De Peueraar 30, februari 1993

Auteur: Eric Krebbers en Gerrit de Wit


Dit artikel is een compilatie van artikelen uit Peueraar 30 tot en met 37.

Van mannenstrijd-interviews tot mannengroep

Wat vinden andere linkse mannen van mannenstrijd? Hoe kijken zij aan tegen mannenmacht? Hoe gaan linkse mannen om met het patriarchaat en hun bevoorrechte positie? Wat doen mannen die streven naar rechtvaardigheid daar tegen? Deze en andere vragen legden we voor aan 16 linkse mannen in onze omgeving, variërend in leeftijd van 20 tot 65 jaar. Het werden 16 interviews van elk een uur, afgenomen in de kroeg, een relaxte omgeving voor veel mannen. We stelden open vragen waarmee ze alle kanten op konden. Ze kregen de vragen niet van tevoren te zien. Voor ons was het van belang dat de mannen vrijelijk hun gedachten konden laten gaan, en datgene zouden zeggen wat het eerst bij hen opkwam. Sommigen wisten schrikbarend weinig te zeggen terwijl anderen overliepen van creatieve ideeën. We hebben gepoogd nogal uiteenlopende antwoorden samen te brengen tot iets dat een beeld geeft van wat linkse mannen over mannenstrijd denken. We hebben zoveel mogelijk hun eigen woorden gebruikt, maar werken niet met aanhalingstekens. Waar de gespuide ideeën te ver gingen hebben we enig commentaar toe gevoegd.

Machtsverhoudingen

Onze eerste vraag luidde stevast: "Zie je verschillen tussen de positie van de man en de vrouw op dit moment?" Daarop werd divers geantwoord. Vaak werd macht benadrukt, maar ook de economische verschillen en de ongelijke opvoeding werden genoemd.

Vrijwel alle mannen waren het erover eens dat mannen meer te zeggen hebben dan vrouwen, en dat deze machtsongelijkheid zich uitstrekt van de politiek tot de slaapkamer. Voorbeelden daarvan zagen ze met name in gezinnen en vergaderende groepen. Eén man zei dat mannen zich vaak achter structuren als deze verschuilen om vrouwen te overheersen. Hun macht is dan niet hun verantwoording, stellen ze dan volgens hem, maar komt voor rekening van omgeving. "Zo gaat het nu eenmaal, ik kan er ook niets aan doen". Een klein aantal mannen wijdde uit over de geschiedenis van de mannenoverheersing en spraken over het patriarchaat.

Veel mannen spitsten hun voorbeelden toe op de economische verschillen tussen de seksen. Mannen hebben hogere en beter betaalde banen en ze bezitten meer, zeiden ze. Mannen vind je meer in de hoger gewaardeerde technische vakken. En vrouwen die hoog opgeklommen zijn worden als manwijven gezien en bespot, zei iemand. Eén man benadrukte dat sommige mannen heel erg bevoordeeld zijn, en zowel vrouwen als arme en minder fortuinlijke mannen uitbuiten en overheersen.

Vrouwen vind je minder in de productie dan in de reproductie, het huishouden. Meerdere mannen noemden de druk op vrouwen om de zorgtaken te doen en de verantwoordelijkheid voor de kinderen op zich te nemen. In de media, zo stelde er een, wordt dat vrouw dan ook afgebeeld als de onderdanige en verzorgende oermoeder. Een ander zette daar tegenover dat het huishouden nu minder tijd kost en dat door de deeltijdarbeid de verdeling ervan (binnen het gezin) vergemakkelijkt is. Weer een ander noemde de slecht geregelde kinderopvang in Nederland. Als die er al is, dan hebben vrouwen daarvoor gezorgd.

De ietsje grotere gelijkheid op economisch gebied, die er volgens sommige mannen de afgelopen eeuw gegroeid is, heeft alles te maken met het kapitalisme. Een man maakte duidelijk dat de vergroting van de kans van vrouwen om zich te verhuren op de arbeidsmarkt slechts verwezenlijkt is omdat het kapitalisme meer werknemers nodig had. De grootste verschillen blijven. Volgens een ander zijn die verschillen als het ware een slechte gewoonte.

Over de opvoeding werden minder voorbeelden gegeven. De mannen zeiden dat de opvoedingsverschillen tussen mannen en vrouwen niet wezenlijk veranderd zijn. Nog steeds denken mannen bijvoorbeeld in iedere situatie tevoren dat ze meer in te brengen hebben, zei er een. Mannen denken nog steeds meer in termen van beheersing, zei een ander. Terwijl vrouwen meer zouden afwachten hoe iets zich ontwikkelt, een verschil dat je volgens hem goed kunt zien bij geboortes. De mannelijke gynaecoloog grijpt eerder in dan de verloskundige. Vrouwen zouden door hun opvoeding beter kunnen omgaan met emoties werd er meerdere keren gezegd. Ze zouden daardoor ook verder ontwikkeld zijn in hun relaties met anderen. Toch worden vrouwen, aldus 2 mannen, nog steeds door mannen voornamelijk op hun uiterlijk beoordeeld en gezien als genotsmiddel.

En seksueel geweld?

Enkele mannen wilden een onderscheid maken tussen de sekseverschillen in radicaal-linkse hoek en in de rest van de wereld. Eén man zei dat de seksen in linkse kringen nu gelijkwaardig zijn en dat het vooral elders mis is. Een ander vond dat mannen meer bereid zijn dan vrouwen hun gekraakte huis te beschermen in geval van nood. Gebruik van geweld vormt dan een scheidslijn tussen de seksen. Hij zei dat je bij misstanden eerder met geweld dient in te grijpen, en niet goedpraterig moet bezig blijven, zoals vrouwen dat aangeleerd is.

Over geweld gesproken. Het viel ons op dat bij deze eerste vraag niet één man seksueel geweld met name noemde. Een klein aantal verwees er indirect naar in algemeenheden ("van de politiek tot de slaapkamer"), maar bij een ruime meerderheid leek het structurele geweld van mannen tegen vrouwen niet in hun hoofd op te komen. Hoe zou dat komen? Een soort vergeetachtigheid, naïviteit, het mannelijk bewustzijn dat onbewust zorg wil dragen voor een positief zelfbeeld als mannen, of stelden wij niet de juiste vraag? Een tweetal mannen, die wij naar dit achterwege laten vroegen, zeiden dat seksueel geweld een vervelende ziekelijke uitwas is en dat het niet bij mannenstrijd past omdat het een bewuste daad van onderdrukking is.

Aangeboren, aangeleerd of opgelegd?

Onze tweede vraag luidde: "Denk je dat deze verschillen voornamelijk aangeboren of aangeleerd zijn?" Als voorbeeld van de aangeboren verschillen tussen de seksen noemden sommigen het "broedsgevoel" of het "vrouwelijke instinctieve verlangen naar kinderen". Ze haastten zich doorgaans om er aan toe te voegen dat dat niet betekent dat de vrouw dan alle zorgtaken op zich moet nemen, ofschoon één man erover twijfelde of de vrouw niet van nature toch liever die zorgtaken wil doen. Hij zei echter dat dat ook de opvoeding kon zijn. Hij had er nog niet zo over nagedacht. Geen van de mannen vond dus dat de samenleving ongelijk moet worden ingedeeld. Maar volgens tenminste één man diende de samenleving er rekening mee te houden dat mannen vanwege de jacht beter kunnen zien (dan vrouwen, die op hun beurt beter zouden kunnen horen) en meer seksuele lust hebben en opdringeriger zijn vanwege hun mannelijke hormonen. Vrouwen zijn volgens hem van nature afwachtender. Volgens hem is de mens de enige diersoort die haar/zijn biologische wortels misbruikt.

Een andere man dacht dat vrouwen vanwege hun ongesteldheid en dergelijke meer met hun lichaam bezig zijn, en makkelijker in hun vel zitten. Nog weer een ander zei dat je bij de geboorte al iets in je hebt van vorige levens. Eigenschappen zijn volgens hem dus aangeboren, maar niet in biologische zin. Als man kan je in je vorige leven een vrouw geweest zijn, meende hij.

Meerdere mannen meenden dat het enige aangeboren verschil de seksuele aantrekkingskracht tussen man en vrouw is. Eén daarvan zei dat je om dat goed te begrijpen eigenlijk bij dieren zou moeten gaan kijken. Tegelijkertijd zei hij dat hij al die onderzoeken niet geloofde en onzin vond. Eén man zei dat er veel aangeboren was, zoals je karakter, je intelligentie en mondigheid en dergelijke, maar dat die allemaal gelijkelijk over mannen en vrouwen verdeeld waren.

Een flink aantal mannen meende dat vrouwen van nature minder sterk zijn dan mannen. Een zei dat sommig werk daardoor voor hen te zwaar zou zijn. Dat werd tegengesproken door een ander die zie dat "vrouwenwerk" ook zwaar is, en dat vrouwen ook kunnen sjouwen. Hij voegde eraan toe dat hij zwaar werk sowieso niet ideaal vond voor mensen. Eén enkele man stelde het natuurlijke fysieke overwicht van de man ter discussie. Volgens hem wordt ook het menselijk lichaam gevormd binnen de menselijke cultuur. In samenlevingen waarin van vrouwen wordt verwacht dat ze groter en sterker zijn, zouden mannen wel eens het onderspit kunnen delven. Zelfs borstvoeding zou volgens hem onder andere maatschappelijke omstandigheden door mannen kunnen worden gegeven. "Er bestaat geen van nature."

Veel mannen vinden dat de menselijke aangeboren en aangeleerde kanten niet te scheiden zijn, maar dat veel aangeleerd is. Dat gaat via sprookjes, mythen, fabels en dergelijke. Tegenwoordig gaat dat ook via het speelgoed, de tv en spelletjes die kinderen spelen. Ook de ideeën over de andere sekse zijn aangeleerd, merkte iemand op. Hij meende trouwens dat hijzelf neutraal was opgevoed in een gezin met gelijkwaardige vader en moeder.

Volgens een aantal mannen is er geen natuurlijke manier van met elkaar omgaan. Mensen bepaalden dat altijd zelf, met elkaar. Macht is dus ook geen natuurlijk verschijnsel, ook niet die tussen man en vrouw. Eën man vond de tegenstelling aangeboren/aangeleerd bedrieglijk als het om maatschappelijke posities gaat. Die posities worden veeleer opgedrongen dan aangeleerd. Je lagere loon als vrouw is niet aangeleerd maar opgelegd. De wereld is ingesteld op de man, die geacht wordt de voorgeschreven paden te bewandelen. Een van de straffen op het je niet houden aan je rol is het uitgemaakt worden voor "mietje".

Opvallend dat sommige linkse mannen geloven dat het machtsverschil tussen man en vrouw sterk benvloed wordt door biologische verschillen. Zij nemen historisch gegroeide posities als uitgangspunt voor hun redenering, benoemen die als biologisch gegeven en geven daarmee in feite rechtvaardigingen voor de huidige situatie. Een voorbeeld daarvan is het idee dat vrouwen, die de zorgtaken via allerlei machtsprocessen toegewezen krijgen, die taken van nature zouden willen doen. Of het idee dat de seksuele aantrekkingskracht tussen mensen zich zou beperken tot het in onze samenleving verplicht gestelde mannetje/vrouwtje-model.

Daarop aansluitend meenden veel mannen dat die biologische verschillen en ongelijkheden niet het laatste woord hoeven hebben. Zij pleiten voor een samenleving die driften en instincten en fysieke verschillen beheerst. Het lijkt erop dat broedse vrouwen gedwongen moeten worden zich op de arbeidsmarkt te begeven en opdringerige mannen hard aangepakt moeten worden. Het spreken over instincten en over maatschappelijke controle erover leidt zo als vanzelf tot een hiërarchische maatschappij. Dit soort redeneringen werden eeuwenlang naar voren gebracht door voornamelijk mannen die het patriarchaat trachtten te rechtvaardigen. Een niet gering aantal linkse mannen is deze gedachtengang helaas nog niet ontstegen.

Voordelen en nadelen voor mannen

De derde vraag luidde: "Heb je als man voor- en nadelen bij de huidige machtsverdelingen tussen mannen en vrouwen?" Er werden heel wat voordelen genoemd. Mannen blijken soms tegen hun zin en soms heel bewust van hun positie te profiteren. Ook de nadelen kwamen aan de orde. Wederom bleef seksueel geweld buiten beschouwing en werd er over de slaapkamersituatie niet gerept.

Voordelen. Mannen zagen dat ze serieuzer genomen worden in groepen, maar ook met z'n tweetjes. Als je als man en vrouw samen gegeten hebt krijgt de man de rekening gepresenteerd. Mannen krijgen op veel gebieden weinig tegenwerking en kunnen een hoop maken. Eén man merkte op dat zijn grote lijf hem wel voordelen bood. Een aantal anderen liet het zich aanleunen dat hun vrouw meer in het huishouden doet en meer voor de kinderen zorgt. Wel zeiden ze bezig te zijn dit te veranderen. Doordat een man meer macht heeft, vulde een ander aan, krijgt hij meer zijn zin in de relatie (hij redeneerde vanuit hetero-relaties) en is hij vrij te kiezen voor zijn baan of studie. De vrouw moet dan meer zorgen. De man heeft zo meer kans op een goede baan (als je dat al wilt, en blank bent, zo voegde hij eraan toe). En dan zijn de banen waar mannen werken vaak ook nog hoger gewaardeerd. Een man merkte op dat het laf is als je die kansen tracht te benutten ten koste van je vrouw die haar buitenshuis werkende man als uitgangspunt ziet van haar leven, van haar keuzes. Voor wat dat werk betreft gaf één van de mannen aan dat mannen vrouwen kunnen manipuleren vanwege hun vaak hogere positie in bedrijven.

Er was echter ook een aantal mannen dat zei at ze dit soort voordelen niet bezaten. Eén zei binnen zijn relatie niet gemakkelijker gelijk te krijgen; drie anderen dat ze in het algemeen geen voordelen en macht bezitten, maar dat ze dat wel hadden kunnen hebben als ze het gewild hadden of anders van karakter waren geweest. Een vierde man zei het genuanceerder: hij tracht niet te onderdrukken.

Een klein aantal mannen zei zich veiliger op straat te voelen dan de vrouwen die ze kenden. Ze hebben minder last van naroepen en andere vormen van seksisme. Een tweetal mannen merkte op dat ze als gevolg van hun opvoeding ook voordelen hebben. De een zegt beter te kunnen functioneren als individu, hetgeen hij een voordeel vindt zolang het niet doorslaat. De ander zei dat hij geleerd had successen aan zichzelf te wijten en mislukkingen aan anderen. In ruzies met vrouwen denken beide seksen dat de schuld bij de vrouw ligt. Want zij heeft precies het omgekeerde geleerd: fouten moet je bij jezelf zoeken.

Vrijwel alle mannen merkten trouwens op dat iedereen, man en vrouw, alle menselijke eigenschappen bij zichzelf kan ontwikkelen, als we maar vrij gelaten worden. De volgens velen nu bij mannen meer ontwikkelde eigenschappen, zoals rationaliteit, worden helaas hoger gewaardeerd. Eén man stelde dat ook vrouwen rationeel zijn, en ook mannen verzorgend, maar dan op een iets andere wijze. Mannen uiten hun emoties meer in de kroeg en zorgen meer via het loonzakje dan door eten koken. Bovendien, zo stelde hij, moeten mannen oppassen rationaliteit niet te gaan onderwaarderen. Anderen bevestigden dat.

Vrouwen meer macht

Binnen links gaat een aantal van de voordelen niet op, meenden diverse mannen. Je kan in de 'scene' jezelf zijn. Met die 'scene' doelt men op het nogal op uiterlijk gerichte subcultuurtje van politiek en uitgaansleven dat zich radicaal-links noemt. Meer mannelijk of meer vrouwelijk, dat doet er niet toe. En in links groepen wordt je als man niet serieuzer genomen. Ook buiten deze subcultuur valt het volgens sommigen wel mee. Eén man zei dat hij nooit stoer hoefde te doen en dat hij best emoties mocht tonen. Ook was hij zich niet bewust dat mannen meer macht zouden hebben in groepen. Eén man meende zelfs dat binnen de 'scene' vrouwen meer macht hebben. Zij kunnen daar veel meer maken dan mannen. Het overhalen tot een vrijpartij door een vrouw wordt bijvoorbeeld getolereerd, als een man dat doet niet.

Ruim de helft van alle geïnterviewde mannen zag alle bovenstaande voordelen tegelijk als nadelen. Zij willen die voordelen in feite niet en zien ze als een nadeel in het streven naar meer gelijkwaardigheid in de wereld. Een man zei het als volgt: "De machtsongelijkheid is nadelig voor de samenleving als geheel en dus ook voor mij als individu, als man. Bakoenin zei: je bent pas vrij als iedereen vrij is."

De voordelen worden dus subjectief als nadelen beleefd. Er zijn ook meer objectieve nadelen. Bijna alle mannen baalden ervan dat er van hen verwacht werd dat ze initiatief nemen in relaties en gezelschappen, dat ze stoere Grolsch-mannen moeten zijn en niet mogen bloemschikken als ze dat zouden willen. Er wordt van hen verwacht dat ze carrière maken en (daartoe) emoties in gezelschap van andere mannen voor zich houden. Mannen moeten meedoen aan de leukheidscultus en een cynische babbel ontwikkelen met harde grappen. Slechts één man beweerde dat dat slechts voor een beperkte groep mannen gold.

Een aantal mannen zegt het te betreuren dat ze makkelijker met vrouwen dan met mannen hun ware emoties delen. Volgens andere mannen is daar geen sprake van. Er wordt betreurd dat mannen niet voor gezelligheid kunnen zorgen. Op het werk bijvoorbeeld nooit een bloemetje neerzetten.

Tot slot nog een tweetal specifieke nadelen. Twee mannen ondervinden nadelen van de positieve discriminatie, maar staan er toch achter. (Een derde vroeg zich af of vrouwen wel willen opklimmen gezien het gebrek aan succes van deze actie.) Een andere man vindt het een nadeel dat er van hem als buitenlandse man verwacht wordt dat hij vrouwen onderdrukt. Ook al doe je dat niet, dan nog behandelen mensen je alsof je het wel doet, en dat beïnvloedt je gedrag.

Alle mannen zagen deze verschillen als een probleem dat opgelost moet worden. Hoewel, eentje plaatste er de kanttekening bij dat hij het niet als probleem ervoer, maar wel iets wilde veranderen. Een andere man vond dat het met name in de Arabische landen een probleem was. Daar zou sprake zijn van keiharde onderdrukking, terwijl het hier milder is, meer een kwestie van gewoonte. Een gewoonte waar men zich bij heeft neergelegd. Deze man zegt via deze ietwat racistische redenering dat het elders erger is en indirect dus dat wij mannen hier relatief oké zijn.

Concluderend: de mannen zien veel voordelen, maar beleven die ideologisch als nadelen. Daarnaast werden er nadelen genoemd die voornamelijk op het persoonlijke vlak lagen, en ons inziens best te overzien zijn. Deze antwoorden wijzen erop dat de mannen niet echt ontevreden zijn met hun bestaan als man en zeker niet dagelijks tegen allerlei voor mannen opgeworpen hindernissen oplopen. De inzet lijkt ons vooral die van een moreel verontwaardigde. Boos omdat je beredeneerd hebt dat de situatie niet deugt. En boos door de verhalen en ervaringen van hun vriendinnen. Die hebben de mannen op dit gebied bewust gemaakt. Niks mis mee natuurlijk. Maar het heeft wel veel invloed heeft op de werkelijke motivatie van veel mannen om aan de mannenstrijd te gaan.

Vrouwenstrijd

"Wat vind je van de ideeën en werkwijzen van de vrouwenstrijd?" De mannen die iets wisten van de vrouwenstrijd gingen in op het "extreme" feminisme, het separatisme, feministische leuzen en de verworvenheden van jaren vrouwenstrijd.

Het merendeel, ruim de helft, van de mannen bleek feitelijk weinig tot niets van het feminisme te weten. Minstens vier van hen gaven toe zich niet zo in de vrouwenstrijd verdiept te hebben. Eén had er nooit over nagedacht, want dat leek hem niet nodig, een ander vond feministische boeken te dik, en weer een ander vond het allemaal nogal ver van hem afstaan als man. Het volledige antwoord van één man op de vraag luidde: "Ik weet er niet veel van, maar wat ik weet vind ik wel positief."

De andere mannen waren vaak goed op de hoogte. Er werden diverse stromingen binnen het feminisme besproken. Eén man zag bijvoorbeeld niet veel in het eco-feminisme omdat het hem in de rol van biologische man drukt, en ook niet veel in de "gematigde" sociaal-demokratische variant, maar voelde zich wél verwant met het radicale feminisme. Een andere man had veel sympathie voor het socialistisch feminisme, femsoc. Twee mannen noemden Naomi Wolf (van het boek over de schoonheidsmythe), waarbij eentje aantekende dat het een prima boek was, maar dat het wel goed aan hem gepresenteerd moet worden wil hij dit soort boeken lezen.

Over de verschillende feministische stromingen zei één man dat je, generaliserend gezien, kan zeggen dat het spectrum loopt van zich afzettende gefrustreerde vrouwen tot zijn moeder die zijn vader opvoedt. Deze opmerking brengt ons tot iets dat een flink aantal mannen nodig vond om goed duidelijk te maken: "Ik ben niet tegen het feminisme, maar het moet niet doorslaan..."

We hebben het over dat spookbeeld van het "extreme feminisme" dat veel rondwaarde door de interviews. Wat verstonden de mannen daaronder? Van die vrouwen die man worden. Of vrouwen die de positie van heersen van de man zouden willen overnemen. De man die dit laatste zei maakte onderscheid tussen emancipatie, of gelijkheidsstreven, en het feminisme, dat wil heersen, of dat volgens hem zegt te willen. Het probleem hierbij is dat het kleine groepje "extreme feministes" de grote groep genuanceerde vrouwen zou overschreeuwen. Overigens vond deze man extreme eisen om mee te onderhandelen tijdens het emancipatieproces op zich niet kwaad.

Ook werden "extreme feministes" gezien als de vrouwen "die met hun vingertje wijzen". De man die dit zei besefte dat wij ze als maatschappij zelf zo hebben gemaakt. Hij sprak van vrouwen die te ver doorslaan. Dat doorslaan is volgens één man binnen radicaal-links al gebeurd. Daar hebben de vrouwen het voor het zeggen. Bij conflicten grijpen ze bijvoorbeeld nogal snel terug op feministische man/vrouw theorieën om hun gelijk te krijgen. Geen man zal dan, volgens hem, nog zijn mond opentrekken.

Een andere man zei echter dat vrouwenstrijd nooit te ver gaat. Er valt geen speld tussen te krijgen, zo zei hij. Andere mannen vonden die hardline feministes, die krachtig, fel en radicaal zijn, fantastisch, logisch en begrijpelijk. Ook werd er gezegd dat het feminisme juist niet radicaal genoeg was, niet strijdbaar genoeg. Heksennacht en "25 november, de dag tegen geweld tegen vrouwen" spreken deze man meer aan dan gedichten lezen. Als de feministische woede zich tegen hem keert vindt hij dat prima, dan moet hij er over nadenken. Een andere man vond het ook niet erg om aan een kritische blik onderworpen te worden. Weer een andere man vond juist meer dat vrouwen niet te afstotend moeten werken ten opzichte van mannen, omdat ze ons toch voor zich moeten winnen. Hij heeft begrip voor de frustraties van vrouwen, maar ziet zichzelf niet als schietschijf.

Kortom: een flink deel van de geïnterviewden had het over "extreme feministes", zij het in positieve, zij het in negatieve zin. Soms was het "extreme feminisme" de enige vorm waarover men sprak. Wie die vrouwen nu precies zijn werd ons niet geheel duidelijk. Wel dat enkele mannen soms erg confronterende vrouwen gewoon afdoen als te extreem en daarmee de zaak als gesloten beschouwen.

Separatisme

Er werd nogal eens begonnen over het separatisme binnen de vrouwenbeweging. Niet altijd positief. Nadat in de eerste interviews bleek dat veel mannen daar nogal mee zaten, zijn we er in de daarop volgende interviews direct naar gaan vragen.

Eerst de positieve opmerkingen. Als je onderdrukt wordt als vrouw, dan zal je jezelf moeten organiseren en de macht over jezelf moeten terug veroveren. Je organiseert je niet samen met mannen tegen de onderdrukking door diezelfde mannen. Dat spreekt voor zich, zo zei een man. Als vrouwen apart praten over hun ervaringen met seksueel geweld, vonden een paar mannen dat ook heel begrijpelijk. In totaal liet ongeveer eenderde zich positief uit over het separatisme. Een drietal mannen zag er verder ook wel wat in. Vrouwen moeten niet op mannen gaan wachten, maar het separatisme moet wel liefst gepaard gaan met samenwerking met politieke actieve linkse mannen.

Veel mannen vonden separatisme daarentegen maar niets. Het is nooit goed je af te scheiden, zei men, en er werd gesproken over het "probleem van het separatisme". Er werd in de interviews meermaals betreurd dat '25 november' niet toegankelijk was voor mannen. Volgens sommigen zou separatisme leiden tot zwart/wit-denken. Twee mannen vonden het separatisme ronduit belachelijk. Sommige vrouwen willen dan niet eens meer met je praten. Je krijgt niet de ruimte meer om iets uit te leggen als man. Je wordt op één hoop gegooid met alle andere mannen. Deze mannen gaven aan best kritiek te willen, maar dan wél op een manier dat ze er iets mee kunnen. Twee anderen vonden dat vrouwen meer zouden moeten benadrukken dat de mannen en de vrouwen het samen moeten rooien. Tot slot vond één van de geïnterviewden dat er maar één goede vorm van separatisme was: die van de armen en onmachtigen, die zich samen organiseren tegen de machthebbers, de elite.

De potentiele verkrachter

Een aantal mannen begon, als antwoord op de vraag wat ze van de werkwijzen en ideeën van het feminisme vonden, met bespreken van feministische leuzen. Het persoonlijke is politiek, bijvoorbeeld. De man die dit noemde stond daar vierkant achter en zag in dat rechtvaardig en gelijkwaardig handelen in de privésfeer je meer mens maakt. Een andere slogan, namelijk "iedere man is een potentiële verkrachter", kon op aanzienlijk minder bijval rekenen. Twee mannen noemden deze leuze en voegden er meteen aan toe op hun daden beoordeeld te willen worden en niet op hun geslacht. Iedere vrouw is een potentiële moordenares, zei één van de twee, is net zo waar en net zo'n onzin. De ander zag er wel wat in. De realiteit van het seksueel geweld is altijd weer erger dan je al dacht, zei hij, maar ook denk ik wel eens: "de man", dat ben ik niet. De eerste vond dat seksueel geweld maatschappelijk geweld is. De maatschappij creëert dit soort mannen. Voor alle duidelijkheid voegde hij daaraan toe dat hij ze vanzelfsprekend wel verantwoordelijk hield voor hun gedrag.

Hier is duidelijk sprake van een knelpunt in het mannelijk bewustzijn. Het overnemen van een uit vrouwelijk perspectief kloppende leuze (je moet in principe oppassen voor iedere man) levert voor de man een problematisch zelfbeeld op en roept verzet op bij veel mannen. Zonder te ontkennen dat zo'n leuze voor vrouwen waar is, constateren mannen dat hij niet bijdraagt aan het opbouwen van een positief anti-seksistisch mannelijk zelfbeeld. Werken vanuit een al dan niet terecht schuldbesef kan geen zinvol uitgangspunt zijn voor mannen die willen veranderen. Hierop komen we nog terug.

Een aantal van de mannen wilde ook graag iets zeggen over de verworvenheden van het feminisme. Vrouwen hebben qua strijd meer bereikt dan welke beweging dan ook, zo stelde één man. Hij doelde op het bewust maken en op de aanval op de verburgerlijking van de samenleving. Ze hebben de structuren duidelijk aan de kaak gesteld. Anderen meenden juist dat er weinig bereikt was. Er is wellicht wat erkenning. Het is iets beter dan 100 jaar terug, maar de problemen, zo zei één van de mannen, zijn te moeilijk om snel op te lossen. En vaak te persoonlijk van aard. Hij vond dat het zeker bij migrantenvrouwen verkeerd aangepakt wordt. Je moet bij hen niet direct over de slaapkamer beginnen, zei hij.

Verder moeten vrouwen volgens sommige mannen wat actiever worden in de politiek, en de instituties induiken om die te hervormen. Ze moeten volgens anderen seksueel geweld meer aan de kaak stellen en meer naar buiten toe treden. En tot slot: één man vond het nodig Hedy d'Ancona als voorbeeld van een prima feministische vrouw te noemen.

De mannenstrijd

"Wat stel je je bij mannenstrijd voor? Op welke gebieden moet er gestreden worden?" Veel mannen wisten zich er niets bij voor te stellen. We waren vaak genoodzaakt enige ideeën naar voren te brengen, opdat we toch een een beetje beeld zouden krijgen hoe mannen hiertegen aan kijken. Vaak ontleenden we die ideeën weer aan wat andere mannen in eerdere interviews gezegd hadden. Er kwamen vier grote lijnen uit de interviews naar voren over een mogelijke mannenstrijd. Het streven naar vergroting van de eigen mannelijke mogelijkheden, het veranderen van de maatschappij, het helpen van vrouwen en het aanspreken van seksistische mannen om je heen. Veel mannen zien meerdere vormen wel zien zitten.

Drie mannen waren overigens faliekant tegen mannenstrijd omdat ze tegen strijd zijn in het algemeen. Ze willen de belangen van alle mensen meenemen en medemenselijk bezig zijn. Een andere man zag een probleem omdat hij niet direct solidair was met andere mannen vanwege hun gedrag. Weer een ander sloot solidariteit met machtige mannen uit, maar zag het verder wel zitten. Heel wat mannen doen echter liever met de vrouwen mee dan dat ze een eigen strijd beginnen. Collectieve strijd, dat is mannen én vrouwen, zei iemand. We moeten ons niet tegen elkaar uit laten spelen zei een ander. We moeten het samen doen was de tendens.

Een man, die zich mannelijke feminist noemt, voelde zich door vrouwen buitengesloten. Een andere man vond dat echter logisch: wij hebben niet dezelfde ervaringen en geschiedenis. Maar, als je niet solidair kunt zijn met andere mannen, én niet mee mag doen met de vrouwen, dan zit niet veel anders op dan maar individueel verder te gaan, opperden twee mannen. Wel wilden ze graag af en toe met een andere man over deze dingen praten. Georganiseerde mannenstrijd, daar voelen ze maar weinig voor.

Een man wil eerst zichzelf ontdekken en dan pas in een mannenstrijdgroep plaats nemen. Een andere legt er de nadruk op dat mannen eerst samen moeten bepalen hoe ze willen zijn, om dan meer naar buiten te treden en te zeggen: dit heb ik te bieden. Een andere man ziet in dit soort aanpakken juist een steeds verder isoleren van de dagelijkse politieke strijd op vele andere gebieden.

Ook wordt geopperd dat mannengroepen sowieso goed zijn, maar dat op den duur de deur wel weer open moet naar de vrouwen toe. Anders wordt de seksualiteit ontkend en vervolgens alles wat met seks te maken heeft als seksistisch gezien door mannen. En dat is niet eerlijk, want dan doe je afstand van je gevoel.

Verbetering van de eigen positie

Het zou misschien wel het meest motiverend zijn voor mannen om mannenstrijd te voeren als er voor henzelf ook verbeteringen in het verschiet liggen, in plaats van alleen de bevrijding van vrouwen. De opgedrongen mannenrol is het uitgangspunt bij deze vorm van mannenstrijd. Veel mannen voelen zich in een bepaalde positie gedrukt. Ze moeten de rol van initiatiefnemer vervullen en de stoere held zijn. Ze willen liever kwetsbaar durven zijn, met meer openheid naar hun eigen gevoel toe, met name met mannen onder elkaar. Een van de voordelen is dat vrouwen minder hoeven te dienen als praatpaal voor mannen, gaven er een aantal aan.

Mannen zeggen niet zo snel "ik ben een onderdrukker en dat is niet goed", zo zei iemand, maar willen wel vaak hun gedrag ter discussie stellen en meer 'vrouwelijke' waarden overnemen. En daardoor een prettiger leven gaan leiden. Een schuldgevoel als onderdrukker is zinloos en je kan ook niet verantwoordelijk zijn voor 5000 jaar vrouwenonderdrukking, zei er één. Wel moeten de eigen voordelen en vooroordelen te lijf worden gegaan, meenden enkelen. Eén geïnterviewde vind het praten over deze dingen prima, maar dan wel met bekende mannen. Dan is het minder eng om het scherm te laten vallen. Na de gesprekken over de opvoeding moeten we volgens hem weer met de vrouwen aan de slag.

Andere mannen kiezen liever voor het tweede spoor: het structureel veranderen van de maatschappij. Het herverdelen van bezit en macht. Strijd tegen de mannenmaatschappij, de door mannen gedomineerde maatschappij, is ook een vorm van mannenstrijd zeggen ze. De strijd als gezinshoofd of als arbeider tegen het geheel aan mechanismen, waartegen zowel mannen als vrouwen aanlopen in deze samenleving, is ook bevrijdend. En wel voor beide seksen. Deze vorm van mannenstrijd en bijvoorbeeld het feministisch separatisme sluiten voor een deel goed op elkaar aan, aldus deze mannen. De feministische anti-patriarchale theorieën, de theorieën over alle vormen van onderdrukking, moeten naar alle gebieden van de samenleving worden doorgetrokken. In de eenvoudige bewoordingen van één van de mannen: lief zijn voor vrouwen is niet voldoende, de maatschappij moet om.

Een derde weg gaven de mannen aan die er meer in zagen vrouwen te helpen met hun bevrijding. Drie mannen vonden zichzelf vrouwvriendelijk en wilden vrouwen duidelijk maken dat niet alle mannen hetzelfde denken en willen. Een van deze goede mannen stelde voor dat mannen trachten op hoge posities in de samenleving te komen om vervolgens vrouwen in de organisatie op te nemen. Een andere man wilde vrouwen aanmoedigen, helpen en bewust maken van hun krachten en rechten en machtsmiddelen. Hij was daar al actief mee bezig. Hij was daar al actief mee bezig. Hij is gewoon een mens die andere mensen helpt.

Deze en aanverwante denkwijzen kwamen we bij nog wat mannen tegen. Veel van hen spraken gedurende het interview steevast over de "achtergestelde positie van vrouwen" en "vrouwenonderdrukking" in plaats van over de machtspositie van de man, van henzelf. Zij spreken vanuit het perspectief van de vrouw. Dat is niet verbazingwekkend gezien het gebrek aan mannelijke anti-seksistische theorievorming. Nu nemen veel mannen relatief kritiekloos feministische theorieën over. Juist doordat die theorieën niet geworteld zijn in een mannelijke anti-seksistische praktijk en strijd blijven het ook puur theorieën. Theorieën waar mannen weinig mee kunnen. Mannelijk anti-seksisme wordt zo een aanhangsel van het feminisme. Op zich is dat voor de beginnende mannenstrijd niet gek. We kunnen veel leren van feministische vrouwen, en doen dat ook. Veel mannen komen met het anti-seksistische ideeëngoed in aanraking via feministische vriendinnen. Sommigen worden er met de neus opgedrukt. Een man benadrukte dan ook het belang van de ontwikkeling van een mannelijk anti-seksistisch zelfbeeld. En dan niet zo één als waarover een andere man het had toen hij stelde dat "anti-patriarchale" mannen vaak net vrouwen worden en denken "kijk eens wat een vrouw-vriendelijke man ik ben". Voor wat betreft een niet-te-softe en strijdbare identiteit lopen anti-seksistische mannen ver achter bij hun vrouwelijke tegenhangsters. De ontwikkeling ervan is nog niet eens begonnen, stelde iemand.

De vierde strategie die door de mannen genoemd werd was het reageren op het seksisme van de mannen om je heen. Het is onze historische taak de mannen te overtuigen, zo zei er één. We zullen elkaar moeten opvoeden, zei een ander. Meerdere mannen trachten seksistische grapjes bijvoorbeeld niet meer te tolereren door er altijd serieus op in te gaan en discussies uit te lokken. De vanzelfsprekendheid ervan moet worden doorbroken. Eén man zei dat Nederlandse mannen het op zich moeten nemen om bijvoorbeeld een Marokkaanse man iets over anti-seksisme te leren in plaats van het over te laten aan de Nederlandse vrouw. Hij sprak hier over een situatie op zijn werk, en had meegemaakt dat mannen eerder iets aannemen van andere mannen. Opvallend is hier dat hij het voorbeeld kiest van de Marokkaanse man. Het komt over alsof hij het seksisme lekker ver weg wil plaatsen. De Marokkaanse vrouw is al helemaal uit het plaatje verdwenen.

Soms lijkt het erop dat het stereotype van de verkrachter in de bosjes als beeld van dé slechte man vervangen wordt door het beeld van de mannelijke migrant als typisch voorbeeld van een seksist. Beide lijken hetzelfde doel te dienen, namelijk het kwade in de ander plaatsen waardoor je eigen positie buiten de discussie blijft.

Een kwestie van prioriteit

"Vind je dat mannenstrijd prioriteit verdient boven anti-racisme, anti-kapitalisme of ecologische strijd? Bijna iedereen vond dat al deze strijdgebieden met elkaar verweven zijn en elkaar kunnen overlappen. Het zou volgens sommigen gaan om de strijd tegen beheersing, onderdrukking en vernietiging in het algemeen (twee mannen benoemde deze begrippen als iets typisch mannelijks). Hierdoor zou je geen prioriteiten bij welke strijd dan ook kunnen leggen, maar zou een totaalstrijd gevoerd moeten worden. Een aantal mannen benoemde nog dat je deze totaalstrijd niet met mannen als aparte groep moet voeren, maar dat dit samen met vrouwen moet gebeuren.

Twee mannen leggen de prioriteit bij het anti-kapitalisme. Het kapitalisme wordt door hen gezien als de veroorzakende factor van machtsverschillen tussen man en vrouw, milieuvernietiging en racisme. Hierbij zei één man ook dat hij racisme een belangrijker issue vond dan vrouwenonderdrukking. Hij vond dat je al deze ongelijkheden wel mocht bevechten, mits er binnen het kapitalisme iets aan veranderd kan worden, maar dat het belangrijkste het kapitalisme zou zijn. Juist omdat dit veel veranderingen tegen zou houden. Eén man voelde er meer voor om de prioriteiten bij de bestrijding van het fascisme te leggen, omdat volgens hem vrouwenonderdrukking, milieuvernietiging en racisme onder de fascistische denkwijze vallen.

Een ander zag strijd meer zitten op het gebied van milieu en fascisme. Weer een ander vond dat je je alleen nog maar moet bezighouden met milieuvernietiging, omdat we anders allemaal kapot gaan. In het verlengde hiervan vond hij het dan wel een noodzaak om het kapitalisme, als grootste veroorzaker van de milieuvernietiging, ook aan te pakken. Omdat het feminisme al veel aandacht krijgt, vond deze man het belangrijker zijn prioriteiten ergens anders te leggen.

Een geïnterviewde merkte op dat deze anti-patriarchale strijd toch een heikel punt binnen links blijft. Veel linkse mannen zouden het als te confronterend beschouwen omdat het hen als man ook persoonlijk aan zou gaan. Deze confrontatie zou dan een stuk dieper snijden dan bijvoorbeeld de iets minder persoonlijke klassenstrijd. Hiernaast en misschien ermee samenhangend zou de linkse man nog steeds het liefst kiezen voor het bestrijden van het kapitalisme, met de gedachte dat de anti-patriarchale strijd dan wel een keer volgt, of dat met de vernietiging van het kapitalisme de positieverschillen tussen man en vrouw er ook niet meer zouden zijn. Maar, aldus de genterviewde, het patriarchaat bestond al lang voordat het kapitalisme zijn intrede deed.

Wij denken dat het seksisme zeker niet als sneeuw voor de zon zal verdwijnen als het kapitalistische systeem niet meer bestaat. Ondanks de ongeveer 5 6 mannen die wel prioriteiten legden bleek het merendeel het toch van belang te vinden een ongedeelde strijd te voeren. Maar doen deze mannen dit ook echt?

De inzet van mannen

"Als je jezelf al 'inzet' om de machtsverschillen tussen mannen en vrouwen te veranderen, doe je dat dan individueel of in groepsverband, én richt je jezelf dan op het veranderen van jezelf of op het veranderen van de maatschappelijke machtsverhoudingen?"

Veel mannen zeiden dat ze individueel die machtsverschillen probeerden te veranderen door bijvoorbeeld (zo) gelijkwaardig (mogelijk) met vrouwen om te gaan. Bijna niemand, op 3 na, deed iets in een georganiseerd groepsverband. Wel werd door de mannen verteld dat ze wel eens praten over het patriarchaat, mannenmacht en vrouwenonderdrukking met vrienden. Dit gebeurt dan in de kroeg, tijdens vergaderingen, op de werkvloer en met huisgenoten. Hierbij bleek dat de ene man zich meer in dit soort situaties in poogde te zetten om die machtsverschillen te veranderen dan de andere. Een aantal mannen vertelde dat ze met vrienden praten over mannelijk gedrag, seks, andere mensen afkraken en puntjes scoren. Twee mannen zeiden dat ze het liefst concreet over dit soort onderwerpen praten omdat dit persoonlijker en vatbaarder is. Hier kunnen ze meer mee dan met abstracte discussies.

Één man vertelde dat het een hele tijd kon duren voordat hij doorhad dat iets met vrouwenonderdrukking te makken had. Hierbij zijn vrouwen vaak nodig om iets in te gaan zien. Volgens deze man moet je dan ook toe kunnen geven dat je fout was, dat je zelf ook (gedeeltelijk) die machtsverschillen in stand hield. Stukje bij beetje kun je dan veranderen. Dit proces zou wel jaren duren: "het staat dan ook tegenover twintig jaar seksistische mannelijke socialisatie."

Één man vertelde dat hij in een groep wel eens negatieve grapjes over vrouwen maakte. Dit waren dan grapjes die hij niet meende, hij maakte deze meer om mensen uit de tent te lokken. Hij is zich ervan bewust dat grappen ideeën over vrouwen in stand kunnen houden. Daarom maakt hij alleen grapjes in bekende groepen waarvan hij weet hoe de anderen over vrouwen denken. Verder vertelde hij dat hij zijn vrienden erop uitzoekt: met mannen die niet vies zijn van vrouwenonderdrukking wil hij niets te maken hebben.

Ben je meer bezig met het veranderen van jezelf of de maatschappelijke verhoudingen? Daarop kwamen globaal twee antwoorden. Sommige mannen zeiden dat ze nog veel met zichzelf bezig waren. De rest vertelde dat je het veranderen van de maatschappij en jezelf niet los kunt zien. "Het is onzin om dingen maatschappelijk te bestrijden en jezelf hierbij te vergeten." Deze mannen vonden dus ook dat je die maatschappelijke machtsverhoudingen moet veranderen.

Hoe ze dat deden, en of ze de verhoudingen echt probeerden te veranderen, werd ons niet duidelijk uit de interviews. Integendeel, we kregen wel eens het idee dat er weinig actiefs gebeurd. Het bleef wat de strijd tegen de maatschappelijke verhoudingen betrof vaak bij mooie woorden die niet echt omgezet worden in daden. Daden zoals het schrijven over het patriarchaat, of seksistische reclamezuilen vernietigen, of dat mannen ernaar streven om meer vrouwen binnen politieke groeperingen te krijgen of dat ze zichzelf bijvoorbeeld soms terugtrekken hieruit ten behoeve van vrouwen. Het bleef allemaal een beetje steken. Dit bleek des te meer toen we deze vraag over individuele of maatschappelijke strijd specificeerden tot: "Vind je dat je er genoeg aan doet?"

Een aantal mannen zei wel wat te doen. "Zeker met mezelf en vrienden." Eén man was elke dag in grote lijnen bezig is met anti-seksisme. Een ander zei dat hij een jaar geleden nog wel actief met anti-patriarchale strijd bezig was. Hij stelde zichzelf vragen, stelde anderen vragen, was bezig met een mannengroepje en had pogingen ondernomen om seksistische reclamezuilen te beplakken met kritische stickers. Alle mannen zeiden dat ze te weinig doen met de anti-patriarchale strijd. "Je doet nooit genoeg" of "Je hebt eigenlijk pas genoeg gedaan als de machtsverschillen tussen man en vrouw verdwenen zijn". Hieronder een aantal antwoorden of gedeelten daarvan op de hierboven gestelde vraag.

Mwoah, ik houd me op de hoogte van actuele feministische discussies, maar zou meer willen weten over hoe het met de lesbische strijd staat. Mwoah, ik ben er wel veel mee bezig, maar zou meer gezamenlijke discussie willen over de positie van de witte man. Nee, het heeft op het ondernemende en bewustzijnsniveau bij mij niet zo'n voorrang. Nee, ik heb er ook te weinig tijd voor en kies op dit moment voor iets anders. Nee, ik wil meer over mezelf als man weten en meer op seksistisch gedrag van mannen reageren. Maar daar heb ik het lef nog niet altijd voor. Nee, ik zou meer moeten weten én lezen. Nee, ik zou meer activiteiten kunnen ontplooien, maar wat? Nee, ik zou er meer over kunnen praten, maar ik heb hier niet altijd de energie voor. Nee, ik weet er nog veel te weinig van. Nee, ik zou meer moeten doen, maar hoe? Nee, binnen mijn werk hou ik me er wel mee bezig, maar verder ook niet echt. Nee, ik verzet me niet echt tegen het patriarchaat, omdat ik me meer verzet tegen racisme en fascisme.

Eigen parochie

Eén man zei ook nog dat hij de huidige strijdwijzen van vrouwen preken voor eigen parochie vond. Als mannen zich ook met de anti-patriarchale strijd bezig zouden gaan houden, zou hij hetzelfde zien gebeuren. Dit zou te weinig verbredend zijn en dus volgens hem te weinig nut hebben. Hij zou dus ook niet aan mogelijke verdere activiteiten willen deelnemen.

De meeste mannen zeggen dat je geen prioriteit bij een strijd kunt leggen, maar dat je een totaalstrijd moet voeren. Maar de meeste mannen leggen toch prioriteiten. De meeste mannen voeren wel actie tegen milieuvernietiging, racisme, oorlogen en kapitalisme, maar niet tegen het seksisme. De meesten verdiepen zich in alles via boeken, discussiedagen, lezingen, maar niet in seksisme. Tevens organiseren mannen van alles, maar niets wat betreft de patriarchale verhoudingen. Terwijl dit toch in die totaalstrijd zou moeten vallen volgens diezelfde mannen. Of zou hiermee bedoeld zijn dat binnen de strijd tegen het kapitalisme, fascisme en milieuvernietiging wel eens over seksisme gepraat mag worden, mits er tijd voor is. Het lijkt er toch sterk op dat mannen het punt seksisme en patriarchaat nog niet echt serieus nemen en liever overlaten aan vrouwen, in ieder geval het openlijke verzet hiertegen.

De mannenstrijd en de perspectieven

Veel mannen gaven wel aan meer te willen doen met de anti-patriarchale strijd. We stelden dan ook de vraag: "Wil je meedoen aan acties, thema-avonden en discussieavonden over mannenstrijd?"

De meeste mannen zeiden "ja", mits het onderwerp en de vorm waarin het gebeurt aanspreken. Een aantal zag het zitten om iets te doen met discussie- en/of thema-avonden, om zo meer kennis en ideeën te vergaren. Zo waren twee mannen geïnteresseerd in wat nu het mannelijk aandeel is in de anti-patriarchale strijd en hoe vrouwen ertegen aan zouden kijken als mannen zich meer op dit gebied gaan roeren.

Anderen zouden zich dan het liefst op het concrete actiewerk storten. Als mogelijke actie noemde men seksistische reclameborden. Ook noemde men het vormen van een mannenblok in bijvoorbeeld een demonstratie tegen seksueel geweld of het houden van een soort heksennacht door mannen, waarbij mannen op straat laten merken het geweld tegen vrouwen ook niet meer te pikken.

Een ander belangrijk punt was dat als er iets samen met mannen gebeurd dit geen navelstaarderij moet worden. Geen zielige man spelen die alleen maar gaat vertellen hoe slecht, bedorven en mannelijk hij wel is, maar meer uitgaan van de bestaande machtsverschillen en hoe deze (door mannen) aan te pakken zijn. Een aantal mannen zou het liefst iets organiseren samen met vrouwen. Een man zei dat dan de wat radicalere vrouwen waarschijnlijk niet zouden komen. Een ander zei dat het wel eens goed kon zijn om apart te strijden, omdat mannen anders klakkeloos vrouwentheorieën over gaan nemen in het kader van het sociaal wenselijke gedrag.

Enkelen zouden ook wel iets willen organiseren maar dan wel samen met anderen. Enkele anderen vonden dat je bijvoorbeeld discussie-avonden wel zachtjes moest laten starten. Een beetje rustig beginnen, omdat het hen ook wel eng leek. Een groot aantal mannen zou het ook wel prettig vinden als anderen het voortouw zouden nemen.

Weer een ander zou niet echt iets willen doen vanwege tijdgebrek en omdat hij al zolang met machtonmacht bezig is geweest, dat hij het wel gezien heeft. Weer een ander zou er sceptisch tegenover staan.

Conclusies

We hebben uit de antwoorden 5 discussiestellingen gedestilleerd.

1. "Ik ben tegen alle vormen van onderdrukking en allemaal bestrijd ik ze. Maar ik kan natuurlijk niet aan alles tegelijk werken. In de praktijk heeft het antiracisme prioriteit." Tot op heden hebben linkse mannen zich nog nauwelijks actief bezig gehouden met anti-seksisme. We zeggen dat totaalstrijd belangrijk is, maar in de praktijk verdwijnt het bevechten van mannenmacht vrij geruisloos uit het beeld. Hoe komt dat? Brengt deze strijd uiteindelijk toch te veel nadelen voor de eigen positie met zich mee? Is het onmogelijk om solidair te zijn met andere mannen, zoals vrouwen toch op basis van hun gezamenlijk onderdrukt zijn solidair kunnen zijn met andere vrouwen? Valt met de omverwerping van het kapitalisme ook de basis van de mannenmacht vanzelf weg? Als we allemaal dezelfde keuze maken om niet veel te doen, is er dan nog wel sprake van een individuele keuze of worden we grotendeels bepaald door onze mannelijke ideeën dat het allemaal wel goed met ons zit?

2. "Feministische vrouwen zijn soms toch wel te radicaal." "Je hebt van die mannen die in hun anti-seksisme halve vrouwen worden, zo soft." De twee stereotypen achter dit soort opmerkingen weerhouden ons van een echte anti-seksistische mannenstrijd. Niemand heeft toch zin om gezien te worden als softie? Softies zijn niet strijdbaar en dat staat op gespannen voet met het bewust en zelfstandig leven dat linkse mannen over het algemeen belangrijk vinden. Wat zou een identiteit voor de mannenstrijder, de mannelijke anti-seksist kunnen zijn? Strijdbaar en teder tegelijk, rationeel en gevoelig?

3. "Als iedere man een potentiële verkrachter is dan is iedere vrouw een potentiële moordenares." Mannen reageren heftig bij kreten als "Public castration is a good idea" en "Iedere man is een potentiële verkrachter." Zijn dit nu belachelijke uitspraken of voelt de man zich dan in zijn manzijn aangetast? Volgens ons heeft dit alles te maken met het gebrek aan theorievorming over seksisme uit een mannelijk perspectief. Voor vrouwen kunnen deze uitspraken kloppen, het sluit aan bij hun beleving van hun positie in de samenleving. Voor mannen zou een andere beschrijving van de realiteit beter kunnen aansluiten bij de beleving. Natuurlijk zijn velen onder ons (potentiële) verkrachters, maar veel aanknopingspunten bieden dergelijke uitspraken niet voor een krachtig verzet tegen die mannenpraktijken. Een schuldgevoel dat je van nature niet deugt kan toch geen uitgangspunt zijn voor een succesvolle verandering. Kortom, er is mannelijke theorievorming nodig. Niet alleen de vrouwelijke versie van het anti-seksisme napraten.

4. Vrijwel geen enkele man sprak over het concrete geweld tegen vrouwen. Dagelijks zijn miljoenen vrouwen het slachtoffer van seksueel geweld en dat begint al op heel jonge leeftijd (seksuele kindermishandeling). Is dit een moeilijk punt in onze bewustwording? Biedt het bewust worden van dit gegeven een belangrijk uitgangspunt voor mannenstrijd?

5. Anti-seksistische mannenstrijd zou binnen de linkse beweging gewoon een van de strijdpunten moeten zijn, bijvoorbeeld in de vorm van:

- een discussiegroep, een echte mannengroep dus die zich structureel bezighoudt met het bepalen van een mannelijke anti-seksistische politiek. Daarbij is het dan een complex punt hoe de verhouding tussen het persoonlijke en politieke vorm krijgt. In het verleden is er al eens een mannenbeweging aan het navelstaren ten gronde gegaan. Anderzijds is een mannengroep die haar eigen leden buiten schot laat natuurlijk een onzinnig gegeven.

- een actiegroep die gericht acties voert en demonstraties en dergelijke organiseert tegen seksistische thema's. Een veel genoemd voorbeeld is het aanvallen van seksistische reclames die een scheef beeld van de mannelijke en vrouwelijke mens presenteren. De reclamewereld speelt op onze mannelijke socialisatie in door produkten aan te bieden die vergezeld worden door seksistische afbeeldingen. Een mannengroep zou met het aanvallen van dergelijke reclames anti-seksisme en anti-kapitalisme kunnen verenigen. Ook zouden er op gezette tijden posters geplakt kunnen worden.

- een discussieplatform waarop, zeg eens in de twee maanden, mannen bijeen komen om te praten over een thema. We denken aan theorievorming, over werk, onze strijd, ons persoonlijke leven. Iedereen kan dan vanuit zijn eigen praktijk praten over vragen als: "Hoe gaan de mannen in jouw groep om met machtsverschillen tussen mannen en vrouwen?" en "Hoe ga je om met de verhouding werk/privéleven, hou je dat strikt gescheiden?" en "Als je op je werk en/of strijd aan theorievorming doet, een analyse maakt, zijn vrouwen dan weer in dat verhaal een op het laatst snel bijgevoegde paragraaf, en komt de positie van de man überhaupt aan de orde?" De ideeën die op zo'n platform ontwikkeld worden neemt ieder dan voor zich mee naar zijn dagelijkse situatie om er wat mee te doen.

Een beginnende mannengroep

We zitten met 8 mannen rond de tafel om te praten over de 5 stellingen. Dat we als mannen onderling niet al te vaak met elkaar over het patriarchaat gesproken hadden, bleek direct. We kwamen niet verder dan de eerste stelling over mannensolidariteit. Kunnen mannen solidair zijn met andere mannen, zoals vrouwen toch op basis van hun onderdrukt zijn solidair kunnen zijn met andere vrouwen? Het is onmogelijk om solidair met alle mannen te zijn, aangezien mannen een andere machtspositie bezitten waarvan de meesten nog grof gebruik maken ook. Mannen zijn structureel gezien niet de onderdrukten, maar de onderdrukkers, en solidair met onderdrukkers willen we niet zijn. Alhoewel we zelf ook wel eens onderdrukkende trekjes kunnen vertonen. Het is wat ingewikkelder als we het hebben over mannen die zich op wat voor een manier dan ook inzetten tegen de bestaande machtsverhoudingen. Dan kun je solidair zijn met de strijd die een man voert (bijvoorbeeld strijd tegen cityvorming), maar dan hoef je nog geen solidariteit met de man zelf te voelen. De kans dat de man in dit voorbeeld in meer of mindere mate seksistisch is, is namelijk niet ondenkbeeldig. Het wordt dan heel moeilijk om de man in zijn strijd nog te steunen, en hoe ga je daar zelf dan mee om? Van veel (strijdende) mannen weet je zelfs bijna niet wat voor een vrouw-manbeeld zij hebben. Sta je zometeen naast elkaar op de barrikaden, en dan bemerk je opeens wat voor een machootje je kameraad is. Oei!

Je kunt in ieder geval wel met die mannen solidair zijn die strijden tegen de machtsverhoudingen, inclusief het patriarchaat.

Alléén een strijd tegen het kapitalisme, als één van de belangrijkste instandhouders van het patriarchaat, is niet genoeg. Als de sociale revolutie komt, zal het waarschijnlijk toch van de kracht van de vrouwenbeweging afhangen in welke mate de vrouw-man verhoudingen veranderen. Als je namelijk de samenleving en zijn patriarchale machtsstructuren bekijkt, kan een mannenbeweging nooit zo invloedrijk worden om voldoende tegenwicht te bieden aan die structuren. Vrouwen zullen die macht moeten nemen.

Kijk je daarentegen naar de relatiesfeer, dan is het makkelijker om de macht die informeel toch wel aanwezig is te verdelen, of om gedragingen van jezelf te veranderen. In komende mannenbijeenkomsten willen we zowel aandacht besteden aan de relatiesfeer als aan de patriarchale machtsverhoudingen.

Werkomgeving en thuisfront

In zekere zin zijn mannen ook niet vrij. Mannen worden ook op een bepaalde manier opgevoed. Zo wordt mannen bijvoorbeeld aangeleerd dat zij kostwinner moeten zijn. Dit zou een machtspositie en status opleveren. Maar het betekent ook dat mannen op de werkvloer door de baas onderdrukt worden, alhoewel dat door sommige mannen niet zo ervaren wordt. Op de werkvloer heeft de man dan meestal wel weinig macht, op het thuisfront aangekomen kan hij wel weer de macht over de vrouw nemen; hij kan bepalen wat er met 'zijn' verdiende geld gaat gebeuren. Nu is het weer de vrouw die afhankelijk is van de grillen van de man. In individuele gevallen hoeft dit verhaal natuurlijk niet op te gaan.

In de situatie van het kostwinnerschap zijn de laatste jaren wel veranderingen gekomen. Naast de traditionele gezinnen onttrekken steeds meer mannen zich aan het kostwinnerschap en verlaten het gezin. Hierdoor ontstaan meer één-oudergezinnen, waarbij de man niet altijd de alimentatie betaalt. Voor vrouwen is het moeilijk om zich tegen dit soort praktijken te verweren, omdat zij anders weer op een vervelende manier met de man geconfronteerd kunnen worden. Tot zover dit verslagje.

Hoe verder?

Hoe nu verder met de mannenbijeenkomsten? We besloten tot een openbaar discussieplatform, waarbij we eens in de twee maanden bij elkaar zullen komen rond een bepaald thema. Van hieruit willen we structureel bezig zijn met het bepalen van anti-seksistische mannelijke politiek. De bedoeling is dat we naast de discussies ons op den duur ook bezig gaan houden met concrete acties, dat we als groep naar buiten zullen treden.

Naschrift: De mannengroep is na ongeveer een jaar gestopt, nadat de een na de ander niet meer kwam.

Terug