Haagse PvdA-wethouder noemt werken zonder loon “uitbuiting” maar blijft er voorstander van

De gemeente Den Haag had lange tijd minimaal 260 dwangarbeiders rondlopen die jarenlang gratis straten moesten vegen. Nu worden ze officieel ambtenaar. “Nu komt er eindelijk een eind aan deze vorm van uitbuiting”, zegt PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh over de dwangarbeid die zijn voorganger en partijgenoot Henk Kool ingesteld had. Hij huilde krokodillentranen: “Het is een emotioneel moment voor mij. Het is belangrijk dat eerlijk werk beloond wordt met een eerlijk loon. Een werkervaringsplaats is prima voor een paar maanden. Maar als mensen jarenlang met behoud van een uitkering vast zitten op een plek die eigenlijk een volwaardige baan is, dan is dat niet eerlijk. Dat is een vorm van uitbuiting.” Deze plotselinge verlichte inzichten van de lokale Partij van de Dwangarbeid zijn het gevolg van druk van de FNV naar aanleiding van landelijke ophef om de gratis “papierprikkers”. Voor de 260 dwangarbeiders is het ongetwijfeld geweldig nieuws, maar wezenlijk verandert er niets. Dwangarbeid blijft volgens de wethouder immers “nodig voor mensen met een uitkering die ervaring en werkritme op moeten doen. Na drie of hooguit zes maanden moeten deze mensen zijn doorgestroomd naar een reguliere baan of voor wie dat niet mogelijk is naar een nieuwe plek.” Na zes maanden naar een andere plek dus om daar weer verder te dwangarbeiden, want de ‘uitstroom’ is in tijden van crisis natuurlijk minimaal. Kennelijk is onbetaalde arbeid onder het repressieve regime van Sociale Zaken pas “uitbuiting” als het lang op dezelfde plek plaatsvindt en men erover op de vingers wordt getikt door de vakbond.

Eric Krebbers over Vaste baan voor straatvegers in Den Haag: einde aan ‘uitbuiting’ vindt de wethouder (Omroepwest)