Lokaal Kabaal 7, september 1995

Auteur: Gerrit de Wit


Ook Leidse jongens in Turks-Koerdische oorlog

Al 350.000 Turkse dienstweigeraars

In Turkije is een bloedige oorlog gaande. Een oorlog van het fascistische Turkse regime tegen de Koerden. Turkse mannen worden gedwongen mee te doen in een volkerenmoord. Ook Turkse jongens uit Leiden worden opgeroepen. Op grote schaal weigeren mannen dienst, zowel hier als in Turkije. Zij die wel gaan belanden in een hel.

In Turkije is geen 'ruimte' voor de miljoenen Koerden die met name in het Zuid-Oosten van het land leven. Al decennialang mogen Koerden niet hun eigen taal spreken en hun eigen cultuur beleven. Koerden worden als tweederangs burgers behandeld. Elke uiting van de Koerdische identiteit wordt door het Turkse leger met harde hand de kop ingedrukt. Tienduizenden Koerden zijn al vermoord. Het guerrillaleger van de Koerdische arbeiderspartij PKK verzet zich tegen de Turkse machthebbers en streeft naar onafhankelijkheid of in ieder geval naar een autonome en democratische deelstaat.

Repressie

Turkije probeert Koerdische organisaties te vernietigen. Politieke partijen worden verboden en eind vorig jaar zijn acht Koerdische parlementsleden tot lange gevangenisstraffen veroordeeld. Zij zouden het voortbestaan van de Turkse eenheidsstaat in gevaar hebben gebracht. Koerdische en andere onafhankelijke kranten staan bloot aan een enorme repressie. Bomaanslagen, inbeslagname, verdwijning van en moord op journalisten zijn schering en inslag. Het aantal onopgeloste moorden op Koerdische activisten is de laatste jaren zeer sterk opgelopen. Deze moorden worden volgens mensenrechtenorganisaties gepleegd door speciale eenheden van het Turkse leger en de geheime dienst.

Een andere belangrijke politiek is het vernietigen van Koerdische dorpen. De laatste vijf jaar zijn door het Turkse leger 1352 dorpen geheel of gedeeltelijk vernietigd. De bevolking is op de vlucht gejaagd naar grote steden in West-Turkije. Naar schatting twee miljoen mensen zijn op deze wijze inmiddels van huis en haard verdreven.

Folterkamers

Ook binnen het Turkse leger vinden er veelvuldig 'excessen' plaats. Het is een dagelijkse gewoonte dat chefs hun ondergeschikten harde klappen en schoppen geven. Veel Turkse dienstplichtigen plegen zelfmoord. In januari 1994 bijvoorbeeld beroofden 19 soldaten zich van het leven naar aanleiding van de verlenging van hun dienstplicht. Het leger is met name berucht om haar militaire geheime dienst MIT. Binnen het MIT is er een speciale afdeling die "Vrienden van de diepste hel" genoemd wordt. Deze afdeling martelt en vermoordt tegenstanders van het Turkse regime in speciaal daarvoor ingerichte folterkamers. Met name Koerden zijn 'uitverkoren'.

Nederlandse handelsgeest

De oorlog tegen de Koerden beperkt zich niet tot het grondgebied van Turkije. Veelvuldig trekken PKK-strijders zich terug in de bergen van Irak. Volgens het Nederlandse blad Onze Luchtmacht voerde de Turkse Luchtmacht de laatste drie jaar 672 verkennings- en bombardementsvluchten uit op PKK-stellingen in het grensgebied. Deze vluchten vinden plaats met de 28 F-5 vliegtuigen van het 184e squadron. Enkele jaren geleden leverde Nederland een zestigtal stuks van dit type vliegtuig aan Turkije. Ondanks grootschalig verzet van de Nederlandse vredesbeweging die voorspelde dat de vliegtuigen tegen Koerden ingezet zouden worden.

De Zaanse munitiefabrikant Eurometaal ging ook over de schreef. Zij leverde in 1994 nog 600.000 subgranaten aan Turkije zonder vereiste exportvergunningen.

PKK vecht terug

De Koerden laten zich niet weerloos afslachten. De PKK heeft het op kosten jagen van de Turkse staat tot een van haar strijddoelen gemaakt. Daarbij gaat het om aanslagen op toeristische centra, mijnen, aardoliebronnen, pijpleidingen, fabrieken, de wapenindustrie en communicatie- en inlichtingensystemen. Een nogal ambitieus programma, maar ten aanzien van het toerisme, de veiligheid van de oliepijpleidingen en de bedrijven in Turks-Koerdistan worden er zeker successen behaald. Zo is het toerisme uit West-Europa de laatste jaren sterk gedaald. Dit is mede te danken aan oproepen van de PKK en haar sympathisanten om 'vakantieland' Turkije te boycotten.

De PKK poogt de Turkse soldaten in de verdediging te drukken door deze te dwingen zich te concentreren in steeds grotere eenheden. Ze vallen kleine legerposten aan met de bedoeling deze tot ontruiming te brengen. Zodoende wordt het gebied dat het Turkse leger kan controleren steeds groter en grofmaziger. En dat vergroot de speelruimte van de Koerden. Zo kunnen zij in de dorpen die aan de controle van de Turkse staat worden onttrokken een eigen politiek bestuur proberen op te zetten. Tevens kan het PKK-leger deze dorpen probleemloos als thuisbasis beschouwen.

Leidse Koerden

De Koerdische gemeenschap in Nederland levert een flink aandeel in de strijd tegen het Turkse leger. Ten minste honderd in Nederland opgegroeide Koerdische jongeren vechten mee in het guerrillaleger van de PKK. Ook Koerden uit Leiden hebben zich bij de PKK aangesloten. De afgelopen jaren zijn daarbij minstens tien Nederlandse Koerden, meestal in het bezit van een Turks en Nederlands paspoort, gesneuveld. Het aantal aanmeldingen van Koerdische jongeren voor deelname aan het verzet in Koerdistan is groter dan de PKK wil en kan opnemen. Er bestaat een wachtlijst met duizend namen van kandidaat-strijders uit West-Europa.

Groeiend protest

Steeds meer Turken raken ervan overtuigd dat een militaire oplossing voor het politieke probleem gedoemd is te mislukken. Protest tegen de oorlog wordt door de Turkse staat echter als verraad beschouwd en bestraft als een terroristische daad. Vredesgroepen en mensenrechtenbewegingen kunnen daarom rekenen op strakke repressie. De vrijheid van meningsuiting wordt met voeten getreden.

Er bestaat in Turkije geen wettelijke mogelijkheid om de militaire dienst, die achttien maanden duurt, te weigeren. Toch wordt het aantal dienstweigeraars en deserteurs geschat op 350.000 mensen. Tot dusverre worden er nauwelijks acties tegen hen ondernomen, zolang ze zich maar niet openlijk uitspreken over hun dienstweigering.

Politieke daad

In januari 1990 maakte Tayfun Gönül zich als eerste in het openbaar als dienstweigeraar bekend. Hiermee riskeerde hij een gevangenisstraf van drie jaar. Gönül werd geïnspireerd door de campagnes van de Griekse dienstweigeraars, met name Michalis Maragakis die in 1988 in de gevangenis 69 dagen in hongerstaking was. Toen hij begon met zijn dienstweigercampagne zei Gönül: "Ik kan niet deelnemen aan zo'n autoritair instituut als het leger, dat massa's mensen doodt. Dat vind ik volledig immoreel. Dienstweigering is een politieke daad. Je stelt daarmee het leger ter discussie. Het leger is een taboe in Turkije. Dat is historisch bepaald. Turkije is door militaire officieren gegrondvest. In de Turkse cultuur heeft geweld dan ook een vaste plaats. De man heeft een dominante positie, de oorlogsheld wordt verheerlijkt."

Verenigt u!

Gönül was in 1992 een van de initiatiefnemers achter de SDK, de vereniging van oorlogsweigeraars. Die geeft materiële en juridische hulp aan dienstweigeraars en voert publiekscampagnes. Er zijn nu ongeveer dertig mensen, waarvan vijftien in Turkije, die in het openbaar verklaard hebben niet in dienst te gaan. De SDK heeft zo'n 300 leden, ouderen en jongeren, vrouwen en mannen. Dat lijkt weinig, maar volgens voorzitter Osman Murat Ulke laten de leden "wel een ander geluid horen in Turkije. We spelen kat-en-muis met de autoriteiten. Steun van de media uit het Westen is heel belangrijk, want dan durft de regering ons niet te hard aan te pakken." Steeds meer jongens hebben er geen zin in om hun leven te wagen in het leger. Volgens Ulke betreft dat "vooral de groeiende groep Europees-moderne jongeren in de steden. Die hebben meer belangstelling voor de hamburgercultuur dan voor de Turkse nationale trots. Over het leger horen ze nogal wat gruwelverhalen, daar proberen ze buiten te blijven. En je hebt de ideologische, linkse dienstweigeraars."

Leiden weigert mee

De Turkse dienstplicht geldt ook voor Turkse mannen die hier wonen. Ibrahim Ölmez van de Turkse arbeidersvereniging HTIB kent een aantal Turken in Leiden die zich aan de dienstplicht onttrekken. "Zij zien het nut van het leger niet in, en willen niet gedwongen worden om tegen de Koerden te vechten. Ik ben het met hen eens. De wereld is toch van iedereen!? En die Koerden wonen daar al heel lang."

Afkoopsom

Toch gaan veel Leidse Turken naar Turkije om hun dienstplicht te vervullen. De consequentie hiervan is dat ze hun baan verliezen. Een grote groep Turken betaalt dan ook een afkoopsom van tienduizend Duitse mark aan het Turkse ministerie van Defensie. Zij krijgen dan 'alleen' een militaire basistraining van twee maanden en mogen vervolgens weer terug naar huis. "Deze optie lijkt wel plezierig, maar het gaat om een hoop geld. Als je ook nog eens rekening houdt met reiskosten en gederfde inkomsten, kom je al snel uit op een bedrag tussen de 20.000 en 25.000 gulden. Veel mannen moeten dan geld lenen, waardoor ze weer in de problemen komen. Veel Turken klagen hierover, maar vinden geen gehoor bij het Turkse consulaat. De Turkse overheid zou de dienstplicht voor Turken in het buitenland af moeten schaffen. Ik vind dat een eventuele toetreding van Turkije tot de Europese Gemeenschap verbonden moet worden aan de situatie van de mensenrechten. Westerse regeringen moeten veel meer druk uitoefenen", aldus Ölmez.

Gedeeld belang

Dienstplichtige Turkse ambtenaren kunnen sinds kort van de gemeente Leiden de helft van de afkoopsom vergoed krijgen. Bovendien krijgen ze twee maanden buitengewoon verlof voor de militaire basistraining. Tot nu toe hebben drie werknemers van de nieuwe regeling gebruik gemaakt. Volgens mevrouw Harren van de gemeente is de regeling ingesteld "omdat dit voor beide partijen voordeliger is. De Turkse werknemers hoeven nog maar de helft van de afkoopsom te betalen en wij hoeven geen duurdere uitzendkrachten in dienst te nemen." Ze meent dat de mensenrechtenschendingen en de kwalijke rol van het leger in Turkije geen rol gespeeld heeft bij het tot stand komen van de nieuwe regeling. Haar aarzelende houding doet mij vermoeden dat ze het niet aandurft om hierover een meer politieke uitspraak te doen.

Turken die niet in dienst van de gemeente werken, mogen geen gebruik van de regeling maken. Als zij voor de verkorte diensttijd kiezen, moeten ze de afkoopsom volledig uit eigen zak betalen. Kunnen ze dat niet betalen, dan zijn ze alsnog genoodzaakt om naar de hel af te reizen.

Terug