, blijf altijd open staan voor wat andere mensen vinden en verketter ze niet, omdat ze bij Albert Heijn hun boodschappen doen.

Verder

Verder zal radicaal-links moeten erkennen dat de vastomlijnde, systematische ideologie afgedaan heeft en de samenleving veranderd is. Het is gewoonweg absurd al het menselijke doen en laten in een systeem te proppen en alles wat er buiten valt te verketteren. En voorts kunnen we niet ontkennen dat de samenleving geïndividualiseerd is, dat grote, vastomlijnde verbanden niet meer bestaan; "de arbeiders, de kapitalisten, de allochtonen, de mannen, de vrouwen, de katholieken, de protestanten, de rijken, de armen, enzovoort", ze bestaan niet meer zo duidelijk als vroeger.

Tegenwoordig heerst nu eenmaal de geïndividualiseerde, post-moderne kakofonie en daar zul je van uit moeten gaan. Ieder individu zal nu afzonderlijk bekeken moeten worden. Niet eens zo slecht, die individualisering; het individu wordt bewust van zichzelf, positief toch?! (Alleen jammer dat die daardoor iets teveel oogklepjes op heeft, nu en dan.). Joop den Uyl had het al over een ontspannen samenleving; mensen die elkaar in hun waarde laten, zichzelf ontplooien, zich bewust zijn van de wereld om hen heen en nog maar 25 uur per week werken; zo'n samenleving is dus geïndividualiseerd. (Of andere aspecten van die post-moderne kakofonie zo leuk zijn is een sociaal-filosofisch probleem waar ik het nu niet over wil hebben). Dan zal radicaal-links ook nog moeten erkennen dat bepaalde links-radicale varianten gefaald hebben, zoals het leninisme (communisme) en al zijn kinderkens (stalinisme, maoïsme, enzovoorts). Ik zou willen besluiten met een betoog voor een open, socialistische filosofie die breed is en inspeelt op de samenleving van nu en straks. Een filosofie die over de grenzen van alle raamwerkjes als trotskisne, of sociaal-democratie heen reikt, die raamwerkjes zelfs vernietigt. Vanuit zo'n brede, open, tolerante, moderne, socialistische filosofie kan linkse samenwerking plaatsvinden. We zijn toch verbonden met elkaar door ons idealisme.

Alleen ben ik bang dat de huidige generatie links-radicalen geen haar beter is dan de Duitse communisten in 1933 die weigerden samen met de SPD (de socialisten) de verkiezingen in te gaan en zo Hitler in de kaart speelden. Links-radicalen hebben niets te verliezen dan hun oogkleppen.

Jesse Sarneel, 18 jaar jong, man, Rotterdammer, socialist, lid van de Jonge Socialisten, ex-student sterrenkunde, werknemerskind, aanstaand student filosofie & politicologie en nu werkende jongere.


Een reactie van de reactie van De Peueraar

Terug