Lokaal Kabaal 19, september 1996

Auteur: Harry Westerink


Toenemende onrust op Vrije Scholen

Steiner zonder rassenleer is Marx zonder klassenstrijd

Antroposofie-goeroe Rudolf Steiner is in opspraak geraakt. Binnen en zeker buiten de Vrije School-beweging is de onrust over zijn rassenleer groeiende. Maar veel van Steiners aanhangers praten hem nog steeds klakkeloos na.

Op de ongeveer 90 Vrije Scholen in Nederland wordt onderwijs gegeven naar Steiners pedagogische inzichten. Veel middenklasse-ouders hebben bezwaren tegen het 'gewone' anonieme en massale onderwijssysteem. Ze sturen hun kinderen daarom liever naar een 'alternatieve' Vrije School. Daar zouden de leraren op een enthousiaste en op de persoon van de leerling afgestemde manier les geven. Daar zouden lieve idealisten rondlopen die het goed bedoelen. Een hoop ouders gaan af op de naam van de school en menen dat hun kind daar op een vrijere manier onderwijs krijgt. Maar het vrije van Vrije Scholen betekent enkel dat ze vrij willen zijn van overheidsbemoeienis. Dat zegt dus niets over de inhoud van het onderwijs.

Nu de Vrije School-beweging groeit, ontstaat er een tekort aan leerkrachten. Vandaar dat Vrije Scholen noodgedwongen niet-antroposofische leerkrachten aantrekken. Die zijn verplicht om cursussen in de antroposofie te volgen. De levensbeschouwelijke achtergrond van de scholen blijft naar buiten toe nogal verborgen. In hun houding naar buitenstaanders toe zullen veel Vrije School-ouders en -leerkrachten Steiner wel navolgen. Om de eerste Vrije Scholen erkend te krijgen, zei Steiner in 1920: "Wij moeten ons er doorheen wringen. Om te doen wat we willen, is het tenminste noodzakelijk om met de mensen te spreken, niet omdat we dat willen, maar omdat we moeten, en van binnen zetten we hen voor aap ("and inwardly make fools of them")". (1) Zelfs de leerlingen komen in de les bijzonder weinig te weten over de fundamenten van de antroposofie. Ook dat heeft Steiner uitdrukkelijk bepaald. Ouders en leerlingen kunnen dan ook voor onaangename verrassingen komen te staan.

Overgevoelig

Op Vrije Scholen zitten weinig allochtone leerlingen; het percentage ligt onder het gemiddelde bij de 'gewone' scholen. Meer dan 10 jaar geleden al probeerde August de Roode, een zwarte vader met kinderen op de Vrije School in Meppel, een discussie over antroposofisch racisme aan te zwengelen. Wim Veltman, voorzitter van de antroposofische Vereniging voor Vrije Opvoedkunst en hoofdredacteur van het blad Vrije Opvoedkunst, liet daarop fijntjes weten dat De Roode vanwege zijn "bruine huid" overgevoelig was "voor dit soort aangelegenheden". (2)
Een Vrije School-leraar zei tegen De Roode: "Steiner beschouw ik als mijn grote vriend. Desondanks ben ik nog niet zover alles wat hij heeft gezegd of geschreven, te begrijpen". (2)

Wie Steiner begrijpt, is het met hem eens. Wie het niet met hem eens is, begrijpt hem niet. Deze griezelige cirkelredenering leidt ertoe dat Steiner altijd gelijk heeft. In 1995 ontdekte een moeder met kinderen op de Vrije School De Berkel in Zutphen dat een leraar haar dochter aan de hand van racistische uitspraken onderwees in het vak "rassenkunde". De Berkel is een bijzondere Vrije School; jaarlijks wordt daar voor nieuwe en meer ervaren Vrije School-leerkrachten de zogeheten Zutphense zomercursus gehouden. Gebruikelijk is dat dergelijke landelijke nascholingscursussen worden verzorgd door de Hogeschool voor Opvoedkunst in Zeist. Deze cursus echter valt weliswaar wel "onder auspiciën" van de Hogeschool, maar kent "een eigen aanmeldings- en betalingsprocedure". (3) De Berkel heeft dus een ruime handelingsvrijheid. Als er door de Hogeschool al minder bemoeienis met de Zutphense cursus is, dan zal controle van de overheid wel tot een minimum zijn beperkt. In het geval van scholen met Steiner als inspiratiebron lijkt het zinvol dat de overheid juist een extra oogje in het zeil houdt. Vrije Scholen proberen namelijk krampachtig te voorkomen dat de overheid en andere "esoterische niet-ingewijden" de vuile was buiten gaan hangen.

Auschwitz

Toos Jeurissen, moeder met kinderen op De IJssel, een andere Zutphense Vrije School, ging in de aanval. Ze was zich wild geschrokken toen ze las "dat Steiner had geschreven dat er geen plaats is voor het jodendom op aarde". En helemaal toen een ouder die ze erop aansprak, zei: "Ja, Toos, dat volk gaat verdwijnen". Ook andere reacties van antroposofisch geschoolde ouders logen er niet om: "Toos, je hoeft je niet zo druk te maken om die Indianen die uitgeroeid zijn door de blanken. Inmiddels zijn de meesten toch al in een blanke gereïncarneerd" en "Toen ik op vakantie tussen die zwarte mensen liep, viel het me op hoe ze tegen me opkeken. Niet voor niets natuurlijk: zij zouden ook wel het bewustzijnsniveau van een blanke willen hebben." (4) Op de vraag van Jeurissen wat de "karmische noodzaak" kan zijn van het verbranden van levende baby's in de ovens van Auschwitz, antwoordde een ander: "Door de schok kunnen ze misschien kiezen voor het licht". (4) Om andere ouders te wijzen op de gevaarlijke ideeën van Steiner schreef ze de brochure "Uit de Vrije School geklapt". Ze ondervond veel tegenwerking: "De meeste ouders en leerkrachten hebben een strategie van pappen en nathouden. Als ze al met me willen praten, dan weigeren ze om op argumenten in te gaan. Ze schijnen onvoldoende te beseffen wat racisme inhoudt." Volgens Jeurissen is er op de Vrije Scholen sinds het begin van de rel vrijwel niets veranderd.

Hoezeer Jeurissen wordt gedwarsboomd, blijkt uit haar ervaringen met het blad Vrije Opvoedkunst. Nadat Jeurissen de redactie van het blad had verzocht aandacht te besteden aan de brochuretekst, ontving ze november vorig jaar een schriftelijke reactie van redactrice Hanneke Steutel: "Ben onder de indruk. Er zijn wel een paar dingen op aan te merken, maar de inhoud blijft overeind staan." Steutel wilde aan de overige redactieleden van Vrije Opvoedkunst het plan voorleggen om een themanummer te maken, met onder andere een interview met Jeurissen. Ze zou zo snel mogelijk contact met Jeurissen opnemen. Twee maanden later kreeg Jeurissen te horen dat het nog wel even zou duren. Toen de brochure enige tijd later verscheen, vroeg de redactie waar die verkrijgbaar was. Men zei dat men erover zou schrijven, maar dat gebeurde niet.

Onfris

Wel publiceerde de redactie een ingezonden brief van ene A.D. met kritiek op de brochure. De schrijver citeerde Jeurissen: "De aan Steiner verwante theosofe Alice Ann Bailey, nog steeds in iedere esoterische boekhandel te vinden, zei nog in 1949 dat uit karmische noodzaak de moord op zes miljoen joden "een vuur van gerechtigheid" was." De schrijver verweet Jeurissen dat zij Steiner zo op één lijn brengt met de ideeën van Bailey. Dat zou niet kloppen, want Steiner kende Bailey niet. Jeurissen deelde de schrijver mee dat het al met al niet zoveel uitmaakte, want de uitwerking van de uitspraken van Bailey en Steiner is gelijk. De antroposofie komt immers voort uit de theosofie, en is alleen een eigen weg gegaan, omdat Steiner dat wilde. Hij kon zijn leidersaspiraties binnen de theosofische beweging niet waarmaken. De schrijver censureerde Jeurissen op een bijzonder onfrisse manier. Alleen het deel "dat het al met al niet zo veel uitmaakte" kwam in de brief, waardoor de indruk ontstond dat Jeurissen het niet zo nauw neemt met de waarheid. Jeurissen schreef een reactie, maar de redactie weigerde die te publiceren.

Jeurissen denkt dat hoofdredacteur Veltman haar voortdurend boycot, zelfs als een andere redacteur wel enthousiast is over haar brochure. "Hij is een van de rechtse mensen in de landelijke antroposofische top. Nu hij deel uitmaakt van een interne onderzoeksgroep naar antroposofisch racisme, heb ik er geen vertrouwen in dat de uitkomst van dat onderzoek iets voorstelt." Ze vindt dat de meeste antroposofen, in tegenstelling tot wat ze in het openbaar beweren, met haar helemaal geen dialoog willen aangaan.

Ouders met Vrije School-kinderen worden geïndoctrineerd door het milieu waarin ze terecht komen. Ze raken verstrikt in een antroposofisch web. "Mijn grootste kritiek op antroposofen is dat ze zich zo verheven voelen boven de rest van de mensheid", aldus Jeurissen. Ze begrijpt wel wat de antroposofie zo aantrekkelijk maakt. "Een leraar zei tegen me: "Vroeger kon ik de wereld niet aan. Nu heb ik in de antroposofie rust gevonden." Mensen zoeken veiligheid in de esoterie, omdat de grote boze buitenwereld steeds dreigender op hen afkomt." De antroposofie is een 'ideale' voedingsbodem voor vluchtgedrag en irrationaliteit in tijden van sociale en economische onzekerheid.

Eiken en beuken

Wat van Veltman weer wel gepubliceerd mocht worden is een uitgebreid pro-antroposofie verhaal van Gijsbert van de Lagemaat, een ouder met Vrije School-kinderen. Hij meent dat Jeurissen "een begrijpelijke bezorgdheid" in "onbegrijpelijke 'stellingen'" vertaalt. (5) Jeurissen vindt dat er geen enkele samenhang bestaat tussen fysieke kenmerken (huidskleur bijvoorbeeld) en een psychische of culturele identiteit. Werkelijke vrijheid bestaat er volgens haar uit om te ontdekken dat er geen rasverschillen bestaan en dat we elkaar onbevooroordeeld kunnen ontmoeten, zonder daarbij op de buitenkant te letten. Geen onbegrijpelijke, maar juist een heldere anti-racistische stellingname.

Van de Lagemaat daarentegen draait om de hete brij heen. "Het mooie aan antroposofie" zou zijn "het streven om alles te onderzoeken, vanuit de gedachte dat het niet 'toevallig' is, zoals het is. Waarom zijn er eiken en beuken, waarom zijn er kalkoenen en waterhoenen, waarom zijn er witte en zwarte, rode en gele mensen? Ieder kind kan èn zal mij vertellen dat er 'rasverschillen' bestaan. Geen enkel kind zal zeggen dat eiken beter zijn dan beuken." (5) Hij zegt het "volstrekt onmogelijk" te vinden "om een ander 'onbevooroordeeld' te ontmoeten", ziet onmiddellijk of iemand blank of zwart is, en heeft daar meteen "een beeld, een verhaal" bij. (5)

We mogen aannemen dat dat "verhaal" grote overeenkomsten vertoont met het mens- en wereldbeeld van Steiner, die over zwarten niets positiefs heeft geschreven.

Van de Lagemaat denkt "dat je de invloed van de leerstof overschat wanneer je vreest dat kinderen racistisch gaan denken op grond van clichés en stereotyperingen. Als ik mijn kinderen een sprookje van Grimm voorlees, waarin 'de Jood' steevast wordt afgeschilderd als een onbetrouwbaar, diefachtig persoon, voel ik me van binnen wat onbehaaglijk. Toch sla ik die passages niet over en ik denk ook niet dat mijn kinderen er antisemitisch van worden." (5)

Een aan kwaadwillendheid grenzende goedgelovigheid. Volgens hem is "alle commotie" over antroposofie vooral "een mediahype" en "helaas zijn er genoeg mensen die daaruit graag munt slaan, omdat het bestaan van de Vrije School meer is dan ze kunnen verdragen". (5)

Slome Mexicanen

Naar aanleiding van de opschudding die Jeurissen veroorzaakte liet staatssecretaris Netelenbos door de Onderwijsinspectie een onderzoek doen naar racisme op Vrije Scholen. De vrij vertaalde onderzoeksconclusie is van een hartverscheurende eenvoud: er is geen racisme, want de schoolleiding zegt dat er geen racisme is, maar juist een anti-racistisch beleid. Dus neemt u maar aan dat het goed zit. Een vak als "rassenkunde", zoals dat op de Vrije School De Berkel werd gegeven, is te beschouwen als een incident, aldus de Onderwijsinspectie.

Omdat Vrije Scholen nauwelijks werken met schriftelijk materiaal, valt de inhoud van de lessen moeilijk te achterhalen. Veel waarde heeft het onderzoek dan ook niet. De inspecteurs vinden dat het begrip "ras" in de lerarenopleiding neutraal wordt gehanteerd. Niettemin troffen de inspecteurs op 10% van de onderzochte Vrije Scholen in leerlingenschriften allerlei stereotyperingen aan, zoals "Een Mexicaan is over het algemeen sloom en rustig, maar hij kan soms heel vurig en kwaad zijn", "De Masaïnegers zijn heel mooie, schone mensen in vergelijking met de Bosjesmannen", "Men denkt dat negers dom zijn, maar dat is niet zo. Dat komt omdat de meesten zo langzaam zijn en dat komt meestal weer door hele kleine beestjes die in het drinkwater zitten en ziektes verspreiden", "Een Fransman heeft erg snelle hersenen; hij kan zich snel verplaatsen in moeilijke verkeerssituaties", "Chinezen zijn geduldig", "Columbus ontmoette een onaangenaam volk", "Noren denken beter na dan bijvoorbeeld Italianen", en "De Russen zijn een beetje saai en laten van alles met zichzelf doen". (6) Volgens de wel erg voorzichtige inspectie kunnen "in dergelijke typeringen discriminerende tendensen schuil gaan". (6) De betrokken Vrije Scholen verdedigden zich door erop te wijzen dat deze "notatie" van leerlingen "een subjectieve weergave kan zijn van het onderwijsaanbod". (6) Zuigen Vrije School-kinderen uit hun duim of schrijven ze gewoon op wat de leraar zegt?

Rimboekleed

Uit onvrede met de manier waarop binnen hun Vrije School in Eindhoven werd omgegaan met Steiners racisme besloten de leerlingen Tim Zeedijk en Wout Conijn de leraren een lesje te leren. Tijdens het carnaval voerden zij een sketch op, gehuld in "rimboekleed en negermasker". In deze outfit vertelden de "negers" over hun belevenissen tijdens een reis langs Vrije Scholen. Ze namen de kritiek op Steiners rassenleer serieuzer dan hun eigen leraren: "Die wilden ons de mond snoeren. We hadden een taboe aangesneden", aldus Zeedijk. (7)

Omdat ze vonden dat ze werden doodgezwegen, gingen ze op school T-shirts dragen met de tekst "Was Steiner een racist?". Ze wilden dat er op de hele school een discussie op gang zou komen. Met een handtekeningenactie, die door de leraren werd opgevat als stemmingmakerij, bewezen ze dat ongeveer de helft van de bovenbouwleerlingen in zo'n discussie geïnteresseerd was. Dat werd de leraren te gortig: de twee scholieren werd te verstaan gegeven dat ze alleen nog welkom waren op school als ze zich volledig zouden onthouden van welke actie op school dan ook rondom het thema racisme. Dat pikten ze niet. Ze gingen toch naar school en werden niet weggestuurd.

"Het is nooit onze bedoeling geweest de school zwart te maken. Ik meen oprecht dat de toekomst van de antroposofie ermee gediend is als er eindelijk eens duidelijkheid komt over de relatie tussen Steiner en racisme", aldus Zeedijk. (7) Leraar Ernst Terpstra vindt dat de scholieren de zaak op een verbeten en beschuldigende toon hebben aangekaart: "Ze moeten nog leren ook hun gevoel erbij te betrekken en zich in te leven in hun gesprekspartners, anders richten ze onbedoeld schade aan." (7) Had de "ziener" Steiner zich ook niet wat meer moeten inleven in "negers" en "koperrode" Indianen, voordat hij zijn kwetsende uitspraken deed?

Cholerisch

De meeste Vrije Scholen houden zich nog steeds op de vlakte. De Geert Groote School in Amsterdam neemt de dubbelzinnige positie in die zo kenmerkend is voor de antroposofische beweging. Enerzijds neemt de school "afstand van incidentele uitspraken van Steiner, die kwetsend zijn voor bepaalde bevolkingsgroepen". (8) Anderzijds hebben antroposofen "zich met kennis van zaken terdege verdedigd en hun gelijk behaald. Er is geen sprake van een rassentheorie in het werk van Steiner, hij is ook aantoonbaar geen racist." (8)

Jelle van der Meulen, voormalig hoofdredacteur van het "liberaal-antroposofische" blad Jonas, propageert "een open houding" naar Steiner toe. (9) Hij levert milde kritiek op het temperamentenonderwijs dat kinderen indeelt in cholerische, sanguinische, flegmatische en melancholische typen en als zodanig behandeld. Een cholerisch type bijvoorbeeld moet in het licht van de antroposofische kleurenleer vooral met de kleur rood in aanraking komen. Een nuchtere Van der Meulen: "Als een kind op maandag boos is, en op dinsdag en woensdag nog, dan heet hij op de Vrije School al gauw cholerisch. Terwijl hij in het weekeinde ook door zijn vader geslagen kan zijn. Ik zie veel jonge leerkrachten struikelen. Omdat ze op de opleiding fantastische verhalen hebben gehoord over het etherisch en het astraal lichaam, maar in de dagelijkse werkelijkheid geen orde kunnen houden." (9)

Persoonsverheerlijking

Jaap de Boer, directeur van de Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen, denkt dat Steiner "zo'n 50, misschien wel 100 uitspraken" heeft gedaan "die echt racistisch zijn. Indelen van mensen leidt altijd tot etikettering. Antroposofen vinden het doodnormaal om van stereotyperingen uit te gaan." (10) Volgens hem moet de Vrije School-beweging in de maatschappij op een overtuigende manier een anti-racistische positie innemen. Dat gebeurt te weinig. In het voorwoord bij de brochure van Jeurissen schrijft De Boer: "Velen hebben moeite zich te distantiëren van bepaalde uitspraken van Steiner. Dat hoeft niet, het is geen ontrouw als je dat doet; Steiner is, net zo min als de Paus, onfeilbaar. Maar ik zou vooral willen zeggen: neem hem serieus als mens. Hem te zeer op een voetstuk plaatsen, omdat hij een ingewijde was, is in wezen ook ontmenselijking. We moeten de persoonsverheerlijking, die onbedoeld toch optreedt, overwinnen." (11)

Evenmin als Jeurissen mocht De Boer een bijdrage leveren aan het wereldcongres van de antroposofische beweging dat in oktober in Maastricht wordt gehouden. Beide personen lijken persona non grata te zijn. De Vrije Scholen weigerden mee te werken aan het idee van De Boer om op Vrije Scholen cursussen van het Anti-Racisme Informatie Centrum (ARIC) te geven. Het zogeheten anti-discriminatiebeleid van Vrije Scholen valt dus bar tegen. Ook de Antroposofische Vereniging verbindt nog steeds geen consequenties aan haar standpunt "Elke opvatting die de gelijkwaardigheid van mensen in twijfel trekt wijzen wij principieel af".

De Boer stelt dat de rassentheorie van Steiner geen antroposofie genoemd mag worden, en meent dat "een ieder die nog vindt dat het allemaal wel meevalt, dat racisme van Steiner, zelf racistische vooroordelen moet koesteren". (12) Volgens hem komt door het morrelen aan het antroposofische mens- en wereldbeeld alles op losse schroeven te staan. "Zo moet het ook. Dan kan de antroposofie pas tot leven komen", aldus De Boer. (13) De vraag is eerder of de antroposofie dan niet op sterven na dood is. Want een Rudolf Steiner zonder rassenleer is als een Karl Marx zonder klassenstrijd.

Noten

Terug