De Fabel van de illegaal 60/61, najaar 2003

Auteur: Jan Tas


Steungroepen helpen overheid met uitzetten van vluchtelingen

"Vrijwillige terugkeer"-programma's worden niet alleen uitgevoerd door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).1 Ook organisaties die zeggen op te komen voor de belangen van vluchtelingen, werken steeds vaker mee aan "vrijwillige terugkeer". Men vraagt zich daarbij niet meer af of die terugkeer voor afgewezen vluchtelingen wel "vrijwillig" kan zijn, wanneer de overheid probeert hen volledig uit te sluiten van zowat alle mogelijkheden tot overleven.

Steungroepen in "het maatschappelijke middenveld" vormen door hun dagelijkse contacten met vluchtelingen voor IOM de ideale partner om terugkeerprogramma's mee uit te werken. Die steungroepen houden zich steeds meer bezig met de terugkeer van vluchtelingen en steeds minder met het opbouwen van een bestaan voor vluchtelingen in Nederland. Een ontwikkeling die nauwlettend wordt gevolgd en gestimuleerd door IOM.

Om de eerstelijns-terugkeer door deze organisaties gesmeerder te laten lopen verzorgt IOM de cursus "Omgaan met terugkeer".2 "Counseling over terugkeer is niet voorbehouden aan IOM-medewerkers. In toenemende mate besteden diverse instanties die in contact staan met asielzoekers en illegalen aandacht aan de optie van zelfstandige terugkeer. IOM juicht deze ontwikkeling toe en wil met deze cursus kennis, inzicht en vaardigheden bieden om de optie van terugkeer bij asielzoekers aan de orde te kunnen stellen." De cursus gaat onder meer over "de achtergronden van migratie, het hulpaanbod van IOM en vaardigheden om terugkeer aan de orde te stellen", waarbij de cursus kan worden aangepast aan de wensen van de betrokken organisatie. Cursusthema's zijn: "Hoe kun je op een constructieve manier met asielzoekers over terugkeer praten?", en: "Wat voor ondersteuning kunnen mensen krijgen die willen terugkeren naar hun eigen land?".

Pertinente onzin

Een bekende steungroep is de Rotterdamse Pauluskerk. Behalve voor illegalen komt men daar ook op voor daklozen, junks, seksuele minderheden en lichamelijk gehandicapten. Men biedt illegalen medische hulp, onderdak en financiële ondersteuning. De Pauluskerk zit echter ook in een op terugkeer gericht samenwerkingsverband met IOM, officieel sinds 1 juni 2002. Maar volgens Paula Rotteveel, coördinatrice van het IOM-Pauluskerkproject, werken IOM en de Pauluskerk al jaren samen.3 Uit de cijfers blijkt dat er in 1999 al zo'n 60 mensen via de Pauluskerk zijn teruggekeerd.

De Pauluskerk brengt de vluchtelingen niet alleen in contact met IOM, maar verzorgt ook huisvesting tot aan de "vrijwillige terugkeer". Het programma is gericht op vluchtelingen uit de hele wereld, maar richt zich vooral op Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Oekraïne, Wit-Rusland en de Russische Federatie. In Rotterdam wonen namelijk veel vluchtelingen uit die staten, en de Pauluskerk heeft vaak met hen te maken. Naast de concrete terugkeertaken onderzoekt de Pauluskerk ook de migratiemotieven van mensen uit die staten. Men neemt hen interviews af over hun "achtergrond, situatie en toekomstplannen", om zo "de geboden faciliteiten" te verbeteren. Om de informatie makkelijker van de vluchtelingen af te kunnen tappen geeft men hen 15 euro per interview.

Het thema "vrijwillige terugkeer" kan volgens Rotteveel niet genoeg bij vluchtelingen benadrukt worden. "Wij kaarten al direct de terugkeermogelijkheid aan. We wapperen met de welbekende, in vele talen vertaalde blauwgele folder. Het is overigens opmerkelijk dat er nog steeds mensen zijn die de folders niet kennen." 4 Volgens haar zouden vluchtelingen de IOM-informatie al in het asielzoekerscentrum moeten krijgen, als ze nog in de asielprocedure zitten. Rotteveel kan zich er wel wat bij bedenken waarom vluchtelingen niet willen terugkeren. "Ze zijn er stellig van overtuigd dat het niet veilig is. Misschien zitten de beelden van de situatie ten tijde van het vertrek nog in hun hoofd", merkt ze paternalistisch op. Ze wekt de indruk dat ze het allemaal veel beter weet dan de vluchtelingen zelf. Het is voor haar "gewoon de realiteit" dat het terugkeerbeleid tegen de belangen van vluchtelingen ingaat. Toch houdt ze vol dat de IOM-terugkeerprogramma's "altijd vrijwillig" zijn. "Het is pertinente onzin dat mensen worden gedwongen."

Op de vraag waarom de Pauluskerk met IOM samenwerkt, antwoordt Rotteveel botweg: "Voor het geld. Er is EU-subsidie voor projecten voor integratie, huisvesting en vrijwillige terugkeer. IOM krijgt ook extra subsidie voor samenwerking met andere organisaties op het gebied van vrijwillige terugkeer. Eerst ging die subsidie alleen naar IOM, maar nu krijgt ook de Pauluskerk een deel."

Maatwerk

In 2001 werd tijdens een door subsidiefonds Projecten In Nederland (PIN) georganiseerde bijeenkomst vanuit de christelijke hoek gepleit voor een terugkeerorganisatie die gebruik zou kunnen maken van de netwerken van missionarissen in "de Derde Wereld".5 De Catholic organisation for relief and development (Cordaid) en de Katholieke missionaire ontwikkelingsorganisatie voor ondersteuning en uitzending van ontwikkelingsmedewerkers (CMC) richtten daarop het bureau "Maatwerk bij terugkeer" op. Dat bureau wordt mede gefinancierd door fondsen als PIN, de VSB-bank, het Europees Vluchtelingen Fonds (EVF) en Stichting Katholieke Noden (Skan).

"Tot nu toe treedt de overheid vooral repressief op, maar ons uitgangspunt is: wanneer je bij de asielzoekers draagvlak wilt krijgen voor terugkeer, dan moet dat op een fatsoenlijke manier gebeuren", aldus Cordaid- en Maatwerk-medewerker Wemmers.6 Het hoeft niet te verbazen dat hij met die "fatsoenlijke manier" op IOM doelt, want die organisatie beheerst van begin tot eind de uitvoering van het "vrijwillige terugkeer"-beleid. Hoewel Maatwerk niet door IOM is opgericht, "hebben we IOM nadrukkelijk bij onze plannen betrokken. IOM is hoofduitvoerder vanuit het programma Return and Emigration of Aliens from the Netherlands (REAN). Onze inzet vanuit Cordaid is daarin ondersteunend." Die ondersteuning bestaat uit het aanbieden van voorzieningen in het land van herkomst, zoals medische zorg, onderwijs en huisvesting. Maatwerk en IOM werken nauw samen: het Maatwerk-kantoor zit in het IOM-hoofdkantoor in Den Haag.

Anders dan de Rotterdamse Pauluskerk, richt Maatwerk zich op heel Nederland. Vluchtelingen worden naar Maatwerk doorverwezen via onder andere VluchtelingenWerk, COA, IOM en Nidos. Maatwerk verzamelt informatie over de landen van herkomst en de mogelijkheden voor "vrijwillige terugkeer". Dat wordt opgeslagen in een centrale database die weer gebruikt kan worden door de instellingen die betrokken zijn bij het project. Maatwerk probeert ook om migratie naar Nederland tegen te gaan, en hanteert daarbij smerige methoden. Men ondersteunt bijvoorbeeld een videoproject van de Ghanese gemeenschap in Nederland, en vertoont de video's vervolgens in Ghana om "potentiële migranten" "de realiteit in Nederland" te laten zien en zo af te schrikken.

Geloofwaardig

Het is een gevaarlijke tendens dat een aantal grotere fondsen die steungroepen subsidiëren zich samen met Maatwerk richten op "vrijwillige terugkeer". Een logisch gevolg daarvan is dat er op termijn geen of veel minder subsidie meer gegeven zal worden aan steungroepen die zich inzetten voor het verblijf van afgewezen vluchtelingen in Nederland. Maatwerk vormt zo niet alleen een bedreiging voor de subsidiëring van steungroepen, maar is ook bezig om de landelijke politiek te beïnvloeden met het thema "vrijwillige terugkeer". Op 27 maart 2003 organiseerde Maatwerk samen met de PvdA-denktank Evert Vermeer Stichting (EVS) het debat "Tussen wal en schip: vrijwillige terugkeer van asielzoekers". Dat debat vond plaats tijdens de formatiebesprekingen tussen PvdA en CDA, waarmee werd geprobeerd om "vrijwillige terugkeer" op de politieke agenda te krijgen. Wemmers pleitte tijdens het debat voor privatisering van "vrijwillige terugkeer": "Overheid, blijf van de vrijwillige terugkeer af! Faciliteer, maar laat het vooral over aan maatschappelijke organisaties." 7 Men wil dat de discussie er alleen nog maar over gaat in hoeverre steungroepen het terugkeerbeleid zelf mogen uitvoeren. Zo wordt de discussie over het in werkelijkheid gedwongen karakter van "vrijwillige terugkeer" weggedrukt.

De overheid hamert volgens Wemmers op de eigen verantwoordelijkheid van de vluchteling. Maar teveel dwang is in zijn ogen ook weer niet goed. "Een recent voorbeeld van een goedbedoelend maar mislukt overheidsinitiatief rond de terugkeer is de oprichting van de ama-campus in het Brabantse Vught. Ik hoop echt dat de beleidsmakers van deze deceptie nu eindelijk eens leren. Niet in de zin van "niet goedschiks, dan maar kwaadschiks", maar door de groep uitgeprocedeerde asielzoekers serieus te nemen." Maar vluchtelingen worden helemaal niet "serieus" genomen. Men wil niet horen dat de meeste vluchtelingen juist helemaal niet terug willen.

Wemmers zette zich overigens ook nog even af tegen steungroepen die het terugkeerbeleid wel bekritiseren. Die zouden zich namelijk net als de overheid te eenzijdig opstellen. "Belangenorganisaties van asielzoekers die bij de opening van de ama-campus het hardst riepen dat het centrum mensonterend was en direct gesloten moest worden, hebben wat mij betreft boter op hun hoofd. De kritiek op dit opvangexperiment zou voor mij geloofwaardiger zijn geweest wanneer de organisaties met andere realistische mogelijkheden zouden komen om het toekomstperspectief van de betrokken jongeren te verbeteren." Maar zo'n verbeterd "toekomstperspectief" wordt juist door de overheid onmogelijk gemaakt.

Machtsapparaat

Steungroepen raken ingekapseld en verstrikt in het vluchtelingvijandige overheidsbeleid door mee te werken aan "vrijwillige terugkeer". Wemmers presenteert die medewerking daarentegen als een "humaan" en "realistisch" alternatief. Volgens hem kunnen steungroepen via hun dagelijkse praktijk met vluchtelingen tot "nieuwe voorstellen" komen binnen "de realistische mogelijkheden". Die "mogelijkheden" zijn echter al lang van tevoren bepaald door het racistische en kapitalistische overheidsbeleid. Volgens Wemmers kunnen deze "voorstellen" niet komen "uit de koker van de beleidsmakers, uit de politiek of uit grote en bureaucratische organisaties en worden ze ook niet door dit soort instituties gestimuleerd. Dat is ook wel te begrijpen en, vertegenwoordigers van de overheid, bemoeit u zich daar ook maar niet te veel mee, maar geef dit soort pogingen om inhoud te geven aan de vrijwillige terugkeer, beleidsruimte en stimuleer deze veel meer. Erken dat u als overheid gericht bent op de gedwongen uitzettingen, daar heeft u het machtsapparaat voor." Om "vrijwillige terugkeer" verder te stimuleren zou een deel van het geld dat nu aan opvang wordt besteed, in terugkeerprojecten gestopt moeten worden, zodat het land van herkomst weer opgebouwd zou kunnen worden.

De EVS kan zich prima vinden in het terugkeer-pleidooi van Maatwerk. "Vrijwillige terugkeer" zou namelijk goedkoper en duurzamer zijn dan gedwongen deporteren. "De kansen liggen er nu voor het nieuwe kabinet om werk te maken van een gedegen terugkeerbeleid als onderdeel van de hele asielprocedure. Er valt nog een wereld te winnen op dit terrein: CDA en PvdA, maak er wat van!" 8

Noten

Terug