Lokaal Kabaal 25, oktober 1997

Auteur: Jelle van Buuren


Het kerkasiel komt thuis in De Duif

Begin september opende basisgemeenschap De Duif haar deuren voor het kerkasiel van Iraanse vluchtelingen. De Duif heeft een reputatie hoog te houden op het gebied van kerkasiel. Twintig jaar geleden werd kerkasiel verleend aan met uitzetting bedreigde Marokkanen. Een gesprek met betrokkenen van toen en nu.

Amsterdam, augustus 1978. De Duif, de kerk van de gelijknamige katholieke basisgemeenschap in Amsterdam, is het toneel van een niet alledaagse gebeurtenis. Zo'n 100 Marokkanen hebben hun toevlucht gezocht in de kerk. De zijbeuk ligt vol met bedden, de pers is kind aan huis en talloze prominenten leggen een bezoek af. Vergaderingen, symposia en persconferenties wisselen elkaar in een steeds hogere frequentie af. De Duif werd het epicentrum van de al 4 jaar durende strijd van Marokkaanse arbeiders tegen hun dreigende uitzetting.

De Marokkanen keerden zich tegen de zogenaamde Regularisatiemaatregel. Deze maatregel was onderdeel van een pakket maatregelen waarmee werd geprobeerd de migratie naar Nederland te beteugelen. Illegale arbeiders - toen nog 'spontane migranten' geheten - konden voor een verblijfsvergunning in aanmerking komen indien ze aan een aantal voorwaarden voldeden. De belangrijkste: het overleggen van een werkgeversverklaring waaruit bleek dat ze 6 jaar of langer in Nederland werkten. Voor veel Marokkanen was dat een probleem. De werkgevers weigerden zo'n verklaring af te geven, uit angst alsnog de premies te moeten betalen die ze jarenlang hadden weten te ontduiken.

De Marokkaanse arbeiders slaagden erin een grote solidariteitsbeweging op gang te krijgen. In heel Nederland werden solidariteitsacties, manifestaties en demonstraties gehouden. Een brede coalitie van kerken, vakbonden en politieke partijen maakte zich sterk voor hun zaak. Wim Kok, toen voorzitter van de FNV, en nog in bezit van lang haar, bakkenbaarden en een strijdbaar jargon, verwoordde tijdens een grote demonstratie de brede steun: "Jullie strijd is onze strijd. We laten jullie niet in de steek."

De actie werd een eclatant succes. Niet alleen de 182 'kerk-Marokkanen' kregen een verblijfsvergunning. De Regularisatiemaatregel werd opgerekt, waardoor duizenden andere Marokkanen uiteindelijk in Nederland konden blijven.

Zwaarbewapend

Twintig jaar later pakt De Duif de traditie weer op door voor 6 weken kerkasiel te verlenen aan met uitzetting bedreigde Iraanse asielzoekers. Na kerken in Eindhoven en Helmond is de De Duif de volgende kerk in de estafette die is georganiseerd door het Steunkomitee Kerkasiel Iraanse Asielzoekers (SKIA), een samenwerkingsverband van Iraanse zelforganisaties, kerkelijke groepen en solidariteitsorganisaties. Ron Wiemers, thans voorzitter van het stichtingsbestuur van De Duif, was in 1978 als pastor verbonden aan de basisgemeenschap. "Van onze kant was er toen simpelweg sprake van boosheid. Mensen dreigden het land uitgezet te worden door de onwilligheid van Nederlandse werkgevers. Dat vond ik buitengewoon onrechtvaardig. Die mensen verdienden onze bescherming."

Ook nu is het een gevoel voor rechtvaardigheid dat Wiemers drijft. Hij richt zijn pijlen deze keer op de ambtsberichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken, waarin gesteld wordt dat Iran niet langer een onveilig land is. Niet alleen de gedetailleerde kritiek van bijvoorbeeld Amnesty International overtuigde Wiemers. Ook de acties van de Iraniërs zelf maakten indruk. "Die mensen verkeren in doodsangst. Al die hongerstakingen, de zelfmoordpogingen, de totale wanhoop. Dat doe je niet voor niks. Het ambtsbericht kan wel stellen dat het beter gaat in Iran, maar dat wil niet zeggen dat het goed gaat."

Er zijn meer overeenkomsten. De actie in 1978 kwam de kerk op grote kritiek te staan. Naast meer overspannen reacties - De Telegraaf zei dat de Marokkanen in werkelijkheid zwaarbewapende links-revolutionairen waren - werd de kerk verweten de democratische rechtsgang in Nederland te bruuskeren. Dezelfde kritiek valt nu te beluisteren. "Het verlenen van kerkasiel past niet in een democratische rechtsstaat", liet minister Dijkstal onlangs nog weten.

Wiemers haalt er zijn schouders over op. "We oefenen geen macht uit. Wat we willen is een signaal geven. Dit beleid leidt tot onrecht. Het mag misschien juridisch wel kloppen, maar dan klopt er iets niet met de wet. Wij hebben ook nog een geweten. Of je nu christen bent of humanist, iedereen heeft een eigen geweten. En je eigen geweten heeft het laatste woord."

Petra Schultz is medewerkster van De Fabel van de illegaal en van het SKIA, dat het huidige kerkasiel organiseert. Ze is niet onder de indruk van de beschuldigingen. Hypocriet, vindt ze de politieke reacties. De afgelopen jaren is aan talloze uitgeprocedeerde vluchtelingen onderdak verleend. Dat weet de overheid ook. Pas nu het kerkasiel wordt gekoppeld aan een politieke eis - "stop de uitzettingen naar Iran" - haasten politici zich de kerken hun plaats te wijzen. Maar bovenal raakt het niet de kern van de zaak. "De rechters beslissen op basis van de ambtsberichten. Die ambtsberichten zijn nu juist het probleem. Die kloppen domweg niet. Politici kunnen zich niet verschuilen achter een rechterlijke uitspraak, als die uitspraak gebaseerd is op aantoonbaar onjuiste informatie. En al helemaal niet als zij zelf de politieke verantwoordelijkheid dragen voor de ambtsberichten en het daarop gebaseerde beleid."

Solidariteit

De maatschappelijke steun die de Marokkaanse arbeiders indertijd kregen, was wel haast overweldigend. Abdou Menebhi was een van de oprichters van het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN), dat het voortouw nam in de acties. Als belangrijke factor voor het succes noemt hij de goede organisatie van de Marokkaanse arbeiders. Zij namen zelf het initiatief en bleven tot aan het einde toe een hechte eenheid. De ondersteuning kwam in eerste instantie van kerken en kleine actiegroepen. "We hebben dat stapje voor stapje weten uit te breiden. We hebben steeds aan een breed humanitair draagvlak gewerkt. Toen er eenmaal brede maatschappelijke ondersteuning was, kreeg het ook politiek effect."

De acties van de Marokkanen hadden ook een verder gaand effect. Migranten waren tot dan toe vrijwel onzichtbaar in de samenleving. Het woord "gastarbeider" drukte uit hoe er over hen werd gedacht: het waren passanten, die hooguit tijdelijk onderdeel van de samenleving uitmaakten. Volgens Wiemers legden de acties van de Marokkanen de vinger op een zere plek. "Er ontstond toen toch wel een gevoel van onbehagen. Hoe gaan we als maatschappij met deze mensen om. Eerst hebben we ze op allerlei manieren hier naar toe gelokt, ze werkten hier jarenlang in onze economie. En toen ze overbodig leken te worden, wilden we ze weer kwijt. Dat heeft veel mensen toch aan het denken gezet."

Nu, zegt Wiemers, lijkt de discussie niet te gaan over hier, maar alleen maar over daar. En dat is een belangrijk psychologisch verschil. "We missen het inlevingsvermogen. Het raakt mensen minder, omdat het over de situatie in Iran gaat. Het is iets dat een hoop mensen koud laat: Iran, tja, daar weet ik niks van. Terwijl het in wezen gaat over de vraag of je het risico wilt nemen mensen de dood in te sturen."

Menebhi wijst erop dat het politieke klimaat in 20 jaar drastisch veranderd is. In de jaren 70 was solidariteit meer vanzelfsprekend. Er was een brede tegenbeweging, er heerste een opstandige sfeer en mensen geloofden in verandering. Nu zijn mensen toeschouwers geworden. Hij zegt geschrokken te zijn van de reacties op de hongerstakingen van Iraanse asielzoekers. "Die mensen zijn haast tot aan de dood gegaan, zonder dat er grote maatschappelijke beroering ontstond. Iedereen kijkt maar toe en zegt: we kunnen niets doen. Dat was vroeger onvoorstelbaar."

Toch lijkt er door het kerkasiel, de vele hongerstakingen en andere acties die de Iraniërs en solidariteitsgroepen voeren langzaam een maatschappelijk debat losgetrokken te zijn. Schultz denkt dat er wel degelijk brede steun is voor de zaak van de Iraniërs. Maar mensen uiten hun solidariteit meer individueel, op een pragmatische manier. Op bijeenkomsten die worden georganiseerd in de plaatsen waar het kerkasiel wordt gehouden komen veel mensen af. "Dat is de manier die mensen nu kiezen om te laten zien dat ze er achter staan. Je ziet ook dat kerken elkaar aansteken, dat ze elkaar stimuleren. Dat is inspirerend om mee te maken. Dat mensen het lef hebben om te zeggen: hier ligt de grens."

Bovendien, zegt Schultz, is het kerkasiel een stimulans voor de Iraniërs om door te gaan met hun acties. "De ondersteuning door Nederlanders is voor hen ontzettend belangrijk. Het geeft hen de kracht om door te gaan. Ze hebben vaak het idee dat ze helemaal alleen in een kille maatschappij staan waar iedereen denkt: rot maar lekker op."

Bijvijlen

De strijd lijkt haar voorlopige climax te krijgen in de hoorzitting die de Tweede Kamer onder druk van de acties over de kwestie Iran gaat beleggen. Open vraag is nog of het hier om een serieuze heroverweging van beleid gaat, of dat het een poging is de scherpste kantjes van het maatschappelijk protest bij te vijlen. De Tweede Kamer heeft immers meerdere malen de "nieuwe inzichten" die het ministerie van Buitenlandse Zaken over de veiligheidssituatie in Iran heeft verkregen, tot de hare gemaakt. Bovendien verklaarde staatssecretaris Schmitz in juni vorig jaar dat ze een stringent terugkeerbeleid een probaat middel vond om potentiële vluchtelingen te laten zien dat Nederland een streng asielbeleid voert. Het lijkt erop dat de Iraanse vluchtelingen de testcase zijn geworden voor de standvastigheid van het terugkeerbeleid.

Schultz vindt het goed dat de hoorzitting er komt, maar houdt ook een slag om de arm. Ze denkt niet dat de Kamer het kan maken om helemaal niets aan het beleid te veranderen. Er zijn nu eenmaal verwachtingen gewekt. Maar hoeveel rek er is, moet nog maar blijken. En daar zit ook een gevaarlijke kant aan. "Iedereen concentreert zich nu op de hoorzitting. Maar wat gebeurt daarna? Nemen mensen genoegen met kleine concessies? Of raken ze zo verbitterd dat ze de hoop opgeven en tot nog meer wanhoopsacties overgaan?" Het SKIA heeft een duidelijk standpunt: het kerkasiel houdt pas op als de uitzettingen worden stopgezet. Maar van organisaties als Vluchtelingenwerk en INLIA, die zich de afgelopen tijd het kerkasiel ook eigen hebben gemaakt, is onduidelijk wat ze doen als de hoorzitting niet tot het gewenste resultaat leidt.

Schultz ziet ook een ander onbedoeld, maar negatief effect van de huidige ontwikkelingen. De discussie lijkt zich te versmallen tot de positie van de Iraanse vluchtelingen. Alsof er geen problemen zijn met andere vluchtelingen die dreigen te worden teruggestuurd. Ook Abdou Menebhi vindt het van groot belang dat de discussie zich meer richt op het gehele asielbeleid. Hij denkt dat het ook mogelijk is. Het kerkasiel biedt mogelijkheden tot direct contact tussen Nederlanders en de asielzoekers. En daar begint het toch vaak mee: de concrete gevallen van onrecht waar mensen mee geconfronteerd worden. "De geschiedenis kan zich herhalen. Wij begonnen ook met niks. Pas toen het in tal van maatschappelijk organisaties een kwestie was geworden, kwamen de politieke partijen in beweging. Zo moet het nu ook beginnen. Mensen moeten weer vertrouwen krijgen. Blijven we toeschouwers of gaan we wat veranderen."

Ron Wiemers ziet het verloop van het kerkasiel vol vertrouwen tegemoet. De leden van de basisgemeenschap steunden unaniem zijn voorstel om De Duif open te stellen voor de Iraanse asielzoekers. Ook voor hem herhaalt de geschiedenis zich. "Bij het afscheidsfeest in 1978 kregen we van de Marokkanen een heel mooi exemplaar van de Koran. Ik heb al gezegd: die kunnen we weer tevoorschijn halen. Misschien kunnen we de IraniÙrs er een plezier mee doen."

Terug