De Peueraar 29, januari 1993

Auteur: Han de Vogelman


(ingezonden)

Politiek zonder gevoel: wie zegt dat?!

"Los van de wat sikkeneurige toon die hij daarbij aanslaat staan er best wel een paar dingen in waar zinnig over te discussiëren valt. Ik doe dat nu niet; ik ga liever in op iets anders, iets waardoor ik Han's verhaal uiteindelijk erg zwak vond. Han lijkt namelijk een scheiding aan te brengen tussen moraal en politiek."

Na het lezen van je reactie op mijn kritiek op veganisme was het eerste wat in me opkwam: wat heb jij m'n artikel slecht gelezen. Het tweede was: je zal 'm wel gelezen hebben door een centimeters dikke bril vol vooroordelen. En als laatste: op deze manier maak je je er wel erg makkelijk van af!

Nergens in mijn artikel valt name lijk te lezen dat ik "gevoel" als niet politiek interessant bestempel. Dat ik me een politiek zonder gevoel zou kunnen voorstellen. Dat ik daarbij jouw gevoelens niet precies deel, lijkt me van een andere orde.

Om met je eigen woorden te spreken: "Gevoel is dus niet iets vaags en ongrijpbaars, maar kan door het denken beïnvloed worden". Wat ik in m'n kritiek op veganisme heb willen aangeven is onder andere dat in verschillende pleidooien voor veganisme de argumenten (het denken) vervormd worden opdat ze tot veganisme leiden. Om dat duidelijk te maken heb ik die argumenten moeten loskoppelen van de achterliggende moraal waarmee ze doorspekt waren. Er bleek dat die argumenten niet tot veganisme leiden als je geen veganistische moraal hebt.

Je kunt die argumenten in je reactie dan wel "mooi-meegenomen-argumenten" noemen, dat neemt echter nog steeds niet weg dat ze nog steeds niet kloppen, zelfs erg cynisch kunnen zijn. Je noemt bijvoorbeeld de wereldvoedselverdeling een mooi-meegenomen-argument omdat door het niet eten van dieren er meer planten beschikbaar zouden komen. Mij lijkt er echter niks mooi-meegenomen aan de huidige wereldvoedselverdeling, temeer daar het ondertussen als bekend mag worden verondersteld dat die voedselverdeling niks met de hoeveelheid voedsel heeft te maken maar, zoals het woord zegt, met de verdeling ervan. Daarmee is het zelfs voor veganisten niet meer mooi meegenomen.

Daarnaast betekent je eigen uitspraak: gevoel is dus niet iets vaags en ongrijpbaars maar kan door het denken beïnvloed worden, ook dat niet iedereen zich met afschuw afwendt als er een koe gemolken wordt. En dat hoeft dus niks te maken te hebben met meer of minder "meevoel-gevoel" of het verdringen daarvan. Ook ik (jawel) weet dat een koe pijn kan lijden of bang kan zijn. De koe zoals we die kennen lijdt echter niet per definitie pijn bij het melken of is daar bang voor. De huidige manier van landbouwen daarentegen leidt wel tot pijn en angst bij koeien. Daar hoef ik, denk ik, tegenover veganisten niet over uit te wijden. Zoals ik al in mijn vorige artikel schreef, gaat het er dus niet om dat mensen dieren gebruiken maar om hoe mensen dieren gebruiken. Geen gemiste kans dus, want daarin ligt de kern van ons meningsverschil en niet in welke waarde ik aan dieren toeschrijf.

Tot slot dit. Net zoals ik dat in andere artikelen voor veganisme tegenkwam, gebruik je als basis voor je denken het zogenaamde "meevoel-gevoel" in plaats van het bij links meer gebruikelijke begrip solidariteit. Ik vraag me af waarom. Solidariteit staat voor "bewustzijn van saamhorigheid en bereidheid de consequenties daarvan te dragen". In het begrip "meevoel-gevoel" zit daarentegen niks besloten over het dragen van die consequenties.

Ik kan erg meevoelen met de hongerenden in de wereld. Het maken van een analyse over hoe het komt dat er in deze wereld van overproductie mensen sterven van de honger, en samen met die mensen strijden voor verandering, is echter een tweede. Juist ook vanuit het nadenken over de consequenties van veganisme kwam ik in mijn artikel tot de conclusie dat het wel of niet consumeren van dierlijke producten, niks bijdraagt aan een verandering van de leefomstandigheden van dieren in onze landbouw. De consequentie die ik daaruit trok was dat het er om zal gaan in te grijpen op de politieke ontwikkelingen en besluitvorming in de landbouw.

Door deze conclusie af te doen als "klassiek economisme" en te vergelijken met hoe het mannensocialisme reageerde op feminisme, betekent dat je m'n artikel slecht gelezen hebt. Door je er zo makkelijk vanaf te maken vind ik je streven naar een diervriendelijkere wereld vrij ongeloofwaardig. En het kan dan wel zijn dat er allerlei soorten veganisten zijn, het veganisme als stroming die mensen wil overtuigen, blijft vooralsnog steken in meevoel-gevoel en bewust consumeren. Het geheel komt mij een beetje teveel over als struisvogelpolitiek; als ik maar geen vlees eet..., als ik maar niet racistisch ben..., als ik maar niet seksistisch ben..., dan heb ik een gerust geweten? En ondertussen dendert de wereld lekker door.

Natuurlijk, als veganist ben je hardstikke ongeloofwaardig als je de hele dag glazen melk naar binnen werkt. Als niet-veganist ben je dat echter niet en als je wil dat die koe waarvan je melk drinkt een levenswaardig leven leidt, dan zul je moeten zorgen dat er wat verandert.

Ik vind je echter net zo hard ongeloofwaardig als aan je veganistische ideeën geen goede analyse is gekoppeld en politieke strijd geen onlosmakelijk onderdeel is van je veganistische theorie. Verder zul je toch ook moeten beseffen dat jouw meevoel-gevoel niet voortkomt uit een soort 'ultiem' inleefvermogen in dieren ,en dat die dieren vooralsnog weinig baat hebben bij jouw veganistische praktijk.

Reactie van Rymke

Terug