De Fabel van de illegaal 71/72, zomer 2005

Auteur: platform "Stop de inburgeringsplicht"


Nee tegen de algemene inburgeringsplicht!

Verenigd in het platform "Stop de inburgeringsplicht" gaat een aantal organisaties en individuen actie voeren tegen het op dwang gebaseerde inburgeringsstelsel. Ook De Fabel van de illegaal doet mee. Hier de beginselverklaring van het platform.


Nee tegen de algemene inburgeringsplicht!

Vanuit het perspectief van migranten en hun nakomelingen begint het beleid van het kabinet-Balkenende steeds zorgwekkendere vormen aan te nemen. Met minister Verdonk in de voorste linie voert dit kabinet de ene aanval na de andere uit op de rechten en verworvenheden van etnische minderheden. De algemene inburgeringsplicht die zij wil invoeren voor oudkomers - migranten die al langere tijd in Nederland wonen - is daarvan de meest ingrijpende en onredelijke. In dit manifest willen wij, ondergetekende maatschappelijke organisaties en individuen die zich zorgen maken over de toon en inhoud van het kabinetsbeleid, ons afkeuren uitspreken over deze plannen voor een op dwang gebaseerd inburgeringsstelsel.


De voormalige gastarbeiders uit Marokko, Turkije en andere niet-westerse landen en hun kinderen, de zogenaamde tweede generatie, hebben een groot aandeel in de opbouw van de welvaart van onze samenleving. Op uitnodiging van Nederland hebben zij zich hier gevestigd en keihard gewerkt aan de ontwikkeling van dit land, onder erbarmelijke omstandigheden en vooral in de sectoren met de zwaarste en smerigste banen. Decennialang heeft de overheid geen oog gehad voor de situatie van deze immigranten en onvoldoende gezorgd voor mogelijkheden om de taal te leren en te participeren: "Werken, werken, en nog eens werken" was de boodschap.

Nu worden deze oudkomers, vaak mensen op leeftijd, als het aan het kabinet ligt geconfronteerd met een inburgeringsplicht. Dit houdt in dat oudkomers wettelijk worden verplicht om op eigen kosten de Nederlandse taal te leren. Ook moeten zij binnen 5 jaar een examen halen en daarmee aantonen de taal voldoende te beheersen. Lukt dit niet binnen deze termijn, dan dreigt een bestuurlijke boete. Dat is volgens ons werkelijk stank voor dank!

Overigens kunnen bepaalde groepen, zoals uitkeringsgerechtigden, in de plannen van het kabinet volstaan met het betalen van een eigen bijdrage voor hun inburgeringstraject, maar de overige verplichtingen blijven ook voor deze groepen gelden.

Verhulde discriminatie

Wij vinden de algemene inburgeringsplicht discriminerend, weliswaar op een verhulde wijze. Formeel geldt de plicht ook voor autochtonen die minder dan 8 jaar tijdens de leerplichtige leeftijd in Nederland hebben gewoond. Behalve een verwaarloosbaar aantal teruggekeerde diplomaten- en emigrantenkinderen ontkomen echter bijna alle autochtone Nederlanders aan de inburgeringsplicht. Maar honderdduizenden migranten, die gewone burgers zijn van dit land, niet. Een listige constructie, die naar onze mening niet getuigt van een kabinet dat zijn burgers gelijk wil behandelen. Immers, ook onder autochtonen bestaan omvangrijke lagen die onvoldoende (kunnen) participeren in de samenleving. Onderzoek heeft aangetoond dat 10 procent van de volwassen autochtonen functioneel analfabeet is. Middels grootscheepse campagnes probeert het kabinet deze groep weer in de schoolbanken te krijgen, op vrijwillige basis en zonder kosten voor de deelnemers. Datzelfde kabinet wil allochtonen echter via wetgeving dwingen tot deelname aan inburgeringscursussen die ze ook nog eens zelf moeten bekostigen.

Wij vinden het zeer verontrustend dat deelname aan en succesvolle afronding van inburgeringscursussen gezien kunnen gaan worden als een voorwaarde om te mogen participeren in de samenleving. Met deze plannen draagt het kabinet bij aan de totstandkoming van een legitimatie voor openlijke discriminatie. Het is bijvoorbeeld goed denkbaar dat werkgevers sollicitanten met een buitenlandse afkomst gaan afwijzen op grond van het feit dat zij hun inburgeringsexamen (nog) niet hebben gehaald.

Ook is de algemene inburgeringsplicht in onze ogen overbodig. Dat is nog een reden waarom dit voorstel onmiddellijk van tafel moet. Al jarenlang bestaan er in de grote steden wachtlijsten voor Nederlands taalonderwijs die aantonen dat de vraag naar taalonderricht groter is dan het aanbod. Waarom oudkomers bij wet dwingen tot inburgering als de belangstelling ervoor zo groot is? Zo groot zelfs dat de overheid de vraag niet aankan.

En beslist niet onbelangrijk: de inburgeringsplicht brengt zware financiële lasten met zich mee voor oudkomers. Als het aan het kabinet ligt moeten zij de zeer hoge kosten van een inburgeringstraject (ongeveer € 5.000) zelf betalen, eventueel via een lening. Een deel van de gemaakte kosten kan weliswaar teruggekregen worden wanneer de oudkomer het examen binnen drie jaar haalt, maar dit neemt niet weg dat dit stelsel hoe dan ook een onacceptabele aanslag betekent op de portemonnee van een kwetsbare groep mensen met een toch al geringe draagkracht en een relatief hoge mate van schuldenproblematiek, en daarmee leidt tot een cumulatie van financiële problemen.

Voor vrijwillige kostenloze taallessen!

De kabinetsplannen voor een algemene inburgeringsplicht vormen de meest omvangrijke en meest verstrekkende aanval op het evenwicht tussen rechten en plichten van migranten in veertig jaar tijd. Daarom roepen wij eenieder, 'allochtoon' en 'autochtoon', op om zowel landelijk als lokaal initiatieven te ontplooien teneinde te protesteren tegen deze kabinetsvoorstellen. Het is belangrijk om nu te strijden tegen dwang en discriminatie. Een bijzondere verantwoordelijkheid is daarbij weggelegd voor zelforganisaties. Nú moeten zelforganisaties hun rol als belangenbehartigers waarmaken, zowel middels voorlichting van hun achterbannen als door middel van het mede opzetten van protestacties.

Wij willen benadrukken dat wij beslist niet tegen taalllessen zijn. De Nederlandse taal is in onze visie een belangrijk instrument om daadwerkelijke maatschappelijke participatie door migranten mogelijk te maken. Echter, om redenen die wij hierboven hebben omschreven, keren wij ons tegen een stelsel dat gebaseerd is op discriminerende aannames, dwang, sancties en hoge kosten voor deelnemers. Wij pleiten voor een fatsoenlijk beleid, dat wil zeggen voor kwantitatief en kwalitatief voldoende, kosteloze en vrijwillig volgbare taalcursussen.

Terug