De Fabel van de illegaal 46/47, zomer 2001

Auteur: Ellen de Waard


Bustocht tegen gevolgen van Vreemdelingenwet

Begin april 2001 trok een bus met afgewezen, maar nog niet geïllegaliseerde vluchtelingen en leden van steungroepen langs diverse steden. De actievoerders bekritiseerden het nieuwe beleid waarbij vluchtelingen die nog wachten op de afhandeling van hun tweede asielaanvraag, toch al op straat gedumpt worden. Al sinds de invoering van de Koppelingswet in 1998 worden steeds meer groepen vluchtelingen van allerlei voorzieningen uitgesloten. Geen onderdak en geen inkomen zijn hun grootste problemen. En met de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet per 1 april worden er de komende maanden nog eens duizenden mensen op straat gezet. Binnen 28 dagen na de negatieve beslissing in hun eerste procedure te hebben ontvangen, worden vluchtelingen voortaan uit hun opvangadres gegooid.

Het gaat om vluchtelingen die direct in eerste instantie of na hun eerste procedure afgewezen zijn. Zij hebben het recht om daartegen in beroep te gaan, of om een nieuwe asielaanvraag te doen. Maar ze blijven vanaf dat moment verstoken van alle voorzieningen, ongeacht of ze opnieuw in de asielprocedure opgenomen worden. Het gaat bijvoorbeeld om "Dublin-claimanten". Dat zijn vluchtelingen die eerst in een ander EU-land asiel hebben aangevraagd en van wie de asielaanvraag daarom niet in Nederland in behandeling genomen wordt. Totdat ze worden teruggestuurd naar dat eerdere EU-land, hebben de vluchtelingen geen enkel recht meer op voorzieningen. Een tweede groep die naar voorzieningen kan fluiten, zijn de "technisch onverwijderbaren". Dat geldt zelfs voor die vluchtelingen die met Justitie hebben meegewerkt aan hun eigen terugkeer, maar die niet weg kunnen omdat zij niet meer toegelaten worden in hun land van herkomst of een ander land. Een derde groep zonder voorzieningen betreft vluchtelingen die nog op humanitaire of medische gronden een procedure hebben lopen. Tot slot hebben de vluchtelingen die een tweede procedure volgen - omdat ze nieuw bewijsmateriaal hebben voor hun vluchtmotieven - ook geen recht meer op voorzieningen.

De druk op steunorganisaties voor illegalen en afgewezen vluchtelingen wordt daardoor enorm groot. Die vinden dat niet zij al deze steun zouden moeten verlenen, maar de overheid. Met de bustocht wilden veel van die organisaties de verantwoordelijkheid terugleggen bij de overheid. Diverse gemeenten zijn het daarmee eens. Een enkele gemeente heeft aan de actievoerders toegezegd zelf opvang en andere materiële hulp te gaan bieden aan de op de straat gezette vluchtelingen. Dat werd hen door de landelijke overheid niet in dank afgenomen.

Staatssecretaris van Justitie Kalsbeek zei in een gesprek met de actievoerders dat ze niet inhoudelijk op de nieuwe Vreemdelingenwet in wilde gaan. Wel beweerde ze zowaar te sympathiseren met de busactie, omdat die de vluchteling achter de cijfers zichtbaar gemaakt had. De schijnheiligheid ten top, want haar ministerie heeft met de nieuwe wet geen enkele andere bedoeling dan het afschrikken en uitzetten van juist die vluchtelingen die de actievoerders "zichtbaar gemaakt" hadden.

Terug