De Fabel van de illegaal 97/98, winter 2009

Auteur: Mariët van Bommel


Advocaat daagt Schipholbrand-ministers voor Europees Hof

Na drie jaar is de Schipholbrand nog allerminst vergeten. Niet door de overlevenden en nabestaanden, en ook niet door advocaat Nico Steijnen. Met het Comité Rechtsherstel (1) beschuldigt hij de verantwoordelijke ministers Piet Hein Donner en Rita Verdonk van wrede en onmenselijke behandeling van de slachtoffers van de brand.(2) In Nederland kreeg hij de zaak niet voor de rechter. En bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens lijkt hij nu weer tegen een muur aan te lopen. Maar de strijdbare advocaat laat zich niet uit het veld slaan.


Bloemen aan het hek van uitzetcentrum Schiphol-Oost, een paar dagen na de brand in 2005. (Foto: Eric Krebbers)
Op 26 oktober 2005 ontstaat er ’s nachts een brand in afdeling K van uitzetcentrum Schiphol-Oost. Elf gevangen illegalen komen om.(3) Nog voordat de onderzoeken naar de oorzaak zijn afgerond, wijst het Openbaar Ministerie (OM) een schuldige aan. De Libiër Achmed Al J. zou in zijn cel een sigaret hebben weggeschoten, zonder die te hebben uitgemaakt. Al J. wordt in juni 2007 veroordeeld tot 3 jaar cel. Zijn hoger beroep loopt nog.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid met voorzitter Pieter van Vollenhoven legt een jaar na de ramp met een rapport de hoofdverantwoordelijkheid bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), die onder het ministerie van Justitie valt. De ministers Donner van Justitie en Sybilla Dekker van VROM treden af, evenals burgemeester Fons Hertog van Haarlemmermeer. DJI-sectordirecteur Bart Kroon wordt symbolisch overgeplaatst. Maar niemand van hen wordt vervolgd. Al J. is veroordeeld omdat hij het risico aanvaardde dat brand zou ontstaan, wat zou kunnen leiden tot de dood van anderen. De vergelijking met de bewindslieden dringt zich op. Hebben zij ook niet willens en wetens het risico genomen dat bij een ontstane brand in het detentiecentrum mensen zouden omkomen? “De Onderzoeksraad heeft een merkwaardige positie”, zegt Steijnen. “Men moet onderzoek doen naar de oorzaak van de brand, maar mag zich niet verdiepen in de schuldvraag. Van de door het OM aangewezen schuldige moeten ze afblijven.” De advocaat beschouwt dat als de reden waarom het Onderzoeksraad-rapport geen aandacht besteedt aan dat deel van de verklaringen van de overlevenden waarin ze de Libiër vrijpleiten.

Jokkebrok

Sinds kort lijkt nieuw bewijs de onschuld van Al J. te bevestigen. Op 13 november vertelt brand- en veiligheidsonderzoeker Bas van den Heuvel van onderzoeksbureau MSNP na analyse van beelden van een beveiligingscamera in tv-programma Nova: “We zien in de beeldanalyse dat de rook komt uit de technische ruimte van cel 11. Dus niet uit de cel zelf, de plek waar de Libiër zit, maar uit de technische ruimte waar de Libiër geen toegang toe heeft. Ik kan maar één conclusie trekken, namelijk dat de brand in de schilruimte al eerder aan de gang is dan de brand in de cel.” In radioprogramma Argos van 22 november laat wachtcommandant Melvin Deira weten dat er een kwartier voor de brand een schijnbaar vals alarm was. Toen Deira een kwartier later op het tweede brandalarm afkwam, zag hij rook en vuur boven cel 11, terwijl de brand in de cel zich op dat tijdstip nog niet had kunnen verspreiden.

“De politici zijn verantwoordelijk”, zegt Steijnen. “Zij instrueren de jongens daaronder.” Een van die “jongens” is Kroon. Voor de Schipholbrand bracht DJI een jubileumboek uit waarin Kroon zonder blikken of blozen meldt dat hij “de ondergrenzen” durfde op te zoeken bij het bouwen van tijdelijke gevangenissen vanaf 2002. Na de Schipholbrand regent het klachten over de sectordirecteur. Zo noemde het Zaanse ROSA-raadslid Erik Schaap hem “een jokkebrok”.(4) Kroon loog namelijk over de misstanden op de Rotterdamse bajesboten om de gemeente Zaanstad te bewegen om de bouw van twee bajesboten toe te staan.(5) Ook beweerde hij dat daar geen vluchtelingen zouden worden opgesloten, wat later wel zo bleek te zijn. Over de Alphense bajes beweerde hij dat er alleen “criminele illegalen” zouden worden opgesloten, wat ook niet klopt.(6) In Zaanstad en Zeist lapte Kroon zelfs na de Schipholbrand de brandveiligheidsvoorschriften aan zijn laars.(7) Toch klaagt het Comité Rechtsherstel alleen Donner en Verdonk aan. Steijnen: “De uitvoerders moeten ook aangepakt worden, maar zij krijgen hun orders van hogerhand. Uiteindelijk is Donner verantwoordelijk voor het opsluiten in brandonveilige cellen en de slechte nazorg voor overlevenden. Verdonk ging weliswaar niet over het opsluiten, maar ze heeft wel een zeer zwaar stempel gedrukt op hoe met de overlevenden moest worden omgegaan.”

Politieke vriendjes

In Nederland kunnen sinds de Tweede Wereldoorlog ook beleidsmakers vervolgd worden. Maar alleen als het OM of de Tweede Kamer daartoe opdracht geeft. Beide willen er niet aan. “Logisch”, zegt Steijnen, “Donner was de baas van het OM, en de Tweede Kamer en de ministers zijn politieke vriendjes.” Daarom is het Comité Rechtsherstel nu naar het Europees Hof gestapt. Dat stelt echter als eis dat de klacht namens de directe slachtoffers moet worden ingediend. “De overlevenden zijn uitermate kwetsbaar”, zegt Steijnen. “Er is zoveel met hen gesold. En ze worden nog steeds tegengewerkt bij hun psychische hulp en bijvoorbeeld bij familiebezoek. Het ministerie heeft hen aan een touwtje hangen. Daarom durven ze niet snel iets tegen dat ministerie te ondernemen.” In eerste instantie werd de klacht alleen ondertekend door familieleden van de overledenen en door de Liga voor de Rechten van de Mens. Zij vertegenwoordigen de slachtoffers, maar zijn zelf geen slachtoffer. Volgens Steijnen zou dat genoeg moeten zijn. “Het zou toch van de zotte zijn als mensen altijd zelf moeten klagen. Dat zou betekenen dat iemand die gefolterd wordt, zelf een klacht zou moeten schrijven. Moet je je voorstellen wat voor extra risico dat zou meebrengen voor die persoon. Of hij zou moeten wachten tot hij vrijgelaten wordt, dat kan toch ook niet de bedoeling zijn.”

Dat het Europees Hof de klacht niet gelijk heeft afgewezen op formele vereisten, bewijst volgens Steijnen dat men geïnteresseerd is in de zaak. Er is gevraagd om meer informatie over de relatie tussen ondertekenaars en slachtoffers. Ook heeft een aantal overlevenden onlangs wel ondertekend. Het Hof zou hen buiten beschouwing kunnen laten, omdat ze dat te laat hebben gedaan. Maar dan kan opnieuw begonnen worden met de rechtsgang in Nederland en komt de klacht uiteindelijk toch weer terecht bij het Hof. Als het Hof oordeelt dat er sprake is van schending van mensenrechten, dan zal men een onderzoek naar de “schuldvraag” instellen, aldus Steijnen, wat “tot nu toe niet is gebeurd”. Over verdergaande stappen durft hij zich niet uit te laten. “Een internationaal hof zal altijd de minst vergaande positie kiezen.” Een eventuele uitspraak is moeilijk te effectueren, maar volgens Steijnen is het in Nederland wel gebruikelijk om een uitspraak van het Hof op te volgen. “Al moeten we natuurlijk wel oppassen voor een puur cosmetische ingreep.” Maar heel geleidelijk verandert er maatschappelijk wel wat in de visie op illegalengevangenissen, volgens de advocaat. “Een heel klein beetje positiever, ik zeg het voorzichtig.” Een kritische uitspraak van het Europees Hof zou natuurlijk mooi zijn, maar veel verandert er daardoor ook weer niet. Het internationale recht kan misschien de ergste uitwassen van het beleid wegnemen, maar het principe van illegalengevangenissen wordt daarmee niet veroordeeld. Het maandenlange opsluiten van mensen op grond van hun illegale verblijfsstatus is ‘gewoon’ toegestaan volgens mensenrechtenverdragen.

Noten

Terug