De Peueraar 29, januari 1993

Auteur: Petra


(Ingezonden)

Wie overdrijft er nou eigenlijk?

Een belangrijk punt binnen radicaal-links is de strijd tegen seksisme. Alhoewel we ons ervan bewust zijn dat seksisme en (seksueel) geweld ook binnen onze kringen voorkomen, weten we ons vaak geen houding te geven als we ermee geconfronteerd worden. De redactie van de Peueraar plaatst een brief van Petra waarin zij vertelt wat haar overkomen is. Alleen al het feit dat wij deze brief gingen plaatsen wekte al grote beroering bij verschillende mensen. Als Peueraar willen we aandacht geven aan dit soort gebeurtenissen en de reacties daarop, reacties die we al eerder mee maakten in dergelijke situaties. We doen dit niet zozeer om mensen in het beklaagdenbankje te krijgen, maar om onze eigen rol in het geheel te bediscussiëren en hopelijk kan dit een preventieve werking hebben. De nadruk in Petra's verhaal ligt op haar eigen ervaringen. We hopen dat mensen willen schrijven hoe zij denken dat we het beste in dergelijke situaties kunnen handelen.

Ik noem dit stuk een ervaringsverhaal. Maar ik wil dat het meer is dan het verhaal van 1 vrouw, en 1 vent die iets misdaan heeft. Want het gaat niet alleen om ons. Het gaat er ook om hoe er in iedere andere situatie op vrouwen wordt gereageerd. En hoe er gereageerd wordt als bekend wordt dat er iets gebeurt, of is gebeurd, tegen de wil van een vrouw.

Zo'n vier jaar geleden ging ik alleen slapen en werd ik wakker van een man die heftig op me lag te bewegen. Ik vond het toen niet eens zo raar, ik sliep wel vaker met deze man. Ik was 17 en had besloten dat ik als vrouw twee mogelijkheden had. Of ik ging niet met mannen om. Of ik accepteerde dat mannen bij tijd en wijle, vooral in bed, volledig op zichzelf gerichte wezens zijn. In het Leidse kraaksientje ben ik toen geen man tegen gekomen voor een derde mogelijkheid: met elkaar omgaan zonder sexualiteit. Ik zag mijn sexualiteit als ruilmiddel, nuttig voor als ik met een man alleen wou zijn. En dat was reëel, dat was wat deze mannen wilden. Liefst zonder eerst te praten, al had je elkaar nooit eerder gezien. En zonder ergens anders aandacht aan te besteden dan het bevredigen van hun lusten. De feministische golven waren blijkbaar niet alleen aan mij voorbijgegaan, maar ook aan de, soms oudere, mannen. Door hun houding is mijn denken over seksualiteit beïnvloed tot ik zelfs deze manier van wakker worden niet zo vreemd vond.

Later heb ik hier nog met deze man over gepraat. Hij schaamde zich erg. Ook omdat hij vond dat hij sowieso niets lichamelijks met me had moeten doen in die tijd. Aangezien hij wist dat ik al slechte ervaringen had met mannen. En aan mijn houding kon merken - ik liet alles letterlijk over me heen komen - dat ik daar nog niet mee om kon gaan. Over dit gesprek was ik best tevreden. Ik vond hem toen best een bewuste man. Die wel wat fouten had gemaakt, maar ja, wie niet?

Zo'n anderhalf jaar geleden ging dezelfde man mee naar mijn kamer. Hij duwde toen zijn tong tegen mijn mond, wat hij bleef doen, ook al zei ik meerdere keren dat ik dat niet wou. Hij zei dat het automatisch ging. Ik was nog steeds erg beïnvloed door de mannen waar ik mee om was gegaan. Dus ik bleef rustig, en ging niet scheld,en gillen of wat dan ook doen dat effectiever zou zijn geweest, dan zeggen dat ik het niet wilde. Ik denk dat mijn houding toen te maken had met hoe er over het algemeen met vrouwen wordt omgegaan. Als je regelmatig niet de mogelijkheid krijgt om uit te spreken, of hoe dan ook niet serieus genomen wordt, dan ben je niet zo verrast als er niet naar je "nee" wordt geluisterd in bed. Dan is de kans groot dat je dat ook maar laat gebeuren.

Toen de man weer weg was ben ik een gedichtje gaan schrijven. Over bewuste praatjes die niets meer dan praatjes zijn. Ik heb het hem gegeven. De enige reactie was: "Goed gedicht, minder dat het voor mij is." Ik schreef het gedichtje ook in De Peueraar. Zonder zijn naam, want dat vond ik niet netjes om te doen. Lelijke dingen over mensen vertellen hoort niet. Vrouwen horen lief te zijn.

En nu ben ik het zat. Aanleiding was dat hij in De Invalshoek was en ik hem kneep, stel dat hij vaker zou komen. Hoe meer ik daarmee bezig was hoe bozer ik werd dat hij er allemaal zo makkelijk mee weg is gekomen. Terwijl ik er nog steeds mee bezig ben. Op zoek naar een manier er toch nog iets mee te doen ben ik dit gaan schrijven. In eerste instantie om hem zijn daad terug te geven, hem verantwoordelijk te stellen. En om de discussie over seksisme binnen radicaal-links weer eens aan te zwengelen. Daarvoor hoef ik misschien niet zijn naam te noemen. Maar ik denk dat het mensen meer zal raken als ik het wel doe. Ik hoop dat mensen dan meer over dit stuk na zullen denken. Bovendien wil ik het kwijt. Omdat het met mij is gebeurd,vind ik dat ik het recht heb ermee om te gaan zoals ik wil. Ik wil schrijven dat het over mij en X. gaat. (In de papieren Peueraar stond in 1993 de volledige naam. Nu, in 2001, achten we dat niet meer zinvol, de 'sien' van destijds is verdwenen, redactie.) Ik wil hem niet beschermen door zijn naam niet te noemen. Ik hoop dat er verder geen mensen zullen zijn die dit niet willen geloven. Want denken dat een man die je kent zoiets niet zou doen is toch wel erg naïef. Twijfelen of wat ik zeg dat er gebeurd is waar is, lijkt me wel het allerminste wat mensen kunnen doen in reactie op dit stuk.

Ik hoop nog een ding meer: dat andere vrouwen zich hierdoor gestimuleerd voelen om met hun verhaal naar buiten te treden. Op wat voor manier dan ook.

Reacties van Martijn, Ellen de Waard, Zonia, en Anoniem.

Terug