De Fabel van de illegaal 80/81, winter 2007

Auteur: Eric Krebbers


Kneden en schuiven voor het kapitaal

Ten gevolge van keiharde bevolkingspolitiek trekken jaarlijks miljoenen mensen van het platteland naar de sloppenwijken van megasteden. Een deel wordt daar langzaam gekneed tot "bruikbare" arbeiders. De rest, naar schatting al een miljard mensen, is in de ogen van het kapitaal "overbodig" en wordt simpelweg afgeschreven. Ze worden ook doelwit van migratiebeheersing opdat ze niet naar het rijke Westen komen.


De grote trek naar de stad
De basis van het kapitalisme is zoals bekend loonarbeid. Kapitaalbezitters investeren hun geld in bijvoorbeeld bedrijven om daar mensen voor zich te laten werken. Die krijgen slechts een deel van wat hun arbeid opbrengt, de rest verdwijnt in de zakken van de geldbezitters. Die winst investeren ze opnieuw en zo worden de kapitaalbezitters rijker en rijker. Dat proces is al een paar honderd jaar aan de gang. Het kwam het eerst serieus op gang in Nederland en Engeland met kapitalen die bijeengeroofd werden in de koloniën, en die verkregen werden via de slavenhandel en de landbouwproductie door slaven. Met dat geld werden in eigen land onder meer werkplaatsen gebouwd en daar waren arbeiders nodig. Die kreeg men door boeren van hun land te verjagen. Dat leidde tot veel verzet en vaak ook tot "landloperij". Maar via allerlei keiharde maatregelen werd de "losgeslagen" bevolking uiteindelijk gedisciplineerd en gekneed tot de broodnodige arbeidersklasse. Het voortdurend creëren en beheren van een bruikbare bevolking wordt wel bevolkingspolitiek (1) genoemd. Migratiebeheersing (2) vormde daarvan vanaf het begin een belangrijk onderdeel, getuige de deportatie van de slaven en het opjagen van de 'vrije' arbeiders naar de steden.

Blokkades breken

Moderne staten proberen de hoeveelheid beschikbare arbeiders via allerlei wetgeving te reguleren naar behoefte. Zo worden vrouwen bijvoorbeeld in het ene tijdperk gestimuleerd om de arbeidsmarkt op te gaan, om in de volgende periode weer achter het aanrecht gejaagd te worden. En zo worden de grenzen soms open gegooid voor "gastarbeiders", om later weer hermetisch te worden gesloten. Naast de kwantiteit is vooral ook de "kwaliteit" van de beschikbare arbeiders voor de kapitaalbezitters van belang. Ze moeten leren zichzelf in de eerste plaats te zien als loonarbeiders die zichzelf verhuren, en bereid zijn om zich te onderwerpen aan de marktwerking. Ze moeten zichzelf gaan beschouwen als "human resource" en daarom ook steeds willen bijleren. Arbeiders moeten ook gedisciplineerd, flexibel en gezond zijn. Daarom worden ze door de kapitaalbezitters, de overheid, de beleidsmakers, de opiniemakers, de politieke partijen en de werkgevers overspoeld met propaganda. Het leven zou vooral productief moeten zijn. Het zou moeten gaan om economische groei, onderwijs, werk, werk en nog eens werk. Hooguit lopen de strategieën wat uiteen.

Het kapitalisme is overigens niet zozeer een systeem, als wel een proces waarbij de mogelijkheden van de bevolking steeds verder ontsloten moeten worden om voortdurende winstgroei mogelijk te maken. Via bevolkingspolitiek zijn moderne staten daarom voortdurend actief op zoek naar blokkades die een verdere uitbuiting van de arbeidsbevolking tegen houden, zoals bijvoorbeeld allerlei sociale verbanden en ideeën van solidariteit. Die worden daarom aangevallen en waar mogelijk de nek omgedraaid. Zo moet het leven van de moderne mens steeds meer gaan draaien om de arbeidsmarkt en de loyaliteit met de baas. Waarmee vanzelfsprekend niet gezegd is dat de oude pre-kapitalistische, feodale vormen en verbanden te prefereren waren. Het is veelal prima dat die vaak knellende banden doorbroken worden. Maar nu gaat het erom een samenleving te creëren die past bij de mensen, en niet om mensen te kneden voor de economie en aan te passen aan de hiërarchische maatschappij.

Turkije

Sloppenwijk
In de kernlanden van het kapitalisme is het kneden en disciplineren van de bevolking veel eerder begonnen en daardoor al verder gevorderd dan in de voormalige koloniën en Oost-Europa. In de hele twintigste eeuw hebben communistische en andere autoritaire regimes in de armere landen geprobeerd om de achterstand in te halen. Ze bedreven vaak op zeer grove wijze bevolkingspolitiek. De communistische varianten dachten vanuit hun staatskapitalistische ideologie, de rest werd veelal aangezet door de Wereldbank en het IMF. Vaak werden op uiterst gewelddadige wijze feodale dorpsgemeenschappen met hun zelfvoorzienende economieën opengebroken, oude manieren van leven aangevallen, moderne denkwijzen aangeleerd en nieuwe, vaak nationalistische loyaliteiten opgedrongen. Boeren werden zo tot stedelingen en massamensen gemaakt.

De vernietiging van duizenden kleine dorpen in Turks-Koerdistan in de jaren 80 en 90 is daarvan een vrij extreem voorbeeld. Daardoor zagen honderdduizenden mensen zich gedwongen naar de grote steden te trekken. De Koerdische bevrijdingsorganisatie PKK verzette zich destijds gewapend tegen de Turkse overheersing, maar zag wel de voordelen in van het openbreken van de oude feodale dorpsmentaliteiten. Immers, na de gedroomde onafhankelijkheid zou de nieuwe Koerdische overheid ook moderne bruikbare arbeiders nodig hebben.(3)

Irak

Een ander treffend voorbeeld was de gewelddadige moderniseringsdictatuur van Saddam Hussein.(4) Ook in Irak werden met grof geweld veel dorpen vernietigd. Hussein maakte de kleinschalige familielandbouw met zijn relatieve bestaanszekerheid vrijwel onmogelijk. Ook doorbrak hij waar mogelijk clanverbanden. Kinderen moesten naar staatsscholen en hij gaf bijvoorbeeld vrouwen rechten zodat ze weg konden breken uit de patriarchale wurggreep van de familie en de clan. De mannen en vrouwen die zo los kwamen, waren voer voor de industrie en allerlei staatsorganen. De langdurige oorlog tegen Iran in de jaren 80 werd gebruikt om alles en iedereen in Irak via nationalisme te mobiliseren voor nog meer sociale veranderingen. De economie werd nog verder gecentraliseerd. In een poging haarden van verzet onder de bevolking op te heffen werden later de onafhankelijke vakbonden verboden. De Irakezen werden steeds meer individueel en dus machteloos overgeleverd aan de arbeidsmarkt. Kapitalistische economen wereldwijd beschouwden Irak als het braafste jongetje van de klas, en stelden het land ten voorbeeld aan de andere landen in het Midden-Oosten. Daar zou namelijk "de economie stagneren" omdat "de bevolking niet rijp" was.

Migratie
Dictator Hussein werd zeer gewaardeerd door westerse machthebbers. Maar om zijn voortdurende aanvallen op de sociale verbanden van de bevolking door te kunnen zetten, snakte hij na beëindiging van de oorlog tegen Iran al snel weer naar een nieuw conflict. Hij miste de mobiliserende en disciplinerende kracht van oorlog. Dat resulteerde in 1991 in de inval in Koeweit en vervolgens het ingrijpen van de VS. De Irakezen die tegen het einde van die oorlog in opstand kwamen tegen Hussein werden echter niet gesteund door het Westen. Daar vreesde men dat die de economische klok terug zouden draaien. Men liet Hussein korte metten met hen maken. Daarna liet men hem zijn bevolkingspolitiek doorzetten. Westerse economen waren verbluft hoe uiterst efficiënt de Iraakse economie toch bleef functioneren omdanks de internationale boycot.

Shocktherapie

In 2003 maakten de Amerikanen en Britten hun karwei af. Inmiddels zijn ook de laatste restanten van de vakbonden opgeheven, zijn veel vrouwenrechten afgeschaft en raken de mensen nog meer overgeleverd aan de markt. De inval in Irak werd door Amerikaanse thinktanks gepromoot als een economische shocktherapie die het hele Midden-Oosten moest opengooien.(5) Het zou gaan om het begin van een "wereldwijde social engineering". Oorlog blijkt namelijk een prima methode om oude sociale structuren kapot te maken en van bovenaf te vervangen door meer kapitalisme-vriendelijke.

Overigens doen de groeiende fundamentalistische bewegingen in het Midden-Oosten op hun manier ook aan bevolkingspolitiek.(6) De islam is wat dat betreft vergelijkbaar met het protestantisme dat aan de wieg lag van het kapitalisme. Beide religies hebben een disciplinerende ideologie waarbij voorop staat dat alle gelovigen van hoog tot laag hard moeten werken, integer moeten zijn, en sober en simpel moeten leven. In moslimstaat Iran bloeit het kapitalisme dan ook. Men volgt de dictaten van het IMF en de Wereldbank gewillig op.(7) Om die reden pleiten sommige Amerikaanse thinktanks er inmiddels voor om het islamitisch fundamentalisme juist te gaan steunen. Wel zou een blijvende "oorlog tegen het terrorisme" in het Midden-Oosten van pas blijven komen om druk op de ketel te houden en de bevolkingspolitieke veranderingen voort te kunnen blijven jagen.

Megasteden

De WTO heeft berekend dat er in de toekomst na volledige rationalisering van de landbouw wereldwijd nog maar zo'n 50 miljoen boeren nodig zijn.(8) Door het moderniseringsproces zijn nu al honderden miljoenen mensen "overbodig" geworden. In 2000 waren er al een miljard werklozen, een derde van de totale arbeidsbevolking op de wereld. Velen van hen trekken naar de grote steden, al probeert bijvoorbeeld de Chinese overheid die binnenlandse migratie nog met geweld te beheersen. De helft van de wereldbevolking woont inmiddels al in de stad.(9) In snel tempo groeit nu het aantal megasteden van 20 miljoen of meer inwoners. Over 20 jaar zal het Indiase Mumbai naar schatting 33 miljoen inwoners hebben, en zal het Westen van Nigeria feitelijk een grote megastad zijn geworden met maar liefst 60 miljoen inwoners. Eén miljard mensen woont nu wereldwijd in ongeveer 200 duizend sloppenwijken. Er is dus nauwelijks nog werk, mensen wonen opeengepakt, het milieu is er bijzonder ongezond en de macht is er vaak overgenomen door criminele bendes, warlords van etnische groeperingen, of fundamentalisten van christelijke, islamistische of andere huize.

Voor zover ze überhaupt nog bestaan, hebben de overheden in deze landen geen boodschap meer aan een kwalitatieve bevolkingspolitiek. De rijken mijden de sloppenwijken en leven in ommuurde en zwaar bewaakte wijken. Wel doet men vaak aan kwantitatieve bevolkingspolitiek. Men probeert bijvoorbeeld met westerse hulp de bevolkingsaanwas tegen te gaan via moderne geboortebeperkende middelen en soms zelfs via de gedwongen sterilisatie van arme vrouwen.(10) Westerse militaire thinktanks bespreken ook strategieën voor de stadsoorlogen van de toekomst, mochten de gigantische sloppenwijken ooit in opstand komen.(11) De ervaringen die men nu opdoet in onder meer Bagdad en sommige binnensteden van de VS komen daarbij goed van pas. Men spreekt van "wilde steden" en om die te kunnen beheersen ontwikkelt men allerlei nieuwe wapens en moderne gevangenissystemen. Overigens zullen de opstanden in zulke "wilde steden" hoogstwaarschijnlijk geen linkse vorm aannemen, hoewel sommige benden en sekten wel van de ervaringen van de stadsguerrilla van de jaren 70 hebben geleerd. In Braziliaanse gevangenissen, bijvoorbeeld, hebben bendeleden hun organisatieprincipes vaak geleerd van gevangen linkse militanten.(12)

Regime change

Steeds meer mensen proberen aan de ellende van de sloppenwijken te ontkomen. Ze hopen werk te vinden in het rijke Westen. Om hen de pas af te snijden werken de rijke landen aan steeds efficiëntere methoden van migratiebeheersing.(13) Er worden steeds meer muren gebouwd en hekken neergezet, militaire vliegtuigen en schepen ingezet, gevangenissen gebouwd, nieuwe paspoorten ontwikkeld en boetes opgelegd aan vluchthelpers. Landen die tegen het rijke Westen aanliggen, worden gedwongen hun grenzen scherp te bewaken en migranten terug te nemen die via hun grondgebied toch het Westen weten te bereiken. Wetenschappers onderzoeken de routes die vluchtelingen nemen om ze te kunnen afsluiten. En ze proberen de motivatie van migranten te achterhalen om vervolgens strategieën te kunnen ontwikkelen om hen en anderen de moed tot migratie te ontnemen. Alle opgeworpen hindernissen kunnen samen ook beschouwd worden als een uiterst gewelddadig bevolkingspolitiek selectiemechanisme. Alleen de allersterkste en meest gemotiveerde migranten zullen namelijk het Westen nog weten te bereiken. Ze vormen daar inmiddels een arbeidersklasse zoals het kapitaal het graag ziet: door illegaliteit machteloos en genoodzaakt keihard te werken voor schamele lonen.

Soms voeren westerse machthebbers en kapitaalbezitters in een arm land een "regime change" door, bijvoorbeeld omdat men daar niet voldoende ruimte geeft aan de behoeften van het kapitaal. Tegenwoordig wordt dan in een vroeg stadium van de oorlogsplanning al migratiebeheersing meegenomen.(14) Zo werden al in 1997, ruim een jaar voor de NAVO-oorlog tegen Servië uitbrak, conferenties belegd met tientallen ngo's, thinktanks en EU-instanties ter voorbereiding van een anti-vluchtelingencordon om Servië en Kosovo. Iedereen die naar West-Europa zou proberen te ontkomen moest de pas afgesneden worden. Er werden alvast kampen opgericht in de regio, er kwamen controles op de wegen van de transitlanden, en de grenzen van de West-Europese landen zouden hermetisch worden afgesloten. Na aanvang van de oorlog werden alle vluchtelingen buiten Servië gearresteerd, naar kampen gebracht en uitgehoord om de vluchtroutes in kaart te brengen. De IOM werd ingeschakeld om hen daarop weer terug te brengen. Vooraf aan de oorlog tegen Irak in 2003 was het van hetzelfde laken een pak. Er kwamen kampen in Turkije, maar men mikte er vooral op om vluchtelingen binnenlands te interneren. Vergelijkbare maatregelen heeft men genomen tegen mensen uit landen waar langdurige oorlogen heersen, zoals Afghanistan, Somalië en Sri Lanka.

Noten

Terug