De Peueraar 25, september 1992

Auteur: Ellen de Waard


Het kleine verschil en de grote gevolgen

In dit artikel zullen we het hebben over biologische verschillen tussen vrouwen en mannen. Een oud en uitgekauwd onderwerp denk je misschien. Het feminisme heeft tenslotte aangetoond dat het met die verschillen reuze meevalt. De manier waarop mannen en vrouwen zich gedragen en de positie die ze in de maatschappij hebben zouden volgens de feministes van de tweede golf met name, zo niet helemaal, liggen aan de socialisatie en scheve machtsverhoudingen. Deze stellingname werd en wordt in de maatschappij niet klakkeloos geaccepteerd en overgenomen. Ook binnen de feministische beweging zelf is een gedeelte wat teruggekomen van een al te sterke afwijzing van biologische factoren. Aan de hand van het moederschap en de vrouwenvredesbeweging willen we kijken hoe feministes tegen de 'vrouwelijke' aard aankijken.

Achtergronden

De tweede feministische golf, die halverwege de zestiger jaren begon, was ontstaan uit onvrede met de gang van zaken rond vrouwenemancipatie. Een van de belangrijke strijdpunten was het aan de kaak stellen van stereotiepe rollenpatronen. Rolpatronen zorgen ervoor dat aan vrouwen en mannen bepaalde gedragingen, gevoelens, karaktertrekken en positie in de maatschappij worden toegeschreven. Terecht werd dit als onderdrukkend ervaren: er bestond geen keuzevrijheid om die gedragingen te vertonen die zogenaamd bij het andere geslacht behoren. Eigenschappen die aan vrouwen werden toegeschreven waren bijvoorbeeld: zorgzaamheid, passiviteit, irrationaliteit, opofferingsgezindheid, huiselijkheid en bemiddelaarster in conflictsituaties.

De feministes van de tweede golf wisten door hun scherpe historische en maatschappelijke analyses deze zogenaamde biologisch bepaalde aard te ontmaskeren. De gedragingen en gevoelens die vrouwen en mannen hebben zijn eerder een gevolg van hun opvoeding tot vrouw of man (thuis, op school, via de media en andere voorbeelden) dan natuurlijke, biologische vanzelfsprekendheden. De feministes gingen er dan ook van uit dat vrouwen en mannen in principe in staat zijn tot alle menselijke gedragingen.

Als gevolg van deze analyse werden verschillende rollen en gedragingen kritisch onder de loep genomen. Het moederschap werd gezien als een 'van die rollen die uitermate onderdrukkend voor vrouwen is. Vanuit het feit dat een vrouw een kind kan dragen en baren, wordt geredeneerd dat een vrouw dus dan ook automatisch verantwoordelijkheid voor de opvoeding draagt. Dit zou een logische, biologische gevolgtrekking zijn. In het 'natuurlijke' zorgzame, huiselijke en opofferende karakter van de vrouw wordt een legitimatie gevonden om de vrouw aan kind en huis te kluisteren. Tijdens de tweede feministische golf werd aan de kaak gesteld dat een vrouw geen eigen leven kan en mag leiden: ze leeft alleen maar door het kind. En door haar moederschap is ze ook huisvrouw. Ook werd duidelijk welke rol dit moederschap en huisvrouwenbestaan speelt in de economische en arbeidsverhoudingen.

Dit wil niet zeggen dat een aantal zogenaamde vrouwelijke eigenschappen altijd negatief beoordeeld dienden te worden, ook niet door feministes. Het dilemma zat hem meer in de waardering daarvan. De realiteit was dat de 'vrouwelijke' en 'mannelijke' eigenschappen netjes over de beide seksen verdeeld waren, maar dat zou geen kwestie van biologie zijn.

Zo eindjaren zeventig vindt er dan ook een duidelijke opwaardering plaats van de zogenaamde vrouwelijke waarden. Dit uitte zich in het uiterste geval in een soort superioriteitsdenken. Vrouwen zijn met hun normen en waarden betere mensen dan mammen met hun agressiviteit, rationaliteit en ongevoeligheid. Een gevolg hiervan is een sterke opkomst van aparte vrouwenvredesgroepen, die met name inspringen op de almaar groter wordende dreiging van een atoomoorlog. Een ander opvallend gegeven was een opwaardering van het moederschap. Een grote groep feministes vraagt zich af of met het badwater ook niet het kind is weggespoeld. Er moest een duidelijk verschil gemaakt worden tussen de manier waarop het moederschap maatschappelijk georganiseerd is, als instituut, en de ervaring van de intieme band tussen moeder en kind. Belangrijke inspiratiebronnen daarvoor zijn de boeken van Adriënne Rich en Nancy Chodorov.

Feministes over moederschap

Vrouwen en kinderen, een combinatie die niet alleen conservatieven erg zien zitten. Ook binnen het feminisme zijn er vrouwen die het moederschap verheerlijken, de moeder als vanzelfsprekend als de belangrijkste ouder zien en een flink deel van de oorzaken van de wereldproblemen op haar schouders leggen. In het volgende stuk zal ik twee bekende feministes aan het woord laten, dan kunnen ze zelf uitleggen hoe ze tot deze standpunten komen. Ook in de boekrecensie van "De oorlog tegen vrouwen" van Marilyn French ga ik in op haar standpunt over de relatie tussen vrouwen en kinderen. Ik begin met een reactie op het boek "Het drama van het begaafde kind" van Alice Miller, door Anneke van Baalen, omdat ze haar kritiek zo duidelijk verwoordt.

"Miller ontleent haar inzichten in het "drama" aan haar eigen patiënten, vrouwen en mannen. Hun moeders hebben het helemaal fout gedaan. Wat eentonig zult u zeggen, kon ze niet eens iets anders bedenken en trapt iemand daar nog in? Waarschijnlijk wel, omdat ze de moeders ook als slachtoffers afschildert."

Daar zou ik me iets bij kunnen voorstellen, als je het ziet in de context van de hele maatschappij. Maar nee, de moeders zijn slachtoffers van hun moeders. Kinderen moeten namelijk iemand hebben die helemaal in hen opgaat, hen volledig begrijpt en serieus neemt, iemand die hen bewondert en overal volgt. Hierdoor zou je gezonde kinderen krijgen, en daardoor later gezonde volwassenen. Behalve de vrouwen met kinderen dan, want die moeten zich als slavinnen opofferen.

Helaas is de psychoanalyse maar een van de vele theorieën die de moeder de schuld geeft van alles wat in of na de opvoeding fout is gegaan. Het idee om een vader (het woord heb ik niet eens gezien in het boek van Alice Miller, moet zeggen dat ik het ook niet helemaal heb gelezen) verantwoordelijk te stellen voor het feit dat die afwezig is gaat blijkbaar wat te ver. Nancy Chodorow heeft het in "Waarom vrouwen moederen" onder andere over de moeder-dochter relatie, en de gevolgen daarvan voor vrouwen: "Omdat zij van dezelfde sekse zijn als haar dochters en zelf ook een meisje zijn geweest, ervaren moeders van dochters haar kind veel minder als een van zichzelf losstaand wezen dan bij moeders van zoons het geval is."

"Hun dochters zijn een verlengstuk van zichzelf en dochters kunnen zich identificeren met hun moeders die immers van hetzelfde geslacht zijn als zijzelf. Daarom hebben moeders en dochters het gevoel dat zij in elkaar overgaan, dat er geen duidelijke grens is. Vrouwen houden door deze relatie een verlangen naar een relatie zonder afgrenzing zoals met de moeder, waardoor zij de kans loopt de vader/mannen te idealiseren als de prins op het witte paard." Zolang moeders blijven moederen ziet Chodorow er allemaal geen heil in. Maar als vaders gaan vaderen zou het goed komen, dan hebben kinderen iemand van beide geslachten om zich mee te identificeren.

Een vervelende oplossing voor vrouwen die geen man in hun leven willen. Ik vind het allemaal wat erg op het gezin/de moeder betrokken en op de lichamelijke herkenning tussen moeder en dochter. In de conclusie zegt ze dat ze het niet zo fysiologisch bedoelt, maar dat vrouwen moederen omdat hun moeders dat deden. Blijft staan dat ze alles herleidt tot het gezin, ze ziet dat als de basis van de rest van de puinhoop tussen mannen en vrouwen. Niets geen maatschappij die een eigen machtsstructuur heeft, "karakter"-trekken benadrukt of afwijst. Niets geen verschil in machtspositie waar mannen van profiteren en die ze met man en macht in stand proberen te houden, wat ook terug slaat op de machtsverhoudingen in het gezin, jammer.

Bronnen:


Vredesstrijd en vrouwenstrijd

"Waarom toch een aparte vrouwenvredesbeweging? Omdat de wereld er beter uit zou zien als vrouwen het voor het zeggen hadden? Is het omdat vrouwen dichter bij het leven staan en door hun vermogen te baren, bereid zijn voor hun kinderen de vredesstrijd aan te gaan? Of zijn er gewoon praktische redenen voor een aparte vrouwenbeweging. Zoals: de mogelijkheid om achterstand in kennis in te halen. Of gaat het alleen maar om het fijne gevoel in eigen club te zijn; vrouwen komen vaak weinig aan bod in gemengde vredesbeweging is dan de klacht", aldus Sienie Strikwerda, bekend van de Nederlandse (vrouwen)-vredesbeweging.

In dit citaat zijn alle (?) mogelijke antwoorden verwoord die de vraag waarom vrouwen zich speciaal en in aparte groepen met de vredesstrijd bezighouden opgenomen. Voor veel vrouwen zullen meerdere van deze redenen een rol spelen. Het actievoeren voor de vrede beslaat een breed spectrum van protest en strijd zoals manifestaties, demonstraties, petities, marsen en vrouwenvredeskampen. Een van de bekendste vrouwenvredeskampen is die van Greenham Common in Engeland. De vrouwen die 'zich met de vredesbeweging bezighouden noemen zich niet allemaal feministisch. Wel hebben deze vrouwen hun redenen om alleen met vrouwen te willen werken, zoals in bovenstaand citaat blijkt. Er is ruwweg een onderscheid te maken in vrouwen die puur vanuit het moederschap en vrouw-zijn deelnemen aan de vrouwenvredesstrijd. Binnen deze groep zijn er die zich wel en die zich niet expliciet feministisch noemen. Een derde groep vrouwen houdt zich uitsluitend vanuit hun feministische ideeën bezig met de vredesstrijd. Deze laatste groep gaat ervan uit dat het militarisme gebaseerd is op ongelijke machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen, en op de zo zeer gewaardeerde zogenaamde mannelijke normen en waarden.

Op dit moment zijn we echter meer geïnteresseerd in de vrouwen die zich feministisch noemen en zich in de vrouwenvredesstrijd beroepen op hun 'vrouwelijke aard', welke een biologisch gegeven zou zijn.

Dergelijke feministes zeggen dat vrouwen van nature niet agressief zijn, gevoelsmatig zijn en dichter bij de natuur en het leven staan door het simpele feit dat zij kinderen kunnen krijgen en verantwoordelijk zijn voor hun overleving. Zo stelt Charlene Spretnak van de Goddess Movement "dat de identiteit van mannen zo verweven is met de patriarchale ideologie, dat ze het systeem niet effectief kunnen bekritiseren. Het zijn daarom bij uitstek vrouwen, die door hun directe ervaring met de scheppingsprocessen van de natuur, een holistische spiritualiteit kunnen prediken van de samenhang tussen de onderdelen van de schepping". Het cyclische, levenhoedende vrouwelijke element is onmisbaar voor een betere wereld. Haar oplossing is dan ook dat mannen zich weer moeten overgeven aan de leiding van de (oer)moeder en haar dochters. Dergelijke vrouwen, in wezen alle vrouwen, worden godinnen genoemd.

Hoewel Spretnak ervan uitgaat dat onze maatschappij doordrenkt is met patriarchale waarden en normen draagt ze daarvoor een puur biologische oorzaak aan. Met haar neiging om het vrouwelijke en het moederschap te verheerlijken waarbij ze niet schroomt om de woorden moeder aarde, bloed en "elemental power" te gebruiken, balanceert ze op de grens van het fascisme. Hier moet tegenin gebracht worden dat ze de "natuurgebondenheid" van het vrouwenbestaan juist tot een krachtig en positief element van haar kritiek op de patriarchale samenleving maakt.

Het gevaarlijke aan deze denkwijze is dat vrouwen de aarde moeten redden zonder dat ze daartoe de macht en mogelijkheden hebben. Zolang vrouwen in een onmachtspositie verkeren kunnen ze de vredesengel uithangen wat ze willen: geen mens (man) die er naar luistert!

Bronnen:

Terug