Lokaal Kabaal 20, december 1996

Auteur: Harry Westerink


Van bullebak naar afvoerput

De opsluiting van vluchtelingen is oorspronkelijk bedoeld als noodmaatregel, een laatste middel. De laatste jaren echter zijn vluchtelingengevangenissen als giftige paddestoelen uit de grond geschoten. Wie nog meende dat het bij een "Grenshospitium" zou blijven, is bedrogen uitgekomen.

In de jaren æ70 al gaat de overheid vluchtelingen opsluiten die via Schiphol in Nederland aankomen en van wie men vindt dat hun asielverzoek kansloos is. In 1982 oordeelt de Hoge Raad dat deze gang van zaken onrechtmatig is, omdat art. 7 van de Vreemdelingenwet (Vw) geen grondslag biedt voor vrijheidsbeneming. Daarna besluit de overheid om kansloos geachte vluchtelingen in de transitruimte van Schiphol te laten bivakkeren. Van faciliteiten is daar nauwelijks sprake. Van een schandelijke, door de overheid zelf in het leven geroepen noodsituatie wel.

Schipholwetje

Halverwege de jaren æ80 begint de Tweede Kamer zich ermee te bemoeien. Het aantal gestrande vluchtelingen in de transithal is zo groot geworden dat er een "verblijfscentrum" in Schiphol-Oost moet worden geopend. Dat oogt al verdacht veel als een gevangenis.

Justitie ontkent dat er sprake is van vrijheidsberoving. Het cynische argument hiervoor is dat de vluchtelingen uit het gebouw kunnen, als ze maar richting buitenland vertrekken. In 1988 beslist de Hoge Raad dat het verblijf in Schiphol-Oost vrijheidsbeneming is. Daarvoor is een wettelijke grondslag vereist. Die ontbreekt in de Vw. In ijltempo wordt de wet dan aan de praktijk aangepast. Art. 7-a, het zogenaamde Schipholwetje, wordt in elkaar getimmerd en door beide Kamers gejast.

Crimineel

Art. 7-a is volgens de Tweede Kamer en de Hoge Raad uitsluitend bedoeld voor de detentie in Schiphol-Oost. Maar ten tijde van een uitspraak van de Hoge Raad hierover, in 1992, heeft de regering de reikwijdte van art. 7-a alweer uitgebreid. De regering wil voorkomen dat vluchtelingen illegaal binnenkomen en onderduiken. Ook de afschrikwekkende werking van het gevangenzetten van vluchtelingen is een doel. Er is namelijk "een aanhoudende, welhaast jaarlijks toenemende stroom vreemdelingen" die "zich om sociaal-economische redenen hier wensen te vestigen", aldus de Memorie van Toelichting bij de wetswijziging. Hierin merkt de regering zonder enige onderbouwing met feiten op: "De aanwezigheid van een groeiend aantal vreemdelingen in de samenleving zonder geldige verblijfstitel, welke doorgaans illegaal worden tewerkgesteld, tast op den duur de voorwaarden voor het functioneren van de sociale rechtsstaat aan".

In het algemeen geldt dat de rechtspositie van de vluchteling die is opgesloten op grond van de Vw zwakker is dan de rechtspositie van de verdachte van een strafbaar feit. De verdachte heeft het recht om binnen 4 dagen en 6 uur een rechter te spreken. Bij de vreemdelingenbewaring geldt dat niet. Bijzonder vreemd, omdat vreemdelingenbewaring een administratiefrechtelijke maatregel is, dus geen voorlopige hechtenis of gevangenisstraf. Dit verschil in juridische status is niet uiterlijk zichtbaar, zodat opgesloten vluchtelingen voor de buitenwereld al snel 'criminelen' lijken.

Bullebak

Art. 7-a maakt de komst van een 'opvangcentrum' buiten Schiphol-Oost juridisch mogelijk. Staatssecretaris Kosto belooft de Tweede Kamer tijdens de behandeling van art. 7-a dat de plaats waar de opsluiting plaatsvindt, beperkt zal blijven tot dit nieuwe centrum. De beide Kamers nemen het wetsvoorstel aan vanwege de belofte van staatssecretaris Kosto dat vluchtelingen pas op andere plaatsen dan dit nieuwe centrum kunnen worden opgesloten, als de Tweede Kamer daarover heeft gedebatteerd.

In 1992 wordt het centrum, het zogeheten Grenshospitium in Amsterdam Zuid-Oost, met veel bombarie gepresenteerd als een semi-hotel. Het is echter zonneklaar dat dit "gastenverblijf" mensen gevangen houdt die niets meer 'misdaan' hebben dan vluchten voor geweld en armoede. In de "Bullebak" breken voortdurend rellen uit. De vluchtelingen klagen hun ellendige detentie-omstandigheden aan. Vluchtelingenorganisaties prikken door de propagandaleugens van Kosto en consorten heen.

Sober regime

De regering heeft nog meer leugens in petto. Nu het hek van de dam is, schieten de vluchtelingengevangenissen als paddestoelen uit de grond. Een jaar na de opening van het Grenshospitium zijn er in andere gevangenissen al 9 vluchtelingenafdelingen bij gekomen. Tot een toegezegd debat hierover in de Tweede Kamer komt het niet. De Kamer laat zich (moedwillig of niet) door Kosto bij de neus nemen.

In 1994 wordt de rechtsbescherming voor 'vreemdelingen' verder uitgehold. De regering schaft het beroep bij de Raad van State en het kort geding bij de burgerlijke rechter af. Bovendien zijn de gronden voor onmiddellijke afwijzing van het asielverzoek verruimd. Dit jaar heeft de regering geprobeerd een nieuwe repressieve gevangenismaatregel, het "sobere regime", een wettelijke grondslag te geven. Dit regime wordt in 2 illegalengevangenissen al min of meer toegepast. Alleen heet het daar geen sober regime, maar "soberder regime", omdat gevangenen minder worden geïsoleerd dan bij het sober regime. Dit "soberder regime" is restrictiever dan het regime dat bij zware criminelen wordt toegepast.

Volgens de Centrale Raad voor Strafrechttoepassing, een adviesorgaan van Justitie, is het sobere regime in strijd met de Beginselenwet gevangeniswezen. Deze kritiek leidt ertoe dat het regime voorlopig niet wettelijk wordt ingevoerd. Ondertussen wordt het soberder regime wel aan gevangen vluchtelingen opgelegd. De praktijk loopt weer eens op de wet vooruit.

'Afvoerput'

Dit jaar slaagde de regering erin om een nieuwe 'afvoerput' te openen: het verwijdercentrum (VC) Ter Apel. Dit deel van een justitieel complex dat in 1998 klaar moet zijn, is onder de misleidende benaming "asielzoekerscentrum" (AZC) in gebruik. Anders dan een regulier AZC dient het centrum in Ter Apel om de uitzetting van technisch moeilijk verwijderbare illegalen te versnellen. Op papier heet het een "open centrum", maar in werkelijkheid vormt het eerder een gesloten inrichting, vanwege de afgelegen ligging en de langdurige verplichte aanwezigheid op het terrein in verband met vaste stempeltijden en regelmatige verhoren. De constructie "nood-AZC" maakt het mogelijk ook niet-uitgeprocedeerde vluchtelingen onder te brengen. Zo holt de regering het begrip asielzoekerscentrum uit en legt men een nieuw rookgordijn rond vreemdelingen, illegaliteit en criminaliteit.

VVD-Kamerlid Rijpstra pleit voor een "soepeler" terugkeerbeleid. Hij wil asielzoekers met een tijdelijke vergunning in "aparte dorpen" plaatsen. Volgens hem lijkt zijn idee niet op Janmaats "kampen waar asielzoekers te werk worden gesteld", want, aldus Rijpstra, "Janmaat wil kampen met prikkeldraad". En Rijpstra? Die wil kampen zonder prikkeldraad. Nederland is hard op weg naar een vorm van apartheid.

Terug