Lokaal Kabaal 1, maart 1995

Auteur: Gerrit de Wit


Een vuiltje aan de lucht bij Cemsto

Cemsto, het Leidse schoonmaakbedrijf aan de Stationsweg, heeft een bedenkelijke reputatie. Veel studenten en migranten schrobben voor een hongerloontje net boven het minimum bedrijven en gemeentepanden schoon. En ze worden niet altijd even netjes behandeld door de bedrijfsleiding. Werknemers doen een boekje open.

De werktijden bij Cemsto zijn uitermate flexibel. Op de gekste tijden moet je komen opdraven. Veel mensen werken 's ochtends vroeg en zo rond het avondeten. Niet de prettigste tijden, vindt Kees Jansen die nu vier jaar bij Cemsto werkt. "Die werktijden vind ik heel erg naar. Het breekt mijn dag compleet." Voor Katrien van de Berg sluiten de flexibele werktijden perfect aan op haar eigenlijke werk, een vrijwilligersbaan. Friso Rijpkema werkt twee uur per dag. Hij vindt het werk een "noodzakelijk kwaad" en "oervervelend."

Migranten

Bij Cemsto werken veel migranten-vrouwen en studenten die wat bijverdienen. Wat migranten betreft stelt Cemsto zich volgens Kees Jansen paternalistisch op. "Het valt mij wel eens op dat voormannen of -vrouwen harder gaan praten tegen migranten, omdat ze denken dat zij toch geen Nederlands spreken. Voor buitenlandse vrouwen is het moeilijk om voorvrouw te worden. Als excuus wordt vaak het taalprobleem genoemd."

Ziekte

Cemsto gaat beroerd om met mensen die zich ziek melden. Sommige bedrijfsleiders oefenen druk uit op de zieke. Een woordvoerder van Cemsto spreekt dit niet tegen: "We zitten er bovenop. Maar het hangt wel van de werknemer af. Sommigen vertrouw je gewoon niet." Bij een aantal werknemers zit de angst zit er aardig in. Zo gaat Francine Delors wel eens ziek naar haar werk, omdat ze van collega's hoort dat Cemsto moeilijk kan doen. Els Koreman heeft een soortgelijke ervaring. Ze werkte met Marokkaanse vrouwen die het moeilijk vonden zich ziek te melden. "Ze hadden het geld hard nodig en waren bang om ontslagen te worden. Soms kwamen ze doodziek op het werk. Ik denk dat er van hogerhand ook met ontslag gedreigd werd als je te 'vaak' ziek was. Zo'n sfeer heerste er wel." Els is zelf een jaar geleden ontslagen. Wegens ophitsing tegen de voorman, vertelden ze tegen haar op kantoor. Ze had een collega het advies gegeven zich ziek te melden. Els: "Die collega was echt ziek. Dan is het toch normaal om je ziek te melden!?"

Kees Jansen werkte eerst twaalf uur per week. Dat wordt afgebouwd tot zeven uur. Ook voerde Cemsto aan dat Kees zich te vaak ziek meldde. "Ze wantrouwden me gewoon. Als ik wel eens ziek was, belde Cemsto me regelmatig op. Niet uit betrokkenheid, maar om druk uit te oefenen. Aan mij werd niet gedacht." Tegen het inleveren van uren heeft Kees geprotesteerd, maar dat hielp niets. In de CAO staat namelijk dat je elk jaar 5 uur per week gekort mag worden. "Absurd natuurlijk. Ze hebben het wel over de helft van mijn inkomsten!"

Controles en familiegevoel

Het kader geeft punten voor de 'prestaties' op de werkvloer. Els werkte twee uur per dag. Vaak was ze in één uur klaar. Dan wilde ze andere werkers op andere afdelingen helpen, die het drukker hadden. "Ik mocht hen niet helpen van mijn voorman. Dan kon niet meer gecontroleerd worden of iedereen het werk wel goed deed. En die controles waren erg. Haalden ze gewoon een natte vinger over de trap om te kijken of het wel echt schoon was."

Via het blad 'Cemsto-thuis', waarin werknemers in het zonnetje gezet worden, probeert Cemsto een familiegevoel te creëeren. Cemsto organiseert ook allerlei 'gezellige' uitjes voor werknemers. Katrien van de Berg spreekt over "EO-familiedagachtige uitjes". De meeste werknemers zitten er niet op te wachten, maar kunnen er wel om lachen. Katrien: "Ze proberen je een Cemsto-gevoel op te dringen. Volgens de arbeidspsychologie met de bedoeling om de arbeidsproductiviteit te vergroten. Maar volgens mij werkt die aanpak helemaal niet. De meesten hebben helemaal geen Cemsto-familiegevoel."

Kleding

Op veel schoonmaakadressen is het dragen van Cemsto-werkkleding verplicht met daarop in grote letters "identificatieplicht". Die werkkleding moet de werknemer zelf wassen en voor een deel ook repareren. Tegen Friso Rijpkema is nooit geklaagd over zijn kleding. Enkele van zijn collega's wel. "Een kollega van mij mocht na twee dagen oprotten. Hij zag er niet representatief genoeg uit. Na protesten mocht hij weer terugkomen".

Terug