De Fabel van de illegaal 84, mei/juni 2007

Auteur: Harry Westerink


Nationalistische propaganda in De Ruyter-herdenkingsjaar

"Voorbeeld voor de jeugd", "schipper naast God", "rechterhand van Nederland". Al eeuwenlang wordt driftkop, vechtersbaas, koopman, kaper en zeebonk Michiel de Ruyter opgehemeld wegens zijn bijdrage aan de opbouw van de koloniale grootmacht Nederland. Omdat hij 400 jaar geleden werd geboren, herdenkt men hem in 2007 met allerlei nationalistische festiviteiten. Daarbij zet men hem neer als rolmodel voor alle Nederlanders.


Propaganda voor Michiel de Ruyter in het blad Elsevier
Evenals de andere zeventiende eeuwse "zeehelden" Piet Hein en Maarten Tromp diende admiraal De Ruyter de belangen van Nederlandse machthebbers in de koloniale strijd. Men wilde een zo groot mogelijk deel van de gebieden en grondstoffen in Amerika, Afrika en Azië veroveren en in bezit houden. Daartoe voerde De Ruyter op zee vaak oorlog met Engelsen, Fransen, Spanjaarden en Portugezen, stuk voor stuk concurrenten die in het toenmalige gevecht om de wereldhegemonie teruggedrongen moesten worden. Met toestemming van de Nederlandse overheid kaapte hij ook vaak met goederen volgeladen schepen van koloniale tegenstanders. Met die buit verrijkte hij zichzelf en zijn opdrachtgevers.

Driehoekshandel

Van de Nederlandse overheid kreeg de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) begin zeventiende eeuw het monopolie op alle handel met "de Oost", met Azië. Daarmee werd de VOC de eerste multinationale onderneming ter wereld en brak de zogenaamde Gouden Eeuw van Nederland aan.(1) De bewoners van de door Nederland gekoloniseerde gebieden daarentegen gingen in die tijd door een hel. Ze werden uitgebuit, beroofd, geknecht, tot slaaf gemaakt, verkracht en uitgemoord. De Ruyter is nooit in Azië geweest, maar heeft wel veel vuil werk opgeknapt voor de in 1621 opgerichte West-Indische Compagnie (WIC). Die kreeg het handelsmonopolie voor alle koloniën in "de West", de Nederlandse gebiedsdelen in Noord- en Zuid-Amerika en West-Afrika. Ook had de WIC tot doel om de Spaanse koloniën aan te vallen, in de hoop daardoor de toenmalige oorlog van Nederland met Spanje te kunnen verplaatsen naar gebieden buiten Europa.

In 1637 pakten de Nederlanders onder leiding van graaf Johan Maurits van Nassau het slavenfort Elmina van de Portugezen af. Dat fort aan de Goudkust, het kustgebied van het huidige Ghana, vormde 150 jaar lang een van de belangrijkste centra van de transatlantische slavenhandel van de WIC. Vanuit Elmina werden alleen al de eerste 10 jaar daarna tienduizenden slaven, die 3 miljoen euro opbrachten, verscheept naar suikerplantages in Brazilië. Daar moesten ze zich dood werken voor een zo hoog mogelijke suikeropbrengst, die de Nederlandse kolonisatoren naar Europa vervoerden en verkochten. Met dat geld kon men weer nieuwe slaven voor de plantages kopen. Door deze driehoekshandel werden koopmannen en de overheid schatrijk. Het was voor de WIC van groot belang om de Nederlandse steunpunten op de West-Afrikaanse kust te behouden. Toen de Engelsen die in 1664 dreigden te veroveren, stuurde de Staten-Generaal daarom De Ruyter erheen. Hij verjoeg de Engelsen en stelde daarmee de Nederlandse handel in Afrikaanse slaven voorlopig veilig. De Ruyter wordt nog steeds geprezen omdat hij wel eens Europese christenslaven vrijkocht. Maar men verzwijgt veelal dat hij de handel in zwarte slaven met zijn militaire acties juist steunde.

Kasteel Elmina in Ghana, spil in de Nederlandse slavenhandel
Bootmansjongen

Over De Ruyter kwam al snel na zijn dood in 1676 een enorme mythevorming op gang. Daardoor vallen feiten en verzinsels over hem moeilijk te scheiden. Maar wie hij was en wat hij bijdroeg aan het Nederlandse kolonialisme is vandaag de dag minder belangrijk dan de rol die hij nog steeds speelt in het opkrikken en uitdragen van Nederlands nationalisme en een veronderstelde Nederlandse identiteit met bijbehorende normen en waarden. Het juichverhaal over De Ruyter waarmee veel generaties zijn opgevoed, vertelt vooral veel over het protserige en zelfgenoegzame Nederlandse zelfbeeld. Al eeuwenlang wordt er een Hollandse volksaard geconstrueerd en op hem geprojecteerd. De Ruyter zou bescheiden zijn geweest, zuinig, plichtsgetrouw, opofferingsgezind, moedig, vaderlandslievend, godsvruchtig, verdraagzaam, volhardend, en streng maar rechtvaardig. Hij was als zoon van een bierdrager van eenvoudige komaf en wist zich op te werken van bootmansjongen tot admiraal. Hij stond bekend als een branieschopper, maar zou later toch nog goed terecht zijn gekomen door zich dienstbaar op te stellen tegenover zijn meerderen en als een "grootvader" te zorgen voor zijn ondergeschikten. Als je maar je best doet en braaf blijft, dan slaag je uiteindelijk wel in het leven, aldus de boodschap van de machthebbers aan armen, onaangepasten en opstandigen.

Vooral in de negentiende eeuw is De Ruyter tot de huidige mythische proporties uitgebouwd. Na de Franse Revolutie werd de decentrale Republiek der Zeven Provinciën vervangen door het centralistische staatsgezag van het Koninkrijk der Nederlanden. Onder de machthebbers groeide de behoefte aan nationale "helden" die de vermeende Nederlandse identiteit zouden kunnen belichamen, ook door de Belgische onafhankelijkheidsstrijd in 1830. In die tijd werd in Vlissingen een metershoog standbeeld van hem opgericht. De Ruyter bleek een ideale figuur voor nationalistische propaganda, samen met Rembrandt, om wie inmiddels ook een hele cultus was ontstaan. Tot ver in de twintigste eeuw bleef deze heldenverering op volle toeren draaien. Ook de NSB van Anton Mussert en de Duitse bezetters in de Tweede Wereldoorlog bleken gecharmeerd van De Ruyter, omdat die evenals de nazi's voortdurend tegen de Engelsen vocht. In de roerige jaren 60 keerde echter het tij. Velen namen afstand van oubollig nationalisme en conservatisme, en gingen achter linkse "helden" als Karl Marx, Mao Zedong en Che Guevara aanlopen. Maar helaas is nationale trots in Nederland de laatste jaren weer sterk in opmars, waartoe ook de VOC-viering in 2002 en de Rembrandt-herdenking in 2006 hebben bijgedragen. Rembrandt heeft men echter nooit als modelburger gelanceerd. Die kunstenaar zou namelijk een wat al te bandeloos en frivool leven hebben geleid.

De Ruyter-mok
De VVD heeft sinds 2005 flink aangedrongen om rond De Ruyter weer eens een feestje te bouwen. Volgens voormalig Kamerlid Zsolt Szabo is het logisch dat zijn partij zich sterk maakt voor De Ruyter. "Hij was een echte liberaal, iemand die zijn land verdedigde, een man van niet lullen maar poetsen." De eigenschappen van De Ruyter staan model voor de Nederlandse identiteit, aldus Szabo. "In De Ruyter herken je de karaktertrekken van de hedendaagse Nederlanders. Zonder De Ruyter had ons mooie land hoogstwaarschijnlijk niet meer bestaan." De "zeeheld" zou alleen maar "goede dingen" hebben gedaan en iedere Nederlander zou "twee druppeltjes De Ruyter-bloed in zich" hebben. "Er is een hoop negativisme over Nederland. Dat verdwijnt als je verhalen over hem leest. Dan denk je: "Zo slecht is dit land niet". Zijn daden laden je op, je wordt er trotser door, positiever, hij kan een stukje doemdenken doen verdwijnen."(2) Szabo beschouwt zichzelf als "een nep-Nederlander", omdat hij afstamt van Hongaarse migranten. Hij is vooral enthousiast over De Ruyter omdat die "echte VVD-er" in 1676 een aantal Hongaarse protestanten bevrijdde die wegens katholieke repressie uit Hongarije waren gevlucht en daarna door de Spanjaarden tot slaaf werden gemaakt. Als geloofsgenoot nam De Ruyter het voor de Hongaren op, reden waarom hij in protestants Hongarije ook nu nog wordt vereerd. Maar de Nederlanders die afstammen van Afrikaanse slaven, hebben helemaal geen reden tot jubelen. Hun voorouders werden mede door toedoen van De Ruyter aan de ketting gelegd en soms over de kling gejaagd.

Babyslabbetjes

De coördinatie van het De Ruyter-herdenkingsjaar is in handen van de Stichting 400 jaar Michiel de Ruyter. De stichting organiseert zelf een aantal evenementen en stimuleert en ondersteunt ook anderen die "de zeeheld" willen promoten. Men heeft daarbij drie thema's voor ogen: "held van Nederland", "samen Nederland" en "Nederland waterland". Tot de doelstellingen behoort onder meer "het bevorderen van de onderlinge saamhorigheid en eendracht bij brede lagen van de Nederlandse multiculturele bevolking, met als uitgangspunt de waarden en normen die De Ruyter heeft voorgeleefd".(3) Men wil dus de solidariteit tussen bevolkingsgroepen bevorderen door als "uitgangspunt" de waarden en normen te nemen van iemand die meewerkte aan de opbouw van de slavenhandel. Een klap in het gezicht van de slachtoffers van slavernij en hun afstammelingen.

De Ruyter-klok
Evenals in het VOC-herdenkingsjaar 2002 (1) overspoelt men het land ook nu weer met een waslijst aan festiviteiten, zoals exposities, lezingen, concerten, symposia, een replica van De Ruyters vlaggenschip "De Zeven Provinciën", bijeenkomsten met nazaten van De Ruyter, fietstochten, zeil- en vlootdagen, onderwijsprogramma's, toneelstukken, kerkdiensten, films, taptoes, een golftoernooi en zelfs een linedance-workshop. Via de merchandise website van de stichting (4) worden volop prullaria met de beeltenis van "de zeeheld" erop te koop aangeboden, zoals T-shirts, sweaters, "girlie baseball"-shirts, petten, zonnekleppen, muismatten, wandklokken, mokken, tassen, puzzels en zelfs babyslabbetjes. Nationalisme moet uiteraard met de paplepel worden ingegoten. Nieuw is die commercie overigens niet. Al in het herdenkingsjaar 1907 wist men een slaatje te slaan uit de De Ruyter-cultus. Toen leurde men met broches, hangers, theelepeltjes, wafels, borden, en postzegels. Omvangrijk is ook het aantal boeken over De Ruyter dat in 2007 op de markt wordt gebracht, het merendeel tenenkrommende reclame voor de zeventiende eeuwse roofstaat Nederland.

Het herdenkingsjaar wordt onder meer gesponsord door de Koninklijke Marine, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de scheepvaartbedrijven Multraship en Koninklijke Schelde Groep, de provincie Zeeland, en de gemeente Vlissingen. De in Vlissingen geboren en getogen De Ruyter wordt in de loop van het herdenkingsjaar vooral in Zeeland in het zonnetje gezet. Ook zijn standbeeld wordt opgekalefaterd, want evenals De Ruyters imago van nationale held sinds de jaren 60 blijkt ook dat beeld wat te zijn verroest. Het ministerie van Defensie betaalt mee aan de opknapbeurt, tot grote vreugde van Szabo die voor dat restauratiegeld had gepleit. "Ik weet zeker dat ik heel Zeeland blij heb gemaakt. Ik vind dat belangrijke personen uit de Nederlandse geschiedenis, zoals Michiel de Ruyter, de laatste tientallen jaren te vaak naar achteren worden geschoven. Iedereen moet weten wat die meneer gepresteerd heeft", aldus de VVD-er. Maar in plaats van herstel zou het standbeeld juist tot de grond toe moeten worden afgebroken. Ongeveer 140 jaar na de afschaffing van de slavernij werd in Amsterdam eindelijk een monument opgericht voor de slachtoffers ervan. Volgens de anti-koloniale criticus Ewald Vanvugt is het "ongerijmd" om dan "monumenten voor de beschermers van slavenhalers onveranderd langs de openbare weg" te laten staan. "Het lijkt zelfs ongepast, alsof in Rusland de standbeelden van Stalin nog onbekommerd rechtop stonden terwijl daarnaast gedenktekens voor de slachtoffers van de Goelag werden opgericht."(5) Vlissingen was ten tijde van de Republiek de belangrijkste slavenstad van het land. Driekwart van de mensenhandel was in handen van Zeeuwen. Dat maakt de aanwezigheid in Vlissingen van een opgepoetst standbeeld van De Ruyter helemaal wrang.

De Ruyter-tas
Burgerschapsvorming

Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) probeert met de onderwijshandleiding "In het kielzog van Michiel De Ruyter" de "zeeheld" als schoolvoorbeeld van goede Nederlander door de strot van kinderen te duwen.(6) Scholen kunnen die handleiding gebruiken om in 2007 in het kader van het verplichte vak burgerschapsvorming de leerlingen een lesje heldenverering te leren en een reeks conservatief-liberale normen en waarden van De Ruyter tot en met Balkenende in te prenten. Sinds 2005 moeten scholen aandacht besteden aan "goed burgerschap". Voorbeelden van onderwijsprojecten in dat kader zijn "Verhalen van veteranen", bedoeld om meer erkenning te krijgen voor militaire veteranen, en "Democratie, koningschap, burgerschap", in verband met "de viering van het zilveren regeringsjublieum" van koningin Beatrix in 2005. Een onderwijsproject rond De Ruyter sluit naadloos aan bij dit soort reclame voor militarisme en monarchie.

SLO wijst erop dat De Ruyter hoog is geëindigd bij de verkiezing van "grootste Nederlander",(7) "op een verdienstelijke zevende plaats". Die verkiezing was "wellicht niet veel meer dan een mediahype", geeft SLO toe. "Niettemin is er wel degelijk iets aan de hand. Door alle snelle en ingrijpende veranderingen blijkt in onze samenleving de behoefte sterk toegenomen aan een gemeenschappelijk referentiekader. De huidige discussies over de Nederlandse identiteit en over een geschiedeniscanon maken dat des te duidelijker." Daarbij komt "de historische icoon" De Ruyter goed van pas. "Niet als een op nationalistische wijze geadoreerde held, maar als mens van vlees en bloed. Als een bijzondere man in een bijzondere tijd." Aldus het Nederlandse nationalisme ten voeten uit: men ontkent botweg dat het bestaat.

Noten

Terug