De Fabel van de illegaal 32, december 1998/januari 1999

Auteur: Ellen de Waard


Actiegroepen schieten gat in Koppelingswet

De Fabel van de illegaal heeft samen met Autonoom Centrum, OKIA, RADAR en het HIFD een eerste gat in de Koppelingswet geschoten. Advocate Ite van Dijk had namens de 5 anti-racistische organisaties en een Turkse man een kort geding aangespannen tegen het ministerie van Sociale Zaken. De rechter oordeelde in oktober 1998 dat illegale Turken die een aanvraag voor een verblijfsvergunning hebben lopen, niet zonder meer op grond van de Koppelingswet van bijstand kunnen worden uitgesloten.

Van Dijk toonde aan dat mensen afkomstig uit landen die het Europese Verdrag betreffende Sociale en Medische Bijstand (EVSMB) hebben ondertekend, geen bijstand mag worden onthouden wanneer zij rechtmatig in Nederland verblijven. Het gaat om de landen van de Raad van Europa, waaronder een aantal Oost-Europese landen en Turkije. Van Dijk heeft ook geprobeerd om de bijstand te behouden voor mensen uit andere landen. Ze beriep zich daarbij op anti-discriminatiebepalingen. In vergelijkbare omstandigheden zouden moeten dezelfde rechten gelden. De rechter vond echter dat er ondanks "het verbod op discriminatie rechtvaardigingsgronden kunnen zijn om onderscheid naar verblijf te maken". Andere advocaten proberen nu om deze uitspraak aan te vechten op grond van het Internationale Verdrag voor Burger- en Politieke Rechten (BuPo-verdrag).

Op 17 november oordeelde de rechtbank in Amsterdam in een andere zaak dat op basis van het Europese Verdrag inzake Sociale Zekerheid (EVSZ) illegale Turken die een aanvraag hebben lopen voor een verblijfsvergunning, niet uitgesloten mogen worden van sociale verzekeringen.

Terug