De Fabel van de illegaal 97/98, winter 2009

Auteur: Gerrit de Wit


De dodenlijst van Fort Nederland

Het Nederlandse vluchtelingenbeleid is keihard en leidde al tot tientallen doden en honderden zelfmoordpogingen. Om de slachtoffers uit de anonimiteit te halen werd onlangs op de website Vrijheid van Beweging een lijst gepubliceerd met daarop maar liefst meer dan 100 namen van slachtoffers van het Nederlandse vluchtelingenbeleid. Op Europees niveau worden soortgelijke lijsten bijgehouden. Daar staat de teller inmiddels op meer dan 11.105 doden.




In vogelvlucht: een aantal slachtoffers

3 februari 2008. De Algerijn Rachid Abdelsalam sterft op de bajesboot in Rotterdam aan een hartaanval. Zijn medische klachten werden een dag eerder niet serieus genomen. Hij kreeg slechts een hoestdrankje en een zalfje. Vanuit de cel riep Abdelsalam daarna nog lang en vergeefs om een dokter, maar die kwam pas na zijn dood.

4 oktober 2007. De 34-jarige Ghanees Michael Osey komt om het leven, nadat hij op de vlucht voor de politie van het balkon van zijn flat in Amsterdam valt. Osey beschikte niet over geldige papieren en was waarschijnlijk bang gedeporteerd te worden.

14 april 2006. De tweejarige Rahman Sadedim uit Macedonië sterft aan een verwaarloosde longontsteking in het asielzoekerscentrum in Geeuwenburg. De verpleegkundige stuurde de bezorgde vader weg met de mededeling dat de medische dienst gesloten was.

November 2006. Ali Amen Nader wordt gemarteld en vermoord door de autoriteiten van Jemen. Na afwijzing van zijn asielaanvraag in juni 2006 moest Nader terug naar zijn geboorteland. Hij werd bij aankomst gelijk gearresteerd.

26 oktober 2005. Er vallen 11 doden bij de brand in de grensgevangenis op Schiphol-Oost. De gevangenis bleek niet brandveilig en allerlei veiligheidsvoorschriften werden aan de laars gelapt.

30 augustus 2003. De depressieve en suïcidale Andrej Donorov pleegt kort na zijn deportatie naar Spanje zelfmoord. Achteraf bleek dat de IND tekort had geschoten bij de overdracht van de medische gegevens van de 34-jarige Oekraïner aan de Spaanse autoriteiten.

Maart 2003. De achttienjarige Hamisi Ismaili uit Tanzania wordt dood gevonden in de wielkast van een vliegtuig dat geland is op vliegveld Maastricht.

November 2002. De 41-jarige Farideh Karimi uit Iran overlijdt aan de gevolgen van een veel te laat ontdekte borstkanker. Ze woonde in het asielzoekerscentrum in Appelscha en klaagde bij de medische dienst regelmatig over ernstige pijn. Een verpleegkundige meende dat Karimi aan stress leed. De huisartsen schreven haar pijnstillers en maagzuurremmers voor. De diagnose borstkanker werd pas gesteld toen ze kort voor haar dood in het ziekenhuis belandde.

Maart 2001. Een 25-jarige Congolees wordt met geweld via Schiphol gedeporteerd. Lokale mensenrechtenorganisaties meldden dat hij bij aankomst in Congo “uitgeput” was en meteen onder handen genomen werd door veiligheidsdiensten. Die verdachten hem van contacten met rebellen. Bij thuiskomst was hij “onherkenbaar voor zijn familie”. Hij stierf korte tijd later aan zijn verwondingen.

18 juni 2000. 58 Chinezen stikken in de laadruimte van een Nederlandse vrachtwagen tijdens hun illegale oversteek naar Dover.

24 januari 2000. In New York wordt de 38-jarige Turkse Koerd Riza Karadag dood gevonden in de wielkast van een vliegtuig. Het toestel kwam uit India. Het maakte een tussenstop op Schiphol en daar was Karadag het vliegtuig ingekropen. Hij had ernstige psychische problemen en was wanhopig na de afwijzing van zijn asielverzoek.

6 november 1997. De 29-jarige Mir Abdolkhalq Samim uit Afghanistan gooit zichzelf in de buurt van Gouda voor de trein. Samim werd gek van het wachten en het gebrek aan privacy op het asielzoekerscentrum. Hij zag geen andere uitweg meer na de afwijzing van zijn asielverzoek.

24 april 1996. De 24-jarige Amir Salehi uit Iran overgiet zich op de heide naast het asielzoekerscentrum in Crailo met benzine en steekt zichzelf in brand. Tweeënhalve maand later overlijdt hij in brandwondencentrum Beverwijk. Salehi was bang om gedeporteerd te worden.

3 mei 1994. Een man uit Turkije hangt zich op in een Hengelose politiecel. Hij zat daar vast in afwachting van deportatie. Hij was Turkije ontvlucht na desertatie uit het Turkse leger én de PKK.
De Nederlandse lijst (1) vangt aan in het begin van de jaren 90, en omvat gedocumenteerde zelfmoordpogingen en tientallen doden door een gebrek aan medische zorg, door politierepressie, brand, verstikking en moord na deportatie naar onveilige landen. Enkele sterfgevallen kwamen in het nieuws en leidden tot druk op de verantwoordelijke autoriteiten. Maar de meeste slachtoffers bleven nagenoeg anoniem. De dodenlijst is volgens de samenstellers maar het topje van de ijsberg. Veel sterfgevallen en zelfmoordpogingen worden door de betrokken instanties en overheden namelijk onder de pet gehouden, of ten onrechte geweten aan natuurlijke omstandigheden. De samenstellers roepen op om sterfgevallen die niet op hun lijst voorkomen per mail door te geven. Zo worden ook die bekender en wordt de gruwelijkheid van het vluchtelingenbeleid zichtbaarder. Het motto van de samenstellers is niet voor niets: “Door uitsluiting, vervolging, opsluiting, uitzetting: verdwenen of dood... maar niet vergeten!”

Vluchtelingen in actie bij Leids asielzoekerscentrum, nadat slechte leefomstandigheden hadden geleid tot meerdere zelfmoorden. (Foto: Eric Krebbers)
Zelfmoord

Veel vluchtelingen vinden de dood door zelfmoord. Dat is niet verwonderlijk. Ze moeten lang in onzekerheid wachten op een beslissing over hun asielaanvraag. Daarbij weten ze dat de meeste aanvragen doodleuk afgewezen worden. Ook zijn de leefomstandigheden in asielzoekerscentra miserabel. Van privacy is geen sprake en vluchtelingen zijn veroordeeld tot duimendraaien. Ze mogen namelijk niet werken en er worden nauwelijks activiteiten voor hen georganiseerd. Dat leidt allemaal tot spanningen, agressie en depressies. Veel vluchtelingen slikken daarom ook slaap- en kalmerende middelen. Sommigen zien echter geen uitweg meer en plegen zelfmoord. Medio 1996 werd er voor de eerste keer alarm geslagen over het hoge aantal zelfmoorden in asielzoekerscentra. Dat gebeurde niet door de overheid, maar door de vluchtelingensteungroep Participating Refugees in Europe (PRIE). Die organisatie had achterhaald dat in een tijdsbestek van anderhalf jaar zeker 82 vluchtelingen zelfmoordpogingen hadden ondernomen, waarvan er 20 gelukt waren. Na meer veldwerk kwam de organisatie een jaar later tot de slotsom dat jaarlijks minimaal zo’n 100 vluchtelingen een zelfmoordpoging doen wanneer uitzetting dreigt. Het onderzoek leidde niet tot een versoepeling van het beleid, integendeel.

Ook door een gebrek aan medische zorg overlijden er vluchtelingen. Door de jaren heen heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg meerdere alarmerende rapporten uitgebracht over misstanden in die zorg. De inspectiedienst constateerde dat verpleegkundigen in de asielzoekerscentra nog wel eens te laat een arts inschakelen omdat een gezondheidsklacht niet altijd serieus wordt genomen. De hoge werkdruk van verpleegkundigen zou daar ook debet aan zijn. Verder werden door huisartsen wel eens quota opgesteld voor het maximale aantal vluchtelingen dat op hun spreekuur mocht komen. De verpleegkundigen moesten dan in een voorselectie bepalen wie wel en wie niet welkom was. Dat druist in tegen elke medische ethiek. Na de dood van een vluchtelinge in 2004 als gevolg van gebrek aan medische zorg verklaarde een lokale huisarts dat het niet om een incident ging: “Ik denk dat er een agenda achter zit. De overheid wil ervoor zorgen dat de aanzuigende werking van asielzoekers zo minimaal mogelijk is. Dat doe je door de situatie in de asielzoekerscentra zo onaantrekkelijk mogelijk te maken. Dat doe je door de faciliteiten weg te halen.” In 2006 bracht de inspectiedienst verder naar buiten dat men vreesde dat sommige vluchtelingen het land worden uitgezet, terwijl ze daar eigenlijk veel te ziek voor zijn. De inspectie zei niet te weten hoe vaak dat gebeurt, maar beschikte over genoeg signalen om een waarschuwing af te geven.

Vluchtelingen in actie bij Leids asielzoekerscentrum, nadat slechte leefomstandigheden hadden geleid tot meerdere zelfmoorden. (Foto: Eric Krebbers)
Geweld

Ook bij de uitzettingen vallen er soms slachtoffers. In oktober 2006 vertelden ex-medewerkers van de Koninklijke Marechaussee in het programma Netwerk over de gewelddadige methoden die soms worden gebruikt om vluchtelingen in bedwang te houden.(2) Zoals het dubbelvouwen van geboeide vluchtelingen in een vliegtuigstoel, het bovenop iemand gaan zitten, het verwurgen, het dichthouden van de mond, het dichtknijpen van de halsslagader en het knijpen in de testikels van mannen. In 1992 leidde het optreden van de marechaussee bij een deportatie via Schiphol tot een slachtoffer. De marechaussee plakte de mond van de Roemeen Constantin Rudaru dicht. Die verkeerde echter in een zodanige staat van opwinding dat hij in ademnood kwam, buiten bewustzijn raakte en een hartstilstand kreeg. Pas na enkele minuten werd er hulp geboden. Rudaru raakte zwaar gehandicapt.

Op Europees niveau houdt de anti-racistische organisatie United een gedocumenteerde dodenlijst bij.(3) Naast de mensen die sneuvelen tijdens hun tocht naar Europa, telt United ook de doden mee die vallen door bijvoorbeeld de detentieomstandigheden van opgepakte vluchtelingen. Begin 2003 stond de teller op 3.777 geregistreerde doden, en vijf jaar later, in maart 2008, al op 11.105. Het werkelijke aantal ligt nog veel hoger en loopt vermoedelijk in de tienduizenden. Veel doden vinden immers hun weg niet naar de statistieken, maar liggen anoniem op de bodem van de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan. De doden zijn een rechtstreeks gevolg van de militarisering van de buitengrenzen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van paramilitaire organisaties, infraroodcamera’s, marineschepen en helikopters. Dat dwingt vluchtelingen steeds gevaarlijker routes te nemen, met alle gevolgen van dien. Het is overigens maar zeer de vraag of de Nederlandse en Europese overheden erg onder de indruk zijn van de dodenlijsten. Het lijkt er niet op, want het vluchtelingenbeleid wordt almaar strenger. Daarbij zullen de dodenlijsten hoogstwaarschijnlijk een afschrikkend effect hebben op potentiële migranten en vluchtelingen. En dat is voor de autoriteiten mooi meegenomen.

Noten

Terug