Lokaal Kabaal 14, februari 1996

Auteur: Margreet Zwart


Proefdierlab Academisch Ziekenhuis kampt met ruimtegebrek

"We willen niet dieronvriendelijk overkomen"

Het testen van cosmetica op dieren is verboden. En er wordt druk gezocht naar alternatieven voor medische dierproeven. Toch is Jan van Elk, proefdierverzorger in het Academisch Ziekenhuis Leiden (AZL), niet bang om zijn baan te verliezen: "De medische wetenschap kan niet zonder dierproeven". Een kijkje achter de gesloten deuren van het proefdierlab.

Van Elks loopbaan begon 25 jaar geleden. Hij geeft een rondleiding langs de proefdierverblijven. Bij de toegangsdeur staat dat het verboden is om proefdieren "zichtbaar" door het ziekenhuis te vervoeren. Patiënten reageerden vaak geshockeerd als ze werden geconfronteerd met de manier waarop hun medicijnen ontwikkeld werden.

In een ruimte bevinden zich meer dan 60 grote, witte konijnen. Ze zitten in kale hokken met een kunststof bodem met gaatjes erin. De standaardhuisvesting voor proefkonijnen. Een groot deel van de konijnen heeft een kaalgeschoren kop met jodium erop gesmeerd. "Bij deze konijnen is een gaatje in de schedel geboord. Dat is dichtgesmeerd met een soort botpoeder. Als de wond geheeld is, kijkt men welke behandelmethode de beste is. Daarvoor moeten de konijnen afgemaakt worden. Wij spreken liever van opgeofferd", aldus Van Elk. Een aantal grafieken op de muur leert dat er in 1995, alleen al in dit kleine gebouwtje, bijna 20 duizend dieren "opgeofferd" werden.

Meer proefdieren

Men doet ook proeven met cavia's, hamsters, ratten en muizen. Er staan rekken vol met hokken met ratten. Sommigen hebben flinke littekens. In tegenstelling tot de konijnen hebben deze dieren wél zaagsel en hooi in hun zeer kleine hokjes. De hokjes van de muizen, waarvan er honderden "op voorraad" zitten, doen denken aan een ruime broodtrommel. "De ruimte is een probleem," geeft Van Elk toe. "Hoewel de hokken aan de standaardnormen voldoen, zijn ze erg klein. Desondanks komen er regelmatig dieren bij. Er worden per proef dan wel steeds minder dieren gebruikt, maar meer onderzoekers willen proeven doen. Zo blijft het aantal proefdieren stijgen."

Van Elk vindt de regelgeving behoorlijk verbeterd: "Vroeger kon elke student zomaar dieren gebruiken. Nu moet iedere dierproef eerst door een speciale commissie beoordeeld worden. Is de proef al eens gedaan, dan wordt geen toestemming gegeven." De commissie bestaat echter voornamelijk uit medische wetenschappers, die vooral de belangen van collega's behartigen.

Rode Kruis

Er worden jaarlijks in Nederland een kleine miljoen dieren gebruikt voor onder meer medische experimenten. En tegenover de 500 miljoen gulden die er jaarlijks aan dierproeven besteed worden, steken de 4 miljoen voor het ontwikkelen van alternatieven wel heel schamel af. De dierproeven in het AZL worden, behalve door de overheid, onder meer gefinancierd door verschillende belangenorganisaties, zoals het Nationaal Kankerinstituut. Ook het Rode Kruis doet een flinke duit in de zak. De grootste geldschieter is de farmaceutische industrie. Die heeft er belang bij dat medicijnen zo goed mogelijk getest worden. Toch zijn dierproeven niet echt betrouwbaar gebleken. Dat hebben medicijnen als DES en Softenon bewezen. Die waren volgens de wetenschappers "met veel succes" op dieren getest. De uitwerkingen bij zwangere vrouwen waren echter dramatisch.

Alternatieven

Van Elk staat achter de ontwikkeling van alternatieven. Hij is echter overtuigd van de noodzaak van dierproeven. Toch kan hij zich in het AZL geen baanbrekende ontdekkingen herinneren die tot stand kwamen na dierproeven. Marion Bienes, oprichtster van de Stichting voor Afschaffing van Dierproeven (SAD), vindt dat niet verwonderlijk. "Enkele jaren geleden voerde ik een discussie met de direkteur van het proefdierenlaboratorium van de Universiteit van Nijmegen. Ik vroeg hem 3 wetenschappelijke doorbraken te noemen met behulp van dierproeven. Hij kon er niet één noemen. Veel belangrijke geneesmiddelen zijn eerder ondanks dan dankzij dierproeven tot stand gekomen."

Bienes vergelijkt dierproeven met heksenverbrandingen. "Honderden jaren geleden dacht men ziekten uit te kunnen bannen door 'vreemde' vrouwen te verbranden. De wetenschap ondersteunde die theorie destijds ook. Nu doen sommige wetenschappers dierproeven. Met hetzelfde resultaat."

Dierenambulance

In zijn vrije tijd is Van Elk vrijwilliger bij de dierenambulance. Vindt hij het niet tegenstrijdig om enerzijds dieren te redden en anderzijds mee te werken aan het laten lijden en doden van dieren? Van Elk heeft moeite met die vraag. "Als je zo lang met proefdieren werkt, treedt er een soort gewenning op. Desondanks kan ik geen dieren zien lijden. Het zijn toch levende wezens."

Als we afscheid nemen wordt net een nieuwe voorraad proefdieren afgeleverd. Ratten in een soort plastic groentekist en konijnen in dozen die nog het meest lijken op een groot formaat verpakking van de afhaal-Chinees. Harlan heet de fabriek waar ze vandaan komen. Tegelijkertijd wil een collega van Van Elk precies weten wat ik ga schrijven. "We willen niet dieronvriendelijk overkomen."

Terug