De Fabel van de illegaal 93/94, zomer 2008

Auteur: Ellen de Waard


Chinese arbeidsmigranten uitgebuit en opgesloten

In maart 2008 ontstond er veel ophef over het relatief grote aantal Chinezen dat plots asiel aanvroeg. Van alle kanten werd geroepen dat “ze” direct moesten worden opgesloten en uitgezet, dat de Vreemdelingenwet aangescherpt moest worden en zelfs dat illegaliteit op zich strafbaar moest worden gesteld. Niemand stelde de vraag waarom de Chinezen zich eigenlijk zo vastklampten aan een vals gerucht over legalisering.


Chinese arbeider
In twee weken tijd kwamen vanuit het hele land zo’n 770 Chinezen een asielaanvraag doen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, terwijl zich normaal 3 tot 5 Chinezen per week meldden. Het gerucht deed de ronde dat prins Willem-Alexander de troon zou bestijgen en om dat te vieren een generaal pardon zou afkondigen. Het merendeel van de Chinezen was al langer in Nederland en had nooit eerder asiel aangevraagd. In allerijl huurde het COA enkele recreatieparken af om de Chinezen tijdelijk te huisvesten. Dat leidde tot de gebruikelijke racistische Pavlov-reacties. “Dorpje ‘overvallen’ door komst bussen asielzoekers”, kopte De Volkskrant bijvoorbeeld. Een dorpsbewoner riep: “Als een dief in de nacht zijn ze gekomen. Niks is meer veilig.”(1)

Opsluiten

Tijdens een spoeddebat op 8 april concludeerde de Tweede Kamer dat het ging om illegale arbeidsmigranten die massaal afgewezen zouden worden en weer in de illegaliteit zouden verdwijnen. Om dat te voorkomen wilden de PvdA, PVV, VVD, CDA en CU toezeggingen van staatssecretaris Albayrak dat de Chinezen direct in “vreemdelingenbewaring” gestopt zouden worden. Dat weigerde ze aanvankelijk. Albayrak was overigens de enige die zei dat sommigen mogelijk gevluchte Tibetanen of slachtoffers van mensenhandel zouden kunnen zijn.(2) Opsluiting zou volgens haar sowieso juridisch niet houdbaar zijn. De Vreemdelingenwet schrijft immers voor dat iedere aanvraag individueel moet worden getoetst en dat vluchtelingen tijdens die procedure niet mogen worden opgesloten. Opsluiting mag slechts in afwachting van uitzetting. Er waren daarnaast ook praktische problemen. Er waren bijvoorbeeld simpelweg niet voldoende tolken. De staatssecretaris zegde de Kamer wel toe dat de Chinese aanvragen met voorrang zouden worden behandeld, en dat zij zich zou inspannen om te voorkomen dat ze weer in de illegaliteit zouden verdwijnen. Een motie van VVD-er Kamp en PVV-er Fritsma om meteen maar illegaal verblijf in Nederland tot misdrijf te maken haalde het gelukkig niet.

Twee weken later berichtte Albayrak dat zo’n 300 Chinezen alweer uit de noodopvang verdwenen waren, ondanks de extra maatregelen die ze getroffen had. Een motie van wantrouwen van VVD, PVV en Verdonk haalde het echter niet. PvdA-er Spekman maakte flink stemming door te verklaren dat “asielzoekers die overduidelijk uit de illegaliteit komen en de asielprocedure misbruiken, vastgezet moeten worden”.(3) Albayrak maakte daarop een Kamermeerderheid blij met haar belofte om te onderzoeken of artikel 56 en 59 uit de Vreemdelingenwet aangescherpt konden worden. Die maakten de opsluiting van de Chinezen juridisch onmogelijk.

Slavernij

Inmiddels heeft de staatssecretaris toch zo’n 140 Chinezen vast laten zetten, na hun individuele toetsing en afwijzing. Maar ook dat is feitelijk vanuit wettelijk oogpunt nauwelijks te rechtvaardigen. Onlangs bleek namelijk dat Chinezen zelden of nooit daadwerkelijk uitgezet worden. In een andere zaak had advocaat Robert Koevoets een proces aangespannen tegen de IND.(4) Zijn Chinese cliënten bleven ten onrechte opgesloten doordat de dienst de rechtbank steeds misleidde en beweerde dat detentie noodzakelijk was voor hun uitzetting, wetende dat de Chinese overheid daar structureel niet aan meewerkt. Daarop dwong de Rotterdamse rechtbank de IND om aan te geven hoeveel Chinezen er nu daadwerkelijk na detentie uitgezet worden. Dat bleek slechts in 16 van de 600 gevallen gebeurd te zijn. Kortom, Chinezen worden opgepakt en maandenlang opgesloten zonder enig zicht op uitzetting om vervolgens op straat te worden gedumpt. Albayrak en de Tweede Kamer hebben daar kennelijk geen probleem mee.

Chinese arbeider
Geen enkel Kamerlid vroeg zich af waarom de Chinezen hun land eigenlijk verlaten hadden. En dat terwijl in het huidige olympische jaar de donkere kanten van China veelvuldig in het nieuws zijn. Mensenrechtenschendigen, corruptie, repressie, natuurvernietiging door de industrie, dodelijke arbeidsomstandigheden voor mijnwerkers, en kinderarbeid en zelfs kinderslavernij om de productiekosten laag te houden, om maar een paar voorbeelden te noemen. Van alle heilige verontwaardiging die politici zo graag tentoonspreiden als het gaat om China, was ineens geen spoor meer te bekennen.

Maffia

Chinezen zijn er overal. Van de Chinatowns in de metropolen van de wereld tot aan elk klein dorp met zijn Chinese restaurant. Chinezen worden in Nederland zelden als een etnische minderheidsgroep genoemd. Het is een relatief gesloten gemeenschap die geen overlast geeft en nauwelijks een beroep doet op collectieve voorzieningen. De Chinezen lijken goed geïntegreerd. De laatste jaren komt echter druppelsgewijs een heel andere realiteit naar voren. Er waren vroeger wel wat verhalen over onhygiënische toestanden en uitbuiting van illegale koks in Chinese restaurants, maar nu gaat het bijvoorbeeld over goksyndicaten die geweld niet schuwen, of over mensensmokkel. In 2000 bleken 58 Chinezen gestikt in een Nederlandse vrachtwagen die hen naar Engeland had gesmokkeld. Nu komen er ook verhalen naar boven over illegale prostitutie in “massagesalons”, en over de triades, Chinese maffia die ondernemers afperst onder het mom van protectie.

In Engeland werd onlangs geschokt gereageerd op het boek “Chinese Whispers. The true story behind Britain’s hidden army of labour” van journaliste Hsiao-Hung Pai. Ze onthulde daarin hoe illegale Chinezen in het Westen leven en overleven. Ze staan bloot aan het meest rauwe kapitalisme en worden op ongekende wijze uitgebuit en in de steek gelaten door overheden. Pai beschrijft ook hoe China eind jaren 70, begin jaren 80 een nieuw economisch beleid ging voeren om een plek te veroveren in de kapitalistische wereldeconomie. Ruim 300 duizend staatsbedrijven, instituties en diensten werden ontmanteld en geprivatiseerd. Veel van hun naar schatting 75 miljoen werknemers werden slachtoffer van massa-ontslagen. Ook de landbouw werd overgeleverd aan de markt, waardoor er halverwege de jaren 80 een landverhuizing op gang kwam van 200 miljoen verpauperde boeren en andere agrarische werkers, die naar de steden trokken om daar hun goedkope arbeid te verkopen.

In 2001 trad China toe tot de WTO en ging het proces in een nog hogere versnelling. Zo’n beetje alle drempels voor internationale bedrijven werden weggehaald. Voor hen is een repressief land als China een ideale vestigingsplek vanwege de honderden miljoenen arbeiders die wanhopig op zoek zijn naar werk. Die kunnen niet klagen als ze zeven dagen per week, 12 uur per dag moeten werken, en slechts 1 dag per maand vrij hebben. Als ze tussen de machines in de fabriek moeten slapen omdat ze geen geld hebben om een onderkomen te betalen, of simpelweg te weinig tijd over houden om naar huis te gaan. Als hun gezondheid naar de knoppen gaat omdat ze totaal uitgeput zijn en zonder bescherming tegen giftige stoffen moeten werken. Als ze overwerk niet uitbetaald krijgen. Als ze ziek zijn, maar zich dat niet kunnen permitteren, onder meer doordat de ziekteverzekeringen allemaal geprivatiseerd zijn en daarmee onbetaalbaar. Als ze geen compensatie krijgen bij een bedrijfsongeval. Bedrijven kunnen er hun productiekosten en arbeidsloon ongehinderd laag houden, want de vakbonden zijn aan de overheid gelieerd, en de Chinezen zijn zelf al generaties lang gewend om hun hoofd te buigen voor de autoriteiten. Veel arbeiders vallen simpelweg dood neer op de werkplek.

Hoewel verboden, komen er de laatste jaren in China steeds vaker massaprotesten en spontane stakingen voor tegen de politiek en de schandalige werk- en leefomstandigheden. De overheid voelde zich gedwongen om dit jaar een nieuwe arbeidswet in te voeren die de rechten van arbeiders enigszins moet beschermen. De Amerikaanse Kamer van Koophandel in China heeft al direct laten weten dat de wet een negatief effect zou kunnen hebben op het investeringsklimaat in China. Amerikaanse bedrijven en investeerders zouden zich terug willen trekken als er teveel regels worden opgelegd die de winsten drukken.

Morecambe Bay

Chinese arbeiders
De illegale arbeidsmigranten in Engeland komen dan ook voornamelijk uit de Chinese gebieden waar de economie het meest is ingestort en de werkeloosheid het grootst is. Ze komen naar het Westen om een inkomen te vergaren, hoe schamel ook. Om hun gezinnen te onderhouden, om hun kinderen een opleiding te bezorgen, om niet dood te gaan van de honger. Helaas brengt hun leven in het Westen hen evenzoveel misère. Dat werd ook voor de buitenwereld even duidelijk toen in 2005 maar liefst 23 illegale Chinese kokkelvissers in Morecambe Bay verdronken. Hun baas had dat risico bewust genomen om meer te kunnen verdienen.

De meeste nieuw aangekomen illegalen spreken gewoon op straat een Chinees uitziend persoon aan en vragen dan naar werk. Die verwijst hen meestal wel naar een tussenpersoon of wervingsbureau. Daar moet vaak wel eerst zo’n 300 euro “bemiddelingskosten” betaald worden. Dan wordt er een valse werkvergunning gekocht en is het verder afwachten of er werk komt. Soms laat het bureau hen extra lang wachten omdat wanhopige arbeiders eerder bereid zijn om echt alles aan te pakken. Koppelbazen brengen de Chinezen vervolgens met een busje naar een plek in Engeland waar werk is, bijvoorbeeld in de vleesverwerking, landbouw, voedselindustrie, seksindustrie of de bouw. Soms bij grote en bekende bedrijven. Er zijn meestal geen instructies en vaak ontbreekt het ook aan bescherming, zoals helmen, mondkapjes of oordoppen. Slapen doen ze samen met tientallen anderen in verkrotte panden. Voor iedere “dienst” wordt geld gevraagd. De illegalen moeten zich als het ware “inkopen” in het netwerk om toegang te krijgen tot baantjes. Een hele reeks “tussenpersonen”, “koppelbazen”, “wervingsbureaus”, “uitzendbureaus” en “transporteurs” profiteert zo mee van het werk van de illegalen. Gemiddeld werken de Chinese illegalen 72 uur per week voor 150 tot 180 euro.

Zulke wantoestanden zijn zeker niet voorbehouden aan Engeland. Alle West-Europese economieën trekken illegale arbeidsmigranten aan en kennen zulke grove mensenrechtenschendingen. In 2006 deed de politie in een Chinees restaurant in Eindhoven een inval. Er werden acht illegalen aangetroffen. De gebruikelijke boete werd opgelegd, maar het Openbaar Ministerie (OM) begon ook een proces wegens mensenhandel. “Mensen worden door middel van dwang, geweld en misleiding uitgebuit”, aldus procureur-generaal Brouwer. Begin 2008 werden de bedrijfsleider en chef-kok vrijgesproken van mensenhandel omdat de illegalen niet geworven waren, maar zichzelf zouden hebben aangemeld voor werk. Inmiddels ligt de zaak bij de Hoge Raad omdat het OM dat geen vrijbrief vindt voor een buitensporige behandeling door de werkgever.(5) De ellende die bij dit soort rechtszaken naar buiten komt, maakt duidelijk waarom illegale Chinese arbeiders wanhopig iedere strohalm aangrijpen om zich daaraan te ontworstelen.

Noten

Terug