De Peueraar 26, oktober 1992

Auteur: Heinz Dietrich


500 jaar verzet, inleiding over de campagne

Hieronder volgt de tekst van de lezing die Heinz Dietrich hield op het symposium "Emancipatie en identiteit van Latijns Amerika: 1492-1992", dat op 5 oktober 1991 in Nijmegen werd gehouden. Heinz Dietrich maakt deel uit van het internationale comité dat in Mexico is gezeteld en dezelfde naam draagt als het gehouden symposium. Hij verzorgde de inleiding van het symposium en het leek ons een goede tekst om ook de activiteiten in Leiden mee in te leiden. Activiteiten die in het kader van de campagne "500 jaar na Columbus" worden georganiseerd.

Ik ben blij dat ik de gelegenheid krijg om jullie uit te leggen wat we de afgelopen vier jaar in de campagne gedaan hebben. Maar voor ik hiermee begin wil ik de organisatoren van dit symposium en de organisaties die dit gefinancierd hebben feliciteren met de organisatie van deze bijeenkomst. Zo te zien hebben ze goed werk verricht. Ik wil het hebben over vier elementen uit de campagne, want ik heb maar twintig minuten de tijd en het schijnt dat Hester, onze voorzitster, nogal streng is. Deze vier punten zijn: Wat is de betekenis van 1992? Wat is de politieke taak die je hieruit kunt afleiden? Wat is de rol van emancipatie en Latijns-Amerikaanse identiteit hierin? Hoe gaat het met de andere campagne 500 jaar inheems verzet en volksverzet in Latijns Amerika?

Wat is de betekenis van de herdenking van 500 jaar Europese invasie op het westelijk halfrond? We denken dat er vele verkeerde opvattingen zijn over de betekenis van deze herdenking. We denken dat het niet op de eerste plaats een Spaans probleem is. Het is niet in de eerste plaats een probleem van de inheemse bevolking. Het is niet op de eerste plaats een ecologisch probleem of een probleem van Afro-Amerikanen of "negers" zoals ze met een racistische term genoemd worden. We denken dat het dit alles bij elkaar is en nog veel meer. Al deze punten die ik genoemd heb, zijn aspecten die eenzelfde oorzaak hebben, aspecten van eenzelfde probleem. Wat er werkelijk vanaf 1492 gebeurd is, is dat de Europese invasie de eerste stap was tot het vestigen van een wereldwijd systeem van overheersing en uitbuiting, dat we tegenwoordig aanduiden met de woorden Eerste en Derde Wereld. Het is veel makkelijker te begrijpen wat dat betekent als je een ogenblik denkt aan het apartheidssysteem in Zuid-Afrika. Want dat is in principe het systeem dat in de koloniën gevestigd werd en dat daarna is uitgebreid naar de hele mensheid. Dat apartheidssysteem is nu wereldwijd ingevoerd. Dat systeem draait op enkele basismechanismen zoals racisme, zoals monopolisering van de winst, zoals monopolisering van onderwijsprivileges en sociale voorzieningen et cetera door een kleine elite.

Deze winst, deze sociale en materiële welvaart en privileges worden geproduceerd door een massa van niet-geprivilegieerde en verpauperde mensen, die tegenwoordig hoofdzakelijk, maar niet alleen, geconcentreerd zijn in de Derde Wereld. In feite werden de meeste mechanismen zoals we die vandaag de dag kennen geïntroduceerd door Columbus. De buitenlandse schuld bijvoorbeeld begon met de schatting die hij de Inheemse volkeren oplegde. De ongelijke ruil of, zoals jullie het probleem beter kennen, het handelsprobleem begon ook in 1492 toen ze goedkope prullen ruilden voor kostbaar metaal. Hetzelfde geldt voor het systeem van onbetaald werk, toen in de vorm van slavernij of gedwongen arbeid en tegenwoordig vooral in de vorm van symbolische lonen. Jullie weten misschien dat in Haïti het gemiddelde inkomen per persoon ongeveer 30 dollar per maand is en niemand kan van dat geld leven in Haïti. Dat betekent dat alle basismechanismen die er nu in het internationale systeem bestaan hun oorsprong hadden in 1492, hoewel ze natuurlijk gemoderniseerd zijn en aangepast aan de huidige technologie en uitbuitingsstructuren. Het systeem van Eerste en Derde Wereld zoals we dat nu kennen werd opgelegd met geweld, macht en indoctrinatie en dat zijn de belangrijkste ingrediënten sinds die tijd om het zo te houden. Het heeft natuurlijk verschillende crises doorgemaakt. Serieuze crises, want de mensen die onderworpen waren zijn daartegen in opstand gekomen en hebben geprobeerd zich vrij te vechten en de soevereiniteit te heroveren die zij verloren met de invasie van de Europeanen.

De eerste grote crisis begon in 1808 en eindigde in 1825 met de zogenaamde Latijn-Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog tegen de Spanjaarden. De Latijns-Amerikanen herwonnen een bepaalde mate van politieke vrijheid, maar de economische afhankelijkheid bleef. En wat economische afhankelijkheid voor gevolgen heeft, kunnen jullie vandaag de dag zien. De staten van Latijns-Amerika zijn half-soeverein en zij hebben geen enkele invloed op de internationale politiek.

De tweede crisis was het dekolonisatieproces na 1945. Gedurende de Tweede Wereldoorlog waren grote groepen mensen uit de Derde Wereld bij de gevechten betrokken, ze werden gebruikt als kanonnenvlees voor de imperialistische krachten en hun elites. Zij hadden een proces van nationale beweging, van nationaal bewustzijn doorgemaakt, waren een politieke macht geworden. Dus in 1945 wilden de meesten van hen niet terugvallen in de status die ze voor de oorlog hadden.

We weten nu dat al deze dekolonisatieprocessen in Afrika en Latijns-Amerika het systeem over het algemeen niet veranderd hebben. Deze landen hebben nu neo-koloniale relaties, zij zijn formeel politiek onafhankelijk, maar zij worden geleid door een elite die werkt in het belang van machthebbers zoals Mobutu in Zaïre of de Latijns-Amerikaanse regimes. Hun belangrijkste taak is de belangen van de Eerste Wereld te behartigen.

De derde crisis en de gevaarlijkste voor het systeem van 1492 was de Sovjetrevolutie. Want voor de eerste keer konden mensen zelf zien dat er een alternatieve ontwikkeling mogelijk was, dat het mogelijk was het kolonialisme af te werpen en dat er een menselijker en rechtvaardiger samenleving mogelijk was. Met de ineenstorting van het socialisme in Oost-Europa is deze hoop vervlogen.

Dus moeten we concluderen dat het systeem dat vanaf 1492 aan de Derde Wereld werd opgelegd machtig, flexibel en cynisch genoeg geweest is om de mensen van de Derde Wereld te blijven ketenen. Wat is de status van het systeem nu? Als we de wereldmaatschappij kritisch bekijken komen we tot de conclusie dat alle reproductiegebieden van de mensheid als geheel op anti-democratische manier georganiseerd zijn en op zo'n manier dat de Eerste Wereld in elk opzicht bevoordeeld wordt. Op economisch gebied is het de G7-groep, de groep van de zeven belangrijkste industrielanden (Japan, Italië, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Canada en de VS) die de beslissingen neemt die de hele mensheid betreffen. De internationale rentetarieven, internationale handelsovereenkomsten, de internationale discontovoet, et cetera, dat alles wordt beslist door deze groep van zeven. Er zijn ongeveer177 staten in de wereld, dus hoe kan het dan dat zeven machtige staten van de Eerste Wereld beslissingen nemen op economisch gebied die gevolgen hebben voor iedereen. Er is geen democratische legitimatie voor, niemand heeft hen ooit gevraagd deze rol op zich te nemen. En niemand kan deze privé-club binnenkomen. Daar werken de principes van de formele democratie, "one state, one vote", niet. Het is maar een groep, een elite groep, een oligarchische elitegroep die beslist over de economische aangelegenheden van de hele wereld. Op politiek gebied vind je hetzelfde patroon. Het politieke instrument bij uitstek voor politieke zaken op wereldniveau is de Verenigde Naties en haar Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering is eigenlijk een plaats om te discussiëren en de publieke opinie te beïnvloeden. De macht ligt echter bij de Veiligheidsraad en daarbinnen ligt de macht bij vijf leden: VS, Engeland, Frankrijk, Sovjet-Unie en China. Ook dit is een volledig anti-democratisch lichaam, aangezien deze vijf landen een permanent vetorecht hebben, zodat ze elke beslissing van de 177 staten in de VN kunnen blokkeren. Hoe komt het dat deze structuur zo bestaat? Zij is een weerspiegeling van de machtsverhoudingen tussen kapitalistische landen en de socialistische landen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Drie kapitalistische landen tegenover twee socialistische landen. Dus je kunt hieruit afleiden dat 60 procent van de wereldmacht toen geconcentreerd was in kapitalistische landen en 40 procent in socialistische landen. Maar ook hier is er geen sprake van democratie. Er is geen enkele manier waarop de andere staten zich kunnen bemoeien met deze beslissingen. Zoals jullie gezien hebben in de oorlog tegen Irak kunnen deze beslissingen gevolgen hebben voor grote delen van de wereld. Hetzelfde zie je gebeuren op militair niveau. De NAVO is de enige overgebleven effectieve militaire alliantie onder leiderschap van de VS en haar strijdtoneel heeft zich natuurlijk uitgebreid over de hele wereld. De Europeanen zijn bezig hun eigen troepenmacht voor interventies op te richten en de Japanners zullen vroeg of laat zeker volgen. Ze zullen hun eigen nucleaire macht hebben, et cetera. En tot slot op cultureel en wetenschappelijk gebied heeft de Eerste Wereld altijd de culturele mechanismen voor informatieverspreiding en meningsvorming gemonopoliseerd. Hoe? Door middel van drie of vier multinationals in de massamedia die de wereld volledig domineren op het gebied van die informatieverspreiding en cultuur en door het monopoliseren van wetenschap in de Eerste Wereld. Zeer geavanceerde wetenschap natuurlijk en de meest geavanceerde wetenschappelijke gedachte is de technologie van de toekomst en het domineren van de wereldmarkt van de toekomst geeft een garantie voor welvaart. Samengevat: sinds 1492 bezit de Eerste Wereld de monopoliepositie wat betreft de meest geavanceerde productiekrachten en de meest geavanceerde technologie voor productie. Het heeft een monopoliepositie wat betreft de meest geavanceerde vernietigingskrachten, de meest geavanceerde militaire technologie en het monopoliseert de vaardigheden van wetenschappelijke analyse en indoctrinatie. Waarom? Om het systeem van l492 te handhaven, het systeem dat op een hiërarchische en anti-democratische manier is opgebouwd en dat de rijkdommen van deze landen naar het noorden laat vloeien. Stel nu dat deze analyses kloppen, wat is dan de politieke taak die daar uit voortvloeit? Wat kunnen we doen om deze anti-democratische wereldmaatschappij, die 80 procent van haar inwoners in ellende dwingt te leven te veranderen? We moeten het natuurlijk democratischer maken. De wereldmaatschappij moet op politiek niveau democratischer worden, de Veiligheidsraad van de VN moet hervormd worden. Economisch gezien bestaat er geen enkele manier om de buitenlandse schuld te betalen. Er is een volledige herverdeling van het wereldinkomen nodig. Er bestaat geen economische oplossing voor de huidige economische situatie in de Derde Wereld. Noch het neo-liberalisme, noch het conservatieve recept zullen ook maar iets voor de Derde Wereld doen. Liberalisme is altijd een recept geweest voor ideologische dominantie-doelen. Het is nog nooit een recept geweest dat door de kapitalistische machten gebruikt werd, omdat het enige wat het doet is nog meer vernietigen van de zwakkere staten in de relatie. Er is dus geen economische oplossing. Er bestaat enkel een politieke oplossing en natuurlijk een culturele. We moeten deze wereld hervormen en democratischer maken, zodat minderheden en kleine staten gehoord kunnen worden en hun cultuur kunnen bewaren binnen een pluriforme democratische wereldmaatschappij. Dit is natuurlijk een gigantische opgave. Stel je bent een gelovig mens, dan zeg je, "Nou, met de hulp van God lukt het ons wel", maar als atheïst, zoals ik bijvoorbeeld, wat zeg je dan? Wie zal het onderwerp van verandering zijn, want dit is duidelijk een kwestie van macht. Dit systeem ontstond door macht en het wordt in stand gehouden door macht. Dus, wie zal degene zijn die de macht krijgt om deze dingen te veranderen? Alleen de massa natuurlijk. Als je goed naar de geschiedenis kijkt dan zie je dat alle belangrijke veranderingen in de maatschappij teweeg zijn gebracht door de massa's. Hoewel, grote sociale veranderingen, diepgaande sociale veranderingen, zijn altijd vooraf gegaan door diepgaande veranderingen van ideeën. Wat je tijdens de renaissance in de vijftiende eeuw zag gebeuren, wat je bij perestrojka zag, is altijd hetzelfde mechanisme. Voordat mensen tot actie overgaan moeten ze eerst de situatie begrijpen en ze moeten een manier van verandering zien die haalbaar is, anders zullen ze niet in beweging komen. Dus, voor iedereen die deze ellendige wereldmaatschappij, die we vandaag de dag hebben, wil veranderen, bestaat de opdracht uit het creëren van een bewustzijn om deel te nemen aan deze gedachtenrevolutie, die bedoeld is om de mythe van dominantie te vernietigen die de Eerste Wereld de wereld in heeft geholpen. Dus, de opdracht is om bewustzijn hierover te creëren op wereldniveau, om een veranderingsbeweging op te zetten, die een beweging van de massa's moet zijn, anders bereikt het niets. Dit betekent voor de solidariteitsbeweging met de Derde Wereld dat we van een, in eerste instantie hulpverlenend type van solidariteit moeten overstappen op politieke solidariteit. Het charitatieve sturen van een klein beetje geld hierheen en daarheen, naar Ethiopië of Somalië of Nicaragua of waar dan ook heen, zal niets veranderen. Daar moeten we ons bewust van worden. Als je de situatie in de Derde Wereld drastisch wil veranderen dan is de enig overgebleven weg een nieuwe wereldmaatschappij en dat betekent dat we ons tot politieke solidariteit moeten wenden. We moeten de situatie zowel in de metropolen als in de Derde Wereld veranderen. Maar niet door, laten we zeggen, 12 miljoen in plaats van 1 miljoen te verzamelen. Dat zal niets veranderen, omdat er nooit genoeg geld zal zijn om de massa's in de Derde Wereld te geven wat ze nodig hebben en daarnaast is het niet de manier om er mee om te gaan, omdat de mensen in de Derde Wereld werken en hun eigen toekomst moeten opbouwen. Ze kunnen niet leven van de dingen die de Eerste Wereld hun geeft. Nu, voortvloeiend uit deze analyse, zijn onze praktische activiteiten in het forum gedurende de laatste vier jaar op dat doel gericht geweest. We hebben deze nationale bijeenkomsten gehouden waar we mensen bij elkaar brengen die op een praktische wijze hebben geprobeerd veranderingen teweeg te brengen. Velen hebben er een hoge prijs voor betaald met verbanning, met marteling, zoals de drie vrienden die hier aanwezig zijn, Nidia, Miguel en Ruben. Het zijn dus mensen die dingen hebben geprobeerd te veranderen en die hier uitgebreid en doordacht over hebben geschreven. Dit zijn niet zomaar een stel intellectuelen met wie je hier vandaag in discussie kunt gaan. Dit zijn mensen die in de praktijk hebben geprobeerd hun mond en hun werk in dienst van hun ideeën te stellen. Verder zagen we de noodzaak om een communicatiemedium te hebben om een dialoog te kunnen voeren met alle krachten in de Eerste en Derde Wereld over de vraag van het internationale systeem, de vraag van het vijfde eeuwfeest. Dit doen we via het blad "America, la patria grande", naar een uitdrukking van Simon Bolivar. Het wordt elke drie maanden uitgebracht en in 20 landen verspreid en we hebben veel verschillende soorten boeken gepubliceerd omdat we dachten, zoals ik al eerder heb gezegd, dat als we niet het bewustzijn creëren van hoe de zaak werkelijk in elkaar zit en hoe die veranderd moet worden, we niets zullen bereiken. Natuurlijk weet het systeem ook dat als je de ideeën van mensen kunt bereiken je dan gevaarlijk wordt. Zoals het handboek van de Contra's, geschreven in 1984 door de CIA, zegt: "Oorlog is politiek, dus je moet in de hoofden van mensen zien te komen, je zult hun hart en hun hoofd voor je moeten winnen en alleen mensen die jouw ideologie niet begrijpen krijgen de kogel. Mensen die niet met je mee willen werken moet je doodschieten". Dat zei de Contra in Nicaragua. Daarom hebben we problemen gehad om deze boeken gepubliceerd te krijgen, omdat het de eerste keer is dat het de "conquista" in haar ware gedaante laat zien, namelijk als een daad van staatsterrorisme. Wat gaan we in 1992 doen? Er zal een monument worden gebouwd in Puerto Real, de koninklijke haven die in 1486 werd gebouwd door de katholieke koningen voor de exploitatie van de overzeese territoria en de slavenhandel enzovoorts en samen met het gemeentebestuur van Puerto Real en het Spaanse nationale comité tegen het vijfde eeuwfeest en een aantal belangrijke mensen zullen we dit grote monument in 1992 tijdens een volkstribunaal onthullen. We verwachten dat er rond de 5.000 tot 7.000 mensen uit heel Europa bijeen zullen komen. Ook Noam Chomsky, Mario Benedetti, Pablo Milanes en Guayasamin zullen aanwezig zijn, zodat mensen uit de wetenschap, literatuur en kunst, die een verantwoordelijkheid hebben om de situatie te veranderen en mensen uit de Eerste en Derde Wereld hier samen aan kunnen werken.

Terug