De Fabel van de illegaal 84, mei/juni 2007

Auteur: Harry Westerink


Niet de traagheid, maar de onrechtvaardigheid van de asielprocedure is het probleem

De recente voorstellen voor een nieuwe “snelle en zorgvuldige asielprocedure” van VluchtelingenWerk (1) en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) (2) passen vooral in het straatje van de overheid. Als vluchtelingen “snel” en “zorgvuldig” worden afgewezen, bespaart dat namelijk veel kosten in de opvang. Bovendien houdt het vluchtelingen ervan af om de Nederlandse samenleving beter te leren kennen en steunnetwerken op te bouwen die hun uitzetting maar zouden belemmeren.


Leids asielzoekerscentrum (foto: Eric Krebbers)
De asielprocedure is voor de overheid een selectiemiddel om migratie te beheersen. “Economische” vluchtelingen vallen daarbij meteen al af en “politieke” vluchtelingen krijgen steevast het nadeel van de twijfel. Het ministerie van Justitie behandelt hen met wantrouwen en gaat er op voorhand vanuit dat ze liegen en bedriegen. Om het aantonen van het tegendeel zo moeilijk mogelijk te maken voert men de bewijslast voor vluchtelingen tot in het absurde op. Vrijwel geen enkele vluchteling ziet nog kans om het volstrekt ongelijkwaardige en onrechtvaardige gevecht tegen deze afwijsmachine te winnen. Het recht op asiel is daarmee in feite afgeschaft.

Op straat

Momenteel wordt meer dan de helft van de asielaanvragen afgewerkt via de snelle aanmeldcentrum-procedure (ac-procedure), waarmee vluchtelingen al na een week illegaal kunnen worden gemaakt en op straat kunnen worden gegooid.(3) De overige “asielzoekers” belanden in de vaak jarenlang durende opvangcentrum-procedure (oc-procedure), die hen in elk geval nog onderdak en een beetje leefgeld biedt. De overheid gaat ervan uit dat vluchtelingen in een oc-procedure wat minder kansloos zijn dan die in een ac-procedure.

Ngo's als VluchtelingenWerk, Amnesty International en Human Rights Watch, rechtshulpverleners, wetenschappers, de ACVZ en ook de Commissie Scheltema, die in 2006 de asielwetgeving evalueerde, vinden de ac-procedure te snel gaan om zorgvuldig te kunnen zijn. De oc-procedure daarentegen zou juist te lang duren, “waardoor een afwijzing en gedwongen terugkeer in toenemende mate als onredelijk kan worden ervaren, zowel door de asielzoeker als door mensen uit zijn omgeving”.(2) Hoe langer het verblijf in Nederland duurt, hoe moeilijker de vluchtelingen kunnen worden uitgezet, ook vanwege de maatschappelijke “onrust” die dat oproept, waarschuwt de ACVZ. Men denkt daarbij ongetwijfeld aan de steun vanuit de samenleving voor vluchtelingen die al jaren geleden asiel hadden aangevraagd, werden afgewezen en nu na veel trekken en duwen alsnog in aanmerking lijken te komen voor een - overigens zeer beperkt - generaal pardon.(4) Ook zet de ACVZ het nare argument van “de aanzuigende werking” in. Door vluchtelingen langer in de procedure te laten zitten en opvang te geven zou de overheid het verkeerde signaal afgeven aan anderen die ook naar Nederland willen komen. Een snelle procedure zonder langdurige opvang zou dergelijke “gelukszoekers” juist kunnen ontmoedigen.

Onzekerheid

VluchtelingenWerk en de ACVZ stellen voor om de ac- en de oc-procedure in elkaar te schuiven en te komen tot één nieuwe asielprocedure die zo’n 2 maanden tot 1 jaar zou mogen duren. VluchtelingenWerk adviseert verder om een aantal verslechteringen die de laatste jaren in de procedure zijn doorgevoerd, weer terug te draaien. Zo beveelt men aan om het “categoriale beschermingsbeleid” wat meer toe te passen. Vluchtelingen uit bepaalde landen of gebieden zouden vaker collectief bescherming moeten krijgen. De ACVZ pleit voor een “ijzeren regime” om de maximumtermijn van 1 jaar te bewaken, waarbij de rechter aan de IND een dwangsom kan opleggen bij overschrijding ervan.

Hoe korter de asielprocedure, hoe korter ook de onzekerheid voor de vluchteling, menen de organisaties. Het is voor vluchtelingen inderdaad bepaald geen pretje om gestresst en vaak getraumatiseerd jarenlang op een beslissing van de overheid te moeten wachten in een kleine kamer in een vluchtelingenkamp, met bijzonder weinig privacy, inkomsten, afleiding en mogelijkheden om deel te nemen aan de samenleving. Maar de onzekerheid van zo'n vluchtelingenbestaan houdt vanzelfsprekend niet op bij afwijzing. Integendeel, de angst voor de toekomst en voor vervolging en uitzichtloosheid in eigen land neemt dan alleen maar toe. Illegaal en dakloos gemaakte vluchtelingen kunnen hier door de maatschappelijke uitsluiting nauwelijks meer overleven en hebben tegelijk genoeg redenen om niet terug te gaan. Ze vallen zo tussen wal en schip.

Het vluchtelingenbeleid is al jaren steeds onmenselijker aan het worden. Commentaar van steungroepen op dat beleid behoort daarom geen technisch karakter te hebben, maar een inhoudelijk. Het zou niet moeten gaan om de snelheid of zorgvuldigheid van de asielprocedure, maar om rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid. Om het waarborgen van bescherming tegen geweld, vervolging en armoede. En om het recht op vrije migratie, zodat mensen in hun strijd voor geluk, veiligheid en leefbaarheid kunnen gaan en staan waar ze willen.

Noten

Terug