De Peueraar 25, september 1992

Auteur: Harry Westerink


Merenwijk is klerewijk?

Jaren geleden al zong Leidse Corretje het lied "Merenwijk, klerewijk". Inmiddels gaat ook deze buitenwijk van Leiden mee in de vaart der volkeren. Net als in de rest van Leiden, Nederland, en West-Europa draait de stadsvernieuwing, en vooral de stadsvernieling, ook in de Merenwijk op volle toeren. De belangen van het gemeentelijk imago en van de commercie wegen zwaar door. Komen de bewoners zelf nog in het verhaal en in de plannen voor? Een overzicht van recente ontwikkelingen, en reacties van betrokkenen.

De Merenwijk is voor veel Leidenaars een begrip. De laagbouw is omringd door groen. Aan de rand van de polder, vlakbij het weidse uitzicht van het platteland, is het best leuk wonen. Maar dichter bij het centrum van de stad staat veel hoogbouw, dicht op elkaar. Deze torenhoge betonblokken komen anoniem en benauwend over. Je krijgt als buitenstaander snel de indruk dat de bewoners van deze flats genoegen moeten nemen met een geïndividualiseerd en afgezonderd bestaan: ieder voor zich, en God is dood.

De Merenwijk is opgedeeld in 3 kleinere wijken, te weten de Leedewijk, de Zijlwijk en de Slaaghwijk. De Slaaghwijk is de sociale vernieuwingswijk bij uitstek. Een wijk met problemen en verpaupering. Een wijk waar 40 procent van de bewoners rond moet komen van een minimuminkomen, en waar veel mensen gebukt gaan onder de hoge woonlasten. Het is geen pretje om er te wonen; veel mensen proberen de wijk als hun toekomstig woonoord te mijden, of uitsluitend als tijdelijke verblijfplaats te benutten, in de hoop zo snel mogelijk te verhuizen naar een betere woonomgeving.

Stadsvernieling in de Merenwijk

Het Leidse gemeentebestuur wil Leiden in hoog tempo ombouwen van een kwijnend en armzalig provinciestadje tot een luxueuze mega-city met yuppie-hokken en kantoorkolossen. De stad dient in haar visie rijkdom en allure uit te stralen, en in staat te zijn om te concurreren met andere steden. Wie niet aan dit beeld kan of wil voldoen, wie niet in deze visie past, wie voortijdig afvalt of wordt weggedrukt, die moet zich maar behelpen met de resten en brokstukken van de oude stad, van vervallen panden en verpauperde buurten, waar geen (kraken!) of betrekkelijk weinig huur betaald hoeft te worden. Die mag blij zijn met de kruimels van de taart. Dat is in kort bestek de gang van zaken op het gebied van city-vorming. Ook in Leiden, denk maar aan het stationsgebied, het Sleutelhof-project in de Breestraat, het Groenoordgebied, de gekraakte Morswegpanden, en vele andere stadsgebieden. De Merenwijk kent haar eigen stadsvernielingsplannen. Die vormen geen uitzondering op het verschijnsel van het (voor)recht van de sterkste en rijkste. Wat is er aan de hand in deze wijk? In 1989 heeft architectenbureau Verheijen/Heuer/de Haan in opdracht van de gemeente Leiden een stedenbouwkundig plan voor de Slaaghwijk en het gebied rond winkelcentrum De Kopermolen gemaakt. Daarna werd het plan aangepast aan de inspraakreacties van belanghebbenden en aan het commentaar van de gemeente. Zoals zo vaak waren de inspraakmogelijkheden minimaal. Als een bepaald plan uitgaat van een torenflat van 24 verdiepingen, dan gaat de discussie niet over de vraag of die flat gebouwd moet worden, maar alleen over de kwestie hoe hoog hij mag worden. De inspraak heeft dan tot gevolg dat de flat "slechts" 16 verdiepingen zal hebben.

Het Merenwijk-plan bevat de volgende onderdelen, die voor een deel al zijn of worden uitgevoerd:

Voor het hele project heeft de gemeente, in de persoon van de gemiddeld 1 keer per maand in opspraak rakende Partij van de Afbraak-wethouder T. van Rij, 7 miljoen gulden uitgetrokken. Over de verdeling van die 7 miljoen is geen besluit genomen. Het is dus onduidelijk hoeveel geld aan welkonderdeel van het plan ten goede komt. Dat is op z'n minst eigenaardig, omdat de overheid in het algemeen de verplichting heeft om haar uitgaven tot op de laatste cent en uitgesmeerd over de diverse bestedingsposten te begroten en te verantwoorden.

Van Rij heeft, met het oog op een snelle voortgang van het project en (waarschijnlijk) vanuit het besef dat dreigend verzet van de kant van de bewoners vroegtijdig ingedamd dient te worden, gebruik gemaakt van de artikel 19-procedure. Artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is een regeling waarin bepaalde inspraak- en beroepsprocedures worden uitgesloten, als er een spoedeisend belang is bij de uitvoering van het betrokken project. Van Rij heeft dus haast, en met hem projectontwikkelaar Van der Vorm. Van der Vorm is degene die er financieel alle belang bij heeft dat het project doorgang vindt. Hij steekt z'n geld erin, en het project moet zo snel mogelijk rendement opleveren. Vertraging, bijvoorbeeld in de vorm van inspraak, is uit den boze. Inmiddels hebben de provincie Zuid-Holland en de Raad van State Van Rij in de gelegenheid gesteld om snel door te stomen naar het beoogde eindresultaat. Het schorsingsverzoek dat door de Club van Boze Buurtverenigingen aanhangig was gemaakt bij de Raad van State, is afgewezen. Wel loopt er nog een bodemprocedure, die echter 2 à 3 jaar kan duren. De weg is hiermee vrijgemaakt voor de plannen van staat en kapitaal, die zonder officiële inspraakmogelijkheden ongehinderd hun gang kunnen gaan. Over de hoofden van de bewoners heen.

Zoals hierboven al bleek, is er van verschil3ende kanten bezwaar aangetekend tegen de Merenwijkplannen. Hieronder laten we 3 korte reacties volgen van personen die betrokken zijn bij de bestrijding van liet project, namelijk D. Sloos, voorzitter van de Club van Boze Buurtverenigingen (CBB), dhr. C. Vergeer, gemeenteraadslid namens de Socialistische Partij (SP), en J. Bosboom, lid van de bewonerscommissie Arendshorst, een flat in de Slaaghwijk.

Club van Boze Buurtverenigingen

De CBB is al een tijd actief in het kritisch volgen en bestrijden van Leidse city-vor0ingsplannen. Ook nu weer kiest de CBB de zijde van de bewoners en het leefmilieu, en verzet de club zich tegen het Van Rij-plan. D. Sloos reageert als volgt op de plannen: "De bewoners willen dat de Merenwijk en het winkelcentrum gezellig zijn of blijven. 1.100 mensen zijn tegen de plannen. Dat zijn mensen die zijn aangesloten bij de woningbouwverenigingen Leiden en De Sleutels, en bij de Vereniging van Huiseigenaren. Zij vinden dat het winkelcentrum zijn buurtkarakter moet blijven behouden. Maar met de mening van 1.100 mensen wordt geen rekening gehouden. De inspraak van mensen wordt genegeerd door de gemeente. Dat blijkt ook uit de toepassing van artikel 19. Van Rij is een PvdA-wethouder, die de belangen van bewoners zou moeten verdedigen. Dat doet hij niet, en dat heeft hij al vaker niet gedaan. Hiermee wordt de democratie kapot gemaakt." Sloos heeft een uitgesproken mening over het gemeentelijke city-vormingsbeleid: "De gemeente haalt projectontwikkelaars binnen, die met geld alles gedaan krijgen. Kapitaal gaat boven belangen van bewoners. Dat is een arrogante manier van besturen. Verder is wethouder Van Rij niet opgewassen tegen de druk van gemeente-ambtenaren, die de plannen voor hem maken. Elke keer neemt hij ze namelijk terug of zwakt hij ze af. Dat geeft aan dat hij zich laat leiden door anderen. Het zijn plannen van ambtenaren die hij moet verdedigen, en dat lukt hem nogal eens niet."

De CBB heeft deze zomer een getekende vakantie-groet verzonden naar alle Leidse politici, en zelfs naar de leden van de Eerste en Tweede Kamer. Sloos en zijn medestrijder K. Barendse zijn, zoals blijkt uit de ansichtkaart, geërgerd over de komst van de 60 meter hoge woontoren, de "Van Rij-flat". Zij vinden de toren een vorm van luchtvervuiling. Ook hebben ze kritiek op de aansluiting van de Merenwijk bij de binnenstad, bedoeld om kooplustige consumenten uit andere buurten aan te trekken. Dat maakt het winkelcentrum veel te grootschalig. Volgens Sloos is er nu al 10.000 vierkante meter groen vernietigd.

Socialistische Partij

Volgens Cor Vergeer van de SP besteedt, de gemeente te veel geld aan de uitbreiding van het winkelcentrum, en te weinig aan het onderhoud van de Horsten. Terwijl de bewoners vragen om een ingrijpende opknapbeurt, stelt Van Rij en aanhang meer belang in de commerciële mogelijkheden van winkels en dure koopflats. "Die toren van 50 of 60 meter moet er komen om de uitbreiding van het winkelcentrum te kunnen financieren. Dat plan is door projectontwikkelaar Van der Vorm bedacht. Door de verkoop van dure flats moet er geld in het laatje komen om uit de kosten te kunnen raken. Tegelijk is onduidelijk er besteed gaat worden aan het onderhoud van de Horsten-flats." De SP wil alleen in actie komen tegen het project, als er een massaal protest van de bewoners de kop opsteekt, anders niet.

Bewonerscommissie Arendshorst

Mevr. J. Bosboom is de woordvoerster van de bewonerscommissie Arendshorst. Als bewoonster van de Slaaghwijk ondervindt zij, en met haar vele anderen, de stadsvernielingspraktijken aan den lijve. Er dreigt leegstand in de verpauperende Slaaghwijk. De gemeente probeert meer huurders te lokken door middel van promotie-advertenties in de krant. Er zijn steeds minder mensen die in de Slaaghwijk willen wonen; de wijk heeft een slechte naam. Daarom heeft de gemeente de strenge regels van de woonruimte-verdeling geschrapt. Het puntensysteem is voor de Horsten-flats komen te vervallen. Het enige criterium is dat de nieuwe huurder genoeg moet verdienen. Mensen die meer dan 275 gulden per maand huursubsidie hebben, komen niet in aanmerking. Voor de laagste inkomensgroepen verandert er eigenlijk weinig. Als minimumlijders al in staat zijn om een Horsten-flat te bemachtigen, dan zullen ze krom moeten liggen voor de hoge huur. Dat is niet anders dan vroeger. Mevrouw Bosboom probeert met haar bewonerscommissie zo positief mogelijk in het nieuws te komen. Ze wil de verhalen over getto-vorming niet nog verder versterken.

"Wij zijn niet de enige wijk met problemen. Kijk maar eens naar Leiden-Noord, of de Stevenshof." Het is de bedoeling dat de woontoren midden in de Merenwijk wordt geplant. Dat zal ten koste gaan van andere flats, en velen een hoop woongenot ontnemen. "Ook is er een groot gevaar voor permanente leegstand. In de toren zullen dure koopflats komen. In de Stevenshof staan er nu al dure koopwoningen leeg. Er is gewoon teveel aanbod van dure huizen. Ik verwacht dat dat ook in de Merenwijk zal gebeuren. Steeds meer flat en steeds minder groen."

Ook over de opknapbeurt van de Horsten-flats is ze niet te spreken. "Een aantal flats is opgeknapt, maar dat is alleen aan de buitenkant gebeurd. Het onderhoud is bedoeld om de flats van buiten een mooier gezicht te geven, om ze wat op te poetsen. Binnen in de flats is er niets gebeurd, terwijl daar het onderhoud dringend noodzakelijk is. Tegelijk met de opknapbeurt werd het plan van de winkeluitbreiding gelanceerd. Een plan in het belang van winkels. Vooral Albert Heyn heeft er baat bij. En de toch al schamele opknapbeurt levert ook nog huurverhoging op."

Conclusie

De probleemwijk Slaaghwijk, een oord van met name minima en andere gemarginaliseerden, heeft als zoethoudertje een minimale opknapbeurt ondergaan. Het imago is opgepoetst; de zichtbare gevolgen van de verpaupering worden aan het oog onttrokken, en, voorzover dat financieel gezien toelaatbaar is, weggewerkt met een laagje verf. Een cosmetische maatregel, waarbij de oorzaken van de stille armoede en toenemende vereenzaming niet worden aangepakt. De toch al hoge huren stijgen jaarlijks, terwijl de lonen en uitkeringen dalen, of althans geen gelijke tred houden met de huurverhoging. Bij sommige bewoners leidt hun beroerde sociaal-economische situatie ertoe dat ze hun hierdoor groeiende onrust, ontevredenheid en frustratie projecteren op zondebokken in de onderste laag van de samenleving: de illegalen, "a-sociale buitenlanders", "profiteurs", krakers, links-radicalen, vrouwen.

Maar gelukkig zijn er ook aardig wat bewoners in de Slaaghwijk die hun verzet richten op de bovenlaag van de maatschappij, op degenen die werkelijk voor de problemen zorgen: de bestuurders, de gemeente-ambtenaren, de projectontwikkelaars, het bedrijfsleven. Zij zijn het die over de bewoners heen walsen, die hun eigen plannen koste wat het kost doordrukken tegen de wil en wensen van velen. Een aantal Slaaghwijkers hebben zich georganiseerd in bewonerscommissies en andere vormen van zelforganisatie, zoals de Werkgroep Service Kosten Verlagen Slaaghwijk. Illustratief voor het bovenstaande is dat deze Werkgroep onlangs haar taken heeft neergelegd vanwege de afwijzende houding van de gemeente Leiden. Het college van B&W voelt er niets voor om de gemeentelijke belastingen voor de Slaaghwijk te verlagen.

Ook andere voorstellen van de Werkgroep haalden het niet. De Werkgroep, die vorig jaar werd ingesteld omdat veel bewoners van de Slaaghwijk steen en been klaagden over de hoge woonlasten in de wijken, is met haar neus tegen de muren van de macht gelopen. En dat doet pijn. Ondanks alle tegenslagen blijven een hoop bewoners de strijd aangaan tegen hoge huren, hoge heren, en nog hogere woontorens. De Slaaghwijk is stedenbouwkundig gezien een klerewijk in de Merenwijk, verzonnen door techneuten en bureaucraten. Laten we hopen dat de Slaaghwijk-bewoners er desondanks in slagen iets moois te maken van hun woonomgeving.

Een reactie van Jeanne Bosboom

Terug