De Fabel van de illegaal 46/47, zomer 2001

Auteur: Eric Krebbers en Inge van de Velde


Conservatieven willen verworvenheden vrouwenbeweging terugdraaien

Wie dacht na zijn Brusselse transfer blijvend van Bolkesteins reactionaire praat verlost te zijn, die heeft het mis. Enkele van zijn getrouwen hebben namelijk vorig jaar de Edmund Burke-stichting opgericht om het conservatieve gedachtegoed blijvend onder onze aandacht te brengen. Als vanouds wordt er weer ingehakt op alles wat men in verband brengt met links en de verzorgingsstaat. Maar waar Bolkestein daarnaast vooral de migratie tot probleem maakte, daar klagen de nieuwe conservatieven over een vermeende "crisis van het gezin".

Echtscheidingen, verruwing, eenoudergezinnen, egoïsme, filevorming, immigratie en sex op tv. De conservatieven zien overal bedreigingen en verloedering. We zouden niet meer over voldoende nederigheid, zelfdiscipline, matigheid en kuisheid beschikken om onze vrijheidsdrang te beperken. En dat zou allemaal weer komen door "de generatie van 1968", een vaag concept dat bij rechts modieuzer werd naarmate de concrete linkse bewegingen uit het politieke landschap verdwenen. De conservatieven gebruiken het idee van een "generatie 68" als middel om de verantwoordelijkheid van rechts voor allerlei vermeende huidige problemen toch te kunnen blijven schuiven richting links. Toch zijn de vrijheden waar de conservatieven over klagen geen links product. Integendeel, rechts is er de afgelopen 2 decennia met de verworvenheden van de sociale bewegingen vandoor gegaan. Vrijheid is sindsdien een volkomen individuele kwestie van lifestyle geworden voor wie het betalen kan.

Kinneging

De centrale man van de Burke-stichting is de Leidse rechtsfilosoof Andreas Kinneging. Hij heeft er 12 jaar op zitten bij het wetenschappelijk bureau van de VVD en schreef de teksten van de toenmalige partijleider Bolkestein. Kinneging stapte uit de VVD omdat hij Bolkesteins opvolger Dijkstal niet conservatief genoeg vond. In het bestuur van de Burke-stichting zit ook Bolkesteins huidige persoonlijke assistent Joshua Livestro, een ex-student van Kinneging die ook voor de Engelse Conservatieve Partij gewerkt heeft. De twee andere bestuursleden zijn Reformatorisch Dagblad-journalist Bart Jan Spruyt ("Door Kinneging begreep ik het conservatisme") en René van Wissen ("Dankzij Kinneging kwam ik tot inzicht"), een JOVD-er die ook bij Kinneging gestudeerd heeft.

Diverse kranten en opiniebladen zien kennelijk wel wat in Kinneging en zijn 3 volgelingen, want ze publiceren regelmatig over het nieuwe conservatisme. Het debatje wordt echter vrijwel uitsluitend gevoerd door blanke mannelijke opinion-leaders, die bijna zonder uitzondering laaiend enthousiast zijn, of vinden dat de conservatieven ergens toch wel een punt hebben. Belangrijke stuwende krachten achter het debat zijn, behalve de Burke-stichting, ook S.W. Couwenberg van het nieuw-rechtse blad Civis Mundi, NRC-columnist J.L. Heldring, Trouw-redacteur Marcel Ten Hooven en Volkskrant-columnist Hans Wansink. Ook enthousiast toonden zich oud-premier Dries van Agt en Frans Rutten, die van 1973 tot 1990 de hoogste ambtenaar op Economische Zaken was. Rutten haakte echter onlangs af nadat hij ontdekte dat op 11 april 2002 een wonder zal gebeuren in het Spaanse dorpje San Sebastian de Garabandal, waarna Christus de verlosser schijnt terug te keren op aarde. Rutten had dus plots belangrijker dingen te doen.

De kersverse stichting is genoemd naar de Ier Edmund Burke, die wel als de eerste conservatief wordt gezien. Hij was een tijdgenoot van de Franse revolutie en wilde voorkomen dat ook in Engeland de oude elite en orde zouden verdwijnen. Revoluties zouden volgens Burke alleen maar ellende brengen, omdat de maatschappij te complex zou zijn voor de bevolking om te doorgronden, laat staan om hem te veranderen. Revolutionairen zouden bescheidener moeten zijn, meende Burke. Kinneging zelf zegt te denken in de richting van de negentiende-eeuwse Nederlandse conservatief Da Costa. Die meende dat regenten de samenleving besturen uit naam van God en dus een soort medescheppers zijn. Zij kunnen de ordening van de samenleving begrijpen omdat ze daartoe in tegenstelling tot het gewone volk wel de morele en intellectuele vermogens hebben.

Moreel ver verheven roepen Kinneging en zijn conservatieven dat er weer gewerkt moet worden aan "de verheffing van het volk", dat tegenwoordig alleen nog maar de driften en de eigen wil achterna zou lopen. "Onze wil moet niet heersen, hij moet de morele normen gehoorzamen. Wie niet weet wat deze begrippen betekenen en beweert dat ze geen vaste inhoud hebben, bewijst dat hij 'halbgebildet' is en moet eerst maar eens een paar goed boeken lezen voor hij weer mee mag praten", aldus de onwaarschijnlijk paternalistische Kinneging.

Net als in de revolutionaire dagen van Burke vindt de conservatieve ideologie ook nu vanzelfsprekend voornamelijk aanhangers onder groepen mensen die bij veranderingen in de machtsverhoudingen wat te verliezen hebben, zoals de nu debatterende welgestelde blanke opinion-leaders. De elitaire nieuwe conservatieven weten zich desalniettemin te presenteren als rebellen. Rebellen die zich verzetten tegen de vermeende macht van de politieke correctheid. Maar het zijn eigenlijk zielige figuren die graag gewichtig doen. Ze proberen hun reactionaire en vaak oubollige ideeëngoed te verkopen met citaten van overschatte klassieke geleerden. Kinneging citeert bijvoorbeeld graag Plato's vertelling waarbij de mensheid in een duistere grot leeft. Een man heeft buiten het licht gezien en komt terug om te vertellen over de werkelijke wereld. Hij wordt niet geloofd en heeft vervolgens geen andere keus om zijn visie uit te leggen dan met dwang. Een goedkope poging om autoritaire regiems te rechtvaardigen.

Internet-conservatisme

De conservatieven zullen het moeilijk krijgen in het liberale Nederland. Om aanhang te verwerven houden ze zich inhoudelijk wat op de vlakte en verkondigen ze slechts relatief onschuldige morele praatjes zonder directe politieke inhoud. Waar ze uiteindelijk heen willen wordt pas duidelijk wanneer we eens surfen naar de veel gepromote website van de Burke-stichting. De conservatieven tonen zich daarop laaiend enthousiast over een reeks uiterst conservatieve katholieke, protestantse en joodse organisaties in de VS. Ze schrijven ook welwillend over nieuw-rechtse filosofen als Finkelkraut en Scruton, en over libertariërs1 en regelrechte fascisten, zoals Pat Buchanans "paleoconservatieven".2 De uiterst rechtse Amerikaanse denktank Heritage Foundation, die in Nederland bijvoorbeeld contacten heeft met het Oud Strijders Legioen (OSL), wordt door de Burke-stichting beschouwd als het grote voorbeeld.

Het is zeker niet toevallig dat de links op de website vooral richting Amerika gaan. In de VS zijn de voornamelijk christelijk getinte conservatieven zeer succesvol. Ze zijn daar zelfs doorgedrongen in de regering van Bush, die opereert onder de slogan "compassionate conservatism", conservatisme met mededogen. De conservatieven hebben daar tegenwoordig in de hele samenleving invloed. In alle staten van de VS voeren scholen onder het motto "just say no to sex" campagnes om hun leerlingen ervan te overtuigen dat sex voor het huwelijk slecht is. Ook beloven mannen met hele voetbalstadions tegelijk dat ze zich voortaan zullen houden aan de huwelijkse trouw. Deze "promise keepers" vinden dat hun echtgenotes zich dan wel aan hen moeten onderwerpen. Ze zijn verder fel tegen homoseksualiteit en ze houden het feminisme verantwoordelijk voor verkrachting, omdat het de vrouw uit haar huis zou halen.

Ook de Nederlandse conservatieven leggen de nadruk op patriarchale speerpunten. Ze zijn tegen homoseksualiteit en het homo-huwelijk, tegen echtscheiding, tegen sex voor of buiten het huwelijk, tegen abortus, tegen werkende vrouwen en tegen crèches. In plaats daarvan mikken ze op een revival van het ouderwetse gezin met kostwinnersmodel, en zelfs op een hernieuwde stigmatisering van buitenechtelijke kinderen.

Feminisme als het kwade

Het conservatisme is te zien als een poging van het patriarchaat om het terrein terug te winnen dat het aan het feminisme verloren heeft. De essentie van de patriarchale ideologie is dat de mannelijke geest zich moreel zou kunnen verheffen boven het lichamelijke en boven de vrouw. Een mannelijke elite zou zo beschaving en cultuur kunnen creëren en richting moeten geven aan de rest van de bevolking die nog wel door het driftleven beheerst wordt. Wanneer conservatieve mannen dus zeggen dat "de mens" slecht is, dan doelen ze vanzelfsprekend niet op zichzelf, maar op "de bevolking" in het algemeen en vrouwen in het bijzonder. Heel paternalistisch beweren ze dat we uiteindelijk nooit gelukkig zullen worden wanneer we de patriarchale gezinsstructuren en bloedbanden niet respecteren. Volgens de conservatieven is het patriarchaat uiteindelijk onontkoombaar.

Het feminisme wil het patriarchaat afschaffen en daarom belichaamt het voor de conservatieven het grote kwaad. De website van de Burke-stichting wordt dan ook gedomineerd door anti-feministische stukken, waarin onder meer beweerd wordt dat "de nieuwe seksuele verhoudingen slecht zijn voor vrouwen" en dat "het feminisme zijn volgelingen ongelukkig heeft gemaakt". Ook vindt men er een "briljante analyse" over "de natuurlijke verschillen tussen mannen en vrouwen" en "een essay over de wijze waarop de homolobby fundamentele waarheden over de menselijke natuur overwon". In een al even "fascinerend artikel" wordt betoogd dat er ook "de mogelijkheid moet komen om een huwelijk af te sluiten dat niet verbroken kan worden" en elders wordt weer "uitgelegd wat het belang is van hofmakerij en wat haar betekenis is voor liefde en huwelijk".

Het feminisme lijkt nu en dan verworden tot een speelbal van rechtse opinion-leaders. Met zijn "multiculturele drama" bracht Scheffer het feminisme al in stelling tegen "de allochtonen" door hen voortdurend in verband te brengen met niet-geëmancipeerd denken.3 De zelfingenomen Scheffer deed alsof mannen als hij de verworvenheden van het feminisme voortgebracht hebben, in plaats van de vrouwenbeweging. De conservatieven gaan nog een stapje verder en keren de idealen van het feminisme zelfs tegen vrouwen. Want wat staat er op de website in een column over zelfbepaald leven voor vrouwen? "Dat door zich 'zedig' of 'kuis' op te stellen, een vrouw veel sterker in haar schoenen staat. Zij is degene die besluit wie haar lichaam mag bewonderen en wie niet, zij houdt emotioneel de touwtjes in handen door alleen met die man te slapen die zich waardig heeft getoond - dat wil zeggen, die man die zich als 'heer' gedraagt en die haar respecteert, en die dat respect toont door met haar een eeuwige en onverbrekelijke huwelijksband aan te gaan. In dat licht zijn vrouwen die een hoofddoekje dragen, misschien wel de meest radicale feministes die er ooit zijn geweest."

Zo wordt de onderdrukking van de vrouwelijke seksualiteit gepresenteerd als het summum van zelfbepaling. Van Wissen schreef enthousiast over de jonge vrouwen in de VS die tegen sex voor het huwelijk zijn. "Nu zou je denken: daar is toch niets mis mee? Is dat niet de ultieme vorm van baas in eigen buik? Zouden feministen er niet heel blij mee moeten zijn dat jonge vrouwen nu zelfbewust en in alle vrijheid kunnen verklaren dat ze geen behoefte hebben aan nietsbetekenende sex? Het recht om nee te zeggen, daar ging het destijds toch om?" De heren conservatieven snoeren vrouwen de mond en voorzien het feminisme van een nieuwe, omgedraaide inhoud.

Volgens Kinneging leidt de vermeende "afwezigheid van bepaalde deugden, zoals kuisheid, zelfbeheersing en empathie" ook tot meer abortussen. Maar dezelfde "anti-choice"-conservatieven die zich keren tegen abortus, weigeren pertinent meer geld beschikbaar te stellen voor kinderen in eenoudergezinnen. "Pro-life" of voor kinderen zijn conservatieven dus in ieder geval niet, ze zijn enkel anti-vrouw. De website maakt overigens nadrukkelijk reclame voor de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind.

Culturele hegemonie

In 2000 opperde de Burke-stichting de mogelijkheid van een brede Conservatieve Partij samen met de ChristenUnie. Zelf mogen we dan niet allemaal confessioneel zijn, zeiden de conservatieven zelf, maar we gaan wel uit van "algemene christelijke waarden". En met kardinaal Simonis vinden de conservatieven ook dat kerken weer een centrale rol in de samenleving moeten gaan spelen. Later beweerde men juist meer te willen werken aan het bevorderen van het conservatieve denken in alle politieke partijen en in de hele samenleving. Welke rol zou het conservatisme zo de komende tijd kunnen gaan spelen?

Het conservatisme kan als verkooppraatje gaan fungeren voor de verdere afbraak van de verzorgingsstaat, zoals Thatcher dat in de jaren 80 in Engeland deed. "De verzorgingsstaat heeft het middenveld ontzield, gebureaucratiseerd en verslaafd gemaakt aan staatssteun. Wat voorheen van de bevolking zelf was, werd nu een verlengstuk van de staat", aldus Kinneging. In zijn visie zou de afschaffing van de verzorgingsstaat de bevolking zowaar ten goede komen. De nieuwe conservatieven zijn niet de eersten in Nederland die van de verzorgingsstaat af willen. Al in de jaren 80 achtten rechtse politici haar te duur. Om het systeem van uitkeringen te blijven betalen, zo zei men, zou er teveel belasting geheven moeten worden en daardoor zouden bedrijven Nederland gaan mijden als vestigingsplaats. De overheid moest daarom bezuinigen, zich terugtrekken en ruimte maken voor de "zorgzame samenleving", in eufemistisch CDA-jargon. Men wilde de reproductiekosten van de samenleving verschuiven van de overheid naar de burgers en het gezin. Maar die twee zijn niet zo sekse-neutraal als het wel gebracht werd. Het ging natuurlijk om het afschuiven naar vrouwen, die zich traditioneel gedwongen zien alle onbetaalde zorgtaken op zich te nemen, zoals kinderopvang, en zieken- en ouderenverzorging. De nieuwe conservatieven kunnen met hun pleidooien voor gezin, huismoeder en kerk, de kant-en-klare ideologie leveren voor de volgende bezuinigingsronde.

Tegelijk biedt de conservatieve ideologie mogelijk 'nieuwe' modellen van sociale disciplinering van de bevolking. De beheersbaarheid zou namelijk volgens opinion-leaders snel afnemen door de toenemende individualisering. Het systeem produceert immers meer en meer a-sociale en calculerende burgers die op de totalitaire markt een oorlog van allen tegen allen uitvechten. Dat zou er toe hebben geleid dat de gemiddelde burger de laatste decennia schijt heeft gekregen aan allerlei autoriteiten. Dit politieke beheersingsprobleem wordt nu door de conservatieven geherformuleerd in morele termen, waarna ze aankomen met de oplossing van disciplinering via het patriarchale kerngezin. "Kinderen in een stabiel huwelijk hebben minder problemen met autoriteit", beweert Burke-stichting-bestuurslid Livestro.

Ook willen de conservatieven proberen bij de bevolking een 'sociaal' wij-gevoel te creëren via het nationalisme. Ze promoten daartoe het idee dat "onze" leefwijzen van vroeger beter waren, dat "ons erfgoed" bestaat uit vaderlandse deugden en tradities rond het gezin. Ze creëren daarom ook graag collectieve vijandsbeelden rond buitenlanders, links en het feminisme. De nieuwe conservatieven kunnen zich dan ook goed vinden in racistische vertogen zoals die van Scheffer, en ze maken zich er bijvoorbeeld boos over dat Nederland "ongecontroleerd sloten geld overmaakt aan werklozen en kinderscharen in het buitenland" van migranten die hun premies gewoon hebben betaald.

De nieuwe conservatieven beperken zich veelal tot morele praatjes. Ze schrijven nooit over concrete machtsverhoudingen en reppen met geen woord over kindermishandeling en seksueel geweld door mannen binnen het gezin. Of over politiegeweld of het onmondig maken van gelovigen door religieuze leiders. Of over racisme en uitbuiting. Kortom, ze proberen de werkelijke oorzaken van veel ellende onder het vloerkleed te vegen en dragen een normatief ideaal aan dat nooit is geweest en nooit zal kunnen zijn: dat van de tevreden zichzelf opofferende onderdaan.

Noten

Terug