De Peueraar 31, maart 1993

Auteur: Eric Krebbers


Volkscommissaris knuffelt genenboer

Genepharming ter discussie in gemeenteraad

Genepharming is omstreden. Het biotechnologiebedrijf dat aan koeien sleutelt haalt regelmatig de krant. De Peueraar schrijft ook al zo'n anderhalf jaar regelmatig over de geestelijke vaders van Herman, het genetisch gemanipuleerde stiertje. Het is de bedoeling dat zijn vrouwelijke nakomelingen bestand zijn tegen de gebruikelijke overbemelking in de bio-industrie. Toen het bedrijf besloot uit te breiden dienden De Invalshoek en een aantal andere organisaties bezwaarschriften in. Daarover lees je meer in Peueraar 27 en 28. Deze maand een verslag van de behandeling van het bezwaarschrift van De Invalshoek in de commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Afdwalende gedachten

"Mag ik even uw aandacht? De vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening begint een half uur later dan gepland. Onze excuses daarvoor." Deze koele opmerking komt uit de mond van een onpersoonlijke ambtenaar, die ons verder met onze gedachten alleen laat. Met nog een paar verontruste burgers zitten we achter in het zaaltje, daar boven in het Gulden Vlies. Beroofd van een half uur van ons leven, blijven we voor ons uitstaren, enigzins onthutst over zoveel arrogantie. We waren toch echt om acht uur 'uitgenodigd' om onze bezwaren nog eens toe te lichten. Dat staat op de brief in mijn binnenzak.

Aan de andere kant van de ruimte staat een groepje gestropdaste en in diverse kleuren colberts gestoken architecten een sociaal praatje af te steken. Zij staan na Genepharming op de agenda. Ze zullen hun plannen ontvouwen om het Vrouwenkerkplein vol te bouwen. Het is de aanwezigheid van dit soort mensen die maakt dat ik me niet erg thuis voel, hier. Daar zitten we dan, stilzwijgend toe te kijken naar de vertegenwoordigers van de techneutenklasse die zich het recht toeëigent onze stad in te richten en daarmee ons leven te bepalen. Het zijn techneuten, net zoals de stadsbestuurders techneuten zijn. Mensen die overheidsregeltjes toepassen met een haast wetenschappelijke precisie. Daar zitten we dan, in hun domein te wachten op hun toneelstuk. We gaan met z'n tweeën de confrontatie aan met de gemeente. We houden onszelf voor dat het allemaal maar een stelletje domme slippendragers van staat en kapitaal zijn, maar echt helemaal gerust stelt dat ons niet.

Ach, het hoort erbij, die vage angst. We willen dat er aandacht is voor de hele shit die met de ontwikkeling van biotechnologie samenhangt. Onze actie tegen Genepharming heeft al enige aandacht gekregen. Twee Leidse kranten hebben er flinke artikelen aan besteed. En vandaag dan de commissie Ruimtelijke Ordening. We willen een brede maatschappelijke discussie over biotechnologie in Leiden. Dat zullen we ook straks aankaarten.

Maar eigenlijk willen we geen discussie die opgezet is door de gemeente, en die als een soort propagandastunt voor biotechnologie gaat functioneren. Of als een schaamlap voor een ondemocratisch beleid, zoals destijds het geval was bij die andere brede maatschappelijke discussie, die over kernenergie. Wat we echt willen is een brede maatschappelijke verbntwaardiging. Het is immers maar de vraag of zo'n discussie zin heeft, er valt binnen het kapitalisme toch niet te praten over het al dan niet democratisch beslissen over economische zaken. Een breed gedragen verontwaardiging... de realiteit wil dat we hier vanavond slechts met zijn tweeën zitten. Maar toch, we weten dat er mensen achter ons staan. Niet hier, vanavond, niet letterlijk. Maar wel buiten. Op weg hierheen kwamen we bijvoorbeeld diverse mupies tegen die gevuld waren met posters van de Dierenbescherming. De tekst luidde: "Binnenkort met blond haar en blauwe ogen?", daaronder een foto van een enorme koeiekop.

Een pleidooi

Het is half negen en nog geen raadslid te zien. Zullen we weggaan en ze de pokken laten krijgen met hun theater, vragen we ons af. Maar als de raadsleden een kwartier later binnendruppelen, wethouder Van Rij voorop, zitten we er nog. Vastberaden en vol gepaste woede. We krijgen direct het woord en mogen onze bezwaren nog eens 'toelichten': "Met de nodige verbazing en stijgende verontwaardiging", zo staken we van wal, "lazen wij de notitie ten behoeve van de raadscommissie, die geschreven is door een ambtenaar over ons bezwaarschrift."

De tekst van ons bezwaarschrift is door hem of haar in slechts 7 zinnen samengevat. De uitnodiging die we begin van de maand ontvingen ging vergezeld van een zogenaamde nota waarin onze bezwaren bijzonder gesimplificeerd werden weergegeven. Onderdelen van ons betoog met betrekking tot het patentrecht waren gewoonweg geschrapt. We vroegen ons dus af wie zich het recht had toe geëigend ons bezwaarschrift samen te vatten zonder met ons te overleggen, en bovendien vervolgens anderhalf A4-tje vol te pennen met de bedoeling ons verhaal te weerleggen. Zou de politieke voorkeur van deze ambtenaar bekend zijn? De commissie leden gaven echter desgevraagd aan de originele versie ook gelezen te hebben.

In het betoog van de overijverige, maar o zo secure ambtenaar lazen wij de volgende passage: "Op plaatselijk niveau heeft De Invalshoek voldoende gelegenheid gekregen haar bezwaren naar voren te brengen tegen het toewijzen van gronden aan bedrijven als Genepharming." Er waren al eerdere inspraak-procedures geweest, met andere woorden. We vervolgden onze 'toelichting' met een reactie op deze beweringen: "In het commentaar op deze bezwaren wordt uitgebreid weergegeven dat de gemeente alle voorgeschreven regeltjes netjes heeft uitgevoerd. Valt de gemeente dan ook niets te verwijten? Bij een technocratische invulling van democratie niet. Daaruit volgend is de gemeente een instituut dat aan wat regeltjes moet voldoen, maar democratie eigenlijk niet serieus neemt. Een gemeente die democratie wel serieus neemt zal toch moeten beseffen dat, wil er van serieuze inspraak sprake zijn, de bevolking moet weten waarover ze kan inspreken. Als de gemeente dus dit soort bedrijven als Genepharming binnen haar grenzen haalt zal ze het aan zichzelf verplicht moeten zien een grootscheepse voorlichtingscampagne en een brede maatschappelijke discussie op touw te zetten. Onderzoeken hebben namelijk uitgewezen dat er grote onbekendheid is over de nieuwe technologieën die in het Bio-science Park te gelde worden gemaakt. Zelfs de landelijke politieke partijen durven zich ternauwernood uit te spreken over de wenselijkheid van deze technologieën, behalve dan over het vermeende economische belang. Het aloude gezegde "Kennis is macht" doet in deze dus weer opgang en geeft de ondemocratische besluitvorming weer."

Het was ons opgevallen dat de ambtenaar onze bezwaren voor het grootste deel afdeed als "ethische bezwaren", waarbij hij of zij verwees naar regeringsbesluiten daarover. Dat begrijpen we natuurlijk best: de staat kan geen ethisch probleem hebben met uitbuiting of beheersing. Ze is immers zelf opgericht ter bevordering van die misstanden. We vervolgden ons betoog dan ook met: "Onze bezwaren zijn niet zozeer van ethische aard, als wel van politieke aard. De keuze voor of tegen biotechnologie, waaronder genenmanipulatie, is een politieke keuze. Het is een keuze voor of tegen de verscherping van de uitbuitingsverhoudingen. Het is een keuze voor of tegen een vergroting van de macht van het bedrijfsleven. Het is dus een keuze teg'en of voor een streven naar een rechtvaardige wereld. Daarnaast wordt wel erg gemakkelijk het regeringsstandpunt overgenomen. Dit lijkt de mogelijkheden van de gemeente te ontkennen om een eigen standpunt in te nemen en de mogelijkheid dat we in Leiden zelf kiezen welke bedrijven we hier wel en niet willen hebben. Het ontkent ook het verschil in de politieke verhoudingen landelijk en in de gemeente Leiden. Landelijk hebben onlangs GroenLinks en D66 zich uitgesproken tegen verdere experimenten met het genetisch gemanipuleerde stiertje Herman. Hoe zit dat met de Leidse politieke partijen? Gelet op het voorgaande kan de conclusie worden getrokken dat er een grondigere discussie noodzakelijk is dan op dit moment mogelijk is in deze commissie en zal de betreffende uitbreiding van het Bio-science Park afgewezen moeten worden." Tot zover ons betoog. De raadsleden hadden geen vragen.

De raad beraadslaagt

Vanaf dat moment dienden wij te zwijgen. De uitnodigingsbrief voor deze avond was daar duidelijk in geweest: "De commissie zal zich vervolgens beraden. Ik wijs u er op dat tijdens deze beraadslaging het niet mogelijk is met de commissie in discussie te treden." Er werd een rondje gemaakt langs de raadsleden. D66 merkte op dat "dit soort bezwaren hout snijdt, maar niet in deze commissie besproken moeten worden. Het bedrijf is al hier in Leiden gevestigd en dat maakt het ook moeilijk." De partij concludeerde hieruit dat ze ons bezwaar ongegrond achtte en de andere partijen sloten zich daarbij aan. GroenLinks vond "dat er veel ethische problemen zijn bij dit soort proeven en technieken. Daarover moeten politieke keuzes gemaakt worden. Bij nieuwe geneesmiddelen, die ook met behulp van biotechnologie gemaakt kunnen worden, ligt dat weer heel anders."

Even dachten we dat GroenLinks Grappig Links wilde zijn. Onlangs werd immers bekend dat het in het Leidse Bio-science Park ontwikkelde 'geneesmiddel' Centoxin ('Cent' van geld, en 'toxin' betekent gif in het engels, geldgif dus!) dodelijk is. Maar nee, GroenLinks was bloed serieus en vervolgde: "Dit soort vraagstukken moet niet in deze commissie besproken worden."

Het CDA was ook bezorgd en de SP "deelde die bezorgdheid, zeker als het om commerciële exploitatie gaat. Want wat de biotechnologen ook zeggen over het algemeen belang: het gaat hen om de winst. Er zijn ook veel ethische aspecten. Toen we het Bio-science Park openden is over dit soort kwesties niet gesproken. Wij willen, als deze ontwikkelingen zich voortzetten, een discussie over of we de biotechnologie als gemeentelijke speerpunt willen hebben, of we als gemeente nog moeten blijven proberen dit soort bedrijven binnen te halen in het science park."

Deze vier partijen vonden dat de gemeenteraad moet praten of we deze bedrijven wel willen toelaten binnen de gemeentegrenzen. Wethouder Van Rij vond dat we ons als gemeente niet dermate moeten bezighouden met de inhoud van de onderzoeken van die bedrijven. Hij concludeerde dat deze commissie niet de plek was om deze discussie te voeren. Zou de gemeente Genepharming de verhuizing naar het nieuwe pand op deze gronden weigeren dan werd ze direct terug gefloten door de Raad van State, zo meende hij. Bovendien hebben 'we' deze bedrijven in het verleden wel gewild. Hij laat het initiatief om deze kwestie nog eens in de raad aan de orde te brengen over aan anderen. "Zien we wel", zei hij letterlijk. Het interesseert de man geen reet.

De SP vroeg daarna hoe het met de milieu-eisen staat die aan de nieuwe behuizing gesteld worden. Van Rij zei dat hij niet achter iedere laborant een controleur wilde plaatsen, maar dat bij de bouw van het nieuwe pand een goede controle mogelijk was. Verder zou de onderlinge concurrentie bij de productie het milieu ten goede komen. Na deze uitspraak duizelde het ons even. Hij voegde snel toe dat "als de bedrijven snel willen gaan produceren, ze dan aan de landelijke productieveiligheidsnormen moeten voldoen en die zijn beter controleerbaar dan die bij de omderzoeksfase."

"En dan nu het Vrouwenkerkplein", zei hij. De gestropdaste kleurige yuppen startten hun dia-voorstelling van toekomstige stadsgezichten, en wij verlaten de zaal terwijl de volgende groep verontruste burgers alweer in de startblokken staat. Door de koude nacht lopen we naar de kroeg om de zaken eens op een rijtje te zetten.

De zaken op een rijtje

Alle vier deze punten wijzen in de richting van de onwil van de gemeente om deze bedrijven werkelijk aan te pakken. Het zijn stuk voor stuk argumenten die de gemeentelijke smoesjes doorprikken tot wat ze zijn: rechtvaardigingen van een op uitbuiting gebaseerd economisch beleid.

We besluiten de gemeenteraadsleden er toch op aan te spreken dat ze gezegd hebben "een fundamentele discussie te willen". We hebben onze versnaperingen op en gaan huiswaarts. Einde van het verhaal. Of toch niet?

Een staartje

Het verhaal kreeg nog een staartje. Een week later, op woensdag 17 februari, "vroeg de raadscommissie Milieu om een uitvoerig debat over het wel of niet afgeven van een hinderwet vergunning voor Genepharming," zo lazen we in het Leids Dagblad.

Daar stond verder onder andere: "Wethouder H. de la Mar (GroenLinks) van milieu heeft bij voorbaat de scherpe randjes van een brede Leidse discussie over het bedrijf Genepharming weggenomen. Het vraagstuk over de wenselijkheid van genetische manipulatie binnen de stadsgrenzen valt volgens hem buiten de zeggenschap van de gemeente Leiden. "Wij kunnen slechts bepalen hoe groot de hokken van dieren moeten zijn en onder welke omstandigheden proeven mogen plaatsvinden." Volgens wethouder De la Mar mondt zo'n breedvoerige discussie slechts uit in een "protestmotie" richting Den Haag, "want controle op de genetische proeven is voorbehouden aan de Tweede Kamer.""

Merkwaardig dat de gemeente er lange tijd prat op ging een L0TA-gemeente te zijn, dat wil zeggen een gemeente die zich heel duidelijk een mening aanmatigde op het gebied van de anti-apartheidsstrijd. Ofschoon de gemeente niets te zeggen heeft op het gebied van het buitenlands beleid (ten opzichte van Zuid-Afrika dus in dit geval), nam zij toendertijd een strijdbare houding aan tegen het racisme. Men werd zelfs, als ik het me goed herinner, teruggefloten door de landelijke overheid. Had je toen gezegd dat het LOTA-gebeuren 'slechts' een protestmotie was, zonder veel waarde, dan had je hoogstwaarschijnlijk een briesende De la Mar op je weg gevonden. Nee, nu is het onrecht wellicht een beetje te dichtbij. Met Zuid-Afrika was het goede sier maken, maar economisch in je eigen vlees snijden is heel wat anders.

De opmerkingen van de wethouder even verderop in het artikel doen ons echter regelrecht vrezen voor de politieke integriteit van de wethouder. Hij spreekt als een public relations-man van het omstreden bedrijf. Hoe diep moet je als wethouder door het slijk gaan voor je economische belangen? Het Leids Dagblad: "De la Mar meent overigens dat Leiden zich geen zorgen hoeft te maken over de betrouwbaarheid van Genepharming. "Elke proef die het bedrijf doet, wordt aangemeld bij een speciale commissie. Die commissie onderzoekt het nauwkeurig en rapporteert rechtstreeks aan het ministerie van Landbouw. Genepharming is bepaald geen bedrijf dat maar wat aanknoeit.""

Een Russische volkscommissaris onder Brezjnev had zich voor dit soort uitlatingen niet hoeven schamen, want wat lezen we in het bezwaarschrift van Nogen (anti-biotech actiegroep) over Genepharming? "Genepharming kreeg grote bekendheid met het kalf Adriana dat 4 december 1990 geboren werd. Adriana werd gepresenteerd als het eerste transgene kalf, wat het later niet bleek te zijn. Het succesvolle kalf, dat door de genetische manipulatie wel het gen voor de productie van lactoferrine in alle cellen heeft, is het naar de directeur genoemde stierkalf Herman. Het ging om een experiment om uierziekte (mastitis) bij koeien te verminderen, door in de uier lactoferrine aan te maken. Herman en Adriana deden heel wat stof opwaaien. Er werd geheimzinnig gedaan over wat voor gen er nu eigenlijk bij Herman ingebouwd was. De Tweede 'Kamer stelde hier vragen over en kreeg de volgende antwoorden van minister Bukman: in januari 1991: Adriana is behandeld met koeiegenen, in maart: Adriana is behandeld met synthetische menselijke genen, en in april: Adriana is behandeld met een knutselwerk van echte varkensgenen en nagemaakte mensengenen. Het punt was namelijk dat de Kamer gesteld had dat er niet met menselijke genen gewerkt mocht worden in afwachting van het eindrapport over ethiek, van de commissie Schroten die ingesteld was door de minister van Landbouw zelf. Om dan toe te geven dat kalveren met een inenselijk gen zijn geproduceerd door Genepharming (die twee en een half miljoen overheidssubsidie heeft gekregen) en dat de kalveren op een instituut van het ministerie van Landbouw worden gehouden, valt de minister kennelijk zwaar. Genepharming zelf staat in zo'n geval niet vooraan om helderheid te verschaffen. Op 24 september 1991 eiste de Dierenbescherming uiteindelijk dat alle onderzoeksresultaten in deze zaak openbaar zouden worden, echter vergeefs. Vanaf april 1992 verschijnen berichten over commerciële contracten voor de verkoop van lactoferrine. Het tijdschrift Bio/Technology meldt dat Genepharming met een groot voedingsconcern in zee gaat dat voor hen de lactoferrine in Europa gaat verkopen. Dit zou in de visie van Genepharming een toevallige bijkomstigheid van het Mastitis-experiment zijn. Een vooropgezet plan voor interessante commercialisering van onderzoek (tenslotte is Genepharming niets meer of minder dan een bedrijf), waarbij de Mastitis-vermindering als maatschappelijk aanvaardbare afleiding en wegbereider moet dienen lijkt een logischer gedachtengang." (Waarmee Genepharming dus winst maakt met overheidsgeld en experimenten uitvoert zonder toestemming.)

Het lijkt ons van belang dat de mensen zich niet in slaap laten sussen door volkscommissaris De la Mar. U hoort nog van ons.

Terug