Integratiecolumn in NIW, 9 september 2005

Auteur: Eric Krebbers


In het Nieuw Isrealitisch weekblad nr. 51 van 9 september 2005 verscheen in het kader van de tweewekelijkse integratiecolumn het onderstaande stuk van Fabel-medewerker Eric Krebbers.

Babysitten, strijken, de hond uitlaten

Het lijkt wel een eeuwigheid, en toch het is maar vijf jaar geleden dat verreweg de meeste politici en opiniemakers multiculturalisme de normaalste zaak van de wereld vonden. Centraal stond het respect voor andere culturen, en migranten en andere minderheden mochten hier gewoon hun eigen levenswijzen behouden. Dat klinkt goed, maar het multiculturalisme kende ook heel wat minder positieve kanten. Migranten werden vaak aangesproken op daden van anderen met dezelfde culturele achtergrond, en hun individuele gedrag werd steevast gekoppeld aan hun cultuur. Iet s wat men bij Nederlanders niet snel in zijn hoofd zal halen.

Multiculturalisten vertelden ook ontroerende verhalen over Turken die onze toiletten schoonhouden, over Vietnamezen die ons verwennen met hun loempia's en over Afrikanen die ons amuseren met hun muziek en die nog zo dicht bij de natuur zouden staan. Hele groepen mensen werden zo vastgepind op hun vermeende speciale eigenschappen en ondanks de mooie woorden vaak genadeloos uitgebuit.

De overheid subsidieerde vooral de meest conservatieve migrantenorganisaties. Die zouden immers de oorspronkelijke cultuur het beste vertegenwoordigen. De elites onder de migranten lieten zich zo graag in de watten leggen. In ruil daarvoor zetten ze zich in om de meer progressieve leden van hun gemeenschappen te weerhouden van serieus protest tegen de achterstelling, uitbuiting en onderdrukking waarmee ze ook in Nederland geconfronteerd worden. Zo verzwakte de overheid de positie van arbeiders, vrouwen en minderheden onder de migranten. Multiculturalisten wilden het onrecht en de tegenstellingen onder migranten zelf eenvoudigweg niet zien.

Multiculturalisme verschilt uiteindelijk weinig van nationalisme. Beide politieke stromingen beelden zich in dat er culturele gemeenschappen bestaan zonder interne tegenstellingen en waarvan de leden in de eerste plaats onderling solidair zouden moeten zijn. Het zal dan ook niet verbazen dat het multiculturalisme nog steeds springlevend is in sommige extreem-rechtse kringen. "Iedere gemeenschap zijn eigen cultuur en eigen land", zo zegt men daar. Waar dat toe kan leiden hebben we gezien in Joegoslavië.

We hoeven dus niet rouwig te zijn om de verdwijning van het multiculturalisme uit de politiek. Maar we zijn helaas van de regen in de drup geraakt, want het is verdrongen door een conservatief nationalisme met integratiedwang. Veel politici en opiniemakers doen tegenwoordig alsof er één monolitische Nederlandse Cultuur bestaat, die bovendien ook nog eens de meest liberale en Verlichte zou zijn. Migranten worden daarentegen meer en meer afgeschilderd als halve barbaren. Misstanden als religieus fundamentalisme, antisemitisme, vrouwenmishandeling en homofobie worden volkomen onterechte uitsluitend nog toegeschreven aan andere culturen, met name de Arabische. Op die manier weet men zelfs grote delen van links en de vrouwen- en homobeweging te mobiliseren voor de integratiedwang. Het resultaat is dat alle migranten straks waarschijnlijk verplicht zullen worden tot een peperdure inburgeringscursus, op straffe van het verlies van een uitkering en uiteindelijk mogelijk zelfs deportatie.

Uit het integratiedebat kwam voortdurend een nauwelijks verholen racisme naar voren. Politici en opiniemakers maakten stemming en leken tegen elkaar op te bieden met keiharde voorstellen om migranten aan te pakken. Dat racisme doet vrezen dat migranten niet snel meer geaccepteerd zullen worden. Ze kunnen het immers nooit goed genoeg doen. Zonder de huidige politieke situatie zelfs maar te willen vergelijken, is het toch belangrijk om te herinneren aan het Duitsland van de jaren 30. Zelfs een nagenoeg perfecte integratie hielp de Duitse joden geen zier tegen het groeiende antisemitisme van de staat en de bevolking.

Hoewel er veel gepraat wordt over culturen, gaat het er bij het integratiedebat uiteindelijk voornamelijk om hoe migranten nuttiger gemaakt kunnen worden voor de Nederlandse economie. Er wordt voortdurend op aangedrongen om laagopgeleide huwelijksmigranten te weren en hoogopgeleide kennismigranten binnen te halen. Werkloze migranten zouden geen uitkering meer mogen krijgen, en baantjes moeten aannemen onder het huidige minimumloon. Van D66 moeten ze dan maar "boodschappen doen, babysitten, strijken, de hond uitlaten". Ook worden er steeds weer nieuwe plannen gelanceerd om migranten gedwongen te spreiden vanuit steden en wijken waar ze niet bruikbaar meer zouden zijn.

Hoewel het multiculturalisme de meeste migranten en vluchtelingen niet veel te bieden had, is het niet verstandig om er samen met de verdedigers van de integratiedwang fanatiek tegen aan te gaan schoppen. Integendeel, het racisme van de integratiedwang moet scherp bekritiseerd worden, maar dan zonder het multiculturalisme te verdedigen. Als het om politiek en economie gaat, is het beter om helemaal niet in termen van culturen te denken. Geen indeling van mensen in culturele gemeenschappen, geen pleidooi voor het behoud van culturen, noch voor een soort kosmopolitische cultuur. Het is beter om levenswijzen gewoon over te laten aan alle betrokkenen zelf en ons daar politiek niet mee te bemoeien. Wat nodig is, is een gezamenlijke strijd tegen maatschappelijk onrecht zoals uitsluiting, achterstelling, uitbuiting en onderdrukking, ongeacht de herkomst of cultuur van de slachtoffers of daders.

Terug