De Fabel van de illegaal 28, april1998

Auteur: Petra Schultz


Campagne van Vrouwen Tegen Uitzetting

Na de verschrikkelijke ervaringen in hun eigen land worden vrouwelijke vluchtelingen in Nederland geconfronteerd met nieuwe verschrikkingen. Daarom is "Vrouwen Tegen Uitzetting" (VTU) een campagne begonnen tegen de schending van mensenrechten van deze vluchtelingen. In VTU werken vrouwelijke vluchtelingen en Nederlandse vrouwen samen, waaronder ook vrouwen van De Fabel van de illegaal. Ze lobbyen, organiseren manifestaties, voeren actie en zijn op 7 maart begonnen met een wekelijkse advertentiecampagne.

Vrouwen Tegen Uitzetting richt haar acties op 3 gebieden. Ten eerste de asielprocedure. Daarin wordt nog steeds te weinig rekening gehouden met de redenen waarom vrouwen vluchten. Hun politieke activiteiten worden vaak niet als zodanig erkend. Seksueel geweld wordt zelden als asielgrond beschouwd. Er wordt te weinig rekening mee gehouden dat veel vrouwen - uit schaamte - hun traumatische ervaringen niet onmiddellijk met vreemden durven te bespreken. In veel gevallen krijgen getrouwde vrouwen niet echt de kans een eigen asielaanvraag in te dienen.

Ten tweede de situatie in de asielzoekerscentra. Daar voelen vrouwen zich vaak niet veilig. Er zijn nauwelijks aparte sanitaire en andere voorzieningen voor vrouwen. Er komt seksueel geweld tegen vrouwen in de centra voor. Veel vrouwen zijn ziek en apathisch door het wachten en nietsdoen en krijgen geen kans zich te organiseren.

Ten derde de situatie van uitgeprocedeerde vrouwen. Vrouwen die geen vluchtelingenstatus hebben verworven, worden illegaal en komen op straat te staan. Ze worden uitgesloten van gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs. Door de identificatieplicht kunnen ze geen legaal werk krijgen. Jonge meisjes verdwijnen vaak spoorloos, waarschijnlijk in de prostitutie.

Paracetamol

Op een vrouwendag-bijeenkomst in de Amsterdamse Mozes en Aaronkerk sprak onlangs een VTU-medewerkster en werd het verhaal van Maria verteld: "Ik ben gevlucht uit Angola en ben 36 jaar. Ik ben 3 jaar geleden samen met mijn dochters Josephine, Lukeba en Amalia naar Nederland gekomen. We zijn nu bijna een jaar geleden uitgeprocedeerd en logeerden een tijdlang bij Zaïrese vrienden. Daar waren we erg bang voor de politie. We gingen 5 maanden lang bijna niet naar buiten. Als de deurbel ging, waren we bang. Eén keer kwam de politie aan de deur. We gingen naar boven en waren doodstil; de kinderen huilden. Omdat we zo bang waren, gingen de kinderen niet naar school. We gingen ook nooit naar de dokter. Als we ziek waren, slikten we paracetamol. Als één kind een pilletje kreeg, dan zeurden ze er allemaal om. Nu krijgen we onderdak in een huis voor illegale vrouwen. We voelen ons hier veilig. De kinderen gaan naar school. Ik wil graag opnieuw asiel aanvragen en terug naar een asielzoekerscentrum. Dan hebben we een toekomst. Maar eerst moet ik met een advocaat mijn verhaal op papier zetten. Zolang we illegaal zijn, is alles onzeker."

Terug