De Fabel van de illegaal 77/78, zomer 2006

Auteur: Harry Westerink


Poolse arbeiders inzet dicussie tussen liberalen en conservatieven

Na de toetreding van 8 Midden- en Oosteuropese landen tot de EU hebben vooral jonge Poolse mannen de kans gegrepen om naar Nederland te migreren. Door hier keihard te werken kunnen ze meer geld verdienen dan in Polen. Deze nieuwe lichting arbeidsmigranten heeft geleid tot een debat over open grenzen binnen Europa. De meer liberaal georiënteerden zijn het daarbij hartgrondig oneens met de conservatieven. Maar beide kampen stellen de belangen van de Nederlandse staat en de bazen voorop. De vakbonden en de SP kiezen opvallend genoeg positie in de meer conservatieve hoek.


SP-leider Jan Marijnissen tegen maffiose Poolse koppelbazen (foto: Pauline Krebbers)
Toen de EU op 1 mei 2004 met 10 lidstaten groeide, kregen alleen Maltezers en Cyprioten "het recht van vrij verkeer van werknemers". Esten, Letten, Litouwers, Polen,Tsjechen, Slowaken, Hongaren en Slovenen mochten niet zonder beperkingen in de oude EU-staten komen werken. Voor hen golden overgangsmaatregelen, die meestal inhielden dat ze een werkvergunning nodig hadden. Enkele van de oude EU-staten wilden zo grip houden op de aantallen arbeidsmigranten. Na 1 mei 2006 geldt echter in principe voor alle Europeanen het "vrij verkeer van werknemers". Maar de oude EU-landen mogen de overgangstermijn laten doorlopen tot 1 mei 2011. De EU staat in principe voor een liberaal "vrij verkeer"-beleid, maar onder meer Duitsland en Oostenrijk staan pal voor hun protectionistische beleid.

Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken wilde aanvankelijk per 1 mei 2006 de Nederlandse grenzen helemaal opengooien voor Polen en andere Oost-Europeanen, maar nogal wat andere beleidsmakers waren tegen. Die vrezen "dat Nederland wordt overspoeld met buitenlandse werknemers".(1) Ze zaaien angst door in te spelen op de eeuwenoude vrees voor overstromingen en gebruiken daarom watermetaforen als "Poolse vloedgolf" waartegen "Hollandse dijken" moeten worden opgeworpen.(2) Want het water stroomt naar het laagste punt, zo stelt men. "Nederland moet niet het afvoerputje worden van Europa", vindt minister Bot van Buitenlandse Zaken.(3) "De Oost-Europeanen komen toch wel, legaal of illegaal", meent daarentegen Van Hoof, die blijkbaar niet bang is van water. Uiteindelijk spraken de ministers af dat de grenzen pas per 1 januari 2007 zouden opengaan. Tot die tijd moet een overgangsregeling "valse concurrentie tussen Oost-Europese en Nederlandse werknemers" voorkomen.

Bevolkingspolitiek

Centraal in het debat staat in feite de vraag welke vorm van migratiebeheersing het kapitalisme in staat stelt om de hoogste winsten te behalen. De Nederlandse overheid heeft immers tot taak om zo optimaal mogelijke voorwaarden te creëren voor het kapitaal om zich te kunnen vermeerderen. Migratiebeheersing wordt daarbij gebruikt als een bevolkingspolitiek instrument om de grootte en "kwaliteit" van de "populatie" te beïnvloeden. Sinds 2003 is de emigratie uit Nederland groter dan de immigratie naar Nederland. Ook worden er minder kinderen geboren. Met het aantrekken van meer migranten uit Midden- en Oost-Europa zou de overheid de veronderstelde dreiging van "de vergrijzing" tegen kunnen gaan. Bovendien zouden Polen meer dan Nederlanders bereid zijn om lang en hard te werken. Ze zouden productiever zijn, minder zeuren en klagen, ook vies, vuil en zwaar werk willen verrichten, en genoegen nemen met lagere lonen. Modelarbeiders dus, in tegenstelling tot Nederlanders, die veelal lui zouden zijn en liever hun hand zouden ophouden om een uitkering te ontvangen.

De liberalen onder aanvoering van Van Hoof en allerlei werkgeversorganisaties willen met het opengooien van de grenzen de bazen de gelegenheid geven om de loonkosten te drukken door goedkope en flexibele arbeiders aan te trekken uit Polen. De conservatieven met in hun gelederen de vakbonden en de SP willen de grenzen het liefst dichthouden, om zo de Nederlandse arbeiders te beschermen. "De Polen" zouden van hen pas mogen komen, als zij niet langer meer "oneerlijk" zouden concurreren door ver onder de CAO-lonen te werken. Het is een goede zaak dat de FNV deze onderbetaling van Polen bestrijdt en actie voert voor gelijke lonen bij gelijk werk. Het is overigens wel eenzijdig om ervan uit te gaan dat "de Nederlanders" door de komst van "de Polen" werkloos zullen worden. Met evenveel gemak kan men het omgekeerde beweren: door de Poolse migranten zal de economie aantrekken en zullen er meer banen komen.

Maar welke fractie ook de overhand krijgt, "de vrije markt van vraag en aanbod" heeft nu eenmaal zijn eigen onwrikbare wetmatigheden. Of het nu Poolse migranten zijn die legaal of illegaal werken, of Nederlandse scholieren en studenten met een bijbaantje, of bijstandstrekkers die de arbeidsmarkt worden opgejaagd, of WAO-ers die door de keuringsarts gezond zijn verklaard en moeten "herintreden", steeds proberen de bazen gebruik te maken van de arbeiders die het minst kosten, die zich het gehoorzaamst opstellen of die in hun kwetsbare positie het gemakkelijkst zijn uit te buiten. Dat Poolse migranten concurreren met Nederlandse arbeiders, is dus niet hun schuld of fout, maar een logisch en onontkoombaar gevolg van het bestaan van de kapitalistische arbeidsmarkt, die alle arbeiders dwingt om zo goedkoop mogelijk hun lichaam en geest te verhuren. De lonen van Nederlandse arbeiders gaan dus niet omlaag door de komst van Poolse arbeiders, maar door de werking van het kapitalisme.

Meldpunt

Van FNV-vicevoorzitter Ton Heerts moet iedereen "de handjes laten wapperen" (foto: Pauline Krebbers)
De FNV en het CNV bekritiseren die loonslavernij echter niet. Men legt het probleem juist bij de arbeiders, in de eerste plaats de Poolse migranten. Nederlanders mogen namelijk niet "de dupe" worden van de toestroom van "goedkope" Polen, vindt men. Met dergelijke nationalistische "blaming the victim"-praatjes doen de bonden alsof de arbeidsmigranten de Nederlandse arbeiders in het nauw brengen, in plaats van het kapitalisme als systeem verantwoordelijk te stellen en ook te bestrijden. En het blijft niet bij die verdeel en heers-strategie alleen. De FNV-bonzen zetten ook nog eens de Nederlandse arbeiders onder druk. "Je kunt niet meer vrijblijvend in een uitkering zitten, iedereen moet meehelpen onze welvaart in stand te houden. Er moet wel wat veranderd worden aan de arbeidsmoraal in ons land. Met sla plukken - zeker tegen een fatsoenlijke beloning - is niks mis en je hoeft je daarvoor niet te schamen: díe mentaliteit moet terugkomen. Ook kansloze jongeren moeten weten dat ze hun handjes moeten laten wapperen. Iedereen moet onderaan de ladder beginnen", antwoordde FNV-vicevoorzitter Ton Heerts op de stelling "De grenzen moeten dichtblijven voor Poolse arbeiders. Er zijn nog genoeg Nederlandse werklozen."(4) De leiders van de bonden gebruiken zo "de dreiging" van "een Poolse vloedgolf" om de Nederlandse arbeiders te disciplineren en hen dienstbaarder te maken aan de bazen.

Tot de protectionistische fractie behoort ook de SP, die zich daarbij opstelt in de geest van haar beruchte nota "Gastarbeid en kapitaal" uit 1983.(5) Volgens die nota hebben "de gastarbeiders" uit de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw de strijd van de Nederlandse arbeiders voor hogere CAO's en betere arbeidsomstandigheden ondermijnd door zich gewillig te laten uitbuiten en lagere lonen te aanvaarden. Daardoor zouden ze de Nederlandse arbeiders uit de markt hebben geprijsd en de bazen de kans hebben gegeven om de arbeiderssolidariteit te ondergraven. Volgens de SP hádden de Turkse en Marokkaanse migranten niet zozeer een probleem, maar wáren ze vooral het probleem. In radicaal-linkse kringen kwam de SP daardoor te boek te staan als een "eigen arbeiders eerst"-partij. Migratie is van oudsher onlosmakelijk verbonden geweest met het kapitalisme. Zonder migratie was de afschaffing van het feodalisme en de opkomst van het kapitalisme zelfs onmogelijk geweest. Men moet migratie niet problematiseren, maar opvatten als de gerechtvaardigde poging om elders in de wereld te overleven en meer geluk te vinden.

In het najaar van 2005 startte de SP een digitaal meldpunt "tegen uitbuiting en oneerlijke concurrentie", in navolging van de FNV en het CNV die eerder al een "kliklijn" tegen illegale arbeiders hadden geopend.(6) Op de SP-website konden mensen klagen over "de concurrentievervalsing" door Polen. In de nota "Open grenzen, eerlijk werk" beschrijft SP-Tweede Kamerlid Jan de Wit de ruim 100 binnengekomen meldingen, voor het merendeel afkomstig van mensen die zichzelf of andere Nederlandse arbeiders beschouwen als "de dupe" van "de Polen". "Ik ben door de komst van de Poolse bouwvakker een derde van mijn omzet kwijt geraakt", meldt iemand. "Je werk wordt ingepikt waar je bij staat, maar je staat machteloos", aldus een ander. "De bestaande kliklijn werkt niet. Er wordt niet of te laat gereageerd. Het werk was klaar toen ze kwamen controleren", klaagt weer een ander. Dat zou allemaal door "de Polen" komen, want die zouden "oneerlijk concurreren" en dat zou leiden tot "verstoring van de arbeidsmarkt en -verhoudingen", onder meer in de transportsector. "De ontwrichting in het internationale vervoer is zo groot dat de regering verwacht dat binnen 20 jaar geen Nederlandse chauffeurs meer door Europa rijden", zo luidt de SP de noodklok. "De Polen" zouden "de Nederlanders" massaal van de arbeidsmarkt verdringen. De Wit en ook SP-leider Jan Marijnissen zetten de verdeeldheid onder de arbeiders nog verder aan met opinie-artikelen als "Help, daar komen de Polen!".(7)

Economische oorlog

De SP doet alsof er tot voor kort een stabiele en vredige binnenlandse arbeidsmarkt bestond met "eerlijke concurrentie" en "eerlijk werk", die plotseling is overvallen door een wilde horde Oost-Europeanen. Maar zo'n vredige arbeidsmarkt heeft nooit bestaan in kapitalistisch Nederland. Vrede bestaat namelijk niet binnen het kapitalisme. Het is immers in essentie een economische oorlog van allen tegen allen, met overal en altijd "oneerlijke" concurrentie en "oneerlijke" loonarbeid. Het zijn dus niet "de Polen" of "de werklozen" of "de uitzendkrachten" die zorgen voor "ontwrichting". Het is het systeem zelf dat aan de lopende band onderdrukking en plundering voortbrengt. Als sociaal-democratische partij bekritiseert de SP uitsluitend een bepaalde verschijningsvorm van het kapitalisme: het neoliberalisme. Daarvoor legt men net als bij "de Poolse vloedgolf" de schuld bij "het buitenland". De SP in de nota: "Het is de neo-liberale politiek uit Brussel die steeds meer landen tot de Europese Unie wil toelaten om lonen, sociale zekerheid en pensioenvoorzieningen onder druk te zetten. Een politiek die werknemers uit arme landen uitspeelt tegen Nederlandse en Europese werknemers. Een politiek die leidt tot ontslagen en het voortduren van werkloosheid en geen toekomst biedt aan jongeren uit het VMBO en andere jongeren die werk zoeken." Dat veel jongeren geen werk hebben, komt echter niet in de eerste plaats door "Brussel", maar door de autonome dynamiek van het kapitalisme, dat honderdduizenden mensen in Nederland veroordeelt tot blijvende werkloosheid en armoede en voor zijn winstmaximalisatie grote behoefte heeft aan een flexibel en onuitputtelijk arbeidsreserveleger. "Brussel" zorgt daarbij evenals "Den Haag" voor een portie crisismanagement waarmee het systeem nog een tijd in stand kan worden gehouden. Ook de SP past deze rol van systeembeheerder door alleen "de uitwassen van het vrije verkeer van werknemers binnen Europa" te willen bestrijden en niet het kapitalisme zelf.

Om die "uitwassen" tegen te gaan stelt de SP in haar nota "een CAO-politie" voor die via bedrijfsinvallen de hoogte van de uitbetaalde lonen controleert. Als bazen arbeiders onderbetalen, dan moeten ze worden aangepakt. Maar dat mag niet leiden tot razzia's tegen arbeiders zonder papieren. De SP ziet weliswaar in dat Poolse migranten vaak zwaar worden uitgebuit, maar vertrouwt daarbij nogal naïef op de overheid om dat soort "uitwassen" te bestrijden, in plaats van op autonome arbeidersstrijd tegen de bazen en de staat. Het strijdperspectief van onderop ontbreekt in de nota dan ook geheel. Nergens pleit men voor zelforganisatie van arbeidsmigranten of voor gelijkwaardige steun aan alle arbeiders, ongeacht hun nationaliteit en verblijfsstatus.(8)

Noten

Terug