De Fabel van de illegaal 73, najaar 2005

Auteur: Harry Westerink


Wetenschappers willen illegalen via hersenspoeling aanzetten tot "vrijwillig" vertrek

Om de deportatiemachine effectiever te kunnen maken, heeft het ministerie van Justitie wetenschappers van de Tilburgse universiteit laten onderzoeken waarom zoveel illegalen in uitzetbajessen uiteindelijk toch niet terugkeren naar hun land van herkomst. Eind 2004 verscheen hun driedelige rapport "Terugkeermogelijkheden van vreemdelingen in de vreemdelingenbewaring". "De vreemdeling zelf" zou volgens de wetenschappers "de grote belemmerende factor voor terugkeer" vormen en veel intensiever "begeleid" moeten worden "naar een omslag tot meewerken".

Deel 1 van het rapport
Het onderzoek stond onder leiding van hoogleraar Anton van Kalmthout, die het deportatiebeleid vooral bekritiseert omdat het niet efficiënt genoeg zou zijn.(1) Net als de socioloog Godfried Engbersen (2) is hij een bekende universitaire rechercheur die zich verhuurt aan de overheid om illegalen onder de loep te nemen en nieuwe repressieve methoden tegen hen te bedenken. Het Tilburgse onderzoeksteam werd door een commissie van wetenschappers, directeuren van uitzetbajessen en hoge ambtenaren van Justitie in de juiste richting begeleid. Aan de hand van dossieronderzoek en interviews met honderden illegalen in de uitzetbajessen van Tilburg en Ter Apel hebben de onderzoekers akelig nauwkeurig in beeld gebracht welke "factoren" terugkeer "verhinderen, bemoeilijken of vergemakkelijken". Het aantal "geslaagde" uitzettingen blijkt de afgelopen 5 jaar te zijn gedaald van 50 procent naar 30 procent, terwijl de gemiddelde verblijfsduur in de bajessen is gestegen naar 80 dagen. Ongeveer een kwart van de onderzochte illegalen zat zelfs langer dan 6 maanden gevangen. "Dat betekent dat op jaarbasis één detentieplaats resulteert in niet meer dan 1,4 daadwerkelijke uitzetting", treuren de onderzoekers.

"Het onderzoek bevestigt het beeld dat het belangrijkste knelpunt" bij deportatie "de bereidheid van de vreemdeling" is om daaraan mee te werken, aldus de onderzoekers. Die bereidheid blijkt niet verhoogd te kunnen worden door het organiseren van "terugkeercursussen" in bijvoorbeeld bouwvaardigheid of kantoorautomatisering. Vanwege de eenzaamheid en de verveling in de bajes hebben illegalen weliswaar interesse in die cursussen, maar "het effect op hun terugkeerbereidheid" zou gering zijn. Die bereidheid zou veel meer dan tot nu toe moeten worden "beïnvloed", vinden de onderzoekers. Bijvoorbeeld door de cursussen alleen aan te bieden aan gedetineerden die zeggen te willen terugkeren. De bereidheid zou verder gestimuleerd kunnen worden door "de terugkeerfunctionaris" meer "instrumenten" te geven. Zijn taak wordt in het rapport omschreven als "het bewerkstelligen van berusting in terugkeer bij vreemdelingen die dat aanvankelijk niet willen". Hij wordt doorgaans aangeduid als "de sociaal", maar door de illegalen juist sterk gewantrouwd. Die beschouwen hem terecht als een verlengstuk van de politie en het ministerie van Justitie. De onderzoekers bevelen daarom aan om het imago van "de sociaal" te verbeteren. De illegalen zouden hem meer moeten gaan opvatten als een neutrale tussenpersoon tussen henzelf en de deportatiemachine. In werkelijkheid blijft "de sociaal" hoe dan ook simpelweg een van de vele radertjes van die machine.

Overtuigingskracht

Om meer illegalen te kunnen dwingen tot "vrijwillige" terugkeer pleiten de onderzoekers ook voor een grotere rol van de IOM bij het uitzettingsproces. De migratiebeheersingsorganisatie zou bekender moeten worden bij de gevangenen. Daarom beveelt het rapport aan om in alle uitzetbajessen "IOM-consulenten" aan te stellen met een eigen kantoor, zodat ze dichter op de huid van de illegalen kunnen zitten en hen rechtstreekser onder druk kunnen zetten. De onderzoekers wijzen erop dat "de IOM-consulent" in geen geval in verband mag worden gebracht met "de terugkeerfunctionaris". Ze zouden daarom nooit samen in één kantoor gezet mogen worden. Want dan zouden de illegalen namelijk niet meer alleen "de sociaal", maar ook "de IOM-consulent" gaan beschouwen als een verlengstuk van Justitie. Dat de IOM een dergelijke rol wel degelijk speelt,(
3) willen de onderzoekers het liefst onder tafel vegen. De "opdracht" van de IOM zou volgens hen juist zijn om als "een intergouvernementele organisatie een grote mate van onafhankelijkheid te (blijven) bevechten, zodat primair het belang van de vreemdeling centraal kan staan". De onderzoekers leggen niet uit hoe zo'n "intergouvernementele organisatie", dus een organisatie opgericht door regeringen onderling, ooit onafhankelijk zou kunnen zijn en ook nog eens het belang van de illegalen voorop zou willen stellen.

Uitzetbajesboten in de Rotterdamse haven (Foto: Pauline Krebbers)
Het rapport geeft ook tips over de omgang met illegalen die dwarsliggen. "Om hen te bewegen mee te werken aan terugkeer is meer tijd nodig en wordt een intensief begeleidingstraject aanbevolen. Door begeleiders met sociaal-culturele, antropologische en theologische kennis dienen met drang en overtuigingskracht gedurende de hele bewaring gestructureerde gesprekken te worden gevoerd die richting geven aan de vreemdeling en zijn belemmerende factoren voor terugkeer in eerste instantie bespreekbaar maken. Deze vreemdelingen hebben meer tijd nodig om ervan overtuigd te raken dat hun toekomst in het land van herkomst ligt." Zo promoten de onderzoekers schaamteloos een indringend proces van hersenspoeling. Ze zuigen zelfs uit hun duim dat "de vreemdeling, soms na een lang proces en veel communicatie in een vertrouwensrelatie, geheel ongedwongen tot de conclusie komt dat meewerken aan terugkeer voor hem een oprechte en eerlijke optie is om met een glimlach Nederland te verlaten". Omdat terugkeergesprekken altijd zouden plaatsvinden "in een vorm van "mediation", dus via dialoog, kan daarin met respect verder gestuurd worden naar een omslag in denken, "van tegenwerken naar meewerken", en kunnen blokkades om terug te gaan wellicht worden weggenomen. Een emotioneel proces dat veel vergt van de persoon die dan geholpen wordt de stap te zetten", huichelen de onderzoekers, die botweg de dwang ontkennen die nu eenmaal onlosmakelijk is verbonden aan "vrijwillige" terugkeer.

Volgens de onderzoekers zouden zelfs de advocaten van de illegalen onderdeel moeten worden van de deportatiemachine. "Advocaten dienen zich ervan bewust te zijn dat betrokkenheid bij de vreemdeling ook kan betekenen dat geen onnodige procedures worden aangespannen terwijl al duidelijk is dat doorprocederen geen zin heeft. Naast extra inspanningen van het justitieel apparaat worden bij vreemdelingen verwachtingen gewekt die niet op realiteit gebaseerd zijn, het belang van de vreemdeling schaden en het terugkeerproces vertragen of bemoeilijken." Zoals elders uit het rapport echter blijkt, klagen veel illegalen juist over onverschillige, ongeïnteresseerde of afwezige advocaten. De rechtshulp is vaak zo slecht dat illegalen menen dat hun advocaat de politie helpt, in plaats van henzelf.

Mobiele telefoons

Van Kalmthout kreeg een koninklijk lintje vanwege onder meer zijn betrokkenheid bij de begeleidingscommissie uitzettingen Koninklijke Marechaussee en de Commissie van Toezicht bij de Tilburgse illegalenbajes.
De rol van rechercheur gaat de onderzoekers goed af. Ze bevelen zelfs aan om de mobiele telefoons van de gevangenen af te luisteren. Alle wettelijke belemmeringen om onbeperkt gesprekken op te vragen zouden moeten worden afgeschaft. Het rapport raadt dan ook aan om illegalen voortaan toe te staan om in uitzetbajessen met hun mobiele telefoon te bellen. Want uit de afgeluisterde gesprekken zou veel informatie gehaald kunnen worden over hun netwerk van vrienden, familie en landgenoten. En dat zou bijzonder nuttig kunnen zijn bij het vaststellen van hun identiteit en nationaliteit.

Uit het onderzoek blijkt verder dat gevangen illegalen veel verzet plegen. In 1999 was er "een grootschalige werkstaking" in de bajes van Ter Apel, die uiteindelijk leidde tot meer warm eten, maar ook tot straf. In 2000 waren er diverse opstanden tegen "de onbekende en onbeperkte duur van de detentie, het gevoel zich als een crimineel behandeld te voelen en klachten over toegewezen advocaten". Sommige illegalen wantrouwden terecht ook het onderzoek en het onderzoeksteam. "Het is bekend dat vreemdelingen en asielzoekers in gesprekken niet altijd de waarheid spreken tegen officiële instanties, omdat er tal van factoren zijn waarom vreemdelingen en asielzoekers bepaalde zaken verzwijgen of bewust liegen", zo verklaren de onderzoekers dat wantrouwen. Maar de onderzoekers zelf zijn de grootste leugenaars. Ze hebben de illegalen overgehaald om aan het onderzoek mee te werken door hen voor te spiegelen dat het een onafhankelijk universitair onderzoek betreft, hoewel het in werkelijkheid wordt verricht voor en betaald door de overheid.

De illegalen doen er vanzelfsprekend alles aan om uitzetting te voorkomen. De onderzoekers moeten toegeven dat de bajessen daarbij "een goede leerschool" vormen: "hier kan geleerd worden welke manieren er zijn om verzet effectief te laten zijn". Sommige illegalen verwonden zichzelf. Anderen bevuilen zichzelf met hun eigen ontlasting, zoals blijkt uit een typerend verslag van de marechaussee over de uitzetting per vliegtuig van een "depo", zoals men te deporteren personen noemt. "Depo komt aan en wil eerst naar de wc. Smeert zich weer helemaal vol. We hebben hem goed schoongeschrobt, ook achter zijn oren. Een gele overall aangehesen en zijn schoentjes weer aangedaan, want we zouden natuurlijk niet willen dat hij een koutje vat. Hij gaat zometeen aan boord."

Het is bepaald geen wonder dat uit de "diepte-interviews" met illegalen in het derde deel van het rapport vooral naar voren komt hoezeer zij Nederland en de Nederlanders haten en wraak willen nemen wegens het onrecht dat hen is aangedaan. "Bewakers, politie, rechters en 90 procent van de Nederlanders zijn amper geïnteresseerd in het lot van de illegalen. Wij worden beschouwd als een ongedierteplaag die bestreden moet worden. Een van de middelen die zij hebben gevonden is de illegalen heel lang vasthouden, tot wij hier niet meer willen zijn en dit land verlaten."

Noten

Terug